ARME MEISJES. No. 5, Drie en Negentigste Jaargang. 1891. ZONDAG 11 JANUARI. EERSTE BLAD. Dit nummer bestaat uit 2 bladen Binnenland. Stadsberichten. FEUILLETON. Roman uit het Berlijnsche leven. 1LRMAAIISCHE COURANT Deze Conrant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SOfranco door het geheele rijk 1, De 3 nummers O.OO. «Ar.ia vvi Prijs der gewone Advertentlën. Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMS. COSTER ZOON. Telefoonnummer 23. Te Kolliorn zijn door den slechten oogst de meeste arbeiders dezen winter zonder aardappelen. Zij, die nog door bijverdienste van oudste jongens als anderzints «enigen wintervoorraad konden koopen zijn thans al even arm daar huis aan huis de aardappelen zijn be- voren. De armoede wordt dan ook hoe langer zoo nijpenderbrandstoffen zijn veel duurder en voor velen haast onverkrijgbaar. De paling wordt te Kolhorn thans verkocht tegeB enkele centen het pond. Door de vorst kan ze niet worden verzonden en door het dichtvriezen der karen kan zij ook niet lang worden bewaard. De kerkeraad der ned. herv. gem. te IJrsem verblijdde den 7 de hulpbehoevenden met eene extra bedeeling van levensmiddelen. Het getal inlagen in de rijkspostspaarbank te Heiloo over 1890 was 473, tot een gezamenlijk bedrag van 7146 57. Te Spanbroek, dat niet zoo heel veel water be zit, worden, evenals elders, gedurende vriezend weder bijten gehakt voor het geval van brand. Zoo ook nu. Maar voor eenigen tijd moest men daarmede ophouden, want de sloten en slootjes waren tot den bodem bevroren. Komt er daar dus dezer dagen brand, dan zal meu het stil moeten laten branden. Wij znllen evenwel maar ho pen, schrijft onze berichtgever, dat een dergelijke ramp niet over ons dorp komt. De heer J. Jaspers Jr. te ScHoorldain komt als no. 1 voor op de aanbeveling voor hoofd eener open bare lagere school le klasse te Amsterdam. In den nacht van den 10 op den 11, omstreeks 12 uur, ontstond brand in de boerenplaats van den heer D. Dekker te Sehagen (Tolke). Eer de brandspuiten uit de gemeente op de plaats des onheils aanwezig wa ren, lag alles reeds in de asch Het vee werd gered. Naar wij vernemen, was alles hoewel laag verzekerd. VEILING VAN VASTE GOEDEREN. 9 Jan. Door den Notaris H. J. DE LANGE. "Winkelhuis en Erf, Schapensteeg, A 1376, 63 cent. Str. F. H. Rengers f 2500.- Uit de hand verkocht. Woensdag, den 14, zal van wege het israeli- tisch armbestuur de jaarlijksche openbare col lecte aan de huizen der ingezetenen gehouden worden, die wij gaarne in aller liefdadigheid aanbevelen. DOOR PAUL LINDA U. Uit het Hoogduitse h. 49) Zij sloeg den breeden weg in, die naar het nieuw aan gelegde park voerde. De opzichterdie haar eveneens herkende, opende de traliedeur en liet haar binnengaan. Een gevoel van verlatenheid bekroop haar, toen zij daar zoo alleen den langen weg volgde. Wel vond zij hier schaduwmaar het was en bleef drukkend heet. Eindelijk kwam zij aan een eenvoudig gobonwtje, dat van baksteen was opgetrokken en waarboven een kruis in de felle zon schitterde. Daarachter lag het kerkhof een grootdoor een lagen muur omringdlangwerpig zandveld met goed onderhouden paden in het midden waarlangs jonge boomen waren geplant, die nog niet de minste schaduwgaven. Aan de eene zijde grensde het kerkhof aan een uitgestrekt dennebosch daar vond men schaduw; overal elders kon de zon hare verzengende stralen onge hinderd afzenden op de naakte, zandige vlakte, waar van het nog ongebruikte gedeelte met kortgeel gras en onkruid was bedekt. Het was het kerkhof van het gesticht In lange rijen vreeselijk regelmatig verhief zich de eene heuvel naast den andere alle even groot en even hoog, alle methetzelfde verdorde gras bedekt alleen de laatst gestorvene miste nog de warme grasbe dekking alle voorzien van een gelijksoortig zwart kruis, dat geen naam, maar eeu met witte verf geschilderd nummej; droegbet nummer waaronder de doode in het register van het gesticht was ingeschreven, Wij vestigen de aandacht van belangstellenden op de bij achterstaande advertentie aangekondigde volks voordracht, uitgaande van het alhier gevestigde de partement der Maatschap pij tot nut van het alge meen, op donderdag, 15 Januari, in het lokual Harmonie. Als spreker zal alsdan optreden de heer ds M. van Kleeff, terwijl een viertal heeren eenige nummers qnartetmnziek zullen uitvoeren. In het lokaal Harmonie had den 9 op uit- noodiging van de heeren A.. J. Kaan, Wieringerwaard, J. Breebaart Kz Winkel en T J. Waller, Anna Pau- lowna, eene goed bezochte openbare vergadering plaats ter bespreking van het ingediend wetsontwerp be treffende de vaststelling van het bedrag der grondbe lasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen, iu verband met het wetsontwerp tot herziening der al- gemeene regels ten aanzien der plaatselijke belas tingen. De inleider, de heer T. J. Waller, deelde der ver gadering mede, dat door hem en de beide andere heeren eeu concept-adres was ontworpen aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarin aangedrongen werd op het aanbrengen van eenige h i. noodzakelijke wijzigingen. Bpreker lichtte dit adres, aan de hand van het ontwerp van wet en de memorie van toelichting, uitvoerig toe daarbij eenige voorbeelden aanhalendewelken invloed aanneming van bedoeld wetsontwerp op de financiën van enkele gemeenten zou ten gevolge hebben in den ver deren loop der vergadering daarbij gesteund door den heer J. Breebaart Kz., die met tal van cijfers de kwade gevolgen die onveranderde aanneming, mede z. i., ten gevolge zou hebben, aantoonde. Na eenig debat, waaraan de heeren D. van der Stok, van Nieuwe Niedorp, W P Stoel, mr A. P. de Lange en M. Cohen Stuart, van hier, deel namen, waarbij op enkele bezwaren gewezen werd, werd het volgend adres onveranderd vastgesteld en staande de vergadering door een deel der aanwezigen geteekend. De heer P. P. L. Waldeck, van Loosduinen, gaf der commissie in overwe ging, aan alle burgemeesters in Nederland een afschrift te zenden met verzoek om adhaesie. De vergadering werd bijgewoond door de leden der 2e Kamer: de heeren Land, van Dedem, Boreel en de Meijier; de heer mr. W. van der Kaay was door ongesteldheid verhinderd. Aan de '2e Kamer der Staten-Generaal. Geven met gepasten eerbied te kennen de onderge- teekenden dat zij zich tot U wenden naar aanleiding der bij U door de regeering ingediende wetsontwerpen tot vaststelling van het bedrag der Grondbelasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen en tot her ziening der algemeene regels ten aanzien der plaatselijke belastingen. Wat het eerste wetsontwerp betreft, nemen deonder- geteekenden de vrijheid onder uwe aandacht te brengen, dat de regeering in hare memorie van toelichting, bij dat wetsontwerp gevoegd, erkent, dat bij deze regeling der grondbelasting peraequatie gepaard moet gaan met ver- De akelige regelmatigheid werd slechts afgebroken door de versieringen van eenige weinige graven. Zij waren van verpleegden, wier nabestaanden in de gelegen heid waren geweest de laatste rustplaats van de ongeluk kige doodenmet een steenwaarop de naam was ge grift, of met een kruisje te versieren. Deze weinige uit zonderingen deden de kaalheid en de smakeloosheid der overige nog meer uitkomen. Evenals in de stad, waarin zij geleefd hadden, moesten zij ook hier dicht opeengepakt liggener moest ge woekerd worden met de ruimte eu zoo lagen de dooden dan ook, als in rij en gelid, schouder aan schouder. Grete liet zich neervallen op eene bank, die tegen den muur stond. Het was doodstil om haar heen. De hoog opgeschoten denneboomen stonden als stomme wachters bij den doodenakker geen vogelgeen mugje zelfs liet zich hooren. Nog steeds brandde de zon met onvermin derde kracht en het scheen wel dat aan al wat leven had in de natuur door de drukkende hitte de adem was ontnomen. Grete staarde op het weinig troostrijke beeld vóór zich, op de smalle, met bnreancratische netheid, gelijk vormig opgeworpen heuveltjes en het droevig waas, dat over deze plaats lag uitgespreid, deed haar goed. Was hetgeen zij hier zag werkelijk zoo treurig? Op haar maakte deze doodenakker eer een verzoenenden indruk Dat was in waarheid eene plaats, waar de arme, afgetobde zielen eindelijk vrede gevonden hadden Voor hen, die daaronder lagen, had de dood niet dat wreede, dat verschrikkelijke gehad, waarmede hij een jong bloei end leven onmeedoogend vernietigtverwachtingen en vreugde ruw den kop indrukt, wanhoop en rouw te voor schijn roept; hier was hij de verlosser geweest van de hopeloozen hier had hij barmhartigheid getoond en de onstrijdvaardigen nit het slaggewoel gedragen. Voor allen, die daar onder het zand begraven lagen was de dood een vriend geweest. »Een vriend", sprak Grete bijna luid en terwijl zij dat zeidelag er eene merkwaardige uitdrukking van kalmte op haar gelaat. Het scheen haar toe, dat er plot- laging en dat zij niettegenstaande die verklaring inhou dende dat die verlaging gebiedend gevorderd wordt door de omstandigheden, waarin het grondbezit verkeert, eene bewering die wij ten volle beamen, eindigt met voor te stellen de Grondbelasting op het gebouwd met f 748 000 en die op het ongebouwd met f 400.000 te ver- hoogen, zonder in het minst aan te toonen dat door den grond evenredig te weinig wordt betaald. In deze hebben de ondergeteekeaden te vergeefs ge tracht, het logische verband te ontdekken en het heeft hun te meer bevreemd, die verhoogiug door de Regeering te zien voorstellen, nadat de door haar ingestelde land- bouw-commissie in haar uitgebracht rapport, gevoegd bij de door haar ingestelde enquêtedeze woorden heeft geplaatst»Zonder vermindering van lasten in het al- vgemeen en zonder afschaffing in het bijzonder van die sheffingen, die de voortbrenging belemmeren en het ver- »dwijnen van den eigengeërtden boerenstand in de hand »werken, is aan geene wezenlijke verbetering te denken." Tot die heffingen bebooren zeer zeker in de eerste plaats de mutatierechten en het wordt dan ook door ondergeteekenden ten zeerste betreurd, dat door de regeering niet tegelijk met dit wetsontwerp een voorstel is ingediend, om, zoo al geheele afschaffing der mntatie- rechten voor dit oogenblik onmogelijk is die rechten aanzienlijk te verlagen. Wat het tweede wetsontwerp betreft, nemen de onder geteekenden de vrijheid, U te wjjzen op de verscnillende werking die dit wetsontwerp, zoo het onveranderd in de Staatscourant verschijntzou uitoefenen in de ver schillende deelen des lands. Daar waar de kosten van wegen eu vaarten ten laste zijn der gemeenten, zouden de grondeigenaren aanzienlijk worden bezwaard, zoowel, en hierop wordt bijzonder gewezen de inwonende als de uitwonende; terwijl daar waar de wegen en vaarten ziju daargesteld en onderhouden worden door water schappen of andere corporatiön, de uitwonende eigenaren of geheel of gedeeltelijk zouden worden vrijgesteld van de betaling der opcenten op de grondbelasting. Wel zonden ook daar de inwonende eigenaren van die be taling ontheven zijn, maar door het verlies dat in die gemeenten in hare inkomsten zou geleden worden, zouden die inwonende eigenaren zooveel zwaarder in de eigen directe belastingen, door die gemeenten te heffen, worden getroffen. Ondergeteekenden zijn dan ook overtuigd dat dan waar getracht worden moet de gemeentefinanciën to versterkendit niet gezocht moet worden in het ver zwaren der opcenten op de Grondbelasting, daar hierdoor de kleine grondbezitter-gebrniker de man, die het juist iu deze dagen zoo hard te verantwoorden heeft, zwaar zal worden gedrukt, tenzij de percentage, door het Rijk op de grondbelasting te heffen lager worde gesteld. Ondergeteekenden wijzen hierbij tevens op denzwaren last, die op den Landbouw is gelegd bij de laatste rege ling der Grondbelasting op de gebouwde eigendommen, door ook de landbouwschuren aan te slaan en dien aan slag zoo hoog op te voeren dat het niet meer tot de groote zeldzaamheden kan gerekend worden, den aanslag van de huurwaarde van het gebouwd hooger te zien dan de pacht van gebouwen met het daarbij behoorend land bedraagt. soling een lichtstraal was gevallen in den stikdonkeren nacht, dat zij bij het felle schijnsel iets ontdekt had, dat aan hare doffe troosteloosheid oen einde zou maken Wel had zij het niet volkomen goed herkend. Zij peinsde er over. Wat was het toch, dat zich daar zoo bliksemsnel bad vertoond Zij fronste het voorhoofd en keek onaf gebroken voor zich uit, alsof zij het zoeken wilde. Wat was het Zij peinsde en zon, maar kon er zich nog geene heldere voorstelling van maken. Toch bleef zij er naar zoeken hare gedachten tastten als in een nevel rond en haar ge heel e leven ging aan haar geestesoog voorbij, van het eerste uurwaarvan zij eene vluchtige herinnering bewaard had tot op dit oogenblik. Hoe heette toch dat kleine meisje waarmede zij zoo menigmaal gespeeld had voor de Rosenthaler poorttoen het plein daar nog niet be bouwd was O ja, Marietje Bekker Grete kon toen zoo ongeveer drie of vier jaar oud geweest zijn. Nooit had zij meer aan die speelgenoot harer jeugd gedacht. Thans zag zij het kleine kind met haar appelrond hoofdje duidelijk voor zich en zij hoorde hare stem, zooals zij die bij het krijgertje spelen op den Holzplatz zoo menig maal gehoord had »Gij krijgt mij toch nietEens was zij daarbij gevallen en kreeg, tehuis komende, bovendien nog slaag, omdat zij haar kleedje bemorst had. Klappen en nog eens klappen dat was eigenlijk het eenige, wat zij zich uit hare kindsheid nog duidelijk her innerde. Toch was zij geen ondeugend kind geweest. Maar hare moeder was zoo driftig. En haar vader Bevend van angst kroop zij des avonds in haar bedje, wanneer haar vader tehuis kwamwant zjj wist reeds iu hare jonge jaren hoe zij gewekt zou worden. Midden in den nacht werd zij dan uit haar diepen slaap opge schrikt door vloeken en tieren en schelden en hoe zij het dek ook over haar hoofdje.trokhue zy zich ook verstopte, haar vader wist haar wel te vinden Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 1