Liefdadigheid naar vermogen.
dienstregeling
No. 52.
Drie en Negentigste «laargang,
1891.
1 MEI.
Y11 IJ D A (1
FEUILLETON.
MIJN VRIEND PARELMAN.
Tl&AMOMIVIBirS
Alkmaar-Bergen-Egmond a. Zee.
Officieel Gedeelte.
Drankwet.
Personeele Belasting.
J. J. BOOGH. J. HOEK. H. DE ROVER. J. TWISK.
P. VAN DEN ENDE. P. MESSELA AR. M. VAN VEGGEL.
J. A. VAN GEENHUIJSEN. F. H. RENGERS. N. J. VAN VUURE.
Novelle van P. F. BRUNINGS.
Aan alle geabonneerden wordt bij dit
nummer eene
toegezonden.
DE UITGEVERS.
COURANT.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
U.kMAARSCHE
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar j 0,80franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummors O,©6.
Telefoonnummer 33.
Aan de ingezetenen van Alkmaar is het volgende rondschrijven verzonden
De buitengewoon strenge en langdurige koude, die dezen winter heerscbte, deed bij de
ondergeteekenden door toevallige omstandigheden vereenigd den wensch opkomen, om den
talrijken behoeftigen in deze gemeente eenige hulp te bieden en konden zij door bijdragen
van enkelen uwer daartoe in staat gesteld aan ruim 270 gezinnen brandstofdekens en levens
middelen uitreiken tot een bedrag van meer dan 900,
Zij konden toen niet te werk gaan naar vaste beginselendoch moesten alleen de vraag
stellen: „is er dringend hulp noodig?"
De ondervinding, daarbij opgedaanversterkte hen evenwel in de overtuiging, dat dit niet
de juiste wijze van armenzorg was en deed hen de noodzakelijkheid inzien van het bestaan eener
vereeniging, die zich ten doelstellende voorkoming, bestrijding en leniging van
armoede zooveel mogelijk afdoende hulp zou kunnen verleenendaarbij volkomen eerbie
digende de godsdienstige gevoelens der ondersteunden en zonder aanzien hunner gezindteen
die niet werkt tegendoch naast de bestaande kerkelijke en andere instellingen van weldadig
heid, maar op andere wijze.
Op het voorstel van Amsterdam en Zwolledoch gewijzigd naar de plaatselijke behoeften
stelden zij statuten vastop welke de Koninklijke goedkeuring bereids gevraagd is en verzochten
zij een tiental van Alkmaar's ingezetenen door hun werkkring met de behoeften der armen in
het bijzonder bekend, zich te willen vereenigen tot eene commissie van onderzoek, aan welke
uitnoodiging die heeren, blijkens hunne hieronder gestelde verklaring, bereidwillig voldeden.
De ondergeteekenden voegen hierbijdat zij wenschen alleen hulp te verleenen aan die per
sonen, welke naar hun oordeel en naar dat van die leden van bovenstaande commissie, welke
het onderzoek gedaan hebben, dat verdienen, terwijl zij.
om
tegen te gaan dat behoeftige
inwoners van buiten daardoor worden aangemoedigd zich te dezer stede te vestigende bepaling
hebben opgenomen, dat, behoudens zeer hooge uitzondering, men ten minste één jaar binnen
deze gemeente gewoond moet hebben, om,hulp te kunnen genieten.
Zij zullen trachten hun doel te bereiken doorrentelooze voorschottenmet zekerheidstelling,
giften of andere ondersteuningdoor het tegengaan van bedelarij door ingezetenendoor inlich
tingen te verschaffen omtrent behoeftigen en door te pogen de particuliere liefdadigheid te
concentreeren.
Willen zij echter afdoende hulp verleenen en dit is toch het eenige middel om armoede
te voorkomen dan moeten zij over ruime fondsen kunnen beschikken.
Daarom komen zij voor hunne vereeniging, die zij den naam: „Liefdadigheid naar Ver
mogen" gaven, uwen steun inroepen, door U uittenoodigen tot haar te willen toetreden of als
lid tot wederopzeggens toe, tegen eene jaarlijksche contributie van ten minste ƒ2,50, of als
donateur of donatrice, door eene gift te schenken van ten minste ƒ25,en daartoe
intevullen nevensgaand inschrijvingsbillet met het bedrag uwer bijdrage en uw naam en woon
plaats; hetzelve zal binnen 8 dagen worden teruggehaald, terwijl gij beleefd wordt verzocht, bij
onverhoopte niet afhaling, het te willen doen toekomen aan den tweeden ondergeteekende, Lan-
gestraat 56, door wiennadat de Koninklijke goedkeuring verleend is aan hendie tot de ver
eeniging zijn toegetredeneen exemplaar der statuten zal worden toegezonden.
ALKMAAR, April 1891.
C. J. CANTERS. F. Gr. C. J. FUNDTER. Mr. A. P. DE LANGE.
Mr. B. VAN DER FEEN. Mr. F. H. G. VAN DER HOEVEN. Mr. H. WESSELING.
De ondergeteekenden, bekend met de statuten van „Liefdadigheid naar Vermogenheb
ben zich bereid verklaard om de bovenvermelde commissie van onderzoek uittemaken.
33) o—
Ik slojBg op dien bitteren uitval mijner vrouw geen acht
en hernam: »Je maakt het me heel lastig, Louise; ik had
al iets voor je bestemd, dat je nu zoo smadelijk verwerpt.
Ik zal iets anders moeten zoeken. Je moet dus geen goud
of juweelen.
sJuweelen lachte Cateau, nog schamperder dan zoo
even. Juweelen herhaalde ze. We hebben wel geld voor
juweelen lieve hemel
.Juweelen!" lachte Louise op haar beurt, maar heel
anders dan haar mama. Ze at een dikke braambes op, en
die scheen haar wel zoo goed te smaken als Cleopatra
de beroemde parel in opgelosten staat die ze als pousse-
cafê op de gezondheid van haar vriend Antonius op
dronk. «Juweelen herhaalde zeen at een tweede
parelik bedoel een dikke zwarte braambes en liet
toen haar witte parels in den mond zien die van het
bloedroode sap niets geleden hadden. »Ik geef niets om
juweelen."
»Dat spijt me, Louise", zei ik.
»Ah waarom, papa? Hadt u een juweeltje voor me
Ja kind, ik had een juweeltje op het oog."
»Is het mooi vroeg Louise en stak den arm door
mijn beschikbaren.
Ik wandelde nu tusschen mijn vrouw en dochter inik
was de pot met twee oorenmaar ik verzeker je, dat
ik trotsch was op mijn oorhangers. Ze mochten gezien wor
den. Wie kan er trotscher zijn dan de man die aan zijn
rechteroor een knappe, frissche vrouw heeft, voor wie de
mannen den hoed afnemen en die ze nog eens nakijken en
aan het linkeroor een roos van een dochter, voor wie de hee
ren straatjes omloopen, om haar toevallig drie of vier maal
op een middag tegen te komen Jammer, dat mijn
vriend Parelman niet op onzen weg was Dan had hij
kunnen zien hoeveel rijker ik was dan hij.
»Mooi, kind?" hernam ik. Dat is een quaestie van
smaak; maar het is echt, dat kan ik je verzekeren."
»Het zal wat wezen", zei mijn vrouw, alweer met een
zucht, want ze scheen van meening dat ik geen echte
juweelen van groote waarde kon koopen, en in die meening
stond ik haar vrij wel ter zijde, om goede redenen.
»Als het juweel niet te veel geld kostpapa wil ik
het wel hebben," zei Louise vertrouwelijk op mijn arm
drukkende. »Zoo'n geïsoleerde briljant, die niet opzichtig
is gezetvind ik heel mooi
»Och onnoozel schaap", riep de moeder, »watbazel-je
toch Briljanten kosten verschrikkelijk veel geld. Je vader
steekt den gek met je."
.Neen, papa", zei Louise weer zoo lief vertrouwelijk
mijn arm drukkende dat doet ge niethé Maar
geef me niet iets, dat veel geld kost. U hebt zeker ergens,
in een verborgen hoekje, zoo'n briljant zien'iggen, en voor
me bewaard op mijn verjaardag. Nu, zeg maar niets meer,
anders is de aardigheid er afGeen woord moer as-je-
blieft want ik wil verrast worden
Ik lachtedat het bosch er van weergalmde.
.Zoo'n deugnietriep ik. »Ze houdt niet van opschik,
maar ze wil toch wel verrast worden met een juweel van
het eerste water. Nu, mijn kind, ik zal je verrassen. Ik heb
werkelijk in een verborgen hoekje iets gevonden, ik zeg
niet wat, niet opzichtigmaar je moogt er mee voor
den dag komen. Ah hier is een paadje, dat ons op
den straatweg brengtVooruitals de ganzen achter
elkaar."
Ik liet mijn dames los, en wê wandelden eendrachtiglijk
naar huis terug. Het was toch een aardige namiddag
geweest. Ik bracht mijn vrouw en dochter thuis en ging
naar »de Kroon", waar ik zeker was Baak te vinden.
Burgemeester en wethouders van Alk
maar brengen ter algemeeno kennis dat aan hen ver
gunning is gevraagd door JOH AN BERNARD REEKERS
Cz., wonende alhier, tot het voortzetten van den verkoop van
sterken drank in het klein in het perceel aan de Boter-
straat, A 17, welke vergunning thans ten name staat van
nu wijlen Oatharina Maria Swaerts, weduwe
Cornells Reekers.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. Maclaine Pont.
29 April 1891. De Secretaris,
Nuhout van der Veen.
Burgemeester en wethouders van Alkmaar;
Gezien de beschikkingen van den heer Commissaris
des Konings in de provincie Noordholland van 20 April
1891 5e Afdeeling Ns. 113/3895 en 3896 (Prov. bl.
Ns. 23 en 24) houdende bepaling van den tijd der uit
gifte van de verklaringen van aangifte voor de personeele
belasting en het recht van patent over den dienst
van 1891/92 en art. 30, 2, le zinsnede der wet van
29 Maart 1833 (Staatsblad No. 4);
Maken aan de ingezetenen dezer gemeente onder her
innering aan de wet van 9 April 1869 (Staatsblad No.
59) en in het bijzonder aan art. 7bekenddat
de ontvanger der directe belastingen alhier, aan hunne
woningen te beginnen met 6 Mei aanstaande, zal doen
bezorgen een inschrij vingsbiljetinhoudende eene korte
schets van de grondslagen der voornoemde belasting, zijnde:
1°. De huurwaarde, 4°. Het mobilair,
2°. deuren en vensters, 5°. De dienst- en werkboden,
3°. haardsteden, 6°. paarden,
waarbij aan ieder ingezeten de Eoodige vragen ter be
antwoording worden voorgesteld en ingevuld van wege
den Ontvanger wordt teruggehaald te beginnen den 19
dier maand.
Dat zijdie bij het bezorgen of het terughalen dei-
biljetten mochten zijn overgeslagen zich in geen geval
kunnen beroepen op zoodanig verzuim, maar integendeel
gehouden zijn om de vereischte en behoorlijk ingevulde
verklaring vóór of uiterlijk op 24 Mei e.k. intedienen
ten kantore des ontvangers, waar de biljetten ter invulling
steeds verkrijgbaar zijn.
XV
Ik had dien avond een heel lang gesprek met mijn
ingenieur, en ik nam hem mee naar huis. Ik had mijn
vrouw bij het hek van ons tuintje gezegd dat ik waar
schijnlijk Baak zou meebrengen. We hadden vrachten in
overvloeden een glas wijn er bijmen kan er een
vorst op vragenzonder arm te worden. Mijn vrouw
had het goed gevondenze wist dat ik Baak noodig
had en Louise vond het ook goed zooals uit haar stil
zwijgen bleek.
Baak en ik wandeldenvredig onze sigaar rookende,
naar mijn huis, het pad volgende, dat langs de tuinen
der hoveniers en den mijne liep. We hadden elkaar
vertrouwelijke mededeelingen gedaanBaak en iken
ik moet zeggendat ik nu heel wat wijzer was dan een
paar uur te voren. Baak had het hart op de tong gehad,
waarschijnlijk omdat ik hem het hart van binnen naar
buiten had gehaald in figuurlijken zin, zenuwachtige
vrouwen en juffers
Toen we ongeveer nog honderd schreden van mijn
tuinpoortje af waren braken we ons gesprek af en gin
gen we heel omzichtig voortals dieven die willen in
breken. Het was donker, maar de sterrenhemel spreide
licht genoeg over ons duister pad, om ons niet in de
sloot te laten dwalen. Zoo slopen we voort, en zie, die
drommelsche achterdeur stond weer open Zulke achte-
looze meiden
Ik plaatste Baak als schildwacht bij de deur en wees
hem een schuilhoek aan toen ging ik den tuin in. Ik
zag mijn vrouw en Louise in de verlichte kamer zitten.
De tafel was gedekten het sneeuwwit laken schitterde
onder het helder lamplicht. Een flesch Bordeaux en een
dito Niersteiner stonden broederlijk naast elkander, als
hadden ze van den oorlog van zeventig nooit gehoord
een paar fruitschalenbeladen met frissche roode vruch
ten, fonkelden als stapels robijnen. Mijn vrouw zat
nog een ^teekje te naaien de goede ziel, een kantje