No. 21. Urie en Megentigste Jaargang. 1891. WOENSDAG Officieel Gedeelte. Een nieuw wetsontwerp van Mr. Van Houten. FEUILLETON. MIJN YRIEND PARELMAN. 18 FEBRUARI. Novelle van P. F. BRUNIMS. 7) ANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers O,O©. Prijs der gewone Advertentiën Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Zij, die in aanmerking willen komen voor de betrekkin? van helpster bij het onderwijs in de vrouwelijke handwerken aan de openbare school voor onvermo- genden te Alkmaar, worden verzocht, zich bij eigenhandig op zegel geschreven verzoekschrift, te wenden tot het gemeentebestuur van Alkmaar, vóór 24 Februari 1891. De aan die betrekking verbonden jaarwedde bedraagt 40. LTJST YAN BRIEVEN waarvan de geadresseerden onbekend zijnverzonden gedurende de 2e helft der maand Januari 1891 C. 'Krijt, Amsterdam; J. W. A. Brons, Amsterdam A. van Eist Ede H. J. Hekelaar, GoudaMevr. Gerth -van Wijk, NieuweramstelG. Pronk, Westerblokker. Van Warmen huizen: G. H. Stern, Amsterdam. Briefkaart: J. Pot, Rotterdam. (Slot.) Mocht het voorstel van den heer Van Houten wet worden dan zouden zes maanden na haar in werking treden de gebouwde en ongebouwde eigendommen twee erlei waarde verkrijgen: 1° de gewone koopwaarde, geheel afhankelijk van den natuurlijken loop der zakenbeheorscht door de ver houding tusschen vraag en aanbod van gronddeze waarde zal de eigenaar kunnen bedingen bij vrijwilligen verkoop en ook bij de gewone onteigening ten alge- meenen nutte voor het rijk, een provincie, een gemeente, een waterschap of voor openbare werken spoorwegen kanalen enz. 2° het veertigvoud van de belastbare opbrengst volgens de schatting voor de heffing der grondbelasting, waar mee de eigenaar genoegen zal moeten nemen bij ont eigening door een gemeentebestuur voor de uitbreiding van steden dorpen of buurtschappen do vorming van nieuwe buurtschappen de oprichting of uitbreiding van inrichtingen van nijverheid of voor ondernemingen van tuinbouw, landbouw, veeteelt of houtteelt; deze waarde zal de eigenaar zelf binnen zes maanden na het in werking treden der wet kunnen verhoogenindien hij er niet tegen opziet van die verhooging een bijzondere plaatselijke belasting te betalen van twee per duizend en bij verkoop registratierechten te voldoen van het verhoogde bedrag of na zijn overlijden zijn erfgenamen met het successierecht naar die hoogere waarde te be zwaren. Dat deze tweeerlei waarde moeilijkheden zal opleveren, ligt in den aard der zaak. Vooreerst zal dit veertigvoud dor belastbare opbrengst voor vele perceelen een veel te lagevoor vele andere daarentegen een veel te hoogo prijs zijnvooral wat do gebouwde eigendommen »Een prachtig dier, mijnheer," zei ik. Er was iets onoprechts in dien lofwant ik vond dien olifant onder de honden eer leelijk dan mooi. Hij stond te hoog op zijn pooten zijn kop miste karakter en het oog schranderheid. »»Jê-wel," antwoordde de student, »dètgötwel. Uniek rês. Prrecieus exemplêr." Dat was de gemaakte brrrouwende stem van mijn voor- maligen vriend den gewezen minister. »Ik geloof het genoegen te hebbenden baron van Parelman te spreken vroeg ik. De jonge baron knikte evenals iemand die niets natuurlijker vond dan dat de heele wereld den wijdge- roemden naam van Parelman op de lippen had. »Ik heb uw vader gekend," vervolgde ik, »toen we onze loopbaan begonnen. Hoe maakt het mijnheer uw vader »Wion heb ik de eerrr?" vroeg de jeugdige Parel. Ik noemde mijn naam, maar de jonker had dien nooit hooren noemen dit zag ik duidelijk aan zijn onver schillig gezichten het zou me ook hebben verwonderd als het anders ware geweest. Ik vertelde hom eenige kleinigheden van onze oude vriendschapniets meer dan een zoon noodig heeft van de jeugd zijns vaders te weten en de jonge baron luisterde er naar met een minachtend trekje op zijn gelaatdat mij min of meer den indruk gaf als vond hij zijn geëerden papa op diens vijf-en-twintigste jaar een saai individu. »Ik kom eerstdaags uw vader een bezoek brengen," her nam ik; »we zijn aan 't onteigenen en moeten een breede strook van Bosch-en-Dal hebben." Telefoonnummer S3. betreft, zal hij in den regel te hoog wezenen bij gevolg den eigenaar kunnen weerhouden zijn hnis, fabriek of ander gebouw vrijwillig voor den gewonen prijs te verkoopen wetende dat hij bij gedwongen onteigening een hoogeren prijs zal ontvangen. Volgens het wetsontwerp zullen echter slechts bij uitzondering en alleen indien het voor een goede inrichting van het geheele plan dienstig is gebouwde eigendommen en de daarbij behoorende tuinen volgens deze bijzondere wet onteigend kunnen worden zoodat dit bezwaar misschien niet zoo groot is; maar voor do ongebouwde eigendommen zal de mogelijkheid dat de grond vroeg of laat voor het veertigvoud der belastbare opbrengst onteigend zal kunnen worden een last zijn. die do waarde drukt en den ondernemingsgeest belemmert. Zes maanden na het in werking treden dei- wet kan die waarde niet meer worden verhoogdwel zullen den eigenaar ook nog vergoed moeten worden de kosten daarna aan den grond of het gebouw besteed, maar alleen wanneer zij een blijvende vermeerdering der waarde hebben teweeggebracht. Dit laatste zal dikwijls moeilijk te bewijzen zijn, en daarom zal deze voorwaarde in vele gevallen den eigenaar in de uitvoering zijner plannen en het doen van daarmee in verband staande uitgaven kunnen belemmerenof welvat men deze verplichting om alle latere kosten te vergoeden in ruimen zin op. dan zal men meermalen tot een waardebepaling komen ongeveer gelijkstaande met die van do bestaande onteigeningswet, en wordt het doel dezer bijzondere wet alzoo gemist. Inzonderheid zal de waardebepaling op het veertigvoud der belastbare opbrengst een bezwaar kunnen zijn bij lateren vrijwilligen koopdo kooper weet toch dat hij welken prijs hij ook voor den grond moge betalen altijd verplicht kan worden hem voor het bedoelde veertigvoud weer af te staan. Maar al zijn deze bezwaren niet geringde vraag is, of zij zoo ernstig zijn dat het plan van den heer van Houten er op zou moeten afstuiten. Bezwaren doen zich voor bij elke nieuwe regeling bij de invoering van alle nieuwe zaken zij bestaan ook bij onteigeningen volgens de bestaande wetde vraag is maar is het nutdat men zich voorstelt te stichten belangrijk genoeg om over de bezwaren heen te stappen en zal het beoogde doel langs den aangewezen weg bereikt worden Het doel dat de voorsteller met zijn wetsontwerp hoopt te bereikenhebben wij reeds vermeldhij wil de gelegenheid tot hot bouwen van goede arbeiders woningen tot het stichten van fabrieken en het aan leggen van moestuinen enz. in de nabijheid onzer steden en dorpen, die door onwillige of te veel eischende grond bezitters dikwijls wordt afgesneden of belemmerd ge makkelijk maken, en de bezwaren wegnemen, die tot nog toe bij de uitbreiding onzer steden den aanleg van nieuwe breede straten in den weg stonden. Een goed een loffelijk doel alzoo; maar de laatstgenoemde bezwaren kunnen reeds door gewone onteigening worden opge heven nu de twijfel is weggenomen of de Grondwet onteigening in ruimen kringde zoogenaamde onteige ning par zones toelaat. De groote vraag blijft alzoo »Ak!" zei de jonge baron. »Die krijgt u töch niet. De lijn moet een groote bocht mêken. Wij lêten ons niet ont eigenen. De spoorweg-mêtschêppijen kunnen niet êlles dwingen. Ik voor mij zèl metegen de onteigening verzetten zoo hèrd ik kèn en èl moest het ons een ton kosten, we zullen procedeeren tot het uiterste." »Ah!" zei ik en keek het ongare bakseltje der nieuwe baronie eens heel opmerkzaam aan. De zoon geleek inder daad sprokend op den vader, en 't verwonderde me dat ik in Parelman senior niet reeds oen verwaanden overmoe- digen intrigant had gezien toen ik hem een rijks daalder leende om zijn kleine verteringen te betalen. Er was zeker iets spotachtigs geweest in den uitroep, waarmee ik de uitdaging van den millionairen-zoon had beantwoord, want hij vatte vuur. en herhaalde »Jê, een ton, mijnheer, en twee, desnoods drieliever dèn dèt een mêtschéppö een vinger nêr öns domein uitsteekt." Ik vond den jongen baron heel kwajongensachtig en verwaand maar toch sprak de geest des vaders uit den mond des zoons. Papa zou nu wel geen drie ton op het spel zetten om een strookje van zijn »domein" ten alge - meenen nutte af te staan voor de dubbele of driedubbele waardemaar papa zou met zijn geld en invloed toch der maatschappij het hoofd bieden en ten slotte misschien overwinnaar blijven. Kreeg de maatschappij de strook nietdan moest de lijn een groote bocht maken door goed akker- en weiland welks onteigening duizen den zou kosten en bovendien nog tal van ruoeielijkheden en kosten zou na zich slepen. Ik had zoo gaarne het jongmensch eens op zijn plaats gezet en hem aan het verstand gebrachtdat de ont eigeningswet ten slotte toch allen tegenstand vruchteloos maakte maar ik begreep dat het verloren moeite zou zijn geweesten dat jonker Parelman me verachtelijk den rug zou hebben toegedraaid. Ik hield dus mijn ver standige opmerkingen maar voor me. Ik wierp het nu over een anderen boeg: s Het is jam mer zei ik, »want als we de lijn moeten verleggen, komt de haltin plaats van twee-honderd passen van Bosch-on-Dal, minsteus een half uur verder, en dit kan den eigenaar niet aangenaam zijn." doel der wetinzonderheid het verkrijgen van en goedkoope arbeiderswoningen zal bereikt of het goede worden. Laat ons daarom zienhoe de voorsteller wenscht dat met de onteigende perceelen zal gehandeld worden. De gemeente heeft grond onteigend laat ons aanne men voor belangrijk lageren prijs dan volgons de bestaande onteigeningswet mogelijk wasmaar de voorsteller wil nietdat de gemeente zelve den onteigenden grond zal behouden en bebouwen of tor bebouwing verkrijgbaar stellen. »Dan ware men in menig geval van kwaad tot erger vervallen," schrijft hij in zijn toelichting. Neen hetzij de gemeente tot de onteigening is overgegaan op verzoek van ondernemende particulieren of vereenigingen, zooals de heer Van Houten zich voorstelt dat in den regel het. geval zal zijn, hetzij de gemeente zelve het plan heeft gemaaktin elk geval moet de onteigende grond zoodra mogelijk voor het in het bouwplan bepaal de doel in het openbaar worden geveild. De raad stelt vooraf de voorwaarden van den verkoop (of de uitgifte in gebruik) en de prijzen vastwaarvoor de te veilen perceelen kunnen worden gekocht of in vast gebruik verkregen. Het gezamenlijk bedrag van deze prijzen mag het bedrag der kosten niet overschrijden welke voor de gemeente uit de onteigening en de uitvoering van het plan voortvloeien. De gemeente is niet ver plicht bij de zaak geld bij te leggenmaar zij mag er ook niets aan verdienen. Indien zich nu een kooper van voldoende soliditeit voor den aldus bepaalden prijs voordoet, moet hem het in veiling gebrachte perceel daarvoor worden afgestaan. Onverkocht gebleven per ceelen moeten ook later aan eiken kooper van voldoende soliditeit voor dezen prijs met de rente sedert den dag der veiling worden afgestaan. Heeft de onteigening plaats gehad op verzoek en volgens een plan van par ticuliere personen of vereenigingendan hebben deze voor do overneming van de perceelen voor den vooraf bepaalden prijs de voorkeur. Goed maar als zich nu op de veiling meer gegadigden voordoen voor hetzelfde perceel of voor alle perceelen te zamen hoe zal dan de toewijzing geschieden 1 Aan den meestbiedende Maar dan zou er winst gemaakt worden en wol ten koste van den vroegeren eigenaar. Of zal de gemeenteraad misschien de soliditeit der verschillende gegadigden moeten beoordeelen en de perceelen toewijzen aan den meest soliden kooper Het laatste zou zeker zeer veel bezwaren in hebben. De nieuwe eigenaar is nu in het onherroepelijk bezit van den grond. Volgens het wetsontwerp, zal het zelfs door onteigening hem niet weer kunnen worden ontno men. »Het ware bijna ondenkbaar" zegt de voor steller tot toelichting »de gunstige gevolgen welke het tot stand komen der voorgestelde wet belooftte verkrijgenzonder aan hendie het goed voor eene andere bestemming willen gebruiken, een vast en onher roepelijk recht te geven. Wie zou zonder zulk een recht, tijdelijk pachter der gemeenteheide ontginnen inrichtingen voor tuinbouw maken bosch aanleggen De student keek even op. Daaraan had hij blijkbaar niet gedachtmaar papa Parelman zeker wel. Hij kende zijn vaderzoo niet beter, dan toch even goed als ik want hij keek weer onverschillig voor zich terwijl hij met zijn stokje fantastische kringetjes op den grond maakte, en zei toen doodkalm: »Wij zullen wel een hélt krijgen wêr we die verlèngeu." Men zou zoo'n jongen met plezier in de haren vliegen. Brutaler kan men niet zeggen »alles voor me zelf niets voor een ander." Ik stond op groette den jonker, die zich wel verwaar digde de hand naar zijn hoed op te heffen, en ging heen. V Een paar dagen later had ik mijn vrouw en Louise mijn oudste dochter bij me. De andere kinderen waren bij mijn zwager Groothuis gelogeerd. Het was in den vacantietijd. Mijn vrouw lezer is nog jong. Mijn lezeressen zullen wol zoo vriendelijk zijneen vrouw van ruim veertig jaren die nog een rijkdom van blonde haren weinig of geen rimpels in het voorhoofd een helder oog, vlug gen tredeen knap figuur bovendien een frissche ge zonde kleur op de wangen heeft, geen sonde vrouw" te noemen. Louise moet negentien worden, ik meen in December, maar het kan ook in Mei of Juni zijn, want ik kan geen verjaardagen onthouden. Ik heb ergens een lijstje van die feestdagen maar ik vergeet geregeld het te raadplegen. Als men zijn eigen verjaardag zoo gaarne wilde vergeten is het iemand niet kwalijk te nemen, als hij niet meer moeite doet om dien van anderen te onthouden. Mijn vrouw onthoudt ze allezelfs dien van Dick's dood van den kleinen rattenvanger dien ik haar in ons engagement cadeau gaf en me bijna een stuk van mijn ziel had gekostzoo duur had ik hem betaald. Dick was ook een aardigeonversaagde houd en het speet me innig toen hij in de nare ziekte bleefdie mijn goede vrouw hem door te weelderige voeding had bezorgdmaar ik kon dit droevig;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 1