No. 38* lïrie en Megentigste Jaargang. 1891. ZONDAG 29 MAART. TWEEDE BLAD. Officieel Gedeelte. Stremming van het verkeer. Nationale Militie. PARIJSCHE BRIEVEN. FEUILLETON. MIJN VRIEND PARELMAN. Novelle van P. F. BfiUNINGS. ALKNAABSCHE €0URA\T. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- eD Saterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,8©franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers O,©O. Prijs der gewone Advertentiën: Per regel O,ld. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers IIERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 23. Burgemeester en Wethouders van Alk maar brengen ter algemeens kennis, dat wegens her stelling van den weg het verkeer langs Seliarloo van Dinsdag 31 Maart tot nadere aankondiging voor rij- en voertuigen ©KSTR.EMD zal zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. Maclaine Pont. 24 Maart 1891. De Secretaris, Nuhout van der Veen. B n r g e me ester en Wethouders van Alk maar brengen ter kennis van de belanghebbenden dat de Militieraad in dit districtten raadbuize der gemeente HOORN, op Maandag den 13 April e.k., des voormiddags te 11 uren, zijne 2o zitting zal houden tot het beoordeelen der lichaamsgebreken van de lotelingen, die niet in de mogelijkheid waren de le zit ting bij te wonen eu van eene in de lo zitting uitgostelde uitspraak omtrent broederdienst, beuevens van de p 1 a a-t svervangers en nnmmerverwis- selaars, die door of namens de lotelingen dezer ge meente, onder overlegging der vereischte stukken, wor den aangeboden. Zoodra de plaatsvervanger of nummer verwisselaar goed gekeurd ismoot hot bewijs zijner goedkeuring ten s p o e d i.g s t e ter secretarie dezer gemeente bezorgd worden. Burgemeester en wethouders voornoemd Alkmaar, A. Maclaine Pont. 28 Maart 1891. De Secretaris, Nuhout van der Veen. LXXXI. Le Mage. Opera iu vijf bedrijven en 6 tafereelen. Gedicht van Jean Richepin, muziek van Jules Massenet. Een »Mage' is een perzisch geleerde, een sterrekundige of liever sterrewichelaareen priester van de leer van Zoroastre. In het gedicht van Richepin is de Mage Zoroastre zelf, en worden wij verplaatst naar Oud-Azië, 2500 jaren vóór J. C. Voor het gemak van den aan hoorder ©n toeschouwer heeft Richepin zelf eene korte tekst gemaakt van deze operaen kuunen wij dus den dichter aan het woord laten le Bedrijf. Voor de tent van Zarastra, overwinnaar der Tourraniers liggen gevangenen en zingen een hunner 22) o- De jonker trad eensklaps op hem toe en zei kuarstan- dend .Mijnheer, go maakt misbruik vau den toestand, waarin een galant-homme toevallig is geraakt." «Wat is dat galant-homme vroeg Baak. «Ik kom hier," antwoordde de jonker tintelend yan boosheid «om om een bout-de-cour te maken aan .Aan wie?" «Nu ja, aan het kamermeisje." .Komt ge hier om het kamermeisje of om iemand anders vroeg Baak met een blik naar hot raam waar Louise zat. »Ge weet even goed als ik dat haar papa tegen me isen daarom .Kust ge de kamenier en vertelt ge het malle schaap, dat ge maar om de grap fransche briefjes schrijft aan de dochter van mijn chef. Nu, miju waarde heer, ik zal uw Don-Juannerie voor me houden; maar go gaat ditmaal de voordeur uiteu ik beloof u dat ik niets publiek zal maken." »En ik beloof u zei de ander woedend .dat ik het wèl zal doen. Ik zal het wereldkundig maken dat ge bier langs de achterdeur binnenkomthier logeerthier bet veld ruim hebthier kunt doen wat u wilt in ab sentie van uw chef. Uw positie is hier in huis beneden critiek Het is een schandaalIk zal u wel vinden meneer 1 Baak had een oogenblik van strijd. Hij wilde Parel man met een vuistslag tegen den grond werpen maar bij bedwong zich. Hij overlegde een oogenblik met zich zelf; toen ging hij voort, naar het open raam van de keuken. De oude keukenmeid sluimerde nog steeds. .Kaatje riep hij. Kaatje schrikte op; baar dut liep ook juist ten einde liederen. De dag broekt aan, de gevangenen staan opi en worden naar de stad geleid. De hoogepriester Amron vraagt naar Zarastra en laat hem dadelijk daarop alleen met zijne dochter Varedha, die met Zarastra wenscht te trouwen. Varedha is priesteres van Djahigodiu der wellust, zij verklaart hare liefde aan Zarastra eu tracht hem te verleiden, doch deze stoot haar van zich, zeggende dat hij de Djahi verafschuwt; de ware oorzaak echter is zijne liefde voor Anahita zijne gevangene en koningin van Touran. 2e Bedrijf, le tafreel. Varedha daalt af in de ge welven onder Djabi's tempel om te sterven. Haarvader, Amran belet dit en weet hare jaloezie en wraakzucht op te wekken door baar te wijzen op de liefde van Zarastra voor Anahita. 2e Bedrijf, 2o tafreel. Optocht der overwonnen opperhoofden der gevangene maagden van den buit welke Zarastra den koning aanbiedt. Vervolgens stelt hij Anahita aan hem voor. en verzoekt met haar te mogen huwen. De koning wil toestemmendoch Amron en Varedha verzotten zich daartegen, bewerende dat Zarastra eene huwelijksgelofte heeft gedaan aan de priesteres, en dat hij haar minnaar is. Alle priesters, wier getuigenis door Amron wordt ingeroepen, ondersteunen Varedha; de menigte, de koning, zelfs Anahita, zijn verplicht hen te gelooven. Zijn de goden zeiven, door hunne priosters, niet tegen Zarastra De koning beveelt hem de priesteres te huwen, doch hij weigert, verontwaardigd over den algemeenen leugenvervloekt de valsche getuigen do lasteraars, en tot zelfs de goden die hen beschermen, en ontvlucht aan al die valsche lieden ten einde do getui genis van Mazda, den god der waarheid, in te roepen. 3e Bedrijf. Evenals Mozes op den berg Sinaï zoo onderhoudt ook Zarastra zich met zijn god op den hei ligen berg Hij daalt den berg af, en is thans de profeet geworden, de Mage", en onderricht zijne eerste discipelen in de nieuwe leer. Hij sticht het masdéisme en zendt zijne priesters uit om overal zijne leer te verkondigen. Alloen gebleven staat hij aan de verzoeking bloot. Eerst openbaart zich de bekoring in hemzelven bij de gedachte aan Anahita, welke gedaehte hij verdrijft door het gebed. Vervolgens komt Varedha, die hem den troon aanbiedt en vooral haar eigen persoon. Zij maakt hem eene hartstochtelijke verleidingsscène, en ab hij haar opnieuw afweert, wreekt zij zieh eu plaagt hem op hare beurt, door zijne jaloezie op te wekken met de valsche mede- deeling, dat Auahita den koning bemint eu met hem huwen zal. 4e Bedrijf. Anahita bemint den koning niet, doch deze heeft haar lief en wil haar met geweld huwen. Een feest wordt gegeven in den tempel van Djahi. De koning en Anahita worden binnengeleid; ondanks haro gebeden en bedreigingen vereenigt Amron haar met den koning. Varedha is dan eindelijk gewroken thans kan Anahita haar niet langer in den weg staan. Doch hare vreugde is vau korten duur, het volk van Anahita is «Ik ben het, Kaalje hernam de ingenieur. Kaatje herkende de stem en ze kwam aan het raam. «Hier is mijnheer Parelman," zei Baak, «die door de achterdeur is binnen gekomen en nu is die deur dicht. Wil-jo mijnheer eens uitlaten?" «Ja, mijnheer," zei Kaatje soezerig. Kaatje slofte naar de voordeur, eu terwijl Baak den jonker met een lichte buiging en een handgebaar ver zocht, hem voor te gaan, grauwde deze hem toe: «Ik ml u wel vindenmeneer, u znlt me satisfactie geven." Waarvoor?" vroeg Baak. «Voor de beleediging die u mij hebt aangedaan," ant woordde de ander grimmig. «Zoo Ik heb u niet beleedigd mijnheer Parel man hoewel het me moeite kost het niet te doen Betje had de tuindeur open gelaten en Baak ging den indringer vóór in de gang. Hij riep Kaatje terug, die reeds bij de voordeur was, eu voegde haix toe: «zeg niets boven blijf bij de hand ik zal je roepen als het noodig is." Hij outslaot het kantoor, stak de lamp aan en zei, a&tjd even bedaard, tot Parelman: «Kom binnen, mijn heel', dan znllen wo samen nog eens praten. Ga zitten." De jonker verkeerde in zulk ceu moeilijken toestand en gevoelde zich zoo machteloos tegenover de kalmte vau zijn tegenstander, dat hij onwillekeurig gehoorzaamde. Baak was beleefd genoeg, hem een sigaar aan te bieden, die mot een stuursch gezicht werd afgewezen. Hij stak er zelf een aan en toen hij gezeten was, hernam hij Waartoe opschudding verwekt? Ik zal u de achterdeur uitlateD, als ge wilt, maar onder stellige belofte, dat ge de familie van uw bezoeken verschoont." Dan hebt gij het veld vrij hè zei de brutale jonker. «Ik ben hier op mijn plaats antwoordde Baak - »maar gij niet. Ik heb uw geheele gesprek mot dat ongelukkige meisje aangehoord. Ze zal wel niet uit uw handen te redden zijnmaar gebruik nu geen hooge woorden, want, ze laten mij koud." «Wilt n me maar uitlaten vroeg de jonker opstaande; «er is hier een insupportabele tabakslucht. Ik heb nw predi- in opstand gekomen eu ijlt der koningin te hulp. De Tourauiers bestormen den tempel, een gevecht ontstaat, brand en moord, Amron, de koning eu Varedha vallen. Anahita zingt den wilden aanvalsmarche van Touron en geleidt zelve de slachting. 5e Bedrijf. Zarastra weent op de bouwvallen der verwoeste stad. Onder de dooden herkent hij zijne per soonlijke vijanden, eu vreest ook Anahita dood te vinden. Doch de koningin leeft, zij ontmoet Zarastra, zij hebben elkander nog lief, en Mazda, de god der waarheid, ver biedt aan zijn Mage zulk een heilig huwelijk niet. Doch Varedha die nog niet dood is ontwaakt uit hare be wusteloosheid, zij roept de hulp in vau Djahi, het eenige afgodsbeeld, dat nog bleef staan te midden der ruïnen, de brand breekt opnieuw uit, en dreigt de beide gelieven te verteeren; doch Zarastra roept zijn god aan, het vuur dooft uit, en hij noemt Anahita met zich, terwijl Varedha sterft van machtelooze razernij. Zoover het livret, hetwelk verre verheven is boven de gewone operateksten, het is een waar poëem, geschreven door een waar dichter. De muziek van Massenet is geheel en al iD den toon van het gedicht, beurtelings lief, medesleepend, hartstoch telijk, liefkozend, nu eens wereldsch, dan weer godsdienstig of nog liever mystiek hot gedicht en de muziek gaan hand iu hand en doorloopen alle trilliugen der liefde zij spreken van liefdezij leven er iu en sterven er door. Voegt nu hierbij prachtige decorat.iënrijke costumes, kunstige tooneelschikking, en bovenal zangers, die ieder op zichzelf zich met liefde en kunst van huuue schooue taak kwijten dan wordt hier eeu geheel ver kregen, zooals in jaren lang de groote opera ons niet te aanschouwen gaf. Do hoofdrollen zijn in uitstekende handen de tenor Vergnet gaat geheel op in zijne rol van den Mage Zarastra, Delmas is een zeer indrukwek kend hoogepriester. Do rol van Anahita is een triomf voor Mile Lureau-Escalaïs, en die van Varedha kon aan niemand beter toevertrouwd zijn dan aan Mme. Piérens. Aan koor en orkest komt alle lof toe, en ook het ballet met de danseres Rosita Mauri is een waar succes. Nu wij toch over muziek praten, willen wij een oogen-. blik stilstaan bij een nieuwtje. De maire van het 3e arrondissement van Parijs schijut ook een bijzonder lief hebber van muziek, en van nu af worden de trouwlustigen door hem op recht feestelijke wijze ontvangen. Had reeds- mejuffr. Jeanne Hugo een concert op het stadhuis (mairiè-V bij gelegenheid van haar huwelijk met Léon Daudet, ook thaus^ weder kregen wij bij een ander huwelijk de »Marche Nuptiale" Hoehzoitsmarche) van Mendelssohn, vervolgens; na de wettige formaliteiten, hooren wij eene rêverie van. Bach aan. Lambert fils van het Théatre Francais draagt een fragment voor uit de «Contemplations" van Victor Hugo de heer Garrignes van de Opera geeft een solo voor waldhoorndaarna krijgen wij nog de ouverture van de Muette, en het Ave Maria van Gounod. De genoodigden verlaten eindelijk de zaal en worden katie's niet noodig. Wat u zegt gehoord te hebben, bestaat in uw zenuwachtige verbeelding; hobt u soms getuigen ge had, meneer, toen u in den tuin in embuscade laagt Baak stond ophij begreep dat hij met eeu onbe schaamd heer te doen had met wieu niets te beginnen was. «Ik had^ u de beschaming willen hesparen, mijnheer," zei hij. «Nu is het uit. Ik zal u de deur uitzetten." »Dat znlt gij niet!" riep de ander, eensklaps opsprin gende en een dolkmes uit den zak trekkendo. Baak zag verachtelijk op het wapen neer: Op alles ingericht?" zoi hij met een glimlach. «Ge komt hier met goede bedoelingen mijnheer. Verlaat nu miju kamer, en zie hoe ge het huis uitkomt." Hij keerde den indringer don rug toe, plaatste de- lamp op zijn schrijftafel en keek niet naar den ander om. De jonker had den knop van de deur in de hand hij wendde het hoofd om, eu mompelde: «Poltron." Baak schoot in een lachzoo luid en ongedwongen r dat mijnheer Parolman junior er vorbaasd over stond. 'Ge lacht mijnheer, als ik u insulteer riep de jonker. «Natuüilijk zei Baak. «Zou ik misschien moeten huilen meneer Parelman? U insnlteert me niet, ge loof me. Maar ik wil u toch wel den raad geven in© zulke malligheden niet te zoggen in het bijzijn van derden, - want dat zon heel onaangenaam voor n kunnen uitval- len. Wees nu zoo goed en laat me aan mijn werk." Zóó kon de jonker toch niet heengaan. Die aftocht was te smadelijk. Hij' trad eensklaps op Baak toe die zich snel omkeerdedenkende dat het driest ionemensch hem te lijf wilde. «Mijnheer," zei de jonker, «ik begrijp uit de wijze, waarop gemij hier iu don val hebt gelokt «Ik u in den val gelokt?' vroeg Baak met groote; oogen. »Ge zj't er, dunk me, vrijwillig ingeloopen." «Ho hebt opzettelj'k de achterdeur opengelaten," zei de jonker driftig, »en een ander gelast ze te sluiten. Toen is u geheimzinnig binnengekomen eu hebt ge u verborgen. Dat is het werk van een «Ik vind n vervelend," zei Baak en h j keek op zijn werk. «Ik begrijp dat eeu mouchard zooals gij," hernam de jonker, «die oen gentleman geen satisfactie durft geven, van zju ontdekking het meest mogeljk deloyaal gebruik zal maken

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 5