tien van de Rgn-spoorwegmaatsohappij wel vóór 1898 aflosbaar zijn. In de avondzitting werd de begrooting van financiën behandeld, en ten slotte aangenomen met 55 tegen 15 stommen i (allen liberalen). Bij de algemeene beraadslaging had de heer G l in de r m a n aangedrongen op herziening der grondbelasting met hot oog op landbouwbelangen en op afschaffing van de tollen op Rijkswegen en de heer Z ij p er op ge wezen dat van de vaak beloofde belastinghervorming niets gekomen wasterwijl verandering zoo noodzakelijk was. overgangsrechten drukten loodzwaar op den kleinen grondeigenaar en nu wil deze minister de grond belasting aanzienlijk verhoogen en art. 254 der gemeente wet afschaffen. Worden deze voorstellen aangenomen, dan zal de boerenstand zeer worden gedruktevenzeer als nu in Noordholland door de wik- en weogloonen. Do heer Domela Nieuwen huis vroeg, waarom de arbeiders bij de Rijkstelegraaf van de pensioenwet uitgezonderd zijn en stelde eene motie van afkeuring van het beleid der regeering in zake het belastingstel sel voor. De heer W. K. van Dedem kwam op tegen het treffen van naamlooze vennootschappen, in Nederland ge vestigd, in patentrecht, als zij buitenslands werkzaam zijn. De heer Rutgers van Rozenburg verweet in scherpe bewoordingen de luchthartigheid en het goed vertrouwen aan dezen minister, blijkbaar uit zijne belastingvoorstellen. Van dezen minister had eene kapitaal belasting verwacht mogen worden na de onlangs gehouden beraadslaging over het voorstel Borgosius c.s. De heer O k m a wilde den landbouw meer hypothecair krediet bezorgen en maatregelen nemen tegen hypotheek banken. De heer Smeenge zou tegen de motie van den heer D. N. stemmen als te onbestemd. De heer va n der Feltz had haar wel ondersteundmaar kon niet met haar meegaan. De heer Levyssohn Nor man klaagde over den slechten dienst der ontvangkan- toienvooral ten platten lande, kwam er tegen op, dat de indische tekorten een last zouden worden voor de nederl. begrooting en deelde het gevoelen van den heer W. K. van Dedem. De minister v. finan ciën antwoordde^ den heer Rutgers, dat hij alle minis ters luchthartigheid verwijt en dat zijne donkergekleurde voorspellingen door de uitkomst niet bevestigd worden. Hij verwacht niet van zijne voorstellen de door den heer ^ÜP voorgedragen bezwaren deelt niet de grieven van den heer Okma en zal andere wenken gaarne overwegen. De werklieden bij de Rijkstelegraa f vallen onder de pensioen wet. De heer Z ij p antwoorddedat de minister de overgangsrechten weer Ophangt aan den spijker der grond belasting hij blijft op afschaffing aandringen. De heer Domela Nieuwenhuis wijzigde naar aanleiding van een bezwaar van den heer Smeenge zijne motie als volgt t> De Kamervan oordeel, dat de regeering nalatig is gebleven in het doen van voorstellen, in houdende afschaffing van de accijnzen en de indirecte belastingen, met uitzondering der rechten van successie en van overgang bij overlijden en van de patentbelasting, en in de indiening van 't voorstel eener progressieve in komstenbelastingkeurt op dien grond het financieel beleid der Regeering af en gaat over tot de orde van den dag." Nadat de heer van Delden als voorzitter der com missie van rapporteurs gezegd had dat het voorloopig verslag over de wijziging der gemeentewet zoo spoedig mogelijk gereed gemaakt zou worden doch dat het de schuld van de regeering was, zoo de wet niet spoedig tot stand kwam, omdat zij te laat ingediend werd, kwamen enkele leden op tegen de meening, dat deze wet nog door deze Kamer behandeld zou kunnen worden. De heer A. v an Dedem constateerdedat de minister als bewindsman vergeten had uit te voeren wat hij als afgevaardigde gekozenbeloofd had te zullen tot stand brengen. De heer Heemskerk had van den ministergewenscht spoedige afschaffing der Staatsloterij. De loterij is zonde doen van de zijde van den Staat. De motie Domela Nieuwenhuis werd verworpen met algemeene stemmen behalve die van hem zeiven. Den 20 kwam de begrooting van oorlog aan de orde. De heer van VI ij men huldigt niet de stelling, dat men niet mag stemmen tegen eene begrooting om redenen daarbuiten. Na de indiening eenor legerwetdie on rechtvaardig is en de belangen des volks schaadt zonder verhooging der weerkrachtkan hij den minister geen vertrouwen schenken en zal hjj tegen stemmen. De heer Mutsaers zal tegen stemmen, omdat de minister het militairisme binnenroeptde uitgaven steeds stijgen om de voorstellen, om meer lichtingen in dienst te houden en. om de ongelukkige legerwet. Hij vreest, dat de minister op weg is om het geluk des lands te verwoesten. De heer 1 ravaglino zal ook tegen stemmen om het klimmonde eindcijfer en om de legerwet. De minister heeft getoond den aard en het karakter vau het grootste deel des volks niet te kennen en als hij het wel kende, dan heeft hij het miskend. De feitelijke onzijdigheid van Kederland wordt door hem in groot gevaar gebracht. De heer Veegens behandelde de grievengeopperd tegen de keuringen van goederen enz. door militaire com- missiën. De heer Seijffardt kan kort zijn nu de minister verschillende punten verschoof tot na do afdoe- ning der legerwet. Hij betreurde, dat verschillende door hem aangevoerde zaken inmiddels niet geregeld waren, kwam op tegen het gevoelendat de min. van oorlog commandant van het veldleger zou kunnen worden, drong aan op indiening in Januari van het wetsont werp tot verlenging van den. diensttijd der militie en zon, hoewel tegenstander der pupillenschool, geene voor stellen doen tot hare geleidelijke opheffing. De heer Domela Nieuwenhuis kwam op tegen ■de verhooging der uitgaven met een half millioen, waar voor wij niets hebben en verheugde zich, dat katholieke afgevaardigden opgrond daarvan zonden tegenstemmen. Hg betreurde, dat men reeds sprak van een Tindal- kwestie, in plaats van 's lands verdediging. Hij kwam op voor de weerbaarheid, niet uit nationaliteitsgevoel, want hij was wereldburger. Hij hecht niet aan het kunstma- tige_ nationaliteitsgevoel en ziet niet in wat het land verliezen zouals het ophield zelfstandig te bestaan. Uitvoerig keurde hjj het kazerneleven af, dat door zoo welen eenstemmig werd afgekeurd, sommige bladen uit gezonderd omdat zjj er niets van weten of er votfr betaald worden. Het vloeken is aan de orde van den dag, zoowel bij onderofficieren, als bij officieren, die soms daarin voorgaan en haalt verschillende feiten aan ten bewijze van dien treurigen toestand; hoe een korporaal een soldaat beduidt, dat hij recht voor zich mag kijken: hoe een officier op marsch eene premie uitloofde voor dé vuilste mop. Een milicien werd gestraft op order van hooger hand met 13 dagen provoost, omdat hij in eene openbare vergadering te Groningen tegen mr. van Houten sprak: z. i. moet het kazernestelsel vernie tigd en het zwitsersche stelsel ingevoerd worden Op grond zijner ervaring houdt hij vol, dat vloekeu en ra zen de gewone taal in de kazerne is. De kazernes be schouwt hij als broeinesten om de jongelui te brengen tot drankmisbruik, prostitutie, vloeken en razen. De heer de Vries stemt in met de bestrijding van het kazerneleven. De hoogere officieren zijn niet met den werkelijken toestand genoeg bekend en een soldaat durft niet klagen over hem, die boven hem staat. Verbetering van den toestand van den soldaat acht hij volstrekt noodzakelijk. De heer van Houten verdedigde zich tegenover het verwijt van den heer Domela Nieuwenhuis, dat hij zich met aangetrokken had, hetgeen te Groningen met voornoemden milicien gebeurd was; hij zou dit zeker gedaan hebben was het hem terstond medegedeeld, maar J betwijfelt nog het medegedeelde, want hij zou dat monsterachtig vinden. Hij heeft steeds togen de be grooting van oorlog gestemd en zal dit nu ook doen, te meer omdat zij opgemaakt is naar het denkbeeld, dat de 7e lichting der militie in dienst zal blijven, waarmede nij zich volstrekt met vereenigen kan Do heer Reekers zal in strijd met andere katho lieken voor stemmen. Dan had men tegen alle begroo tingen moeten stemmen. Er wordt veel gezegd over de sociale gevolgen der legerwet en men beroept zich op den tegenzin der bevolking, doch van dien tegenzin is nog mets gebleken. De minister zit hier niet voor een deel, maar voor de geheele bevolking. Het eindcijfer kan ook geen reden tot afstemming dezer begrooting zijn. Het uitspreken van wantrouwen op het oogenblik zou onmogelijk zijn, nu het overleg van de kamercommissie met de regeering nog niet aangevangen en de mogelijk- met uitgesloten is, dat die wet na het overleg aan nemelijk is geworden. Wantrouwen nu zou zijn eene volmaakte onbereidverklaring om over die wet in overleg treden. Do heer Rooseboom noemde de klachten over het kazerneleven sterk overdreven en schreef de overdreven voorstellingen toe aan tegenstanders van persoonlijke dienstplicht. Hij dringt aan op spoedige aflossing van de proviandeering van Amsterdam en de kwestie van het drinkwater aldaar. De heer v an N u n e n bleef zich, ondanks het protest van den heer Reekers, tegen de begrootiug verklaren. Gp het hoofdbeginsel der legerwet is van dezen minister geen terugtrekken te wachten. Eigenlijk was de wet door minister Mackay ingediend. De heer Dob b el man, de aanneming der legerwet als eene flnancieële en maatschappelijke ramp beschonwende zal voor stemmen in afwachting van mogelijk nader overleg' De heer H e 1 d t sprak ook in afkeurenden zin over het kazerneleven en vroeg, of de minister in de bestekken bepalingen omtrent de verzekering van werklieden zou doen opnemen. Nadat nog een paar sprekers hun gevoelen verduide lijkt hadden, verklaarde de minister van oor- 1 o g zich tot overleg over de legerwet bereid, mits goede regeling der levende strijdkrachten verzekerd zij. Op een gezegde van den heer Harte verklaarde hij ook de plaats vervanging onbesproken te willen laten, omdat hij met al de bezwaren daartegen nog niet bekend is geworden Ten aanzien van de keuringen en aanbestedingen wii bij gaarne naar meer waarborgen voor de leveranciers streven. Hunne belangen worden echter volstrekt niet uit het oog vorloren. Men kan echter niet alle mop perde wenschen bevredigen. Aan den heer Seyffardt gaf hij te kennen, dat het vol strekt met in zijne bedoeling lag deD minister van oorlog als algemeen commandant van de legermacht te doen optreden Het wetsontwerp tot verlenging van den dienst- tycl zal spoedig worden ingediend. Ai wat de heer Nienwenhnis heeft gezegd omtrent den heer Tindal liet hij rusten. De klachten over het kazerneleven zijn sterk overdreven Hij heeft ze nooit in die mate gehoord. De officieren werken het vloeken zeker niet in de hand. Ook zijn vele berichten sterk gekleurd, o. a. (in het Nieuwsblad voor Nederland) van een milicien, die in een koud vertrek zou opgesloten zijn, met onthouding van warm voedsel. Later heeft de vader dit zelf tegengesproken. Er was niets van waar. Voor behoorlijk nachtleger is reeds verleden jaar gezorgd. Ook de rechtspositie van den soldaat is behoorlijk ver zekerd. De bestaande bepalingen kunnen slechts langs wettigen wog veranderd worden. In het kazerneloven is roods veel verbeterd ea de militaire Te Huizen hebben daartoe veel bijgedragen. Na volledige begrooting van de kosten zal kunnen worden vastgesteld, wat gedaan moet worden om binnen korten tijd geheel de stolling van Amsterdam te vol tooien. Voor de proviandeering van Amsterdam worden de noodige maatregelen genomen. Voor het aanschaffen van waterbakken wordt gezorgd. In zake de verzeke ring van werklioden zal het voorbeeld der andere minis- terieëu worden gevolgd. Bij de behandeling der onderdeelen klaagt de heer Goekoop^ bij art. 29 over onhebbelijke plagerijen van jongelui aan de Kon. Mil. Academie en over andere zaken, die inrichting betreffende. De gezondheidsmaatrege len laten te wénschen over. De cadetten moeten meermalen geruïmen tijd met natte voeten blijven Ioopen. De slaapzalen zijn schadelijk tochtig. Een geneesheer te's-Gravenhage, die oen zieken cadet op verzoek der familie bezocht, wees op den nadeehgen'invloed van natte voeten op den'gezondheids toestand. Sterk laakt hij het baren", waardoor de pas aangekomen cadettenkinderen 's nachts gedwongen worden op last van den kamerchef, in het hemd op .dehurken te zitten en te hinken, nadat hun koud'water in den nek geworpen ia. Een der jeugdige gestorvenen heeft daarover zich persoonlijk bij hem beklaagd en 'die klachten zijn door den dood bevestigd. Ergerlijk no'euit hil het O'Ok dat mn InnrrA;,,,* 11 Xr—.-!.:- j de ouders met zijn toestand bekend werden. Hij dringt aan op een doeltreffend onderzoek en krachtig handelen om den toestand te verbeteren door de benoeming eener speciale commissie, om de gezondheidsbelangen der cadet ten na te gaan, terwijl hij ook wenscht, dat zekerheid worde gegeven dat de ouders bij ernstige ziekten van cadetten daarvan tijdig in kennis worden gesteld. ,..,m rn i s t e r meende, dat de ziekenverpleging be hoorlijk was en heeft daaromtrent niets dan lof vernomen lntusschen zijn er door den heer Goekoop mededeelingen' gedaan, die hem onbekend waren. Hij zal ze ter kennis van den gouverneur brengen en de Kamer in staat stellen over de te ontvangen mededeelingen te oordeelen De heer K e r d ij k dringt aan op een ernstig onderzoek. Een by art. 93 door den heer R o o s e b o o m voorge dragen amendement om nog niet over te gaan tot de pitbreiding der kazerneering te 's-Hertogenbosch daar het tegenwoordig oogenblik weinig geschikt is om te beslissen over de wijziging in de bestaande garnizoens- ïndeeling, wordt na bestrijding door den hoer van dor b c h r i e e k en den minister verworpen met 37 tegen 3-, stemmen. Na aanneming der vestingbegrooting zonder stemming wordt de begrooting van oorlog aangenomen met 50 tegen 19 stemmen van de heeren van Houten, 1 ravaglino, Lambrechts, Mutsaers, Harte, Schepel, Nieu wenhuis, Schreinemacher, Viruly, de Ram, van Delden, Haffmans, Ruland Clercx, de Geer, Zijlker, Vermeulen, Vlymen en van Nunen. Daarna wordt de zitting verdaagd tot den 22. Den 22 ving de behandeling der begrooting van Wa- tei staat aan; de3 avonds werd de behandeling voortgezet om den 23 voort te zetten Inkomen der Kroon. De regeering Reeft een wetsontwerp ingediend, waarbij het inkomen der kroon wordt bepaald op hetzelfde cijfer van 600,000, dat in 1849 aan den Koning werd toe gekend. hij het oókdat een jongeling op JT November op de ziekenzaal werd gebrachtterwyl eerst op 3 December Uit Velsen wordt van den 22 gemeld, dat de engelsche booten de European" en de .Seahorse" den 21 de als premie uitgeloofde /5000, om het Noordzeekanaal open te maken, verdiend hebben. Voor één uur des voor middags waren zij te IJmuiden: de vrije doortocht is weer hersteld en dien dag gingen reeds 13 booten door^de Velserbrug. Ook in 1881 behaalde de »Euro- pean' de gouden medalje met het eerst een vrijen door tocht te banen. De voordracht voor onderwijzer te Schagerbrug gem. Zjjpe, is als volgt samengesteld1 J. v. d Hage te Stoppeldijk 2 G. A. v. HemertWijk bij Duurstede en H. van rwuijver, Wieringerwaard. Den 20, des avonds tegen half zes, ontdekten drie van de acht werklieden in een van de oliepakhuizen van de firma F. Alberdingk en Zonen aan de Brouwers gracht bij de Binnen-Oranjestraat te Amsterdam dat doeken boven groote bekkens met patentolie gespreid in vlam stonden. Pogingen om dien brand met zand en water te blusschen mislukten; de werklieden waren geuoodzaakt te vluchten. Een hunner ontbood de brand- weer. Binnen korten tjjd stond het pakhuis in brand en waren 5 brandkranen7 stoomspuiteneen paar hand spuiten en de Jan van der Heijden in werking Vijfen twintig straalpijpen gaven water op de brandende massa, waarvan tien door de in vele gedeelten verhuurde huizen aan de Vinkenstraat lagen. Tusschen 6 en 7 uur was de brand allerhevigsteender huizen was oen vuurzee gelijk. I De ketels stonden later gloeiend. Van het dorde pakhui? viel het bovendeel van den gevel om even half zeven naar beneden. Ie half twaalf stortte de hooge schoorsteen der fabriek in, doch gelukkig in de richting der brandende perceelen, waarvan de achtergevels vernield werden. Des nachts te half twee kou men den brand als bedwongen beschouwen. De brandweer ondervond zeer veel last van de koude; het terrein werd des nachts een waar ijsveld. De brandweer moest don 21 en in den nacht van den 21 op den 22 telkens weer optreden, om de aanwakkerende vlammen te beteugelen. Voor zoover bekend schijnen by dezen brand geene personen letsel te hebben bekomen. Het kantoor, waar de boeken en bescheiden berustten bleef behouden wel waren de papieren door het water doorweekt. De omliggende perceelen bekwamen aanzien lijke waterschade. De gebouwen en mackineriën waren voor 120.000 verzekerd; de schade wordt begroot op 85 pet. De goederen waren voor 125.000 verzekerd. Het personeel der firma blijft tegen hetzelfde loon in dienst, terwijl zij haar kantoor voorloopig gevestigd heeft aan de Keizersgracht No. 99. Eene menigte olie was in de grachten geloopen. De gemeenteraad van Amsterdam heeft den 20 na verwerping met 18 tegen 13 stemmen eener motie van den heer Sassenwaarbij de wensch uisgesproken werddat burg. en weth. zouden terugkeeren tot het vroeger gevolgde stelsel, om in hetzelfde schoollokaal niet meer dan ééne klasse te plaatsenzich rereenigd met het voorstel van burg. en weth., om voort te gaan met het nemen van proeven om in de nieuw te bouwen scholen twee klassen in één lokaal te plaatsen. Den 23 had to Amsterdam in de Hollandsche Manege eene keuring plaats van hengsten, ter uitreiking der rijkssubsidie. De dieren moesten na 1 Augustus en voor 20 December j.l. uit het buitenland zijn ingevoerd. Aan een hengst van den heer A. A. v. d. Berg te Haarlem werd eene premie van 60Ó toegekendde tweede beschikbare premie werd ingehouden. Er waren slechts twee hengsten aangeboden. Bij de in de vorige week gehouden keuringen van de afdeeling .Noordholland" der vereenigin^ Het Aederlandsch Paardenstamboek, ter inschrijving van hengsten en merriën in het Stamboek werden opge nomen 36 merriën en 4 hengsten afgewezen worden 10 merriën en 2 hengsten, verdaagd 4 merriën en 1 hengst. Den 20 vergaderden te Hauwert de leden der liberale kiesvereeniging Sybekarspel-Nibbikswoud, aan- gesloten bij de centrale liberale kiesvereeniging Enkhuizen. Na het afdoen van een paar zaken van ondergeschikt belang werd de heer Eilerts de Haan gekozen tot be- stnurslidin plaats van den heer Huygensaftredend en niet herkiesbaar lid r^n het bestuurde laatste werd afgevaardigde ter centrale vergadering. Eindelijk werd besloten met eene voordracht van den heer mr. C. P. Donker, over Beschermende Rechten" waarin spreker aantoonde, dat het voorster van den-keer ivt-ik' vt -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 2