Buitenland.
Biimen land.
BELUIE. De rechtbank te Brugge heeft uitspraak
gedaan in de zaak van de heeren Rochefort en Canivet,
die in September 1890 in het tKurhaus" te Ostende
handgemeen zijn geweest. De handtastelijkheden werden
niet voldoende bewezen geacht, maar onder het gelach
van het publiek werden beide heeren wegens mondelinge
beleedigingen elk tot f 5 boete veroordeeld.
De bladen komen met verontwaardiging op tegen het
in sommige fransche bladen voor waarheid gegeven ver
haal dat prins Boudewijn van Belgie niet gestorven
zou zijn op de algemeen bekend gemaakte wijze. Vol
gens dat verhaal zon hij liefde opgevat hebben voor
mevrouw Sibyl Anderson eene zangeres te Brussel, van
wie een zekere prins do L. de beschermer was. Deze
zou in het Hotel de Snéde met een revolver in de hand
de kamer binnen gestórmd zijn, waarin prins Boudewijn
zich met die zangeres reeds eenigen tijd bevonden had.
en hem op een armlengte een kogel in de lendenen gejaagd
hebben. De gewonde zou zich daarop teruggetrokken en
eene trede van de trap gemist hebbenwaardoor hij
een been brak. De dadelijk ontboden hofmaarschalk van
het koninklijk paleisgraaf d' Onltremontzou hem
naar het paleis zijns vaders gebracht hebben alwaar
hij in den loop van den avond aan zijne wonden bezweek.
Aan het personeel in het hotel zon het zwijgen opgelegd
zijn en aan de hoofdredactenren van alle brusselsche
biaden die ten paleize ontboden werden was dringend
verzocht het voorgevallene te willen verzwijgen. Alleen
de hoofdredacteur van den socialistischen Peuple was
overgeslagen en deze zweeg dus niet. Mevrouw Anderson
was eerst naar Parijs gezonden en eenige dagen later
weer terug ontboden om de rol van Lakmé te zingen.
DITITSCHEARID. Op het den 20 gehouden feest
maal van den Brandenburgschen Provincialen Landdag
hield de keizer eene rede, waarin hij, zinspelende op
den grooten keurvorstdien hij zich tot doorluchtig
voorbeeld had gesteld, deed uitkomen, hoe in het afge-
loopen jaar menige grievende gebeurtenis was voorge
komen, maar zich verheugde, dat de gemeenschappelijke
arbeid toch niet onvruchtbaar was geweest. Het vorsten
huis moet het vast geloof aan God, de trouw in plichts
betrachting bewaren. Het volk moet zijne aanvoerders
vertrouwen. Daarin ligt het geheim van de grootte des
vaderlands. Wanneer zekere stilstand schijnt ingetreden
te zijn, begrijpt menigeen wellicht niet, welke weg moet
worden ingeslagen. In de wereld heerscht thans een
geest van ongehoorzaamheid, welke zich tot taak stelt
de gemoederen op een dwaalspoor te brengen doch ik
laat mij, zeide de Keizer, niet van mijn weg afleiden.
Hij gaf zijn vertrouwen te kennen, dat ieder voor zich hem
trouw zou ter zijde staan in de vervulling van zijn plicht
en hem op den ingeslagen weg zou volgen; hij handelde
in opdracht eener boogere macht en zond eiken avond
en eiken morgen zijn gobed ten hemel voor het welzijn
van zijn volk. De Keizer besloot zijne rede aldus
«Volgt mijBrandenburgers allen man voor man.
Leve Brandenburg
Zijne rede werd luide toegejuicht.
De Rijn is bij Mainz en op meerdere plaatsen thans
zóó laag, dat de bodem der rivier zichtbaar is. Visschers
en schippers, die dientengevolge hun bedrijf niet kunnen
uitoefenen, houden zich bezig met het zoeken naar in den
loop der jaren in den Rijn verloren gegane voorwerpen.
De duitsche en de pruisische 3 pet. leening zijn 45
maal volteekend. Op den dag van de inschrijving, den
20, werd te Berlijn het spoedig tegen gesproken bericht
verspreid dat de Keizer ziek was. Éen onderzoek is
ingesteld naar den verspreider van dit berichtdat ten
doel had om op den koers der leening invloed uit te
oefenon.
KXQELVMI.
lagerhuis. Een voorstel van den heer Morgan
om Kerk en Staat in Wales te scheideu door den heer
Gladstone verdedigd is verworpen met 237 tegen 205
stemmen. De regeering wilde daarvan niets weten, om-
Champagne?" vroeg ik, met een paar oogen als ket-
tingkluizen. «Champagne
«Ja-zekerje zult toch aan fatsoenlijke menschen
geen zuren wijn schenken
ChampagneIk heb nooit een flesch champagne in
mijn huis gehad. Ik vind champagne heel goe d. als
hij goed ismaar schuimend suikerwater met vitriool
en ander vergif vermengd doet me ijzen mijn maag
en hoofd kunnen er ook niet tegen. Ik bestelde een flesch
champagne, en mijn vrouw zag er uit als een engel, toen
de kurk met een knal in de lucht vloog en de heele ver
gadering de hoofden deed opsteken. Parelman zat in ons
midden. Mijn vrouw was de wereld te rijk; maar ik
schonk eerst 't glas van Baaktoen dat van den jonker
in. «Baak, je gezondheid jongen," fluisterde ik hem
toe en ik stiet mijn glas tegen het zijne.
Baak zag er bedrukt uit. De arme jongen scheen te
gevoelen, dat de beenen ons bij sommige gelegenheden
betere diensten kunnen bewijzen dan het hoofd. Louise
scheen me niet alleen tevreden, maar zelfs gelukkig. De
jonker had alleen oogen voor haar, en mijn vrouw had
alleen oogen voor den schitterenden jonker, die door zijn
gouden lorgnet als een onverschillig vorst op zijn trouwe
onderdanen, die langs hem heen trokken, neerzag.
Eensklaps kreeg ik 't te benauwd. Wij zijn inderdaad
als mannen soms onbegrijpelijk zwak tegenover ons ander
ik. Die mijnheer met zijn verwaand gezicht moest na
tuurlijk op het denkbeeld komen dat we buitengewoon
vereerd waren door de hooge gunst die hij ons had bewezen.
Ik hield nu eeumaal niet van den jonker al kende ik
hem niet. Hij kon een uitstekend jongmensch zijn, maar
op het uiterlijk beviel hij me nietvooreerst omdat hij
op zijn papa geleek, en misschien ook wel omdat ik eenig
wantrouwen koester jegens jongelui, die door hun uiter
lijk. hun met studie gekozen buitensporige kleeding, het
plan aan den dag leggen alle vrouwen het hoofd op
bol te brengen.
Op nieuw klonk de dansmuziek, en ja, daar zweefde
de jonker weer met Louise hoe moet ik 't zeggen? over
het parket neen, over den ietwat hobbelingen vloer van
het in danszaal herschapen concert-lokaal.
Wordt vervolgd.
dat daardoor het sein zou worden gegeven tot de
geheele ondergang der Anglikaansche Kerk.
IERXAIVD. De meerderheid der pachters, die zich
indertijd op last van het Landverbond uit hunne hoeven
op de landgoederen van lord Clanricarde liet uitzetten,
zijn dezer dagen met hunnen landheer tot eene schikking
gekomen. Ten gevolge van de verdeeldheid onder de
aanhangers van Parnell hadden zij in de vorige week
de mededeeling ontvangen, dat de maandelijksche onder
stand in het vervolg niet meer kon worden uitbetaald.
FR/HtHRIJH. Keizerin Frederik heeft den 19
o. a. een bezoek gebracht aan den nederlandschen gezant
te Parijs. Prinses Margaretha heeft dien dag den Eiffel-
toren beklommen tot aan de verlichtingstoestellen, boven
het derde platform.
Bij de verkiezing van een lid der Kamer in het eerste
district van Béthune is den 22 gekozen de sociaal-demo
craat Basly. Te Avesnes, RouaanEpinal en Orthez
zijn de candidaten der republikeinen gekozen.
Het bestuur van den voormaligen Patriottenbond heeft
het standbeeld der stad Straatsburg met vlaggen versierd,
bij wijze van protest tegen de toenadering tusschen
Frankrijk en Duitschland. De heor Déroulède geleidde
de betoogers.
EGYPTE. Vóór het bezetten van Tokar is gedu
rende 5 kwartier een verwoed gevecht geleverd bij
Afafite met de troepen van Osman Digma, die zelf echter
aan den aanval geen deel nam. De aanvallers worden
op 2000 man geraamd, die met verbittering de egyptenaars
aantastten. Deze hielden gebouwen en bouwvallen bezet.
Het was een gevocht van man tegen man. Eindelijk
voerde de egyptische ruiterij eene charge uit en verdreef
den vijand. Zeven honderd lijken van aanvallers lagen
rondom de stelling der egyptenaars verspreid Een engelsch
kapitein is gesneuveld, 1 kapitein gekwetst, 4 egyptische
officieren werden zwaar gewond 12 egyptische soldaten
sneuvelden42 werden gekwetst. Al de voornaamste
Emirs zijn omgekomen. Osman Digma vluchtte in de
richting van Temrin.
YEREEA1GBE STATEA. In een tunnel te
Nieuw-York zijn den 20 twee personentreinen tegen
elkander gereden, waarbij zes personen gedood en zeven
gekwetst werden.
2HJ1D-AMERIKA. Terwijl generaal Rocca te
Buenos-Ayres uitreed heeft een jonge Argentiniër van
15 jaren op enkele passen afstand een schot op hem
gelost. De generaal, die eene onbeduidende wond bekwam,
sprong uit zijn rijtuig en ranselde met zijne rotting den
jongen af. De staat van beleg werd afgekondigd en
den 22 alleen gedurende de verkiezingen voor den ge
meenteraad opgeheven.
Te Buenos-Ayres uit Chili ontvangen berichten melden,
dat de congres-troepen verschillende steden in bezit
namen.
STATEN-GENERAAL.
Eerste Kamer.
Bij de behandoling der vestingbegrooting
wees de heer Wertheim op het gewicht van de ver
dediging van de stelling van Amsterdam daar het re-
geeringsantwoord op het verslag geeue voldoende ophel
dering gaf omtrent den staat van verdedigbaarheid dier
stelling. Hij vroeg o. a., of het buskruit bereikbaar was
voor den vijandof de geweermakerij en de geschut
gieterij in oorlogstijd niet verdedigbaar moesten zijn
tegen den vijand of voldoende gezorgd was voor de be
hoefte aan drinkwater in oorlogstijd en voor de appro
viandeering.
De minister van oorlog gaf uitvoerige inlich
tingen omtrent de verdedigbaarheid der stelling van
Amsterdam O. a. merkte hij op, dat, zoolang de vijand
niet geheel Noordholland zal hebben bezet Amsterdam
nog aan de noord- en noordwestzijde open blijft, zoodat
de tijd voor approviandeering nog altijd zal bestaan. De
plannen voor de drinkwaterverschaffing liggen aan het
departement gereedeene volkomen oplossing van dit
vraagstuk is echter niet te verkrijgen. De regeering blijft
rekenen op medewerking van de bevolking. Het zal
onmogelijk zijn de buskruitfabriek geheel buiten het
bereik van den vijand te plaatsen. Voor een behoorlijken
voorraad buskruit zal echter gezorgd worden; bergplaatsen
worden binnen de stelling daarvoor gereed gemaakt. De
geweermakerij is niet van overwegend gewicht voor de
verdedigingvoor het noodige transport van technisch
materieel zal gezorgd worden. De pyrotechnischo inrich
ting moet naar elders overgebracht worden al bestaat
daarvoor voorshands geene bepaalde noodzakelijkheid; voor
de geschutgieterij is do t onnoodig; men zal in geval
van oorlog toch geen tijd hebben om de kanonnon af te
werken.
De heer Wertheim, wijzende op het afwijkend ge
voelen van den heer de Beer Poortugaelverklaarde
niet gerustgesteld te zijn maar berustte in 's ministers
verklaringen, op diens verantwoordelijkheid, daarbij nog
maals waarschuwende tegen misplaatste zuinigheid voor
onze defensie-uitgaven.
De minister verklaarde, dat de uitvoering van het
plan van den thans aftredenden commandant van de
stelling van Amsterdam den heer de Beer Poortugael
hom onverantwoordelijk was voorgekomen.
De vestingbegrooting werd aangenomen.
Bij de begrooting voor oorlog verklaarde de
minister naar aanleiding van door de heeren Wertheim
en van der Breggen gedane vragen dat bij den Raad
van State aanhangig is het ontwerp voor een nieuw
wetboek van militair strafrecht met bijvoeging van de
wetsontwerpen tot voorloopige regeling der militaire
rechtsmacht enz., waarna de rechtspleging zal volgen. Dit
is ook voor het civiele geschied. Een ontwerp tot ver
vanging van het reglement op de krijgstucht, dat sedert
1814 in gebruik is, is mede aanhangig. Hij was tegen
de opheffing der remonte-commissie; van de aangeschafte
paarden zijn 50 in Gelderland aangekocht, 27 in Gronin
gen, 5 in Friesland, 9 in Noordbrabant en 1 in Noord
holland.
Don 21 werd het wetsontwerp houdende bepalingen
betreffende 's Rijks Waterstaatswerken, aangenomen met
28 tegen 5 stemmen van de heeren van Nispen van
Swindereu MoolenburghInsinger en Vlielander Hein
en de spoorwegbegrooting voor 1891 met algemeene
stommen.
Bij de behandeling der begrooting van water
staat antwoordde de minister op verschillende vragen,
dat hij alle mogelijke pogingeu zou aanwenden om voortaan
de Nieuwe Merwede bij ijsgang te doen openhouden. Ten
opzichte van de verzekering van werklieden sloot hij zich
bij het denkbeeld van den heer Wertheim aan, om zooveel
mogelijk vrijheid aan de meeste zekerheid te paren. De
belangen van den aannemer zouden nevens die van den
werkman behartigd worden, doch om den laatste is het
hier voornamelijk te doen.
Geheele gelijkstelling van telegraaf- en postambtenaren
ging niet op. Laatstgenoemden hebben meer werk en
grooter verantwoordelijkheid. Het verschil tusschen do
tractementen der post- en telegraafdirecteuren verklaart
zich hierdoor, dat eerstgenoemden veel grooter personeel
onder zich hebben.
Het oordeel van den heer Prins over de treurige
spoorwegexploitatie in den afgeloopen winter was niet
zeer billijk. Men kan natuurlijk vele verbeteringen ver
wachten, maar niet aan de maatschappij de verplichting
opleggen met haar materieel op zeer buitengewone ge
vallen voorbereid te zijn. Men zou dan ook dubbel per
soneel moeten hebben, en geschikte machinisten, conduc
teurs enz. zijn niet zoo overvloedig. Verwarring ontstond
ook door ziektetengevolge van groote inspanning va,n
verschillende hoofdambtenaren. Ook de vertraging in
het personenverkeer was niet de schuld der maatschap
pijen in elk geval pleiten voor haar verzachtende om
standigheden. De kosten van de opruiming der zandbank
in de Lauwerzee moeten gedeeltelijk door de provincie
Groningen gedragen worden.
De postdienst op Zondag wordt zooveel mogelijk gere
geld in het belang van het publiek
De heer Fransen van de Putte waarschuwde
in dit laatste opzicht tegen ziekelijke navolging van
Engeland, maar de minister ontkende die.
Ten slotte werd de begrooting met algemeene stemmen
aangenomen.
Den 23 was de begrooting van Suriname voor 1891
aan de orde waarbij de heer Wertheim o. a. in
lichtingen vroeg omtrent de tusschen den gouverneur en
den procureur-generaal in Suriname gerezen geschillen
en omtrent de waarheid der verklaring van den heer
van Hemertdat de gouverneur zich mengt in rechts-
en politie-zaken.
De minister van koloniën antwoorddedat
omtrent dat adres inlichtingen ingewonnen waren dat
het particulier telegram omtrent de afstraffing van negers
en britsch-indische koelies door afranseling voor het gou
vernementsgebouw nog niet toegelicht is door mailbrieven.
Alleen vindt hij vreemd dat men nu beweert dat de
gouverneur en de procureur-generaal handgemeen zijn
geweest. Omtrent koeliesmishandelingen weet hij niets
wel weet hij dat in den allerlaatsten tijd de engelsche
consul uiterst gunstige rapporten omtrent de koeliebe-
handeling heeft ingediend
De heer Fransen van de Putte gaf zijne ver
wondering te kennen dat de minister niet telegrafisch
inlichtingen gevraagd had en kwam verder in sterke
bewoordingen op tegen slavenmishandeling, als waren wij
in het begin van de zeventiende eeuw.
De heer Wertheim acht zachter beheer voor Su
riname noodzakelijk er moet echtscheiding komen tus
schen Suriname en den gouverneur wiens karakter hem
voor die betrekking ongeschikt maakt. Hij heeft gedacht
aan eene motie, die den minister niet zou treffen, maar
den gouverneur duidelijk maken, dat zijn heengaan noodig
is. Hij stelt eene motie voor met de eigen woorden van
het verslag: »De Kamer, van oordeel, dat de regeering
spoedig maatregelen behoort te nemen of voorstellen te
doen om aan den onhoudbaren toestand in Suriname een
einde te maken, gaat over tot de orde van den dag." Het
is een steun voor de regeeringgeen votum van wan
trouwen.
De heer de B r u ij n is het niet eens, dat deze motie
een steun voor de regeering zou zijn. Hij laat de regeling
om den toestand in Suriname tot een goed einde te
brengen in goed vertrouwen aan de regeering over.
De heer Wertheim is bereid zijne motie in te
trekken, als de regeering daartegen bezwaar heeft. Van
vijandelijke houding tegenover de regeering heeft hij geen
blijk gegeven.
De minister van koloniën, die uit dagblad-
berichten vernomen heeft hetgeen in Suriname zou zijn
voorgevallenheeft niet telegraphisch inlichtingen ge
vraagd, omdat telegramstijl weinig inlichtingen toelaat.
Het stuk in de Surinaamsche couranten waarop door
den heer van de Putte gewezeu was, had hij uiet gelezen.
Hij ziet in de motie ook wantrouwen in den minister.
Hij zal zijne inlichtingen afwachten en als het blijkt
dat ambtenaren zich misdragen hebbenzal hij naar
bevind van zaken handelen.
De heer W ertheim zegtdat de motie geen
reden van bestaan heeft, nu de minister een onderzoek
toezegt. Hij verlangde ook geen staatkundige motie, daar
hij den minister in belangrijker staatkundige zaken hier
wacht. Hij trok zijne motie in.
De heer van de Putte meende dat er steeds een
ambtenaar was bij koloniën die den minister wees op
de berichten in de overzeosche couranten. Do minister
had tijd genoeg gehad tot onderzoek. Eindelijk verzekert
hij tegenover den heer Muller steeds gestreefd te hebben
naar emigratie van koelies naar Suriname en naar goede
behandeling dier koelies.
De begrooting van Suriname werd zonder stemming
goedgekeurd.
Daarna volgde de aanneming der begrooting van ko
loniën, mede met algemeene stemmen, na eene beraad
slaging, waaraan de heeren van Gennep, Fransen van de
Putte en den minister deel namen.
De Kamer is vervolgens tot nadere bijeenroeping ge
scheiden.
Bij kon. besluit van den 10 is benoemd tot ridder
in de orde van den Nederl. Leeuw de kolouel der artil
lerie Le Loup de Sancy, chef van het tweede bureau
van den generalen staf van het fransche leger.
Do gemeenteraad van §chagen heeft den 17 bij