No. 37
Drie en Negentigste Jaargang.
1891.
Y RIJ D A (j
27 MAART.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
EERSTE BLAD.
Stremming van liet verkeer.
Raadsvergadering.
FEUILLETON.
MIJN VRIEND PARELMAN.
Novelle van P. F. BRUNINUS.
21) —o—
ALKlIAAKSUIIi COURANT.
Doze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar j ©,8©franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummors 0,06.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel ©,13. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer S3.
Burgemeester en Wethouders van Alk-
haas brengen ter algemeene kennis, dat wegens her
stelling van don weg het verkeer langs Scliarloo
van Dinsdag 31 Maart tot nadere aankondiging voor
rij- en voertuigen GESTREMD zal zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. Maclaine Pont.
24 Maart 1891. De Secretaris,
Nuhout van dek Veen.
No. 4. Woensdag 25 Blaart 1S91
Voorzitter de Burgemeester A. Maclaine Pont.
Tegenwoordig 15 leden. De Voorzitter opent de
vergadering waarna
1. de notulen der vorige vergadering gelezen en goed
gekeurd worden.
2. Deelt de Voorzitter mede dat krachtens art. 68
der gemeentewet reeds in handen der vaste commissie
van financiën om bericht en raad gesteld is een verzoek
van regenten van het burgerweeshuis om machtiging
tot het doen van af-en overschrijvingen in de begrooting
van dat gesticht voor 1890.
Voor kennisgeving aangenomen.
Zijn in behandeling gekomen de sedert de vorige
vergadering ingekomen stukken.
3. Brief van burg. en weth. ten geleide van het op
24 Maart opgemaakte proces-verbaal van opneming der
kas en boeken van den gemeente-ontvanger.
4. Jaarverslag van de commissie van toezicht op het
lager onderwijs omtrent den toestand van dat onder
wijs in 1890.
Ns. 2 en 3 voor kennisgeving aangenomen.
5. Brief van den commissaris van politie, houdende
dankbetuiging voor de gunstige beschikkingte zijnen
opzichte in de laatste raadsvergadering genomen.
6. Brief van P. v. d. Ende, directeur, en P Hoekstra,
opzichter der gemeente-reiniging, houdende dankbetuiging
voor de gunstige beschikking, hun bij raadsbesluit van
18 Maart 11. verleend.
7. Brief van het bestuur der Piussticbting, houdende
mededeeling, dat in 1890 geene personen, voorkomende
op de vastgestelde kiezerslijsten, van zijnentwege onderstand
ontvingen.
8. Gelijke mededeeling van bet bestuur der Kerkelijke
Kas, volgens inlichtingen van diakenen der Ned. Ger. Kerk.
9. Gelijke mededeeling van de Yereeniging van den
H. Vincentins van Panlo.
10. Gelijk bericht van diakenen der ned. hervormde
gemeente.
Ns. 5 tot en met 10 voor kennisgeving aangenomen.
11. Rapport van burg. en weth. op het bezwaarschrift
van V. W. Goes tegen de kiezerslijsten. Daarbij
wordt medegedeeld, dat op de in dit jaar van den ontvan
ger der directe belastingen ontvangen opgave van alle
mannelijke inwoners, die in de kohieren der personeele
belasting over hot dienstjaar 1889/90 ter zake van hunne
woning aangeslagen waren naar eene huurwaarde, die
hun recht gaf, om op de kiezerslijsten te worden geplaatst
en die in het kohier van de grondbelasting over 1890
aangeslagen waren tot een bedrag van minstens 10 in
hoofdsom en Rijksopcenten en wier aanslagen ten volle
zijn aangezuiverd, ouder volgn. 422 voorkwam:
Personeele belasting.
Artikel Bedrag van
van het de buurw.
kohier. der woning.
Goes C. J., Houttil B 48, 746 325,—
Grondbelasting
6479 28,71
Op grond van die opgave werd op de kiezerslijst geplaatst
C. J. Goes. Thans vraagt V. W. Goes alsnog daarop
te worden geplaatst, daarbij overleggende een bewijs van
betaalde grondbelasting over het dienstjaar 1890 van
onroerende goederen, door hem en zijnen broeder C. J.
Goes ieder voor de helft bezeten. Uit dat biljet blijkt,
dat die aanslag, daarop vermeld ten name van C. J. Goes
c s., dezelfde is als in genoemde opgave gesteld is ten name
van C. J. Goes alleen. Die foutieve vermelding is een
gevolg van het voorschrift, door den minister van finan
ciën bij besluit van 3 October 1888 Nr. 9 (verz. Nr. 112)
onder punt 5 voor de invulling van bovengenoemde
opgave gegeven, luidende:
«Met aanslagen in de grondbelasting ten name van
een belastingplichtige onder bijvoeging van e. a. of c. s.
moet gehandeld worden alsof die bijvoeging niet in het
kohier was opgenomen."
Zij konden dus V. W. Goes onmogelijk op de kiezers
lijsten plaatsen. V. W Goes had echter gevolg moeten
geven aan het tweede lid van art. 7 der kieswet en zich
naar aanleiding van de daartoe gedane oproeping vóör
15 Februari 1.1., onder overlegging van het thans over
gelegde biljet, moeten aanmelden bij den voorzitter van
den gemeenteraad met het verzoek op de kiezers
lijsten te worden geplaatst. Had bij dit gedaan dan
had het door de regeering voorgeschreven onderzoek bij
den bewaarder der hypotheken naar de juistheid zjjner
opgaven kunnen geschieden. De toenmalige minister
van binnenl. zaken heeft in 1888 aan den burgemeester
van Schoonhoven o. a. op eene vraag in een dergelijk
geval te kennen gegeven dat
»wat de personen betreft, die na den bij de wet be
paalden dag zich beroepen op aandeelen in aanslagen in
de grondbelasting wegens onverdeelde onroerende goede
ren, deze evenmin (loor den gemeenteraad op de kiezers
lijsten kunnen worden geplaatst, aangezien de gelegen
heid ontbreekt te hunnen opzichte een onderzoek in te
stellen in overeenstemming met den aangehaalden alge-
meenen maatregel van bestuur."
In overeenstemming met dat gevoelen zijn zij das van
oordeel, dat aan het verzoek van Y. W. Goes niet kan
worden voldaan en stellen zij voor, afwijzend op zijn
verzoek te beschikken, onder mededeeling van voren
staande redenen. Ter voorkoming, dat voortaan derge
lijke gevallen weder kunnen voorkomen, verzoeken zij
echter machtigingom den minister van financiën te
wijzen op de gevolgen van het hierboven vermelde voor
schrift en Z.E. uit te noodigeu, hierin verandering te
brengen.
Zonder beraadslaging, met algemeene stemmen, afwij
zend op het verzoek beschikt, welke afwijzende beschik
king aan V. W. Goes door een deurwaarder beteekend
za! worden, zooals voorgeschreven is bij artikel 14 der
kieswet.
12. Rapport der speciale commissie omtrent het ver
zoek van den heer R. Bossert «z., om vergoeding der
schade, ten bedrage van j 277, hem op 24 Januari 1.1.
des avonds omstreeks half 6 toegebrachtdoordat het
lemoen van een wagen der gemeente-reiniging de glas
ruit van zijnen winkel vernielde en verscheidene daar
uitgestalde zilveren voorwerpen vernielde of bescha
digde. De leden der commissie zijn eenparig van oor
deel, dat, waar in casu vaststaat, dat de schade werd
veroorzaakt door paard en wagen, bij de gemeente-reini
ging in gebruik en eigendom van de gemeente, bestuurd
door een werkman in dienst van de gemeente, de ge
stelde vraag in bevestigenden zin moet worden beantwoord.
Mag na volgens ontvangen inlichtingen worden aange
nomen, dat het door den heer Bossert gestelde cijfer
ongeveer uitdrukt het bedrag dor door hem geleden
schadezoo stelt de commissie voor aan dien heer ter
zake bovengemeld nit te koeren eene schadevergoeding
van 277.
Zonder beraadslaging, mot algemeene stommen, het
voorstel der commissie aangenomen, zullende dat bedrag
voldaan worden uit den post voor onvoorziene uitgaven
der gemeente-begrooting voor 1891.
13. Het voorstel van burg. en weth. betrekkelijk bet
in bet leven roepen eener inrichting voor hooger
onderwijs het indertijd voorgestelde ontwerp-besluit
luidt als volgt
De gemeenteraad van Alkmaar
Wenschende binnen de gemeente^ gevestigd te zien eene
bijzondere inrichting van gymnasiaal onderwijs waar
gelegenheid bestaat, de jongelieden in staat te stellen,
het staats-examen te kunnen afleggen, om tot de Hooge-
school te worden toegelaten
B e s1 uit:
aan een doctor in de letteren die zoodanige inrichting
van onderwijs in Alkmaar zal vestigen uit te loven
eene jaarlijksche subsidie van 2200 a f 2500, het juiste
bedrag bij het later te nemen raadsbesluit te bepalen
en zulks onder de volgende voorwaarden
lo dat die subsidie zal worden verleend voor zes jaren
met dien verstandedat zij zal worden vernieuwd
indien die inrichting door een voldoend aantal leer
lingen zal worden bezocht;
2° dat de ondernemer voorziet in de lokaliteitin bet
schoonhouden, verwarmen en verlichten daarvan en in
de banken, borden enz., mochten dergelijke benoodigd-
heden gevorderd worden
Baak's hart klopte vrij wat sneller dan gewoonlijk.
Nu zijn we vergeten of in dien gedenkwaardigen nacht
de maan met haar liefelijke stralen het aardrijk, eu meer
speciaal den tuin waarin Baak verscholen was«over
goot," of nietmaar dit doet ook niets af tot de feiten,
die bovendien geen maanlicht-effect noodig hadden. Al
leen voor het geval we een ontmoeting van twee medo
minnaars elk met een degen op zijde, hadden moeten
beschrijven zouden we voor het effect gaarne een maan
ter beschikking hebben gehad, en ware ze er niet geweest,
zooden we de vrijheid hebben genomen er zelf een te
maken op zekere oogenblikken onder het gekletter der
zwaarden te bewolkenmaar deze tuingeschiedenis is
te eenvoudig voor dien theattalen aanlegen daarom
vermelden we alleen, dat het, bij den klaren nachtelij
ken zomerhemelnog licht genoeg was voor iemand met
goede oogen, om twintig schreden ver vrij duidelijk oen
menschelij ke gedaante te onderscheiden.
Onze ingenieur had een bij uitstek scherp oog. Hij zag
mcjuffer Betje naar de achterdeur gaan die openeneu
terstond trad een beer binnen die daar blijkbaar op de
wacht had gestaan. Het was de jonge Parelmam. Dit
zag Baak duidelijken even duidelijk hoorde hij het ge
luid van eenkus. Baak voelde dat hij een kleur
kreeg. We moeten den wakkeren jongen recht laten
wedervaren: het was geen schuchterheid, geen schaamte
van getuige te zijn eener galante samenkomstwelke
hem deed blozenmaar hot was verontwaardiging.
Toen volgde er een geheimzinnig gefluister en het paar
kwam nader. Do ingenieur zdg hóe dé jonker zijn arm
om het slanke middel der coquette Betjo had geslagen
en hij hoorde wat ze fluisterdentotdat ze hem een
tiental schreden voorbij waren. Hij had genoeg gezien
en gehoord om een einde aan deze belangwekkende samen
komst te te maken en hij deed dit door te hoesten en
eeuige harde voetstappen te doen hooren.
Jammer weer dat we niet over de maan kunnen be
schikken anders zonden we den lezer laten zien hoe
bleek de ingenieur vras, hoe zijn mannelijk gelaat zich
verwrongen had en zijn oog fonkelde van toorn; maar
dit gebeurde in het donker en we weten het alleen bij
overlevering.
Betje had zich losgerukt en moeite gehad een kreet
van ontsteltenis te onderdrukken. Ze had den jonker
driftig met de hand gewenkt zich te verwijderen eri was
toen zoo haastig mogelijk naar de tuindeur gevlucht en
in huis verdwenen.
De jonker stond een oogenblik verslagentoen stapte
hij met groote schreden en op de punten zijner voeten
naar de achterdeuren daar vond hij Baak. Juist werd
boven het raam toegeschoven Het was koel geworden,
Baak die den indringer hoorde aankomenwierp de
achterdeur, haastig in het slot en ging hem rustig tege
moet. Nooit was een man in een moeielijk oogenblik
kalmer geweestmaar deze man was ook een m a n, en
nu had hij al den schroomdien Louise hem zoo on
schuldig en onwetend had opgelegdafgeschud. Daar
stond hij tegenover Parelman. De jonker week terng als
voor een geestverschijning. Baak nam hem eens op en
zei toen effen «Ah meneer Parelman Moet u de
achterdeur uit
«Ja, mijnheer," antwoordde de jonker vrij gevat. «Den
zelfden weg, langs welken u binnenkomt."
«O, ja-wel," zei de ingenieur; «maar ik heb in last,
die achterdeur gesloten te houden voor hendie hier
's nachts niet thuis behooren voor dieven, indringers,
in het kort, voor slecht volk. Hebt u soms een bezoek
bij de dames gebracht
»Ja," antwoordde Parelman stoutweg. «Wees zoo goed
de deur voor mij te openen."
«Welke deur, mijnheer?" vroeg Baak.
De achterdeur, mijnheer," antwoordde de jonker ze
nuwachtig.
«Met den besten wil van de wereld is me dat onmo
gelijk zei Baak «ik heb don sleutel niet bij me. Maar
hoe komt ge er toemijnheer Parelmanlangs dezen
ongewonen weg het huis te verlaten waar ge een be
leefdheids-bezoek hebt gebracht? Dat begrijp ik waarlijk
niet. Ik zal u de voordeur openen. Ge schaamt u immers
niet voor het huis dat ge met uw bezoek vereert Eu
zoo janiemand ziet u want er is geen sterveling
op den weg, Ik zal wel zorgen dat ge ongemerkt bui
ten komt,"
Jonker Parelman had Baak wel willen aanvliegen
maar Baak had een stevigen stok ik de hand en hjj-zelf
had niets als zijne voorname handjes die in het geheel
niet naar een vechtpartij stonden; Baak was een vier
kante sterke klanten hij was een tenger jongmensch
bezield met een zeer verklaarbaren afkeer van worstel-
oofeningen waarin hij waarschijnlijk het onderspit moest
delven.
«Gij die hier thuis zijt," antwoordde hij met een iet
wat bevende stem «zult me even goed deze deur kun
nen uitlatenals de andere. Deze weg is voor mij nader.
«Met uw verlof," zei de ingenieur; «dit is oen om
weg. Als ge morgen de moeite wilt nemen op ons bureau
te komen zal ik u dit op de kaart aantoonen. Ge
gaat langs omwegen mijnheer Parelman. Wees zoo
goed me te volgen, en ik zal u op den grooteu weg brengen."
Eu Baak ging bedaard voort naar de tuindeur.
De jonker volgde en dacht er over, den ingenieur den
stok uit de hand te rukken om er hem den schedel mede
te verbrijzelen maar hij zag van dit menseblievend
plan af, omdat het zoowel in de uitvoering als in de
gevolgen eenige moeielijk heden kon opleveren.
Hij bleef staan en vroeg kort en driftig: «Wat wilt
ge, mijnheer?"
Baak bleef ook staan; wierp eerst een blik naar de
verlichte ramen boven en antwoordde toen «Ik wil u
uitlaten anders niets." Wordt vervolgd.