No. 33*
Drie en Negentigste Jaargang,
1891.
WOENSDAG
18 MAART.
TWEEDE BLAD.
PARIJSCHE BRIEVEN.
Buitenland.
Binnenland.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f 0,8©franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers ©,©6.
Prijs der gewone Advertentie»
Per regel ©,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer 33.
LXXX.
Mi-Carême. Gingen wij het feest van Mardi-Gras
bijna stilzwijgend voorbijdaar dit te Parijs niet veel
beteekende, over den dag van halfvasten mogen wij ge
rust een woordje praten. Donderdag j.l. wasjj geheel
Parijs op straat, en wel voornamelijk op -jde groote
Boulevards sinds de groote tentoonstelling hadden wij
zulk een gedrang en gewoel nog niet weer bijgewoond.
En geen wonderde zon scheen prachtigen van te
voren hadden reeds alle couranten vermeld, dat ditmaal
een prachtige optocht van fraai versierde wagens en
cavalcades zich van af de kerk Madeleine naar het plein
Place de la République" zou begeven. Hoewel de op
tocht eerst tegen twee uur in beweging moet komen
zoo begrijpen wij wel, dat wij er vroeger bij moeten zijn,
dus staan wij togen twaalf uur reeds op de trappen der
Madeleine-Kerk, nadat wij eerst in het tegenover gelegen
restaurant Duval ontbeten hebben. Van af die trappen
hebben wij een ruim gezicht op het plein, op den bou
levard en in de »rue Royale", en zoo ver wij zien kun
nen staat het overal propvol menscheu, zoodat de eerst-
aankomende wagens zich slechts met de grootste moeite
een doortocht banen. Voor memorie want dit schreef
ik reeds verleden jaar, stip ik hier nog even aan, dat
het feest van Mi-Carême het feest is der groote wasch-
inrichtingen, de optocht dien wij thans te zien krijgen is
alzoo eene opvolging van meer ot min rijk versierde
wagens, elke wagen behoort aan eene verschillende wasch-
inriehting, en het geheele personeel neemt in dit rijtuig
plaats, terwijl iedere wagen nog eene koningin telt, en
dikwijls ook een koning. Wij mogen blij zijn hier op de
trappen te staanwant op de boulevards kunnen de
menschen noch voor- noch achterwaartszij staan op
elkaar gepakt, en die zich in het midden van het gedrang
bevinden zien van het feest niet veel meer dan eene hoop
hoeden en ruggen. Kwartier voor tweeën nadert de eerste
wagendie der Classes Laborieuses daarna volgen die
van Alsace-Lorrainedie van Willem Tellvan Saint-
Bernard, Sainte Généviève, enz. enz. Daartusschen loopen
verscheidene fanfare-korpsen, met hoornblazers, bazuinen,
middeleeuwsche costumes enz. enz. Tegen half drie ver
schijnt een prachtige wagen, die van den lavoir Milton,
versierd met rood fluweel, gouden franjes en lange guir
landes van camelia's. In dezen wagen zit Mejuffr. Louise
Sicard die voor dezen dag is uitverkoren tot koningin
der koninginnen. Nauwelijks zijn de laatste rijtuigen
ons voorbijgetrokkenof wij dalen haastig de trappen
af en denken den optocht te volgen, doch dat blijkt be
paald onmogelijk, het gedrang is te groot, zóó zelfs, dat
de wagens den aangewezen weg niet kunnen volgen, en
verplicht zijn verscheidene zjjstraten te nemen, en langs
een omweg hun doel, het plein Place de la République,
bereiken. Voor ons, die den optocht gezien hebben, be-
teekent dit niet veel, doch voor hen, die op de boulevards
aan de vensters geduldig wachton is de teleurstelling
bijzonder groot. De maatregelen, door de politie genomen
ten einde de goede orde te verzekeren blijken ditmaal
totaal ontoereikendtwee malen achtereen is het ons
onmogelijk, onzen weg over de groote boulevards te ver
volgen, op de groote kruispunten dringen de menschen-
massa's van vier kanten tegen elkander in en op de
Place de la République is het gedrang zoo verbazend
groot, dat wij niet alleen niet voort kunnen, maar nog
bovendien bijna doodgedrukt wordeneenige vrouwen
krijgen het op de zenuwen, en soldaten en bereden politie
hebben de grootste moeite eenigszins de orde te bewaren.
Toch is het publiek bijzonder vroolijk in dat opzicht
is het hier een alleraangenaamst volk ieder is beleefd
en gedienstig, zoodat men slechts zelden hoort van per
soonlijke ongelukken. In den optocht zijn overigens ver
scheidene aardige costuumsal3 eene aardige kleine
marketentster bij de zouaven, twee kleine jonggehuwden,
een koddige notaris, verder pierrots, dansers en danseressen,
clowns, boerinnetjes, nikkertjes enz. enz. Alleraardigst
zijn ook de reclame-wagens, die aanhoudend prospectussen
en prijscouranten uitstrooien. Wijzen wij ook nog op
de cavalcade van den Moulin-Ronge hot zoo druk be
zochte publieke bal van de Place Blanche, met de in
geheel Parijs bekende excentrieke danseressen Grille-d'
Egout en Nini-Patte- en l'Airde twee sterren van de
vrije danskunst.
Het groote nieuws van den dag is hier het verbod
om te wedden bij de paardenwedrennen. Dit verbod
wordt heden van krachttoch zal dit niet lang stand
houden. Zonder wedden zijn de »courses" reddeloos ver
loren, daarom is het zoo goed als zeker, dat de wet wel
wet zal blijven, doch de regeering er een mouw aan zal
passenen men het weldra weder zal toelaten. Men
moet al een buitengewoon goed rechtsgeleerde zijn om
zulke wetten en vooral hunne toepassing goed te be
grijpen de wet toch verbiedt alle mogelijke spel
daardoor kan minister Constans niet anders doendan
het wedden verbieden; gaat men echter na hoe verbazend
groot het verlies zou zijn zoowel voor Parijs als voor
de provinciën zoowel voor spoorwegenomnibus- en
rijtuigmaatschappijen, als voor alle mogelijke takken van
handel en nijverheid, restaurants, naaisters, kleermakers,
modisten enz. enz., denkt men daarbij aan den slag die
zou worden toegebracht aan de paardenfokkerij, die zoo
zeer in verband staat met het belang'van het!leger,
denkt men aan al zulke en nog veel meer nadeelon
indien plotseling het wedden en daarmede grootendeels het
rennen ophielden, dan zal het niemand verwonderen, zoo
men ook hier den wijzen middenweg kiesten tracht
zoowel de wetde moraal als het publiek tevreden te
stellen. Om slechts een paar cijfers te noemen iederen
Zondag zijn twee duizend rijtuigen uitsluitend bezig met
het vervoer naar Longchamps en Auteuil, waar gedraafd
wordt. In één jaar tijd3 maakt het Pari Mutuel, het tot
nog toe officieel geoorloofde onderlinge wedden, een totaal
cijfer van 80 millioen franken, waarvan 2 percent, dus in
guldons 8 ton aan de publieke liefdadigheid ten goede ko
men. Het plotselinge verbod om te wedden brengt dus eene
buitengewone verwarring te weeg, doch is dit verbod slechts
tijdelijk en weldra zal men weer naar hartelust zijn
goede geld op allerlei paarden kunnen verliezen.
Parijs, 8 Mrt. 1891. J. M. T.
BEttdCrïïB. De heer de Smet de Naeyer, 'de clericale
afgevaardigde voor Gent, die den 13 tot rapporteur
der commissie voor de grondwetsherziening is benoemd,
heeft voorgesteld het kiesrechtbehoudens aan hen
die een zekeren census betalen, ook te verleenen aan alle
gehuwde burgers, die ten minste twee kamers bewonen.
Tevens stelde hij voor, dit stelsel onmiddellijk in; toe
passing te brengen bij de verkiezingen voor den gemeen
teraad en de Provinciale Staten, terwijl! hij zich voorts
aansloot bij het door den heerFrère Orban ontwikkelde plan.
Behoudens den radicalen afgevaardigde j-Tanson ver-
eenigde de liberale partij zich met dit plan waarmede
ook de regeering genoegen nam. Er werd afgesproken,
dat in de op den 18 te houden zittiug'een wetsontwerp
in dezen geest ter tafel zou worden gebracht.
De centrale sectie besloot ten slotte aan de regeering
te vragen of zij do gedragslijn door don heer Frère
voorgesteld, aanvaardde, nl. of de regeering een ontwerp
op de kiesrechthervorming voor de gemeenteraden en
de Provinciale Raden zou voorstellen en of zij, zoo deze
hervorming door twee derden der Kamer werd goedge
keurd tot de herziening der grondwet zou besluiten
daar deze hervorming den grondslag zal moeten uit
maken van het nieuwe artikel 47.
DIITSCHL IKD. De heer Windthorstde leider
der clericale partij, is den 14, des ochtends te 8'/4 uur, in den
ouderdom van 80 jaren overleden. Gedurende den nacht
werd hij door eene hevige koorts aangetast, die zijne krach
ten sloopte. Hij was de zoon van een landbouwer uit de
omstreken van Osnabriick te Kaldenhof. Zijne ouders wilden
hem aanvaukelijk voor pastoor opleiden, doch hierin kwam
verandering. Hij studeerde te Göttingen en te Heidel-
berg in de rechten en vestigde zich daarna als advocaat
te Osnabriick. Spoedig werd hij lid der Kamer in het
koninkrijk Hannover en in 1851 op 39jarigen leef
tijd minister van justitie. Na twee jaren moest hij
aftreden en werd toen weder lid der Kamer, totdat hij in
1862 andermaal minister werd en zulks bleef tot in 1866,
toen Hannover bij Pruisen ingelijfd werd. Het district
Meppen vaardigde hem dadelijk naar den Rijksdag af,
waar hij weldra als leider van het centrum optrad en
een der invloedrijkste mannen werd. De voorzitter van
het pruisische Huis van Afgevaardigden betuigde den 14
in de vergadering zijne deelneming in dit verlies en de
voorzitter van den Rijksdag bracht in bijzonder hartelijke
woorden aan hem hulde als een alom bekend redenaar
en staatsman van buitengewoon talentwiens woord
groot gewicht in de schaal legde en als een beminnens
waardig mensch wiens verlies alle partijon zulleu be
treuren. Kort vóór zijn overlijden riep hij nog luide
leve de Keizer en de KeizerinAlle bladen wijden
beschouwingen aan het groote verlies dat het centrum
door dit overlijden getroffen heeft.
Den 14 zeide Keizer Wilhelm tot de afgevaardigden
uit den Elzas, dat hij met ingenomenheid en dankbaar
heid kennis had genomen van de betuiging der bevolking
van het Rijkstand, dat zij trouw blijft aan het duitsche
Rijk. Het deed hem genoegen te vernemen dat de be
volking zich stelde op den grondslag van den nu be-
staanden toestand en niets wilde weten van de bemoeiingen
van vreemdenmaar de bescherming harer belangen
uitsluitend van het duitsche Rijk verwachtte. Hij betreurde
hetdat hij de wenschen der bevolking nu nog niet
kon inwilligen, maar hij uitte de hoop, dat binnen niet
zeer langen tijd de toestand eene verlichting van de be
palingen betreffende het grensverkeer zou toelaten. Des
te eerder zou dit kunnen geschieden, naar mate de be
volking zich meer overtuigde, dat de banden tusschen
Duitschlaud en Elzas onverbrekelijk zijn.
Bijksdag. Den 12 is de geheele begrooting van
marine aangenomen, nadat de zaak der gepantserde ka-
nonneerbooten overeenkomstig het voorstel der begroo-
tingscommissie afgedaan was. Het wetsontwerp tot wij
ziging der octrooiwet werd daarna met groote meerderheid
goedgekeurd.
KK6ELAID. Bij den sneeuwstorm in de vorige
week is nog een barkgestrandwaarvan de geheele
bemanning, 24 man sterk, omkwam.
De Koningin is den 12 van Windsor naar Londen
teruggekeerd.
Ierland. De afgevaardigde Wiiliam O'Brien ,"dio
thans in de gevangenis te Galway vertoefthad vóór
zijn vertrek ten vorigen jare naar Amerika een eisch tot
schadevergoeding ingesteld tegen minister Salisbury
omdat deze hem in een zijner redevoeringen in zijne eer
zou hebben aaugetast. Deze eisch werd hem ontzegd
en hij veroordeeld tot betaling der kostenjvan het geding,
ten bedrage van 20400. Hij betaalde deze som niet
waarom het openbaar ministerie hem thans in staat van
kennelijk onvermogen wil verklaren. Geschiedt zulks
dan verliest hij zijnen zetel in het Lagerhuis^en kan
hij eerst na verloop van een jaar weder zitting nemen
mits dan de verschuldigde som betaald is Hem is nog
acht dagen tijd gelaten om die schuld te voldoen.
FRAHKRIJK. Het bestuur der Fransche Bank
heeft den 12 besloten 60 millioen francs voor te schieten,
om de likwidatie mogelijk te maken van de in moeie-
lijkheden verkeerende »Société des dépots et comptes
courants", die den 13 aan de rechtbank der Seine ver
gunning vroeg om te mogen likwideeren.
Bij een ouden bedelaar, die zich dezer dagen uit het
door hem bewoonde zolderkamertje op straat wierp en
dood bleef, heeft men 40.000 aan effecten en geld
gevonden.
Uit de bekend geworden bijzonderheden van de tus
schen Engeland en Frankrijk gesloten overeenkomst
betrekkelijk het geschil over de visscherij in Newfound
land, blijkt, dat op verlangen van Frankrijk alleen de
kreeftenkwestie door het scheidsgerecht beslist zal worden.
Zoodra uitgemaakt is, of de gesloten verdragen aan de
fransche visschers het recht geven op de kusten van
Newfoundland kreeften te vangen en in te maken zou
bij gemeenschappelijk goedvinden het onderzoek zich tot
andere punten kunnen uitstrekken. Het scheidsgerecht
zal bestaan uit 7 personen, te weten drie buitenlandsche
rechtsgeleerden een zwitser een noor en een rus en
twee vertegenwoordigers van elk der beide, regeeringen.
Hangende het onderzoek blijft de voorloopige overeen
komst waarbij de tegenwoordige toestand gehandhaafd
wordtvan kracht. De bewoners en de wetgevende
vergadering van Newfoundland zijn met de gesloten
overeenkomst niet tevreden daar zij door het toestaan
der scheidsrechterlijke uitspraak hunne rechten reeds
verkort achten.
Te Caën en te Evreux is de republikeinsche, te Meluu
de socialistische candidaat tot lid van den Senaat ver
kozen.
Kaïner. Den 12 heeft minister Develle het aangekon
digde wetsontwerp tot regeling der wedrennen ingediend,
strekkende om voortaan het openen van renbanen afhan
kelijk te stellen van de machtiging van den minister
van landbouw. Deze machtiging zal alleen gegeven mogen
worden aan vereenigingenwelke al hare ontvangsten
aanwenden ter verbetering van de paardenfokkerij. Op
hare banen zullen zoodanige vereenigingen politiegezag
uitoefenen. Het ontwerp werd spoedeischend verklaard.
De heer Laur vroeg den 14 inlichtingen aan de re
geering over de maatregelenwelke de minister van
justitie dacht te nemen om te beletten de openbare
afzetterijen welke gepleegd worden door middel van
prospectussen of aankondigingen, waarin onwaarschijnlijke
winsten worden beloofd. Hij wees op de bedriegerijen
van buitenlandsche maatschappijen, die door uitgifte van
kleine aandeelen van 25 tot 100 fres. de spaarpenningen
aan Frankrijk onttrekken. Hij laakte den steun, door de
regeering verleend aan do »Société des Dépots et comptes
courants". Minister de Fallières antwoordde, dat zij, die bij
de laatstgenoemde maatschappij betrokken zijn ter ver
antwoording zullen worden geroeqeu mochten daartoe
termen bestaan. Hij zeide verder, dat een wetsontwerp
in gereedheid werd gebracht betreffende de »banques des
dépots". Sprekende over de zaak van Macéverklaarde
hij, dat hij oplichterijen van dezen aard niet zou dulden,
maar dat het de taak van den rechter wasom het
strafwetboek toe te passen. Hij erkende, dat buitenland
sche maatschappijen bedriegerijen plegen doch daar de
uitgifte van kleine aandeelen eene van die vraagstukken
is, waaromtrent de meening het sterkst verdeeld is be
hoort de beslissing aan den wetgever.
In den verderen loop dezer zeer woelige zitting verde
digde minister de Faillières nadrukkelijk de houding der
regeering.
Ten slotte werd tot de eenvoudige orde van den dag
overgegaan en het incident gesloten verklaard niette
genstaande het verzet van den heer Laur, die te midden
van het rumoer bleef protesteeren.
STAGEN-GENERAAL.
Tweede Hamer.
Postwet.
Bij de op den 12 aangevangen behandeling der Postwet
drong de heer Okma zeer aan op Zondagsrust, om de post-