ARME MEISJES. No, 149* Twee en Negentigste Jaargang. 1890. ZONDAG TWEEDE BLAD. Officieel Gedeelte. KAASMARKT en de GRAAN- en ZAADMARKT FEUILLETON. 14 DECEMBER. TEKORTKOMINGEN. lal Roman uit liet Rerlijiische leven. A LK1A A RSCIIE C 01R A T. Deze Courant wordt Oïnsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door bet geheele rijk 1,— De 3 nummers O,©6. Telefoonnummer 83. Prijs der gewone Advertentiën: Per regel ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR herinneren belanghebbenden dat krachtens raadsbesluit van 1 Februari 1888, de steeds doorgaan en niot tusschen Kersttijd en Fe bruari zullen stilstaan, zooals vroeger het geval was. Burgemeester en Wethouders voornoemd., Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 9 Dec. 1890. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. Zijdie het aan de gemeente Alkmaar behoorende HUI-S aan de Laatvlak te genover de r. k. kerk te Alkmaar, laatstelijk bewoond geweest door nu wijlen den heer dr. j. j. de Gelder wensciien te huren worden verzocht zich niterlijk vóór 31 December 1890 aan te melden ter ge meente-secretarie. Huurprijs ten minste J 3öO. LIJST VAN BRIEVEN waarvan de geadresseerden onbekend zijnverzonden gedurende de 2e helft der maand November 1890 J. van Lenven Amsterdam. J. Root Pzn., Andijk. Strujck, den Haag. W. Maas, Wieringen. Briefkaart: G. B. Cornelissen Amsterdam. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR; Gelet op art. 54 der wet van 29 Juni 1851 (Stbl. No. 85); Brengen ter algemeene kennis dat de gemeenteraad den 10 December 1890 benoemd heeft voor het jaar 1891 tot loden der vaste commissie: a» voor de verordeningen, tegen welker overtreding straf bedreigd is, van welke commissie de Burgemeester voorzitter is, de heeren C W. Bruinvis, mr. J. tP. Kraakman, B. Preijer en J. C. Vonk; b. van financien, de heeren J. de Lange C.Jz., A. Goede Dz B. Preijer, J. M. de Sonnaville en-C. W. Bruinvis, onder het voorzitterschap van den heer C. W. Bruinvis; van bijstand in betrekking tot het beheer en onder hond der plaatselijke werken en eigendommen, de hoeren sC. Janssen Cz., j. M. de Sonnaville en W. F. Stoel, onder het voorzitterschap van den heer wethouder H. J Bruinvis, door burg. en weth. uithnn midden aangewezen; d. van bijstand in het beheer en onderhond dor plantsoe- nen enz., de heeren A. Goede Dz., B. Preijer en PRent meester, onder het voorzitterschap van den heer wet houder C W. Bruinvis, door burg. en weth. uit hun midden aangewezen voor de gasfabriek, de heeren C. W. Bruinvis en W. F. Stoelonder het voorzitterschap van den heer burge meester, door burg. en weth uit hun midden aangewezen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar A. MACLAINE PONT. 12 December 1890. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. UOOR PAUL LJND AU. Uiift het H o e g d u i t s c h. 39) Regine voelde rich gelukkig en in den zonneschijn van haar geluk ontkiemden langzamerhand alle tot nog toe «verscholen goede zaden. Zij werd natuurlijk, vroolijk hulpvaardig zonder opdringend te zijn, vriendelijk en op gewekt en zoo veroverde zij, zonder veel moeite, weldra aller hart. De gravin merkte zeer goed op welken heil- zamen invloed zij op het jonge meisje had. Regine's ver anderde stemminghare vrool ijkheid waren haar werk en dit verschafte haar eene genoegdoening als over een goed gelukt stuk arbeid. Ook met de overige huisgenooten verkeerde Regine op dien goeden voet. De graaf wae er wat trotsch op zulk een juweel te hebben gevonden de stille arbeidzame Minna was het behulpzame en weinig eischende meisje zeer genegen en de oude freules, Mijntje en Trijntje, hadden voor hare eindelooze verhalen nooit geduldiger toehoorster gehad dan Regine. Brnno vooral liet het Regine dagelijks door allerlei kleine attenties gevoelenhoe aangenaam hem haar ge zelschap was. Hij ontveinsde zich volstrekt niet, dat het Regine was, die hem, meer dan iemand anders, het hou den van de aan zijn vader gedane belofte gemakkelijk maakte en hij deed zich zeiven meer dan eens de vraag zon ik het werkelijk hier uitgehouden hebben als Regine er niet geweest ware Zonder twijfel zou hem het af scheid van het vroolijke leventje in de hoofdstad zwaar der zijn gevallen, ware de landelijke afzondering, waarin hij thans leefde, niet opgevroolijkt en dragelijk gemaakt Het jaar 1890 spoedt ten einde, reeds is zijn laatste maand begonnen, en in de eerste helft van het volgende jaar zullen de kiezers geroepen worden om honderd leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te kiezen daar alle met den derden Dinsdag van Septem ber aftreden. Geen wonder dat bij de behandeling der Staatsbegrooting in do afdeeliugen der Kamer is gespro ken over de wijze waarop de tegenwoordige Regeering zich van hare taak heeft gekweten, en dat daar de vraag is gesteld in hoeverre zij aan de verwachting heeft be antwoord en hare beloften heeft vervuld. Moge het al niet raadzaam zijnelk jaar bij de behandeling der Staatsbegrooting politieke vragen van dezen aard te be handelen ongetwijfeld bestaat daartoe redenwanneer in het tijdperkdat de Grondwet aan het leven onzer Tweede Kamer gesteld heeft, do Regeering haar laatste begrooting heeft ingediend. Zoo heeft het ook de Tweede Kamer begrepen getuige het voorloopig verslag van het onderzoek der Staatsbegrooting voor het jaar 1891. De openingsrede van 1° Mei 1888waarmede het tegenwoordig Ministerie zijn intrede deed in de Staten- Generaal tot grondslag nemende voor hunne beschou wingen, meenden vele leden, dat er een al te breede klove is blijven bestaan tusschen de toezeggingen in die rede ge daan en bij de opening der volgende zittingen bevestigd en vermeerderden de daden van het Kabinet. Die meening wordt gestaafd door een uiteenzetting van de tekoi'tkomingen der Regeeriug waartegen de gewone verdediging ook ditmaal niet uitbleefmaar uitvoeriger en krachtiger dan hare vrienden in de Tweede Kamer neemt de Regeering zelve haar verdediging in hare Memorie van Antwoord ter hand. Haar beroep op bet tijdroovende van haar dageljkseh beheer zal wel op niemand veel indruk maken omdat zij in dit opzicht met elke andere Regeering gelijk staatmet meer recht kon zij helaas wijzen op de bijzondere maatregelen waartoe de toestand des Konings haar noodzaakte; niet geheel ten onrechte ook op den tijd die gevorderd werd voor de aanvulling van het Kabinetdoor de verwerping der begrooting van koloniën door de Eerste Kamer en de daarop gevolgde aftreding van den Minister van dit departement noodzakelijk geworden. Toch is moeilijk aan te nemen, dat deze bemoeiingen den gezamelijken Ministers zooveel tijd hebben gekostdat een vertraging van hun wetgevende arbeid daarvan het gevolg moest zijnof dat de uitwerking hunner denkbeelden aan de verschil lende departementen van algemeen bestuur daardoor oponthoud zou hebben ondervonden. Laat ons daarom door .de aanwezigheid van het opgeruimde, beeldschoone jonge meisje. Regine alleen was oorzaak, dat hij in den gemoedelijken, huiseljken kring der zijnen de avonden in de soeieteit, in de comedie en bij de berljnsche vriendin netjes nauwelijks miste Dikwijls waren zij langen tijd te zamen, .wandelden in het park, reden te zamen uit, en nauwelijks was het lente geworden of Bruno liet het lichte zeilbootje in orde maken en nu voeren zij uren lang op het meer. Zij vertelden elkander van allerlei en in Bruno's woorden lag eene uitdrukking van blijdschap over zijn .prettig gezelschap; hij voelde een zeker wolbeha- gen door de -voortdurende nabijheid van het mooie meisje. Nu en dan bekroop hem wel eens de lust, om eens een vïoolijker, driester toon aan te slaan en haar op echt groot- steedsche wijze het hof te maken maar de kalmte van Regine, de verstandige wijze, waarop zij vriendelijk wist te zijn en het gevaarlijke spel wist te ontwijken, noopten hem onmiddellijk bjj den vroegeren harteljken, eerlijken en vertrouwel jken omgang te blijven. Regine was den jongen graaf daarvoor zeer dankbaar; zij kreeg hem hoe langer hoe meer lief «n was overtuigd, dat zij oene goede vriendin voor hem en hij een ridderlijk vriend voor haar was. Zoodra eene verontrustende nevengedachte de rein heid harer stemming in gevaar brachtverzamelde zij al haar moed en sprak vastberaden tot zich zelve »Neen dat mag nietwij zijn goede vrienden en moe ten dat blijven.'' De blauwe hemel van haar geluk was echter niet on bewolkt. Te midden van de reinste vreugde overviel haar meer dan eens eene huiveringdan was het plotseling of zij een spook zagiets onwaarschijnlijks iets ODge- loofeljksZij wist wat dat was. Hare keel werd dieht- gesnoerd bij de gedachte dat het spookdat op dien waanzinnigen avond haar weg had gekruist, nog eenmaal in vleesch en bloed terugkeeren en haar geluk verstoren zou. Gisteren was aan tafel toevallig de naam van Oskar Bössow genoemd. Bruno had van de voorjaarswedrennen verteld, waarbij Bössow's beide paarden den eersten prijs hadden behaald. Regine was bij dit verhaal plotseling de verantwoording der Regeering in bijzonderheden nagaan. De herziening der wet op het Lager Onderwijs was ontegenzeggelijk een belangrijke arbeiddie heel wat tijd "in beslag* heeft genomen. Op dit punt is de Regee ring niet in gebreke gebleven hare belofte gestand te doen zij heeft dien arbeid volbrachtmaar dit alleen kunnen doen met de onmisbare medewerking van een deel der liberale partij. Volkomen te recht wordt dan ook in het Voorloopig Verslag op die medewerking gewszen als het meest overtuigende bewijshoe weinig de Regeering door bare politieke tegenstanders is be moeilijkt en hoe groote mate van welwillendheid zij van hen heeft ondervonden. Die welwillendheid tevens ge bleken bij de behandeling der wet op den arbeid van kinderen vrouwen en onvolwassenen tot regeling der bargerljke pensioenen wering van bedrog in den boter- handel, verlenging van den diensttjd der militieplichtigen en verschillende andere maatregelenvormt een scherpe tegenstelling met de onverpoosde bestrjding van vorige Ministeriën door de tegenwoordige regeeringspartj. In de tweede plaats wjst de Regeering als een bew js harer werkzaamheid op de reeds genoemde wet tot het tegengaan van overmatigen arbeid van jeugdige personen en vrouwen en op de pensioenregeling; maar ten aanzien van het eerste onderwerp had reeds de Minister Mod derman één en de Minister du Tour twee wetsvoor stellen ingediend en de ontwerpen voor de regeling van de pensioenon der burgorlijke ambtenaren en hunner weduwen en weezen lagen gereedtoen het tegenwoor dige Ministerie optrad. Hoe de Regeering de belangen van den landbouw heeft ter harte genomen zon bijken uit de wet tot voorko ming van bedrog in den boterhandel en uit hare zorg voor proefstations en landbouw-scholen maar men weet tochdat reeds de vorige Regeering tot wering van dit kwaadzij het dan ook langs een anderen wegeen wetsontwerp had ingediend dat zij een R jks-landbouw- commissie had benoemd, dat reeds tot de oprichting van landbouwproefstations was beslotenen op de Staats begrooting gelden waren uitgetrokken voor de stichting van landbouw-vakscholen. Om te doen uitkomen dat de belangen van handel en njverheid geljk zj beloofd bad door haar niet uit het oog zjn verloren wjst de Regeering op de nieuwe spoorwegovereenkomstende herziening der consulaat- rechten de afschaffing der rechten op het Noordzee kanaal enkele verbeteringen betreffende den accijns op bier en azjn en op de tor goedkeuring ingediende over eenkomsten met de maatschappijen ^Nederland" en »Rot- terdamsche Lloyd" tot bevordering van een versnelden maildienst op Nederlandsch-Indie. Het is ongetwjfeld te hopendat handel en njverheid van deze meer en minder belangrjke maatregelen goede vruchten zullhm plukkenmaar zjn zj werkelijk alle wel uitvloeisels van de bjzondere zorg der Regeering voor deze twee groote bronnen onzer volkswelvaart Is het b.v. aan die zorg te wjtendat Amsterdam de rechten op het Noordzeo-kanaal heeft moeten afkoopen. Zjn de nieuwe spoorwegovereenkomsten en de aankoop van den Rijn- stil geworden en onmiddelljk na afloop van het mid dagmaal, verzocht zij aan de gravin toestemminghare kamer te mogen opzoeken, daar zj hoofdpjn had. Allen hadden medeljden met haar en ieder kwam met een huismiddeltje aandragen. Zelfs de gravin kwam, voordat zj naar hare kamer ging, nog eens bj haar met allerlei goede raadgevingen. Regine betuigde haar dank en zei i »0 het is al veel betermorgen zal ik zeker geheel hersteld zjn." Tot drie uur 's morgens zat Regine aan haar venster te turen in den donkeren nacht en te luisteren naar het eentonig geklots der golven tegen het terras. Overigens was alles doodstil Ook Regine's stemming was kalm maar gedrukt. De vreeseljke last, waaronder zj gebnkt ging, werd haar bjna ondragelijk. Langzaam ontkleedde zj zich en voor de eerste maal sedert hare kinderjaren deed z j eon gebed dat haar echter geen troost bracht. Gedurende dien langen nacht was er veel, zeer veel in haar omgegaan. Ernstige verwjten had zj zich zelve toe gevoegd. Toch had zj in die uren kracht verzameld om den strijd op te nomen. »Ik heb eene fout begaan en nog niets verricht om haar uit te wisschen", sprak zj, »ik heb haar eenvoudig geheim gehouden. Het is niet genoeg, dat ik berouw gevoel, dat ik mj sterk acht om die fout niet weder te begaan. Ik heb het recht niet zoo- gelnkkig te zjn als ik thans ben. Ik moet mijn geluk verdienen ik moet den moed hebben te bekennenwat ik gedaan heb en mijne fout goed maken door zelve goed te zijn. Dat ik hier mjn plicht doe, is geen ver dienste ik word hier op de handen gedragen hier kost het mj niets goed te zjn. Ik weet niet wat ik doen moet. Ik zal het aan mjne weldoenster vragen Met een zwaar hoofd en een bekommerd hart sliep zij eindeljk in. Op den gewonen tjd werd zij den volgenden morgen wakker. Nu voelde zij zich werkeljk niet wel, lichame- ljk niet welzij had zich overspannen maar overwon hare zwakheid en ging in de frissche luchtzoodat z j en Minna liet eerst in de ontbijtkamer waren. Allen waren bljde, dat hare ongesteldheid zoo spoedig

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 5