Daardoor vloeiden uit de herschatting ongelijkmatigheden voort, en zal de peraequatie der grondbelasting tenge volge hebben, dat tal van grondeigenaars eene verzwaring van druk ondervinden en anderen even onverwachts van belasting worden ontheven. Vooral de eigen- geërfden landbouwers zullen hierdoor benadeeld worden. In ver band met deze beschouwingen stond het denkbeeld, later in het verslag breeder uiteengezetom aan de gemeenten een grooter deel der grondbelasting over te laten en daarom van de 8 pet.die volgens de ontwerpen voor taan zullen geheven worden, 3 pet. voor het Rijk te hou den en 5 pet. aan de gemeenten uit te keeren. Andere leden meenden, dat het eindresultaat der herschaHing en van de paraequatie der belasting daarover eene werkelijke verbetering is en eene meer rechtmatige verdeeling over de verschillende provinciën zal tengevolge hebben; enkele onbillijkheden zullen wel nooit te vermijden zijn. Degroote meerderheid was het met de re geering eens, dat de grondbelasting is eene gewone heffing van de inkomsten uit den grond en drong daarom bij de regeering er met kracht op aan, een einde te maken aan het «stuitend verschijnsel", dat het roerend vermogen onbelast zou blijven. Hoogst onrechtvaardig en tevens onstaatkundig achtten de meeste leden het, dat zelfs de zwaarst gehypothekeerde grondeigendommen zware be lastingen moeten dragen terwijl zij, die hun inkomen putten uit effecten of andere schuldvorderingen, deswege daarvoor niet bijzonder getroffen worden. Over het behoudde afschaffing of belangrijke verla ging der mutatierechten openbaarde zich groot verschil van gevoelen. Algemeen werd het gevoelen der regeering hieromtrent gevraagd en tevens omtrent eene, van eene enkele zijde aanbevolenafzonderlijke verhooging dei- grondbelasting voor goederen in de doode hand. Twee uiteenloopende meeningen bleken te bestaan om trent het bedrag der te heffen grondbelasting, waar tus- schen het gevoelen stond van zoodanige leden, die alleen dan in eene verhooging wilden toestemmen, indien daarvan een grooter percentage dan het voorgestelde aan de ge meente ten deel viel. Verschillende regelingen werden aangeprezen als ver kieslijk boven de regeeringsvoorstellen, maar tot eene overeenstemming hieromtrent scheen men niet te zijn gekomen. Een principieel bezwaar echter zoowel tegen de regeeringsvoorstellenals tegen de meeste der in de afdeelingen voorgedragen stelsels, werd in meer dan ééne afdeeling vernomen; het betrof de gelijkstellingdie men niet wilde aannemen ten opzichte der grondbelasting van de gebouwde en ongebouwde eigendommen. Het verschil daartusschen is zakelijk en werd ook steeds door den Rijks- en den provincialen wetgever in het oog gehouden. Emigratie naar de Transvaal. De minister van buiten!, zaken vestigt in de Staats courant van den 21 de aandacht op het volgende door hem van den consul-generaal te Pretoria ontvangen bericht: '«Met het oog op de vele Hollanders, die tegenwoor dig hier buiten betrekking zijn, en wier aantal gedutig door nieuwe aankomelingen wordt vermeerderdgevoel ik mij verplicht een waarschuwend woord te doen hoo- ren ten einde ondooi'dachte emigratie naar de Trans vaal zooveel mogelijk tegen te gaan. «Gedurende het afgeloopen jaar was de toestand hier niet zeer bevredigend waartoe alle oorzaken hebben sa mengewerkt niet het minst de inkrimping van het mijnwezen in sommige deelen van het landwaardoor het gouvernement verplicht is geweest enkele kantoren geheel op te heffen of bij andore in de nabijheid gelegen te voegen. Bezuiniging van ambtenaren ook bij post en telegraafdienststond hiermede in het nauwste ver band. «Het aantal personen die prospecteer- en delverslicen- ties namenis ookveelal door gebrek aan onderne mingsgeest en middelen van bestaanzeer verminderd waardoor handel en verkeer gevoelig hebben geleden. «Als een gevolg van een en ander zijn de inkomsten van den Staat ver achter gebleven bij de cijfers van vorige jaren, en is de regeering genoodzaakt geweest de uitvoering van sommige publieke werken voorloopig uit te stellen tot groot nadeel van de vele ambachtslieden, die daarop hadden gehooptook de algemeene opmeting van het was verwaand op zijn geld op zijn uiterlijk op alles wat hij vóór had op arme drommels hij was gemaakt en verwijfden was hij niet blasédan deed hij toch alsof hij het was. Wat had hij voor Alles wat sommige vrouwen helaasik geloof vele in een jongmensch verlangen. Hij was allereerst rijk. Voor enkele dames vooral mama's is dit ééne al genoeg. Dan was hij van adelen wat is adel niet voor mama's van burger-af komst Het is waar, zijn adel was nog groen, maar wat komt er dat tegenwoordig op aan Allo adel is begonnen met jong te zijn en het is met adeldom niet als met wijnhoe ouder hoe beter. Het nakroost verbastert wel eens en kan niet meer in de schaduw staan van zijn voorzaten. Rijk en adellijk twee machtige factoren in do huwelijks-berekening van eerzuchtige ouders van een huwbaar meisje. Wat had de jonker meer voor? Lezer, wees zoo goed nog eens even na te zien wat hij naar mijn bescheiden meeniug tegen zich had dat alles had hij weer vóór zich in de oogen van mijn vrouw en wellicht ook van Louise. Als de jeunesse dorée zelf ook niet wistdat de vrouwen verzot zijn op voorname en ingebeelde leegloopers, zou ze waar schijnlijk den schijn aannemen alsof ze heel nederig en ingetogen was en het erg druk met ernstige zaken had. Ik beken eerlijk, dat ik er niets tegen had een rijken adellijken schoonzoon aan te nemen, maar, ziet ge, ik behoor niet bepaald tot de optimisten. Een jongmensch als de jonge Parelman kan later als hij getrouwd is en de eerzucht bij hem ontwaaktnog wel een degelijk man worden maar er waren ook veel kansen voor, dat hij een leeglooper bleef. En dan jaik kon nog maar niet gelooven dat zulk een jongmensch onze Louisedie niets bezat als haar mooi gezichtjelief figuurtje en goed harttot barones van Parelman zou willen verheffen. Ik kende papa, den baron, ex-minister, millionair die dit alles was geworden zonder zich ooit moe te werken hoe kon die zoon het evenbeeld zijns vaders, zoo geheel anders zijn en een arm meisje, zonder naam trouwen Dat wilde er bij mij maar moeielijk in. land waartoe reeds voor jaren was besloten en die aan velen een ruime verdienste beloofdeis verschoven tot betere tijden. «Werd in 1888 en '89 bijna iedereen spoedig na aan komst geplaatsttegenwoordig is het omgekeerd het geen voor dogenen die hier zonder middelen komenaan leiding geeft tot groote teleurstelling niet alleen maar meermalen ook tot geheel verval. Daarom wie in Holland een bestaan heeft, blijve voorloopig ten minste gerust daar, en wie na lezing van het bovenstaande het toch wil wagen hierheen te emigree- ren, zorge ten minste 500 in den zak te hebben bij aankomst, om gedurende de eerste maanden, zoo noodig, zonder verdiensteu te kunnen leven." Den 20 is het kohier van den hoofdelijken omslag te IhiMniizcii vastgesteld op 30210,75. Den 20 hebben in den gemeenteraad van Texel de stemmen gestaakt over een voorstel van burg. en weth. tot aanstelling eoner onderwijzeres te Oosterend, hoewel die benoeming op het oogenblik met het oog op het aantal schoolgaande kinderen niet verplicht was. De minister van waterstaat heeft den 21 in de Eerste Kamer medegedeeld dat het gebruik, dat van het spoorwegmaterieel gemaakt wordt, in normale tijden reeds uiterst gering is. De goederenwagens bij onze maatschap pijen worden hoogstens gedurende 28 dagen in het jaar gebruikt. Den overigen tijd staan zij óf geladen of leeg. De leden der Eerste Kamor werden den 23 bij hunne komst op het Paleis te 's-Gravenhage ontvangen 'door den grootmeester en opperkamerheer, graaf Schim- melpenninck, waarna de Koningin-Regentes en de Koningin binnentraden. Eerstgenoemde sprak elk dor heeren aan, terwijl Koningin Wilhelmina hun de hand gaf. Na de ontvangst werd in de groote eetzaal de maaltijd gebruikt, waaraan 64 personen deel namen. De Koningin-Regentes was in het midden der tafel gezeten, aan hare rechter hand de Koningin, naast wie graaf Sehimmelpenninck zat en aan hare linkerhand de voorzitter der Eerste Kamer, de heer mr. van Naamen van Eemues en tegenover haar den oud-voorzitter jhr. mr. van Eijsinga. De overige leden waren gerangschikt naar den tijd van het lid maatschap der Kamer. Na afloop van den maaltijd vereenigde men zich in eone der nevenzalen, waar Koningin Wilhelmina zich o. a. met de burgemeesters van Amster dam en Rotterdam eenige oogenblikken onderhield. Den 23 des avonds zijn bij het weggraven van zand, dat bij eene bokkingrookerij te Scheveningen op geschoven was op 2 meter diepte en op een kwart el afstand van den muur, eenige pakken dynamiet gevonden, bestaande uit 30 a 40 P.die waarschijnlijk in 1883 begraven zijnnadat het dynamiet- en buskruitschip aldaar in December vergaan was. De gemeenteraad van Mooru heeft den 23 besloten, toe te treden tot het lidmaatschap van de West-Friesche Ilanaalvereeniging en eene jaarlijksche bijdrage van ƒ10 te verleenen, en het gebouw, thans dienende voor var- kenswaag, staande op de veemarkt, naar de botermarkt te verplaatsen en het aan den open kant ter halver hoogte van rasterwerk te voorzien op zoodanige wijze als later op het terrein zelf zal worden aangeduid. -• Den 23, des nachts ongeveer te vier uren, ontstond tot tweemaal toe een begin van brand op een der sein- zalen van het hoofdkantoor van de Rijkstelegraaf te Amsterdamdie door het personeel gebluscht kon worden. Bij het openhakken van den vloer door de brandweer werd ontdektdat tusschen twee telegraaf- geleidingen groote vonken oversprongendoordat een dezer draden niet voldoende geïsoleerd was. Deu '24 werd door de Holl. Spoorwegmaatschappij te Amsterdam o. a. aanbesteed het uitvoeren van on derhoudswerken op den spoorweg HelderUitgeest HaarlemUitgeest IJmuiden en Haarlem Zandvoort in 3 perceelen. Laagste inschrijver voor perceel 1 C. M. Vlaming te Schagen voor 6286; voor perceel 2 en 3 V. P. Braun te Beverwijk voor 5970 en 8570. Den 24 zijn te Utrecht geslaagd de dames G. G. Klerk de Reus, M. P. Duval, E. E. H. Gijsberts, C. M. Friderichs, C. C. Kretschmer en U. G. M. Stoel te Haar lem voor nuttige en de dames M. S. Tinholt te Hoorn en J. W. Teves te Haarlem voor fraaie handwerken. Ik werd naar mijn werk geroepen en ik had geen tijd meer aan iets anders te denken hoewel ik toch nu en dan een vluchtig visioen had van een schitterend open rijtuig met een wapen op het portiereen brieschend span ervoor koetsier en palfrenier in livrei op den bok, dat met vorstelijke staatsie over den weg reed, en in die glanzende equipage een jeugdige vrouw, zoo schoon en frisch en bekoorlijk als alleen hollandsche vrouwen kunuen zijn zoo kern-gezond en liefelijk als onze Louise is. Het kostte me veel moeite dat verleidelijk beeld af te weren het kwam gedurig terug te midden van mijn modderig bad van cijfers, bestekken, contracten en andere prozaïsche dingen waarin ik me dagelijks tien of twaalf uren moest omwentelen om er met een onverfrischt Jichaambezwaard hoofd en neergedrukt gemoed weer uit te stappen. Ik sloot mijn lessenaar en ging den straatweg op zonder doeldat moet ik bekennen. Ik kon niet werkendie liefdeshistorie zat me heel dwars. Er was iets, dat me prikkelde als een brandnetel, en die voolde ik niet alleen op mijn huidmaar in mijn zenuwen, in mijn ziel. Daar hoorde ik een voetstap achter me. Mijn gehoor is bijzonder scherpen in mijn prikkelbaren toestand was het zeker nog scherper dan gewoonlijk. Ik keek om, en daar kwam de jonge Parelman aan. Hij was langs een zijpad op den straatweg gekomen en ik bemerkte terstond dat hij niet van plan was me in te halen. Hij aarzelde zelfs een oogenblik toen ik me omdraaide en nu bleef ik staan. Hij versnelde zijn tred en toen hij nog twintig schreden van me verwijderd was nam hij reeds zijn scheerbekkentje af en riep me allercharmantst toe: «Ah, mijnheer, welk een bonne fortune dét ik u rencontreer1 Ja-welik wist nu dat de jonker die bonne fortune gaarne had willen misloopen maar ik beschouwde nu de ontmoeting werkelijk als een bonne fortune voor mij want een aspirant schoonzoon die voor geen weigering bang behoeft te zijn heeft volstrekt geen redenen om zijn aanstaanden schoonpapa te ontwijken maar wel om De arr. rechtbank te Roermond heeft den 24 H. van Heugten uit Meerloo wegens poging tot doodslag op een onbezoldigd Rijksveldwachter, tegen wien 2 jaren gevangenisstraf geëischt was, veroordeeld tot 5 jaren ge vangenisstraf. Te Uchelen onder Apeldoorn is de stoomwasscherij «de Klarenbeek" van den heer Middelbeek met het woonhuis afgebrand. Te Amsterdam is een werkman van de Holl. Spoorwegmaatschappij aangehouden die in den laatsten tijd ongeveer 150 koperen waterstoven uit de wagens eerste en tweede klasse ontvreemd had. De stovendie eene waarde van 42 hebben werden aan eenen uit drager verkocht. Ds. C. Hattink te Apeldoorn heeft voor het beroep naar Haarlem bedankt. Met ingang van 1 Maart a.s. is o. a. eervol ont heven de Rijksopziener op de spoorwegdiensten, de heer B. de Jong te Haarlem, van het dagelijksch toezicht op den dienst der spoorwegen HaarlemHelder, Veisen IJmuiden, AmsterdamHaarlemRotterdam, Zaandam Uitgeest en HaarlemZandvoort en de heer J. J.Brutel de la Rivière te Amsterdam van hetzelfde toezicht op den dienst van den spoorweg AmsterdamHilversum Utrecht en van de stations te Amsterdam en aan ge noemden heer Brutel de la Rivière opgedragen het da gelijksch toezicht op den dienst van den spoorweg StavorenLeeuwarden. Aan deu heer J. H. A. Hancker, ter standplaats Haarlem is opgedragen het dagelijksch toezicht, opgedragen geweest aan genoemden heer B. de Jong. Aan den heer MpA. Sweep, directeur-leeraar aan de zeevaartkundige school te Vlieland, is op zijn verzoek met ingang van 1 April a.s. eervol ontslag verleend. Beroepen te Oldeholtpade (toezeg.) ds. H. Blankstein te Wervershoof. Het bekende adres aan de Tweede Kamer van den heer mr. Ph. de Kanter te Haarlem in zake de wet op de jacht en visscherij is te Beverwijk door ongeveer 400 personen goteekend. Tot dijkgraaf van den polder Assendelft is ge kozen de heer C. Tsz. IJff aldaar. Hoofdingelanden van den polder Assendelft heb ben besloten tot de stichting van een tweede stoomgemaal in den Noorderpolder ter vervanging van de beide nog aanwezige windmolens. Voor adelborst zijn dit jaar 20 plaatsen en voor adspirant-administrateur bij de zeemacht 5 plaatsen open gesteld. De Shah van Perzië heeft zich op de begrafenis van Z. M. den Kouing niet kunnen laten vertegenwoor digen daar de kennisgeving van den dag der begrafenis van de nederl. rogeeriug eerst door hem ontvangen werd op den dag der plechtigheid zelve. In den ouderdom van 63 jaren is overleden de heer Wouter Sluis, vroeger landbouwer te lleemsteren toen een bekend spreker in vergaderingen van land- bou wmaatschappijen Te Dordrecht is bij de herstemming voor een lid van den gemeenteraad gekozen de heer G. van Aardenne, anti-rev., gesteund door katholieken en anti-rev. met 685 stemmen tegen 622 stemmen op den heer mr. W. de Ridder, lib. Van onwaarde waren 35 stemmen. Voor gemeente-controleurtevens binnen haven meester te Harlingen is de heer J. C. Kluitgepeas. officier van administratie der marine te Jïeiloo, No. 1 op de voordracht geplaatst. De commissie die zich in den afgeloopen winter te Leiden belastte met de uitdeeling van brood en koffie aan behoeftigen namelijk een kuipbroodje met een kom koffie aan de volwassenen en een halfbroodje aan de kinderen heeft gedurende 38 dagen 53150 porties uit gedeeld. De heer G. L. Keppergepens. kapitein der genie te Utrecht, is met 1 April a.s. benoemd tot hoofdredac teur van het Utrechtsch Dagblad. Bij beschikking van den minister van binnenland- sche zaken van den 24 zijn benoemd de commissiën, in 1891 belast met het afnemen der examenster verkrijging van de akte van bekwaamheid, bedoeld in art. 56, onder avan de wet tot regeling van het lager onderwijs, in zijn bijzijn te zoeken. Ik geloofde dat ik don jonker in do kaart had gekeken mijn achterdocht was opgewekt maar ik zette een heel vriendelijk gezichtnam ook mijn hoed af en wachtte hem afvol verlangen om te vernemen waarin des jonkers bonne fortune eigenlijk bestond. «Mèg ik het genoegen hebben een eind mot u mee te wèndelen vroeg het jongmensch. «Wel zeker, mijnheer; het genoegen zal aan mij zijn antwoordde ik met een hypocritisch lachje. «Ik geloof, mijnheer," zei de jonker na een poosje, toen hij bemerkte dat ik hem het eerst aan het woord wilde laten komen»dèt uw mêtschêppê geen moeie- lijkheden bij ons zèl ondervinden. Ik heb den ouden heer met veel diplömètieken tèct vörbereiden ik moet zeg gen dèt mijn démèrchos niet onvruchtbêr zijn geweest. Ik geloof, mijnheer, dèt ik zonder grootsprêk mèg zeg gen dat ik uw mêtschêppê geen onbelèngrijken dienst heb bewezen, wént wès'ze met de deur bij öns in huis gevèllen dèn zou de zêk vèn bijzonder ingewikkelden êrd zijn geworden." «Wel, mijnheer van Parelman," antwoordde ik, «het zal me bijzonder aangenaam zijn als de zaak in der minne afloopten ik geloof dat de maatschappij u daar voor zeer erkentelijk zal zijn. Dus mijnheer uw vader zou niet ongenegen zijn de strook heidaar ginds, ter stond tegen billijke taxatie af te staan?" «Ik heb èlle reden to gelooven mijnheer dèt èls ik mijn invloed lêt gelden, de zêk volmêkt in orde zèl komen." «Uitmuntend mijnheer van Parelman. Ik had reeds aan de directeuren geschreven dat het bedoelde stuk moeielijkheden zou geven maar ik hoop dat ik nu spoedig geruststellende berichten zal kunnen afzenden." «Zeker, zeker, mijnheer," zei de jonker, bij een pad stilstaande, dat naar het buiten liep. «Ik beloof u dèt ik èlles zèl doeu om de zêk in orde te brengen Uw dienêr, mijnheer, tot de eer." En de jonker stak mij de hand toe en wilde eenigszins haastig afscheid nemen, als iemand die gaarne van eens anders gezelschap ont slagen is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 2