Binnenland
Zjegerwet.
naar België onttrokken en geschoten had op iemand, die
hem wilde helpen aanhouden, is door het Hof der Seine
veroordeeld tot 12 jaren dwangarbeid en 10 jaren verbod
van verblijf in Frankrijk. Hij was ond.er een valschen
naam te Parijs terng gekomen.
De gemeenteraad van Parijs heeft scherpe afkeuring
uitgesproken over de houding der regeering en hare ruwe
maatregelen op 1 Mei. Tegen 'den zin van den prefect
werden motiën aangenomen, waarin aangedrongen werd
op kwijtschelding van straf en op eene wet, waarbij de
vrijheid van die kwijtschelding werd gewaarborgd. Ver
der werd aan den prefect van politie en zijne handlan
gers eene berisping toegediend; aan de nagelaten betrek
kingen der slachtoffers te Fourmies 5000 toegekend en
de wensch uitgesprokendat hun een landspensioen
toegekend en aan de kinderen voor kosten van den Staat
eene opvoeding gegeven zou worden.
De sociaal-democraat Cunningham Grahamlid van
het Lagerhuis in Engelandis te Calais in hechtenis
genomen wegens het verspreiden van socialistische leer
stellingen en naar Engeland terug gebracht.
Kamer. Den 8 was aan de orde het voorstel om
algemeene kwijtschelding van straf te verleenen aan de
anarchisten en werkstakers, die den 1 Mei in hechtenis
genomen waren wegens verzet tegen de overheid en het
plegen van geweld. Do minister van justitie stelde voor,
dit wetsontwerp van dringenden aard te verklaren, doch
zeide tevens, dat naaf zijne meening elke kwijtschelding
van straf afgewezen moest worden. Deze verklaring vond
bijval bij de linkerzijde en het centrum. Des ministers
voorstel werd aangenomen met 259 tegen 6 stemmen.
Nadat de president-minister de Freijcinet zich uitdruk
kelijk tegen dit voorstel verklaard had, o. a. aanvoerende,
dat de regeering nimmer hare toestemming zou geven
om tegenover de raddraaiers zwakheid te toonen werd
met 318 tegen 199 stemmen besloten niet tot de be
handeling der artikelen over te gaan. Alleen de radi
calen en de uiterste linkerzijde stemden voor.
ITALIË. Bij de in de Kamer over de afrikaansche
zaken gevoerde beraadslaging heeft de minister-president
Di Eudini den 5 o. a. verklaard, dat de regeering voor
nemens was zich te bepalen tot het bezet houden van
den driehoek Massouah-Asmara-Keren met inachtneming
van de grootste zuinigheid. De uitgaven voor Afrika
hadden in het geheel 114 millioen bedragen; voor 1891
raamde hij ze op 19 millioen en voor 1892 op 10 mil
lioen minder. Met Engeland hoopte de regeering spoedig
onderhandelingen te openen over de afbakening der
wederzijdsche grenzen van invloed.
OOSTENRIJK— HONKARIJE. In het oosten-
rijksche Huis van Afgevaardigden is op voorstel van den
voorzitter besloten, geen antwoord aan den Keizer te
zendenmaar alleen eene commissiedie den Keizer
dank zal gaan betuigen voor de troonrede en de verze
kering zal geven van de bereidvaardigheid van het Huis
om mede te werken tot het uitvoeren van het in de
troonrede aangegeven program van den parlementairen
arbeid.
SPANJE. De verkiezingen voor de gemeenteraden
zijn overal in de'grootste kalmte afgeloopen. De regee-
ringscandidaten behaalden op het platteland de meerder
heid; te Madrid en in de provinciale hoofdsteden werden
republikeinen gekozen.
SERVIE. Het ministerie schijnt besloten te hebben,
de ex-Koningin Nathalie het land uit te zullen zetten
zoo zij niet binnen eenige dagen vrijwillig het land ver
laat. Haar huis wordt sedert den 6 door militairen
bewaakt.
VEREENIKDE STATEN. De »Grand Jury" te
Nieuw-Orleans heeft omtrent het lynchen der gevangen
italianen aldaar rapport uitgebracht. Daarin wordt ge
zegd, dat de moord van het hoofd der politie Hennessy
eene gruwelijke misdaad was en de vervolging der schul
digen op eene bittere teleurstelling uitliep. Dit griefde
kinderachtig week, en ik barstte ia tranen uit. Waarom
weet ik niet, maar het was bespottelijk. Ja, ik
schaam me er vooreen man moet krachtig zijn. Ik
blufte zooeven op mijn zenuwen maar wat waren dat
nu voor zenuwen
Toch, .mijnheer, is dat oogenblik van zenuwachtigheid
voor mij onvergetelijk. Ik veegde met mijn mouw die
ellendige tranen weg zoo boosaardigalsof me een
giftige mug had gestokenen toen zat mijn vrouw op
mijn knie en ze sloeg haar zachte, liefhebbende armen
cm mijn hals en ze kuste meniet eensmaar tien
malen, zoo innig, zoo ziels-hartelijk, als ze ooit gedaan had.
Och de vrouwen zijn zoo goed als we het gevoelig
snaartje maar doen trillen. We moeten niet hard voor
haar zijn.
We waren weer gelukkig; we hadden elkaar terug ge
vonden, en toen ze, met haar hoofd op mijn schouder,
me vergiffenis vroeg voor het verdriet dat ze mij had aan
gedaan, drukte ik haar in mijn armen, en ik zei»We
hebben elkaar niet begrepen, en nu is alles over. Ga naar
Louise, want ze slaapt nog niet. Ik weet zeker, dat ze geen
oog sluit, als ze niet weet dat we verzoend zijn. Zulke
voorbeelden zijn slecht voor de kinderen, mijn beste vrouw.
Zeg haar, dat alles goed isdat we gelukkig zijn met
elkaar. Ze is zoo goed en lief, onze Louise...
Ja, dat is ze," snikte Cateau haar hoofd tegen mijn
borst drukkende. »Ik heb zoo'n diep medelijden met
haar..."
Medelijden, waarom?" vroeg ik.
»Ze had op hem gerekend," zuchtte Cateau.
»Nu dan is het een misrekening anders niets, en
ik geloofdat ze die niet betreuren zal. Ga haar kussen
en zeg haar, dat haar vader en moeder het met elkaar
eens zijn, anders niets. Overmorgen is ze jarig, en dan
krijgt ze een cadeau van me. Ga nu maar, mijn beste.'
Mijn vrouw gingen de stille rust daalde op ons dak
neder. Buiten was het ook stil en vredig. De wereld was
me een paradijs. Och, het overkomt ons zoo zeldzaam,
maar ik dacht toch ook wijsgeerigdat we de hel op
aarde zoo dikwijls aan ons zelf te danken hebben.
Wordt vervolgd.
de openbare meening en gaf tot de herhaalde bewering
aanleidingdat sommige gezworenen hunnen eed ge
schonden, aan de zaak niet de noodige aandacht gewijd
en, door ongegronde geruchten gedreven de schuldigen
onschuldig verklaard hadden. Blijkens getuigenis der
gezworenen zeiven was dit ten aanzien van drie beschul
digden met 6 tegen 6 stemmen geschied. Verder wordt
gewag gemaakt van de pogingen, om de gezworenen om
te koopen en aangetoond, hoe de op 14 Maart te hoop
geloopen menigte ettelijke duizenden beliep; hoe het volk
in eene algemeene aandrift uit eigen beweging had ge
handeld op eene wijzewelke het moeielijk maakte de
verantwoordelijkheid te bepalen omtrent een bedrijf, waar
voor de geheele stad solidair was. Ook komt zij. tot de
slotlom, dat zij aan het in staat van beschuldiging stel
len der daders hare goedkeuring niet kan geven.
Daarentegen worden zes van hen, die pogingen zouden
hebben aangewend om de gezworenen om te koopen, wèl
in staat van besehuldiging gesteld.
De burgerij is met deze uitkomst van het onderzoek
zeer ingenomen, en vooral met de scherpe veroordeelihg
van de Mafia.
Van de omgebrachte italianen waren 8 hunner zonder
eenigen twijfel genaturaliseerd en had 1 daartoe den
wensch te bennen gegeven.
Bet hoofd der politie heeft een statistiek opgemaakt,
waaruit blijkt, dat van Augustus 1886 tot April 1891:
door italianen 90 moorden werden, gepleegd.
ZIJTR-AMERIKA. Het chileensche gezantschap-
te Parijs ontving berichtdat de onderhandelingen tus-
schen Chili Frankrijk de Vereenigde Staten en Brazilië-
afgebroken waren. De oproerlingen: eischten het aftreden
van president Balmaceda de ontbinding van het leger en:
de marine, de samenkomst van het oude Congres en het
in staat van beschuldiging stellen van den tegen woor-
digen President. De regeering verlangde dat de be
middelaars haar de voorstellen aan de hoofden zou voor
leggen. Dit weigerden de oproerlingen en dientengevolge-
werden de onderhandelingen afgebroken.
TWEEDE KAIEB
Nadat de heer van Houten den 8 aijne rede-voort
gezet had en daarbij vooral terug gekomen was- op d»
kwestie van het veldleger, een der hoofdpunten van -de
algemeene beraadslaging, betoogde hij uitvoerig, datdeze
Kamer met deze regeering met één van de drie stukken,
die wij moeten hebben de legerwet, de invoeringswet
en de begrooting, ktn afdoen- en dan misschien, nog on
volledig. Brengt men de geheele zaak onbeslist iu-, het
nieuwe parlement, dan kan de regeering tevens haar
nut doem met deze besprekingen. Er zijn twee gevallen
mogelijk, öf deze minister blijft en dan moet hij nog
twee der drie deelen behandelenöf een tegenstander
dezer wet treedt op en dan zou het tot dusver :§edane
munnikenwerk zijn en in het gunstigste geval, son de
opvolger van den minister zich zeer belemmerd g-avoeien.
Van daar dat hij van oordeel is dat de wet niet» in haar
tegenwoordig stadium kan afgedaaa, worden, f ïe eenig
mogelijke weg is derhalve om na de algemeen» bespre
king de verdere beraadslaging te sehorsen-zcmdar aanne
ming van eenige motie, omdat ook dit zou praejredicieeren.
Dus enkel eene motie tot schorsing der beraadslaging.
De heer D o b b e 1 m a n n beantwoordde dea minister
van oorlog op het punt van het kazerneleven,, en sprak
den wensch nit, dat, onafhankelijk vans de legerwet, tot
verbetering der kazernes overgegaan zou worden.
De heer Haffmans bestreed uitvoerig de groote
hervormers in pruisischen zin,, den minister van oorlog
en den heer Rooseboom. Hij bleef een. veldleger gevaar
lijk achten voor een klein land, ate Nederland en
meende dat, als wij; in 1870 een veldleger gehad hadden,
wij misschien nu reeds onze onafhankelijkheid kwijt ge
weest zouden zijn. Het bazit van. een veldleger kan
niet anders dan schadelijk voor ons- zijn.
De heer v a.n Deden verklaarde geene vrijheid te
vinden aan dn natie hoogere lasten op te leggenwan
neer de minister niet de verzekering gaf. dat in den toe
stand der gemeenten wat het belastingstelsel betreft,
verbetering werd gebracht. Da gemeenten moesten ont
heven worden van de: uitgaven voor het Rijksbelang.
De minister van financiën had over dit punt niet ge
sproken.
De heer Yermeale n wenschte van de regeering een
bepaald antwoord op de vraagof zij onverbiddelijk
zou blijven staan op hare eischen ten aanzien van den
verplichten persoonlijken dienst in de kazerne van de
versterking van het contingent en van den duur van den
dienstplicht.
De heer Smeenge- verdedigde de gedragslijn door
de Liberale Unie in haar rapport gevolgd met betrekking
tot de gebruikmaking van het rapport betrekkelijk het
door officieren in Zwitserland ingestelde onderzoek.
De beer Mutsaers zette nader zijne bedoeling uit
een met betrekking tot de gevolgen dezer wet voor den
landbouw.
De heer Harte betoogdedat zijne rede niet af
doende door de ministers beantwoord was.
De heer Rutgers van Rozenburg kwam op
tegen het denkbeeld van Houten om de beraadslaging
te schorsen na afloop van de algemeene beschouwingen.
De Kamer had nog tijd genoeg om te werken en mocht
niet uiteengaan, zonder iets gedaan te hebben. Hij be
streed de moties van de heeren Domela Nieuwenbuis en
Vermeulen en stelde ten slotte de reeds vermelde motie
voor, om een bepaald richtsnoer aan te geven zonder
de wet aan te nemen of haar te begraven. De Kamer
moest zich wel belachelijk maken heel Nederland en
Europa door, na zooveel gepraat niets te doen.
De ministervan oorlog beantwoordde nog kort
de sprekers. Het denkbeeld van den algemeenen dienst
plicht bestreed hij nader, vooral in verband met daarmee
samenhangenden korteren oefeningstijd. De kosten zijn
niet te laag geraamd. De afschaffing der plaatsvervan
ging zal, naar zijne overtuiging, niet aan de landbouw
belangen schaden. Over het kazerneleven zijnde klachten
onbillijk overdreven. De toestand der kazernes is en
wordt verbeterd maar men mag na niet plotseling gaan
klagen terwijl men vroeger zweeg. Aan den heer Tra-
vaglino wilde hij niet antwoorden op de vraagwie of
wat aanleiding gaf' tot de scheuring in de rechterzijde.
Dit ligt niet op den weg eens ministers, maar al was de
legerwet de naaste aanleiding tot scheuringmen moest
oorzaak en gevólgen> uiteenhouden. Aan den- heer Ver
meulen verklaarde hijdat hij de wet niet handhaven
zon, als de hoofdbeginselen verworpen mochten worden,
maar dat eene bepaalde beantwoording zijner vragen
afhing van het lot1 der amendementen Aan: de heeren
Keuchenius en van Houten gaf hij - te kennen dat de
regeering ten volle bereid was met de behandeling der
wet door te gaan en zich in staat; gevoelde-, die ten
einde te brengen.
Na repliek van- den heer Lohman, vroeg d« heer
j A. van Dedemi het woord, toende hee-r Schim-
me 1 p e n n i n c k> v a n der O ij e de sluiting der
beraadslaging voorstelde. De daarna gevolgde stemmingen
j zijn reeds gemeld-j
j De heer A. van Dedem en nog een paaranti-revolu--
tionaire leden verwijderden zich vóór die stsmmingen.
De Maatschappij van Hypotheekver-
zekeriag voor Nederlands
(Ingezonden.)
Wie met geldzaken heeft te doen, kent de bezwaren;
'voor het publiek van geldbelegging in hypotheken. De
geldschieters-particulieren, die niet als notarissen, zaaki
iwaarnemers, architecten enz. dagelijks voor de zaken
jstaan, zijn reeds bij het sluiten van oen hypothecair
verband dikwijls niet in staat hun onderpand te onder-
zoekenzij gaan op hun raadsmanden notaris en den
bankier af, wie-n, zij blindelings volgen of wien zij het
althans bezwaarlijkzooals het heet t,lastig kunnen
maken. En dat zij na het sluiten van de hypotheek
over den toestand van het pand, hetwelk dikwijls genoeg
nog buiten de omgeving van den geldschieter ligten
de waarde daarvan, slechts onvoldoende het oog kunnen
blijven honden-, is-duidelijk. Ook de rentebetaling levert
bij velen moeilijkheden op. Wie geld,op hypotheek nemen,
doen dit voelal joist niet uit weelde en ondervinden zij
tegenspoed,, dan zijn op dea vervaldag de penningen niet
bijeen. Verreweg de meest© schuldeischers, vooral wan--
neer zij tot de zwakke sskse bokooren verlangen dan:
gelukkig niet: altijd in practijk te -brengen den regel I
dat in geldzaken de vriendschap;.ophoudtmaar lieverr
dat men als mensch tegenover mensch staat. Op dia-
wijze wordt ongetwijfeld:; veel goed gedaanmaar niét
minder dikwijls- worden ook tal van mensehen geholpen,
die achteruitgaan omdat zij zonder zórg levenen die
zich in allerlei speculation stekt», Voor voogden, cura
tors en. bestuurders van fondsen heeft geldbelegging in
fondsen nog in 't bijzoader een, bezwaar nl. dab zij. bij
eventuoele varliezen blootstaan aan, verwijten en, zelfs
verdenkingen:, waarom zij indertijd, juist deze - au geen
andere- hypotheek namen. Het geldt hier vooiv voogden
en curators-, die workelijk ta- goeder trouvr.- zijneen
moeilijke zaak, omdat de wat;, hun,, zoo zij verplicjat zijn
een hoogeso rente to kweeken dan. het Grootboek of de
aankoop van onroerend goed. geeft, geen ander® keuze
laat dan, hypotheek..
Met het oog op deze bezwaren voldoe ik; gaarne aan
het verzoek om da aandacht van het publiek te, vestigen
op de oprichting in het vorige jaar van de Maatschappij
van, Hypotheekveiaekering. voor Nederland. Noch gelde
lijk, noch op eenige andere wij^e sta ik tot haar in be
trekking maar uit sympathie voor een inrichting, dia,,
wanneer zij goed beheerd: wordtaan de moeilijkheden
hier aangestipt, zoo afdoende: zal kunnen tegemoetkomen,
wil, ik de aandacht van, het publiek er eens op vestigen.
Wie bij een hypotheek thans gedekt wil zijn voor
verlieszoo van kapitaal als interestkan zich bij deze
Maatschappij verzekeren. De waarde van het onderpand;
wordt dan getaxeerd, en. is deze voldoende, de verzeke
ring geslotsnbij een ©verwaarde tot 70 pet. van het
onderpand voor i,50 per mille, tot 34 pet. voo«-/2;5rft,
tot 25 pet. voor 3,50 per mille.
Met andere woorden voor een hypotheek van 10,000
a 41/4 of 41/2 pet,, waarvan men. dus trekt 425 4
450 betaalt men. aan premie in het ongunstigste ge- I
val, dat intnsschen wel het meest zal voorkomen, f 35,
en houdt dus netto over 390 4 415. Gering is die
premie- zeker nietmaar de zekerheiddat men gevrij
waard is tegen, kapitaalverlies-, dat de door den notaris
of andere zaakwaarnemers afgegeven waarde van het
onderpand gecontroleerd is door deskundigen eener Ver-
zekoring-Maatsehappij, die er belang bij heeft de waarde
niet hoog te hemen en dat men de rente ontvangt en
op tijd ontvangtmoet ongetwijfeld voor menigeen aan
lokkelijk zijn. Voor hen die tot dusverre slechts Ned.
Staatsschald of gemeenteleeningen aankochtenis de
verzekering zelfsdunkt mij aanlokkelijk genoeg om
thans in plaats daarvan hypotheken te nemen, daar men
met den dubbelen waarborg van hypotheek en verzeke
ring vanhypotheek geacht kan worden een niet zoo
heel veel grooter risico te lijden dan met den aankoop
van Ned. Werk. Schuld het geval iswelke in tijden
vau calamiteit van de kansen van een gevoelig koers
verlies niet uitgesloten zijn.
En nu de levensvatbaarheid en soliditeit van een
Hypotheek-Verzekering-Maatschappij? Toen men voor
een paar jaren aan de oprichting van de thans gevestigde
Maatschappij ging denkentrok men haar in twijfel.
Goede hypotheken zou men nietslechte natuurlijk wel
ter verzekering aanbiedenen dus öf geen werkkring
hebbenof geld verspelen. Wanneer de Maatschappij
echter alleen die personen ziet toetreden, die in de door
mij aangegeven gevallen verkeeren, dan moet haar werk
kring reeds meer dan voldoende groot zijn. Bovendien
zal zij op den duur wanneer zij solide beheerd wordt
de verzekeringsposten krijgen van de hypotheekbanken
waaronder er naar ik verneem, nu reeds zijn, die bij de
Maatschappij zullen verzekeren de nieuwe posten wier
overwaarde dus het best vaststaat. Dat trouwens de
solied beheerde Hypotheek-Verzekering-Maatschappij een
goede toekomst heeftbewijst het feit, dat het dividend
van de Pruisische Hypotheek-Verzekering-Maatschappij
welke nu negen-en-twintig jaren bestaat, in 1883 en 1884
bedroeg 5 pet. en in 1888 tot 8 pet. was geklommen.
Een moeilijkheid zou voor de Maatschappij kunnen
worden een algemeene achteruitgang van de waarde der
onroerende goederenmaar ik moet erkennen, dat solide
Maatschappijen daarvan niet zoodanig getroffen worden
als men dit oppervlakkig zon meenen. Onze hypotheek
banken toch hebben medegemaakt die daling van de