m HÊBlJK ARME MEISJES. No. 13* Brie en IWegentigste Jaargang» 1891. YB IJ DAG 30 JANUARI. TWEEDE BLAD. PARIJSCHE BRIEVEN. FEUILLETON. voor ten verkoop bestemde MATEN en GEWICHTEN op 34 en 5 Februari, van des voormiddags 9 tot des namiddags 3° uur. Lxxvr. Roman nit hel Berlijnsche leven. li E COM ANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar »,80; franco door het geheele rijk ƒ1, De 3 nummers D OCi Prijs der gewone Ad vertent ïën: Ier regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franoo aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. AR ia'vIS Telefoonnummer 83. mtmaMattCBtmaexaÊm "Xtatngguwcfjry.- areari- t De kleine kraampjes op de groote Boulevards zijn weder verdwenende »camelots" zijn weder verplicht naar gastvrijer oorden te trekken willen zij niet aan houdend door de politieagenten vervolgd worden. Vóór wij echter voor goed en voor een vol jaar van al die kleiue geschenken afscheid nemen, willen wij nog een oogenblik bij de poppen en ander speelgoed stilstaan. Poppen en fraaivooral vernuftig speelgoed toch zijn echt parijsche artikelen en dikwijls was ik in de gele genheid een bezoek te brengen aan de groote en kleine fabrieken van Marais, Temple, Belleville, Ménilmontaut, en maakte dan kennis zoowel met de groote werkplaatsen waar honderden mannen en vrouwen den kost verdienen, als met den »ouvrier en chambre", dat is den kleinen werkmandie, geholpen door vrouw en kinderen, met moeite der concurrentie het hoofd biedtdikwijls op de zesdezelfs zevende verdieping huistmaar toch een trotsch gevoel van eigenwaarde bezit, omdat hij zijn eigen baas is. In het verdienen van zijn brood ontmoet de parijsche werkman eeno groote hulp van den kant zijner vrouw, die, hulp is echter slechts dan van groot nut, wanneer de man voor zijne eigene rekening werkt waardoor de arbeid der vrouw tot volle recht komt, en werkelijk naar waarde beloond wordt. Daar waar d vrouw verplicht isevenals de man buitenshuis in de groote fabrieken te arbeiden is haar' werk te slecht betaalden kan de weinige verdienste dikwijls niet opwegen tegen het gemis van familieloven en huiselijk verkeer. Bovendien verlaten.de mannen zich dikwijls op de verdienste der vrouw en hoewel het waarschijnlijk eene uitzoudering mag heeten zoo heb ik hier toch wel het geval ontmoet, dat de man maanden lang tevergeefs eene betrekking zocht, en de vrouw arbeidde van 6 uur 's morgens tot laat in den avond om 3 franken per dag te verdienen. Keeren wij weder tot ons onderwerp terug dan zien wij dat reeds van oudsher Parijs uitmuntte in het ver vaardigen van fraai speelgoed en vooral van poppen. Heden ten dage rekent men de opbrengst dezer tak van nijvorheid op 30 millioen franken en het aantal parij sche werkers en werksters op tien duizend. Slaan wij den blik achterwaarts, en doorloopen wij de oude archie ven dan bewijzen deze ons, dat de poppen in vorige eeuwen al eene bijzonder groote rol speelden. In de 57) PAUL LINDA U. Uit hot Hoogduitseh. (Slot.) Eenige oogenblikken later verschenen de geostelijke, de directeur van het gestichtdr. Mödling en nog eenige andere doktoren. Aan de zelfmoordenares werd hier eene eerlijke begrafenis niet geweigerd. l)e geestelijke trad op de baar toe en deed een kort gebed in den geest van de grootmoedige woorden van den Verlosser op Golgotha: «Haar zal vergeven worden, want zij wist niet wat ze deed." Zes mannen tilden de baar op en droegen het stoffe lijk overschot van het arme meisje naar het nauwelijks honderd schreden van daar verwijderde graf. De kleine stoet volgde. Er woei een vinnige, droge wind, die zware stofwolken deed opstuiven en het den dragers zeer lastig maakte. Met voorovergebogen bovenlichaamgebogen hoofd en ge sloten oogen volgden de weinige familieleden en vrienden Treurig en somber als de taak, die zij gingen verrichten, was ook de natuurde hemel was als afgesloten door aschgrauw linnen, de zwarte pijnboomen, die boven den kerkhofmuur uitstaken knikten en bogen zwaarmoedig en op de zandige vlakte dwarrelden de stofwolken wild dooreen. De geestelijke, wiens toga in den wind heen en weder fladderdesprak het Onze Vader. De kist werd in de groeve neergelaten; daarna een gebed, eenige handenvol droge aardedoor de omstanders op de kist gestrooid 14e eeuw onder de regeoring van Karei VI, werd de eigen stikker of borduurder des konings belast met het maken der poppenkleeren, welke poppen door het fransche bof aan de jonge koningin van Engeland werden ten geschenke gegeven. Later, in de zestiende eeuw, en ver volgens onder de regeering van Lodewijk XIV steeg de poppenindustrie tot eene ongekende weelde de kar dinaal de La Valette bood aan de hertogin de Longueville eene pop aan. welke niet minder dan 2 duizend dueaten kostte en de koning zelf liet voor zijn zoonden dauphin een geheel leger maken van twintig escadrons cavalerie en tien bataillons infanterie, en welk speeltuig op dertig duizend franken te staan kwam. Knappe han delaars zooals er ten allen tijde waren lieten uit den vreemde de parijsche poppen overkomen en vertoonden deze aan hunne klantenals gekleed naar de laatste modezulke poppeu gingen naar ItaliëEngeland Duitschland en ook naar Holland, waaraan waarschijn lijk de spotnaam van «modepop" zijn ontstaan te danken heeftwaarmede zoowel mannon als vrouwen worden aangeduid die zich steeds opzichtig kappen en kloeden. De hedeudaagsche parijsche pop is het getrouwe beeld der parijsche, vrouw, de kleereu, het kapsel, de versier selen, de manieren zelfs, alles is echt elegant en parijsch. De pop heeftbehalve den fabrikantdie haar zelve scheptbovendien nog hare eigene naaistersmodistes en kappersen deze allen besteden evenveel zorgen hebben evenveel smaak voor die kleine wereld, als hunne collega's voor de groote dames aan den dag leggen. Van de poppen springen wij over op bet eeuwige onderwerp dezer laatste maanden, namelijk op de strenge koude. Gisteren heeft de Tweede Kamer, op voorstel van minister Ooustans, en met algemeene stemmen, aan de regeering een crediet geopend van twee millioen franken om eenigszius den nood te lenigen van zoovele behoeftige familiën in de groote steden. Dit eerste crediet zal weldra gevolgd worden door een tweede, bestemd voor de armen in de provincie. De Seine ligt dicht gevroren tot groot vermaak van duizenden Parijzeuaars, die zich jongstleden Zondag te goed deden aan eene wandeling op de Seine waartoe deze vrij snel stroo- mende rivier zeer zelden gelegenheid biedt. lederen dag nog hooren wij van eenige personen die plotseling op straat door de koude bevangen worden en dood blijven, vandaar dat op alle groote kruispunten van straten en boulevards groote vuren zijn aangebrachtwelke den geheelen nacht doorbranden on in een kring van vijf tot zes ellen eene verkwikkende warmte verspreiden. Op het Champs de Mars is bot Paleis van Kunstnijver heid in een reusachtig nachtverblijf voor de behoeftigen veranderd. Vijftien honderd stroozakken met kussens en dekens evenals de soldaten hebben wanneer zij «cam pagne" makenliggen gereed om den ongelukkigen eene goede nachtrust te verschaffen groote vuurhaarden ver spreiden eene verkwikkende warmtevan afstand tot afstand ongeveer iedere 10 el, staat een petroleumlamp op een ijzeren tafeltje een tafeltje zooals men dat in de koffiehuizen aantreft. Hierbij echter heeft men het niet gelaten vier groote kookketels bevatten eene goede soep, welke s morgens en 's avonds wordt rondgedeeld. Ook voor de vrouwen is gezorgd de linker galerij is voor dat doel ingerichten is geheel afgescheiden van de slaapplaats der mannen. Die der vrouwen bevat een honderdtal bedden en staat onder toezicht eener direc trice 5 bovendien is dit paleis groot genoeg om in geval van te grooten aandrang dor ongelukkigen nog eene menigte bedden en keukens meer in te richten. Ook op verscheidene andere plaatsen van'Parijs zijn zulke «asiles of toevluchtsoorden ingerichthet «heils leger heeft er ook drie ter beschikking gesteld en maakt daardoor weer veel goed bij de Parijzenaars die stellig geen kwaad_ wilden aan de «salntisten", doch met hunne vreemdsoortige wijze'van optreden"'gedacht den spot dreven. Voltaire schreef reeds«Engeland bezit veertig godsdiensten en slechts ééne enkele saus", een lewijs dus dat Voltaire niet gesteld was op de engel- sche_ keuken. Doch sedert Voltaire is het Vereenigde Koningrijk nog verrijkt met 211 zoogenaamde nieuwe godsdiensten, zonder het heilsleger mede te rekenen. Van tjjd tot tijd worden wij hier bezocht door een dier vele bijbelgenootschappen en uit nieuwsgierigheid gaan wij dan eens een kijkje nemen. Nu echter de salutisten zich zoo bijzonder medelijdend betoenen denkt men er met meer aan hen uit te lachen althans niet voor het oogenblik en een menschlisvend parijsch eigenaar beeft hun voor verscheidene weken gratis een groot gebonw afgestaan tusschen N illette en Belleville, waar een kleiue tweeduizend menscben den nacht kunnen doorbrengen. Ondanks de strenge konde heeft de rnssiscbe officier inter tocb zijne reis te voet van Rusland naar Parijs volbracht. Op 11 December te voet van de russische grens vertrokken, doorliep hij geheel Duitschland van af- Gleiwitz in Silesië over Dresden naar Wurtzburg in lianen. Op dien doortocht had bij veel te lijden van de koude en den ijzel. welke hem het loopen zeer moeilijk maakten maar toch bereikte hij na eene maand wan delen de fransche grens en liep toen van 12 Januari tot jongstleden zondag, dus in zes dagen, naar Parus, waar bij tegen half twaalf in den morgen aankwam. Overal op zijn tocht door Frankrijk ontving bij van den kant der fransche bevolking de warmste bewijzen van sympathie, do reden daarvan valt moeilijk aan te wijzen de Franschen zijn nu eenmaal tegenwoordig buitengewoon groote vrienden met de Russen. De officier der kozakken heeft intusschen geen plan om de terugreis ook te voet af te leggen doch zal op zijn weg naar Londendoor het zuiden van Frankrijk, langs de Middellandsche zee enz. van stoombootspoortrein en andere negentiende eeuwsche vervoermiddelen gebruik maken. Parijs 21 Januari 1891. J. M. T. zuchten en snikken van de vrouwen, vochtige oogen van de mannen toen was alles afgeloopen. De doodgraver en zijn helper staken hunne schoppen in den drogen aardhoop naast de groeve en haastten zich om deze gevuld te krijgenwant het weder was onaangenaam en zij hadden veel te lijden van hot stof. De overigen waren langzaam teruggekeerd. Aan hat ijzeren hek drukte Bruno Franzi nogmaals de hand en groette de overigen. Adolph Wörler trad echter op hem toe. «Hebt gij haar begrepen?" vroeg hij Bruno drukte hem zwijgend de aangeboden hand. «Ik dank u", sprak Wörler met tranen in de oogen en verwijderde zich. Nogmaals grootte Bruno en ging toen met snelle schre den met den directeur naar den uitgang van het gesticht Vóór het hoofdgebouw nam hij afscheid en steeg in het rijtuigdat op hem gewacht had. Eenige minuten na negen nur was hij weder in het hótel terug. Juffrouw Lessen, die door Franzi onder den arm was genomen, had dr. Mödling aangesproken. «Kan ik mijn man niet eens spreken?" vroeg zijluid snikkend en zuchtend. «Indien gij het bepaald verlangt zeker. Maar ik zou het u niet aanraden. Wij zijn volstrekt niet over hem tevreden. Het zou hem nog maar meer opwinden." «Hebt gij het hem dan gezegd?" vroeg zijterwijl zij mot eene beweging van het hoofd op do groeve duidde, die men zoo even verlaten had. «Het zou bepaald overbodig geweest zijn", gaf de arts ten antwoord. «Lessen zou het niet begrijpen." Juffrouw Lessen bleef eenige oogenblikken zwijgen. Daarna vroeg zij, nog steeds snikkende En wat moet er met de latafel gebeuren Mijnheer Wörler zal haar meenemen en aan u doen toekomen." Franzi begeleidde hare moeder naar de Ackerstiasze en zei haar voor de deur vaarwel. Daarna begaf zij zich naar hare eigene woning. Wörler had nog het een en ander in het gesticht in orde te maken en zich daarom bij den directeur van de bank laten verontschuldigen, dat'hij eerst tegen den middag op bet kantoor kon komen. Als een stipt be ambte was hij tijdig ter plaatse. Mevrouw von Sellnitz en Bruno vertrokken met den avondtrein naar Mahldorff. De laatste was nog zeer onder den indruk van hetgeen hij bjjgewoond en begrepen had. In den loop van den namiddag was ook de zandheuvel op Grete s graf volgens het reglement opgeworpen, even breed en even lang als al de andere. Wel lagen er nog de drie fraaie bloemkranzen, maar bloemen en bloesems hadden reeds^ veel van den wind en het stof geleden en binnen weinige dagen zonden ook deze teekenen van waren en geveinsden rouw over het arme meisje voor altijd verdwenen zijn. Dan onderscheidde zich haar graf, zooals Grete het ook gowenscht had door niets meer van de overige. Geen naam wijst aan, waar de armo Grete rust, geen woord van liefde geen troostvolle spreuk verzoent den bezoeker met haar lot. Slechts een eenvoudig wit nommer op een zwart plankje nommer 841 verwijst naar het overeenstemmende nommer in bet registerwaarbij ha.ar naam door den administrateur is opgeteekend. Niets herinnert meer aan haar dan alleen dit nommer. Anders niets Aan degenen die Grete's graf zonden hebben willen bezoeken zou op hun verlangen het nommer nit het groote boek zijn medegedeeld en zij zouden het gemak kelijk gevonden hebben. Maar er vroeg niemand naar nommer 841. Evenmin naar nommer 845 waarbij in het doodenregister de naam van den kleedermaker Lessen stond. De eenigedie nog aan Grete dachtwas Adolph Wörler. In den eersten tijd met bittere smart, daarna met innige droefheid en eindelijk nog slechts nu en dan, met oen weemoedig, vriendelijk gevoel. De levenden hadden gelijkde rust van het arme meisje dat zij in het droge zand van Dalldorf hadden begraven, niet te storen. Een benvel bij de anderen en in dezelfde rij en even als de anderen En onder eiken heuvel een mensch die tot niets meer nuttig is 1 Een mensch die geleefd en geleden heeft, die gestorven en vergeten is. Ook over Grete's graf rnischten de golven van de groote wereldstad, liefdeloos, zooals over alles EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 5