Amsterdamsdie Brieven. Buitenland. Heeft zij niet geijverd om de ontwerpen der Regeering zooveel mogelijk naar hare inzichten te verbeteien? Heeft zij zich niet ingespannen om zoo duidelijk mogelijk van hare eigene inzichten te doen blijken en vorm te geven aan eigen denkbeelden hetzij door het voorstellen van amendementen op het werk der Regeering of door het indienen van een eigen ontwerp. Wanneer iets duidelijk is geworden in de laatste drie jarendan is het onbetwistbaar het onvermogen der anti-liberalen om in onderling bondgenootschap eenige belangrijke hervorming tot stand te brengen. Op het gebied van het kiesrecht houden de Katholieken alle uitbreiding tegen. Onderlinge verdeeldheid belet heneen belasting op het roerend vermogen of een algemeene rijks-inkomstenbelasting voor te stellen. Het wederzijdsch wantrouwen is zoo groot dat geen der beide verbonden partjjen gerust is, indien er niet althans vier zuivere antirevolutionairen in het Ministerie zitting hebben en daartegenover niet juist ook vier «andersge- zinden" staan. De indiening van de legerwet heeft ten slotte een openbare breuk doen ontstaan en als deze wet in veilige haven komt, dan zal het zijn ondanks een deel der rechterzijde en met krachtige hulp van de liberale partij. Daarentegen heeft de liberale partij met hoogst ge lukkig gevolg, ondanks hare positie van minderheid in de Tweede Kamer, gelegenheid weten te vinden om omtrent twee belangrijke punten zoo duidelijk en krachtig mogelijk van hare beginselen en inzichten te getuigen. Eenstemmig verklaarde zij zich voor een amendement op het voorgedra gen ontwerp tot wijziging van deschoolwet, dat de invoering van leerplicht ten doel had. Vijf harer leden dienden een ontwerp in tot invoering eonen inkomstenbelasting, die in de laagste klasse ruim één half percent zou bedragen en allengs zou klimmen zoodat zij voor een inkomen van 5000 zou komen op 3 percent en verder lang zaam zou stijgen tot 6 percent voor de aanzienlijkste vermogens. Met dat voorstel vormden één geheel de ontwerpen tot afschaffing van het patentrecht, van den accijns op het zout en van de opcenten der registratie rechten bij overdracht van vastgoed. De antiliberale meerderheid verwierp natuurlijk artikel 1 maar alle liberale Kamerleden stemden er voor. Bij de behandeling der wet tot beperking van den arbeid van vrouwen en persoi en beneden de zestien jaren was het de liberale partij, die door hare krachtige medewerking heeft gezorgd dat deze wetook al moge zij in sommige opzichten niet aan alle eischen voldoen, die men met recht had mogen stellen daarentegen op anderewaaronder zeer belangrijke punten hetzij de wetgeving van alle andere lauden overtreft, hetzij alleen door de Engelsche wet wordt geëvenaard. Als nu de zaken zóó staan als dit de houding der liberale partij na de Grondwetsherziening is geweest is dan niet het wantrouwen ongerechtvaardigd, waarmede sommigen haar den rug toewenden haar openlijk ver loochenen en zich van haar afscheiden 1 Is dan wel de twijfel gewettigd doorstralende in de woorden van anderendie nog aan haar vaandel getrouw zijn ge bleven Over de tekortkomingen van vroegere jaren is eindelijk lang genoeg getobd en gejammerd. Erkenning van eigen fouten is nuttig en belijdenis van Schuld is loffelijk maar zij moeten niet leiden tot verslapping en moede loosheid zij moeten spoedig vervangen worden door vaster plichtbesefnieuwen moed en sterker krachtsin spanning. Onze verwachting omtrent de liberale partij moet minder gebouwd zijn op de laatste jaren vóór de Grondwetsherzieningdan op de drie jaren die daarna zijn verstreken en de ervaring van die jaren moet onzes inziens de overtuiging hebben gevestigdzoowel dat een bondgenootschap van anti-liberale partijen ons de noodige hervormingen niet kan brengen als dat zij met grond van de liberale partij verwacht kunneu worden. XXXVIII. In aansluiting met mijn vorigén brief is eene bespre king van het Concertgebouw het eerst aan de beurt. Daar zwaait Kes den schepter over zijne getrouwen, op eene wijze dat -zijne uitvoeringen zich in een zekere beroemdheid mogen verheugen. In het Concortgebouw «Mijnheer de baron verzoekt de dames en mijnheer, overal rond te wandelenwaar ze verkiezen. Het goed slaat open voor mijnheer en de familie." Mijn dames kwamen zachtjes nader. Het gelaat mijner goede Cateau straalde van gelukzoo glansrijk als de lieve zon boven ons. Louise had ook een vriendelijke glimlach op haar rozenlippen, en ik arme slaaf van de glimlachjes mijner vrouwelijke naasten antwoordde den deftigen lijftrawant; «Mijn complimenten aan mijnheer den baronheel vriendelijkzeer verplichtwe zullen gaarne van de vergunning gebruik maken heel aangenaam heel vrien delijk. Vooral mijn complimenten." Ik lachte den boodschapper allerminzaamst toe en knikte zoo hoffelijk als 't iemand in burgerkleeding ver oorloofd is tegen een man in liverei te doen. De man was nog niet aan het einde zijner missie want hij boog opnieuw, en zei toen dat we door het park konden wandelen op tweederlei manieren de eene manier was rechts en de andere links, zoodra we het hek binnen warenen de beide manieren zouden ons brengen op het punt waar we wezen moesten namelijk een brug over de beek die door het goed liep, en over de brug gaande, kwamen wij in het bosch. «Heel goed; dank-je wel," zei ik, en knikte den ge dienstige aller liefhebberijknechten nog eens vriendelijk toe, waarna de man een statige buiging maakte en met majestneussen tred naar de adellijke woning terugkeerde. «Zouden we nu maar niet voortwandelen zei ik tot mijn dames, die den deftigen bediende vol erkentelijkheid en een soort van bewondering naoogden. Ik had den man den rug toegekeerd en wilde den in geslagen weg vervolgen. «Zouden we dan niet door het hek en over het goed gaan vroeg mijn vrouw verwonderd. «Dat kunnen we doen antwoordde ik «maar we kunnen er ook om heen gaan een paar honderd pasten verder ligt nog een brugen dan komen we ook in het bosch." Wordt vervolgd. wordt de kunst beoefend door mannen van veel begaafd heid. onder een leider, die op één lijn mag gesteld worden met de beste orkestdirecteuren van het buitenland. Als men dat bedenkt, zou men zeker verwachten, dat in een stad als Amsterdam zulk een onderneming moest bloeien. Niet alleen telt de hoofdstad onder hare vele duizenden inwoners verscheidene ernstige muziekbeoefenarendie alleen in het Concertgebouw hunne weuschen bevredigd vinden maar bovendien zijn er nog honderden minder muzikaal begaafden, die zich gaarne het air geven, dat alleen de meesterstukkenonder Kes ten gehoore ge bracht, openbaringen voor hen zijn. Het geeft nu eenmaal een goed idee van iemands muzikale ontwikkeling als hij het Concertgebouw getrouw bezoekt en met de uit voeringen, die daarin plaats vinden, dweept. Ondanks al die gunstige omstandigheden is evenwel de geldelijke zijde de zwakste. Als niet van tijd tot tijd kunstlief hebbers hunne beurzen openden en leegstortton in de schraal voorziene kassen van den kunststempel aan de Van Baerle-straatzou deze zeker reeds lang eenzaam en verlaten zijn, met liquidatie-papieren over de uitvoe ringsprogramma's geplakt. Maar telkens als de nood het hoogst islaat de redding niet op zich wachten en worden' de financiën weêr voor een tijdlang in orde ge bracht. De reden van dezen staud van zaken is niet ver te zoeken. Het concertgebouw is een Naamlooze Ven nootschap, waarbij directeuren en verdere geëmployeerden een vast salaris hebben. Zonder nu daarmeê to willen zeggen, dat het beheer wanordelijk is, staat het toch als een paal boven water, dat de directie van een dergelijke onderneming nooit zoo tuk op de penning is als een particuliere exploitant. Directeuren van het Concertge bouw hebben zich tot taak gesteld, iets goeds, iets voor treffelijks ten gehoore te laten brengen dat is bij hen de hoofdzaak en dan moet men op het einde van het jaar maar zien, hoe het met de financiën uitkomt. Dat is natuurlijk een heel «küustlerische" opvatting, die aan de kunst op zichzelf ten goede komt, maar in dit aardsche proza-dal komt men met dergelijke begrippen meestal verkeerd uit. Had men met dit feit wat meer rekening gehouden, dan zou men het gebouw zeker niet opgericht hebben op een plek die van bijna alle deelen der stad ver verwijderd is en niet eens per tram is te bereiken. Nu kunnen de bezoekers, die geen rijtuig hebben, slechts tot het einde der P. C. Hooftstraat trammen en moeten dan de open, winderige, donkere Van Baerlestraat trot- seeren, voordat zij het gebouw kunnen bereiken, wat voor menigeen in het barre winter-, herfst- en lente-seizoen, waaraan ons land nu eenmaal is blootgesteld, alles be halve aanlokkelijk is. Nog in een ander opzicht hebben de bouwmeesters wat op hun geweten zij hebben dan kunsttempel te klein gemaakt voor de groote muziek uitvoeringen in de hoofdstad. Terwijl deze vroeger in den Stadsschouwburg plaats hadden, zijn zij thansbij gebrek aan beter wel verplicht tot het Concertgebouw haar toevlucht te nemen maar feitelijk is dit. te klein voor de groote uitvoeringen van «Toonkunst." Dat zijn dus beide niet geringe bezwaren tegen hooge inkomsten en toch zijn deze zoo hoog noodig om de zaak in even wicht te houden. Naar men mij verzekerde, kost alleen het orkest jaarlijks zestigduizend guldenwaarbij dan nog de ontzaglijke honoraria voor solisten moeten gevoegd worden. Bovendien, zoo'n gebouw, waar alles in de 'puntjes moet zijn, kost nog al zoo iets aan onderhoud. Daarvoor zijn vaste handwerkslieden aan de inrichting verbonden, die natuurlijk weer onder een opzichter staan en iedere week met een gedeelte van de recetten gaan strijken. En wat het ongelukkigste is met het Concertgebouw, ér bestaat zoo verbazend weinig uitzicht, dat de geldelijke toestand ooit gunstiger -zal worden. Begint men af te wijken van het eenmaal ingeslagen pad dan beginfien de leden, die eenmaal verwend zijn geraakt, te mopperen en, wat erger is, te bedanken. Een particuliere exploitant zal dat zaakje nooit aandurven want hij zou zeker op een geheel andere wijze te werk moeten gaan dan de naamlooze vennootschap en daardoor vele getrouwe bg- zoekers van het Concertgebouw van zich vervreemden. Al die naamlooze vennootschappen in de hoofdstad opgericht met het doel, publieke vermakelijkheden te creëeren gaan in meerdere of mindere mate mank aan het euvel van het Concertgebouw. Al hebben Van Lier, Prot, en andere particuliere ondernemers wel is waar een vaak moeilijken strijd te voerentodh komen zij rond, terwijl vennootschappen als Concertgebouw, Park schouwburg en Paleis voor Volksvlijt bankroetjes zijn geworden voor de aandeelhouders. Bij de dezer dagen gehouden jaarlij ksche vergadering van de laatst genoemde inrichting, was men al heel blij, toen uit het verslag over 1890 bleek dat de exploitatie een tekort aanwees van niet meer dan f 3218.951/2 en de winst en verliesrekening met een nadeeüg saldo sloot van niet hooger dan 11 967.71 '/a- Trouwens, er zijn wel jaren geweest, dat heel wat minder geldelijke uitkomsten werden verkregen en het afgeloopen jaar kenmerkte zich door allerlei nade'elige omstandighedenjzooals de inflnenza- epidemie, de koude in de maand Mei, een natten zomer, de sluiting wegens het overlijden van den Koning. Aan den heer Van Kesteron komt de eer toe, dat onder zijn directeurschap de gewone uitgaven met bijna f 19.000 zijn verminderd. Verder laat hij niets onbeproefd om de aantrekkelijkheid van het Paleis voor uitgaande menschen te verhoogen Zoo heeft hij nu b.v. weer een overeenkomst gesloten met Het Aederlandsch Tooneel, krachtens welke dit in den aanstaanden winter het Paleis zal be spelen. Er zijn dus teekenen van vooruitgang en dat is al veel bij een onderneming, die in de laatste jaren hoe langer hoe meer achteruit krabbelde. Wat nu de uitvoeringen in het Paleis betreftdaarbij wordt zooveel mogelijk het «elk wat wils" behartigd. Populaire concerten Wisselen af met volksvoorstellingen van tooneelgezelschappen en opera's met klassieke concerten. Aan de laatste zjjn de donderdagavonden gewijd en dan is de opkomst ge regeld vrij groot. Het orkest, onder leiding van Coenen, bevat zeer veel goede elementen, maar kan toch nog een lesje nemen bij de uitgelezen schare van Kes. Daarbij komtdat het Paleis zooveel ongezelliger is dan het Concertgebouw en het er dikwijls gruwelijk tochten kan. Het publiekdat in het Paleis komtis over het alge- meeu meer gemengd; de meeste leden zijn dan ook ouder de burgerklasse te zoeken. Op het oogenblik zijn er bijna tweeduizendniet veel voor zoo n stad als Amsterdam. Voor de gelukkigen wier beurs goed genoeg gespekt is om hooge contributiën te betalen bestaat ook gele genheid om in Artis goede muziek te hooren, waar de heer C. van der Linden, componist van de Hollandsche Opera «Catharina en Lambert", dirigent is. Gelukkig bestaat het vooruitzicht, dat Artis" voortaan voor een ruimer kring van Amsterdammers open zal staan. In eene dezer dagen gehouden algemeene ledenvergadering is namelijk de volgende wetswijziging aangenomen «Aan stadgenooten kan door het bestuur toegang tot de tuinen en gebouwen van het Genootschap worden verleend op die dagen en onder zoodanige voorwaarden, als door het bestuur vastgesteld en in een te Amsterdam verschijnend dagblad is kenbaar gemaakt." Het is te hopen dat het bestuur van dit artikel een niet al te karig gebruik zal maken, opdat menig Amsterdammer het niet langer van hooren zeggen, behoeft te hebben, «dat Natura Artis Magistra het sieraad en de trots der hoofdstad is." Bij den tegenwoordigen toestand, dat een stadgenoot, die niet tot den werkenden stand behoort, alleen toegang kan krijgen tot de eigendommen van het Genootschap door lid te worden, zijn de vreemdelingen, die tegen een matige entrée worden toegelaten er veel betel aan toe en het is toch nog niet te veel gevergd om hunne voorrechten ook eens een enkele maal aan de eigenlijke inwoners der stad toe te staan. Wie vroolijke muziek wil hooren, uitsluitend om zich wat te verzettenkan niet beter te recht dan in het Panopticum, waar verschillende dameskapellen optre den. In een gemakkelijk rieten leunstoeltje gezeten, met een goed glas bier voor zich, zijn de dames-artisten, met de nationale kleuren getooidalleszins geschikt öm oor en oog te streelen en men behoeft niet bang te zijn voor verlegen blosjes of booze blikken als men haar al te lang fixeert. Vooral 's avonds laat heeft de restaurant van het Panopticum veel bezoek en worden er goede zaken gemaakt. Ook het museum blijft nog steeds voor velen een groote aantrekkelijkheid zoodat dan ook in het afgeloopen jaar 89.261 personen het kwamen be zichtigen. De ontvangsten bedroegen 150.351, zoodat na afschrijving van 2.466.80, een dividend kan worden uitbetaald van 3°/0. (Wordt vervolgd.) BBliWIK. De centrale sectie voor de grondwets herziening heeft den 17 het proces-verbaal vastgesteld dat der regeering zal worden aangeboden. In dat stuk verklaren de leden der meerderheid te geloovendat de groote meerderheid der Kamer zich met de herziening der grondwet zal vereenigen, wanneer daarin worden opgenomen de volgende bepalingen. Toe kenning van het kiesrecht aan alle burgers, ouder dan' 25 jaren die een census van 10 fr. in de directe be lastingen betalen of een eigendom bewonen van zekere te bepalen kadastrale huurwaarde of voorzien zijn van een universiteitsdiploma, mits deze bepalingen aan het werkmans-element eene breede vertegenwoordiging ver zekeren. De leden der meerderheid weigeren niet, het vraagstuk der toevoeging van het bekwaamheden-stelsel te onderzoekenmaar zijn tegen het scheppen van der gelijke kiezers door middel van examen. De heeren Frère-Orban en Saintelette, die tot de min derheid behooren meenden, dat het niet tot de bevoegd heid der centrale sectie behoorde, in de beginselen der toekomstige kieswetgeving te treden. Zij zouden dus het door de regeering in te dienen ontwerp afwachten om dit dan te beoordeelen. Zij verklaarden zich verder voor standers van de uitbreiding van het kiesrecht voor de Kamers tot alle kiezers, dio naar de thans van kracht zijnde kieswet bestaan. Deze categorie omvat de kiezers voor de provinciale staten en de gemeenteraden. De heeren Plechet en Janson (van de linkerzijde) zijn voor algemeen stemrecht, maar zullenbij verwerping daarvan zich nederleggen bij het beginsel der regeering. De heer Buis, insgelijks van de linkerzijde is tegen algemeen stemrecht en zal zich vereenigen met de re- geeringsformnle. Bij de behandeling der spoorwegbegrooting in de Ka mer heeft de heer Coremans zeer aangedrongen op het benoemen van Vlamingen voor verschillende betrekkingen" en vooral bij de posterijen en de telegraafbij welke takken van dienst tal van ambtenaren het vlaamsch niet verstaan. De aanvoerder der werkliedenpartij Volders heeft ver klaard datzoo de grondwetsherziening doorging over eenkomstig de aanduidingen in de centrale afdeeling der Kamer, deze partij die daad als eene bedriegerij en eene uittarting beschouwen en de algemeene werkstaking on middellijk uitbreken zou. FRMHBtJH. Voor lid der Kamer te Tours moet herstemd worden. De candidaat der radicalen ver kreeg 7711, die der sociaal-democraten 5530 en die dor gematigde republikeinen 8680 stemmen. Te Quimper werd een republikein verkozen en in Indre moet herstemd worden tusschen twee conservatieve can- •didaten en een republikein. Te Augers werd de royalist Merley gekozen tot lid van den Senaat met 656 stem men. De republikein Boulanger verkreeg 295 stemmen. Het aantal ingeschreven kiezers bedroeg 986. Te Perigueux werd de gewezeu republikeinsche afge vaardigde Goudoux tot lid van den Senaat gekozen met 894 stemmen de bonapartist Lacrouzible verkreeg 425 stemmen en te Montpellier de oud-prefect en gewezen afgevaardigde Galtier met 393 stemmen. Van de 612 ingeschreven kiezers namen 605 deel aan de verkiezing. De president der republiek heeft den 30 jhr. Hartsen, nederl. minister van buiten!, zaken, te Parijs ontvangen. Hij werd voorgestold door den nederl. gezant. JLIJXK.TIHUR^. De rogeering heeft een wetsont werp ingediend strekkende om bezittingen door het groothertogelijk Hnis in Luxemburg te verwerven, op gelijken voet te brengen met het in het buitenland aan wezige particulier vermogen van het Huis van Nassau zoodat zij bij sterfgeval niet behoeven verdeeld te worden, maar op den oudsten zoon kunnen overgaan. Dit voor stel schijnt ingediend te zijn naar aanleiding van het voornemen van den Groothertog, om de particuliere do meinen van wijlen Z. M. Koning Willem III aan te koopen. VEREEXIGDK-STATE91. Den 16 zijn te Nieuw- York in 24 uren tijds 227 personen overleden. In de afgeloopen week stierven 1347 personen tegen 731 in dezelfde week van het vorige jaar; daaronder waren 356 overledon aan griep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 2