)1J
ff
nd,
tar
ns:
ijs,
iige
en,
en
's.
61.
No. 8*
Drie en Negentigste Jaargang.
1891.
ZONDAG
18 JANUARI.
TWEEDE BLAD.
Amsterdamsche Brieven.
Binnenland.
aar.
V
5
ill.
uir
I
L.
ibij
1891
i Raad-
baar
>ting
a Hout
Broek
'ymond- f
Groet
'Jmmen,
t. Pan-
trldam
'uid- en
naam
schappij
vormt
ke nim-
grenzen
»'t. Al-
lodigd
oen of
deter
n t en:
AGEN,
WISE, 2
ef; W.
!VEN,
ioedijk
Oud-
Scber-
War-
UWEK,
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Saterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het
geheele rijk 1,—
De 3 nummers 0,0t>,
Prijs der gewone Advertentiën:
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer 33.
OËVONDRN VOORWERPEN,
in de maand December 1890
een bont boezelaareen handmofeen blauwe want
een zwarte dames handschoen een paar kindermofjes
een gouden ring; een houten rozenkrans; een gouden
medaillon; een paar bruine kinderwantjes; een wit beenen
mesjeeen gedragen linnen hemdeene portemonnaie,
inhoudende 5 ets.; eene portemonnaie, inhoudende 2 gul
den een zijden heeren halsdoekeen oude nijptang
een wandelstok drié kinderwantjes een zwarte want
een oude zweepeen bont jakje eene ledige portemon
naie twee verschillende schaatsen oen heeren halsdoek
een zwartbonte dameskraageen stalen beugel van
eene portemonnaie; een paar schaatsen oen dop van
een wagenaseen gouden oorhanger met zwart steentje
een idemeen onderstuk van een gouden oorhanger
een gouden oorknopje met rood steentje een idem met
wit steentje; een zilveren lepeltje; 4 sleutels; een
ringetje met 2 sleuteltjes.
Alsmede de navolgende voorwerpen, in het jaar 1890
door het personeel der Gemeente Reiniging gevonden
8 zilveren theelepetjes2 zilveren vorken een zilveren
lepel, en een gouden ring.
De commissaris van politie,
F. G. C J. FUNDTER.
(S LOT.)
Nu wij eenmaal het Iieger des Hells op het tapijt
hebben gebrachtzullen wij van dit onderwerp nog niet
dadelijk afstappen. Aanvankelijk in ons land met weerzin
begroet heeft de Salvation Army zich langzamerhand
een breede rij van vrienden en voorstanders verworven
niet alleen onder de laagste rangen van het volkmaar
ook bij ontwikkelde personen, die zich de moeite hebben
gegeveneenigszins dieper door te dringen dan tot de
zonderlinge vormen waarin het Leger gewoon is zich
te vertoonen. Vooral sinds de Salvationisten met William
Booth aan het hoofd zich meer dan vroeger met do
maatschappelijke toestanden zijn bezig gaan houden, zijn
zij in veler oogen aanzienlijk gestegen. Bovendien als
men zich van vooroordeelen slechts vermag los te maken,
is er dan niet veel aan te voeren voor de wijze van
optreden van het Leger Waar zijn de resultaten van
al dib vereenigingen, die meer de deftigheid betrachten
bij hare bestrijding van drankmisbruikprostitutie en
hoe onze andere schrijnendste sociale wonden mogen
heeten Wat hebben al die matigheidsgenootschappen
verricht voor den arbeider, die door zijn drankmisbruik
zijn gezin ten gronde voert en is het Evangelie onzer
predikanten in de ergste krotten onzer achterbuurten
ook ontvangen als een blijde boodschap Ontzettende
sommen worden nog heden ten dage aan den drankduivel
geofferd de zedeloosheid neemt hand over hand toe en
in onze goede amsterdamsche veste krioelt het tegen
woordig van ellendige prostituées. Wie daarin verbe
tering vermag te brengen hij prijke dan met witte das
of wel met de kleeding eens krijgsmanskan vrij de
eind-uitspraak zijner medemenschen afwachten. Dat weet
het Leger ook wel en daarom gaat het voort met de
toepassing zijner .geruchtmakende middelen." Do stati
stiek levert het warmste pleidooi daarvoor, want in alle
achterbuurten waar de Salvation-vlag geheschen wordt,
constateeren de politie-agenten een sterke afname van
overtredingen dor drankwet en klagen de bordeelhouders
over de vermindering van het aantal hunner klanten.
De gemeenste kroegen zien, al spoedig na de werkzaam
heid van de afgezanten des Legers, hare bezoekers lang
zamerhand wegblijven en vol woede over de bedreiging
hunner broodwinning laten zij geen gelegenheid voorbij
gaan om don soldaten het leven lastig te maken. In
alle oorden der wereld zijn Salvation-toevluchtsoorden
opgericht, waar gevallen vrouwen een veilige schuilplaats
vinden en waar haar zondig leven in zulke schelle kleu
ren wordt afgeteekend, dat menigeen daarmee voor goed
gebroken heeft. Evenals de kazerne op het Rapenburg
's nachts open staat voor de arme proletariërs die zelfs
geen onderkomen hebbenzijn in alle deelen der wereld
lokalen geopendwaar het diepst gezonken deel onzer
maatschappij des nachts wordt opgenomen en waar ook
weder het zaad wordt uitgestrooiddat in menig hart
het voornemen tot een boter leven doet ontkiemen. In
Londen vindt men op het oogenblik ook al drie Heils-
gaarkeukenswaar dagelijks duizenden porties warm
voedsel worden uitgedeeld en ook hier ter stede krijgen
de nachtelijke zwervelingen, voordat zij den volgenden
morgen in het gewoel der groote stad hun ellendig be
staan gaan voortslepen, brood en warme koffie. Uitdruk
kelijk zegt een der bepalingen van de krijgswet; »Wij
geven de voorkeur aan de verwaarloosden, deze zijn het,
tot wie wij ons wenden naar hun smaak trachten wij
onze uitneodigingen en al onze bemoeiingen in te richten,
hen wenschen wij tot ons te trekken" en het moet
erkend worden dat dienovereenkomstig wordt gehan
deld. Vraagt het slechts den gevangenendie na vele
maanden of jaren van kerkerstraf weder terugkeeren in
de maatschappijwaartegen zij zoo zwaar gezondigd
hebbenmet de heiligste voornemens bezield om niet-*"
weder den voet op het glibberige pad te zetten, waarop
zij vroeger uitgegleden zijn aanvaarden zij hunne vrij
heid maar ach hun vroeger loven wordt hun ook
thans nog toegerekend, iedereen vreest den ontslagen
tuchthuisboef en in hun wanhoop zouden zij weder naar
hun kerker terug gaan verlangen als daar niet de
bemoedigende stem van een Heilssoldaat hem tegenklonk,
als hem daar niet werd toegefluisterd dat de Salvation
Army de'belangen van hem eu zijnsjgolijken wiljbehar-
tigen. Eerbied moet men ook hebben voor de volharding,
waarmee de manschappen van het Leger hun lovensdoel
nastreven. Bijna geen maand gaat er voorbijdat de
een of andere soldaat "zijn bokeeringsijver niet bekoopen
moet met schimpwoorden en stokslagen af en toe zijn
de mishandelingen van dien aard dat zij den dood ten
gevolge hebben; maar daarom versagen de'"anderon niet
en gaan zij onverschrokken verder op don wegdoor
hen*'als 'den "eenig!ware beschouwd. In de "befaamdste
buurten van Londen, zoo schrijft de bekende oud-hoofd
redacteur van The Pall Mall Gazettede heer W. T.
Stead dwalen de Halleluja-meisjes rond en al worden
zij soms ook geslagen en gescholden daarvoor vinden
zij ruimschoots schadevergoeding als hot haar van tijd
tot tijd gelukt, een gevallen vrouw voor verdere zonden
te bewaren. In alle streken dor wereld schijnen personen
te zijn voor wie het|.Leger de incarnatie is van een
diepgevoelde behoefte want daaraan moet hot zeker
toegeschreven worden, dat zijn leer het eenige engelsche
godsdienstige"!stelsel isf, dat ooit invloed heeft geoefend
op de ondeugden en de onverschilligheid van niet-engelsch
sprekende Europeanen. Zoo kon het dan ook wel niet
anders, of velen moesten hoe langer hoe meer terugkomen
van hunne vooringenomenheid tegen de Salvation Army.
Koningin Victoria is een der eerste vorstelijke personen
geweestdie het Leger op den waren prijs heeft weten
te schatten en ieder jaar wordt de krijgskas door haar
met een vorstelijke gift verblijd. Maar ook de aanzien
lijkste geestelijken in Engeland hebben leeren inzien, dat
de aanhangers van William Booth geenszins hunne vijan
den zijn maar veeleer trouwe bondgenooten. In Neder
land hebben zich insgelijks verscheidene personen uit
hoogere kringen bij het Leger aangesloten en de officieren
daarvan zijn voor het meerendeel mannen van ontwikke
ling die iets zeer gemakkelijks in den omgang hebben.
Ik zelf heb dat ondervonden bij een bezoek aan de
kazerne op het Rapenburg, waar men mij met de meeste
voorkomendheid ontving en rondleidde. Wat mij daar
ook bijzonder trof, was de beschaafde wijze, waarop
zelfs de geringste soldaten de gevraagde inlichtingen
verschaften het kostte mij moeite om mij voor te stel
len dat deze eenmaal behoorden tot een klasse van
menschenwaarvan de ruwheidhelaasmaar al te
vaak het karakteristieke kenmerk is. Eigenaardig was
ook de geestdriftwaarmee over den generaal en de
andere hoofd-officieren van het Leger werd gesproken
overal waren hunne portretten opgehangen en aan toe
passelijke onderschriften ontbrak bet daarbij niet. Ook
bij hot drukken van de Oorlogskreethet orgaan van
het Leger, werd ik uitgenoodigdeen kijkje te nemen,
bij welke gelegenheid ik vernam dat deze courant
tegenwoordig een oplage van 17.500 exemplaren heeft.
Van het Heilsleger over te gaan tot de muzikale op
voeringen in de hoofdstad isgelijk men weetniet
zulk een verbazende sprong. Over het algemeen heeft
hier in de afgeloopen week op muzikaal gel>ied een
ongekende stilte geheerscht. In het Concertgebouw heeft
mevrouw Carreno opnieuw lauweren ingeoogst met haar
verdienstelijk pianospel waarbij zij echter meer blijk
gaf van groote vingervlugheid dan wel van diep gevoel.
Overigens schijnen de concert-ondernemers het niet te
durven opnemen tegen de .rozigheid", dat nawee van
het schaatsenrijden overdag. Trouwensmen moet al
bijzonder met muziek dwepen om, na eeu middag zwie-
rens op een gladde ijsvlakte's avonds nog moed te
hebben om bij de warme kachel vandaan te gaan en
bovendien nog laat thuis te komen. De tooneellief hebbers
vergasten zich aan de voorstellingen van August Juu-
kerman den artistdie zijn goeden naam te danken
heeft aan zijne onnavolgbare creaties van de Reuter-typen.
Tot mijn spijt gedoogt de ruimte niet om ook nog stil
te staan bij de interessante voordracht van den heer
Theodore Westmark over zijn verblijf bij de Kannibalen
aan den Boven-Congo. Andermaal werd daarin het goed
recht van de Nederlandsche Regeering betoogd om de
acte der Brusselsche Anti-Slavernij-Oonferentie niet met
hare haudteekening te bekrachtigen en ook de heer
Westmark betreurde het zeer dat de pressie der groote
mogendheden er toe geleid heeftdat voortaan in het
gebied van den Congo-Staat, ondanks het stellige ver
bod van de Berlijnsche Congo-Conferestie invoerrechten
zullen geheven wordenwaardoor den Nederlandschon
handel de nekslag is toegebracht. Onder den dokmanlel
der humaniteit zal in het vervolg de schraal voorziene
schatkist van den Etat worden gestijfd en de vreemde
handel hoe langer hoe meer verdrongen worden. Arm
Nederlandwaarop telkens weer het recht van den
sterkste wordt toegepast.
In de Staatscourant van den 11/12 is opgenomen
het verslag omtrent den afloop van de lichting der
nationale militie van 1890. Het bedrag dier lichting
was vastgesteld op 11.000 man waarvan 600 voor den
dienst ter zee. Het aantal ingeschrevenenwaarnaar
het aantal van iedere provincie in de lichting werd be
paald, bedroeg 38.656 tegen 37.437 in 1889.
Het cijfer der lichting stond tot dat der ingeschre
venen als 1 3,51.
Bij de militie te land en bij de zeemilitie zijn 10.975
man ingelijfder ontbraken dus 25 tegen 42 in 1889
waarvan 18 ten gevolge vanfgebrek aan tot den dienst
aangewezen lotelingen in 17, meestal kleine, gemeenten,
en 7 om andere redenen.
Voor den dienst bij de zeemilitie boden zich 2056
lotelingen aan.
Het aantal ingelijfde plaatsvervangers bleef beneden
dat van de lichting van 18891347 mandus bijna
een achtste deel van het aantal afgeleverde manschappen,
zijn als zoodanig opgetreden, tegen 1489 in 1889.
Als nummervorwisselaar werden 698 man ingelijfd
een getal grooter dan in de beide voorgaande en kleiner
dan in elk der jaren 1886 en 1887. In 18861889
bedroeg het aantal afgeleverde nummerverwisselaars
onderscheidenlijk 702, 791, 653 en 650.
Er werden dus samen 2045 plaatsvervangers en num
merverwisselaars ingelijfd alzoo ruim '/6 deel van het
geheele bedrag der lichting.
Het aantal verleende vrijstellingen wegens gemis van
de gevorderde lengte bleef iets beneden dat van de
lichting van 1889; het was 879 tegen 907 in 1889.
Wegens ziekelijke gesteldheid en gebreken" werd een
zevental militiepliebtigeu minder afgekeurd dan voor die
van 1889. Om die reden werden 2916 man vrijgesteld,
tegen 2923 in 1889.
Het aantal vrijgestelden als eenige wettige zoon was
grooter dan voor de lichting van 1889. In 1890 werden
om die reden 4757 man vrijgesteld, tegen 4678 in 1889.
Evenals in vorige jaren kan men ook nu veilig aan
nemen dat onder de hierbedoelde vrijgestelden niet
weinigen warendie tevens om andere reden recht op
vrijstelling hadden kunnen doen gelden.
Ook het aantal vrijstellingen wegens militairen dienst,
wegens broederdienst bf op grond van art. 52 der wet
was grooter. Het bedroeg 11.281, tegen 11.002 in 1889.
Het algemeen bedrag der om verschillende redenen
vrijgestelde militieplichtigen van de lichting van 1890
met bijvoeging der uitgeslotenen en der tuschentijds
overledenen was aanzienlijk hooger dan in 1889. Het
steeg tot 19.909, tegen 19.571 in 1889. In 18861888
bedroeg het onderscheidenlijk 20.573, 20.286 en 19 902.
Aan 65 militieplichtigen der lichting van 1890 is
op grond van de eerste zinsnede van art. 127 der wet
ontheffing van den werkelijken dienst als geestelijke of
bedienaar van den godsdienst bij de kerkgenootschappen
of als student in de godgeleerdheid verleend. Krachtens
de tweede zinsnede van dat wetsartikel is aan zes mili
tieplichtigen ontheffing toegekend. Het gezamenlijk aan
tal der in 1890 verleende ontheffingen bedroeg alzoo 71.
Dienstneming bij de Koloniale Reserve.
Sedert eenige weken bestaat bij de te Z u t p h e n
opgerichte reconvalescenten-compagnie van de koloniale
reserve gelegenheid tot plaatsing voor ongehuwde
t ij d e 1 ij k gegageerde militairen dat wil zeggen
soldaten korporaals en onderofficieren van het indische
legerdie wegens tijdelijke ongeschiktheid voor den
actie ven militairen dienst tijdelijk gegageerd werden
en in het bezit eener blauwe gagementsakte zijn.
Daar vinden zij den zekersten waarborg om weder te
genezenomdat zij genieten nauwgezette dagelijkscbe
geneeskundige behandeling akmede goede voeding
geheel van 's Rijkswege, en verdere verpleging.
Om daarbij opgenomen te worden heeft de tijdelijk
gegageerde militair zich onder overlegging van de blauwe
gagementsakteoen bewijs van goed gedrag en eene
bevolkingkaart deze twee laatste stukken af te geven
door den burgemeester zijner woonplaats te wenden
tot den Commandant der koloniale resorve te Z u t-
phen, kazerne »het Huis Waliën."
Blijkt uit het geneeskundig onderzoek dat het voor
uitzicht bestaat, dat hij binnen twee jaar weder voor
don actioven militairen dienst geschikt wordedan
wordt hij opgenomen en verbindt hij zich om den Staat
der Nederlanden na de herkregen geschiktheid voor
vier jaren als militair te dienen zoowel in- als bui
ten Europa.
Wordt hij afgekeurd, dan ontvangt hij'vergoeding
voor reiskosten zoowel voor de reis heen als terug.
Na de herkregen geschiktheid gaan Nederlanders voor-
loopig naar de valide compagnieën der koloniale reserve
te Nijmegen, terwijl niet-Nederlanders naar het Kolo
niaal Werfdepót te Harderwijk en verder naar Indië
vertrekken.
Aan premie (handgeld) wordt uitbetaald f 200
waarvanf 20 dadelijk bij opnemingf 30 bij go-
schiktheid voor den actieven militairen dienstdan bjj
overgang naar Nijmegen of Harderwijk, terwijl de over
blijvende f 150 ten name van den belanghebbende in
's Rijkspostspaarbank wordt ingelegd en derhalve ook
bij eventueel overlijden met de daarop gevallen rente
aan de erfgenamen wordt uitbetaald.
Verlaat dus de man eervol den dienst, dan heeft hij
dadelijk eene vrij aanzienlijke som te zjjner beschikking.
Ook zijn nog eenige plaatsen beschikbaar bij het vaste