No. 59.
Drie en Negentigste (Jaargang.
1891.
WOENSDAG
20 MEI.
Officieel Gedeelte.
Schuldvorderingen.
Drankwet.
Amsterdamsche Brieven.
FEUILLETON.
MIJN VRIEND PARELMAN.
Novelle van P. F. BRUNINGS.
V
ALRMAARSCHE COI RAM
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummors O OK.
Prijs der gewone Advertentlën
Per regel O,IS. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer
Burgemeester en Wethouders van ALKMAAR
brengen in voldoening aaa art. 228 der gemeentewet in
herinnering, dat alle schuldvorderingen over 1890 ten
laste dezer gemeente vóór of op den 30 Juni e.k.
moeten worden ingeleverd .en dat alle schuldvorde-
derlngcn niet binnen den bepaalden termijn ingele
verd verjaard en nietig zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,*
Alkmaar, A. Maclaine Pont.
16 Mei 1891. De Secretaris,
Nuhout van der Veen.
Burgemeester en Wethouders van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat aan hen vergunning
is gevraagd door M. SCHENK, wonende alhier, tot het
voortzetten van den verkoop van sterken drank in het
klein ia hot perceel aan het Luttik-Oudorp. hoek St.
Annastraat, N°. 24 welke vergunning thans ten name
staat van Ar ie Zonneveld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. Maclaine Post.
16 Mei 1891. De Secretaris,
Nuhout van der Veen.
XL.
Dezer dagen kreeg ik in handen het Haarlemmermeer-
Boek van Jan Adrlnansz. Iieegwater, waarin de
«ingenieur en molenmaker van de Ryp in Noort-Hollaud
niet alleen een zeer lezenswaardige beschrijving gegeven
heeft van al hetgeen door hem tot stand is gebracht,
maar bovendien hier en daar «notabele stukken" tusschen
den tekst heeft gevoegd, waarvan het oene al naïever is
dan het andero. Bjjzonder trok mjjn aandacht een me-
dedeeling over de Lofwaardige treffelyke Stadt van
Amsterdam, hoe dat van oude tydeu daar pleeg te wezen"
en in de hoop daarmee een glimlachje om de lippen
mijner lezers te tooveren zal ik een gedeelte daarvan
woergeven «Omtrent 8 ot' 29 jaren geleden, dat ik Jan
Adriaausz. tot Amsterdam een koreu-molen het gaande
werk vernieuwd heb waar van den eigenaar van de
Molen genaamt Dirk Pietersz. van Wormer die doen
een oud man was die tegen mjj verhaalde dat hij een
oud man tot Amsterdam gekent hadde, die hem wist te
verhalen datter van oude tjjden niet meer als een Gout-
smit in de stad van Amsterdam was, ende daar en was
ook niet meer als een Steen-houwerende een Koeke-
bakkereu de Steen-houwer en konde zyn kost met
steen-houwen niet wiuneu hij most nog ter nood daar
0nder metselen en de koekebakker die koude me'de zyn
brood niet wel winnen, moeste mede daar nog Roggen-
brood onder bakken. Denk nu eens wat een groot getal
40)
-O
«Ik luister", zei ik, mjju sigarenkoker uit den zak ha
lende. Ik had geen vredespijp met Parelman te rooken
daarom bood ik hem ook geen sigaar aan, en terwjjlik
den brand er in stakzei Parelman
»Ik begrijp uit alles mijnheer, dat u een schandaal wilt
maken."
Dan bogrjjpt u alles verkeerd," zei ik, nog bezig mjjn
sigaar aan te steken. «Ik verlang evenmin schandaal
a's gÜ> Parelman. Mjjn goede naam en die mijner lamilie
zijn mjj minstens zooveel waard als n de uwe Gij staat
maatschappeljjk veel hooger dan ik, en ge kunt het zonder
goede moreele reputatie heel goed stellen maar dit
kan ik niet. Arme menscheu hebben niets te verliezen."
Parelman verkoos den zet niet op te merken, maar dit
was me heel welhij had hem iu zjjn zak.
Lambert's hoedjehet corpus delicti lag tusschen ons
in op de half vergane tafel.
Parelman lei zijn armen op de tafel, vouwde zijn dikke
met bruin glacé gehandschoende handen in elkaar, en in
deze quasi biddende houding keek hij me door zjjn bril
strak aan. «Als ik u nu eens de hand uwer dochter voor
mijn zoon vroeg," zei hij, - wat zoudt u dan antwoorden
«Dan zou ik antwoorden," zei ik ernstig, «dat ge mjj
voor den gek hieldt. Maar ik zou er bijvoegen, dat uw
zoon met m ij u toestemming mjjn dochter niet krjjgen
kan om de eenvoudige reden dat ik mijn' kind niet
ongelukkig wil zien. Ge kent mijn socialistische denk
beelden: ik zoek geen onmogeljjke gelijkheid, ïbaareven
wicht in alle sociale verhoudingen; iedereen moet bljjven
in den kring, waarin hjj behoort. Wjj behooren niet
van Steen-houwers in de Stad van Amsterdam zyn
alsmede Koekebakkers en Goutsmits, het welke bykans
ontelbaar is."
Begon dus de stad Amsterdam zich reeds tijdens
het leven van Leeghwater te ontwikkelen in de jaren
na zijn dood is haar uitbreiding van grondgebied en
zielental bijna onafgebroken voortgegaan, totdat deze
tegenwoordig een hoogte bereikt heeftdie in menig
opzicht ongunstige toestanden voor de ingezetenen in
het leven heeft geroepen. Herhaaldelijk hebben wjj reeds
gewezen op het nadeelige van het feit, dat de toestroo
ming van de arbeidskrachten der provincie het werk
lieden-element feiteljjk talrjjker heeft doen worden dan
vereenig baar is met de vraag naar arbeiders, zoodat zelfs in
het drukst van hét seizoen altjjd nog menschen zijn te
vinden, die gedwongen rust moeten nemen. Onzen brief
van heden willen wij beginnen met te wjjzen op een
ander nadeel van de steeds voortgaande uitbreiding der
stad. Dat is namelijk hierin gelegen, dat de kerkhoven,
die zich vroeger buiten den grens der gemeente bevon
den, boe langer hoe meer zjju omgeven door volk
rijke buurten. Het schadelijke daarvan, dat trouwens
genoeg voor de hand ligt, is al vóór omstreeks zestien
jaren door prof. P. Harting in een duidelijk daglicht
gesteld en bet is inderdaad ergorljjk dat het amster
damsche gemeentebestuur deze wenken zoozeer iu den
wind geslagen heeftdat tegenwoordig nog dageljjks
lijken ter aarde worden besteld op de Oostor- en Wester
begraafplaatseu. En dat het verderfelijke daarvan nie
alleen op theoretische gronden berust, kan ieder
bewoner van het stadsgedeelte buiten de Mnider-
poort u vertellen dievooral nn de warmte is ge
ltomen, verplicht is om zakdoek voor neus en mond te
houden, zoo dikwjjls zij op hun weg naar de oude stad
verplicht zijn langs de Oosterbegraafplaats te gaan.
Natuurlijk zal die toestand niet eeuwig kunnen duren
en schijnt men slechts op een epidemie te wachten om
het voorschrift uit te vaardigen, dat voortaan uitsluitend
begraven mag worden op de Algemeene Begraafplaats in
de Watergraafsmeer, waar een terrein door de Gemeente
is aangekocht en voor het bewaste doel ingericht. Do
meer gegoeden hebben al lang omgezien naar een plek,
waar zij hunne geliefde dooden konden toevertrouwen
aan de kille aarde van een rustig oord, niet ontwijd door
stadsgewoel. Het dichtst bjj de stad ligt Zorgvlied aan
den Amstel, dat met zijn rijken planten- en bloemondos
een vrij war liefelijker indruk maakt dan de sombere,
onvriendelijke begraafplaatsen in de stad. Ook te Die-
merbrug en .te Mniderberg wordt menig stoffelijk over
schot van gefortuneerde amsterdamsche ingezeteuen bij
gezet, lhaar bij zulk een groot zielental als de hoofdstad
zullen ook deze kerkhoven mettertijd geen voldoende
ruimte meer aanbieden, zooals nu b v. reeds met «Zorg
vlied" het geval is. Daarom hebben in het vorige jaar
de heeren M. P. T. Damalvy Molière, J. J. Klaverwjjden,
C. D. Reich. J. D. Saueressig, L. J. van Teylingen,
G. W. H. van Tejjen en H. L. Verspyck de voormalige
buitenplaats «Westerveld', nabij Velzen gekocht,
die zij tot begraafplaats hebben ingericht. De zandige
thuis in uw kringzoolang die met den onzen niet in
aanraking wenscht te komen. De tijd en de omstandig
heden wijzigen alles, Parelmanen hoewel ik nu niet
geloofdat ik ooit baron en millionair kan worden
omdat me de allernoodzakelijkste gaven voor zulk een
hooge positie ontbreken kunnen miju nakomelingen het
wellicht zoo ver brengenmaar ik zal den tijd niet
beleven om er heu geluk mede te wenschen. Ik, voor
mij verlang naar zulk een fortuin nietik ben met
weinig tevredenen juist daarom wil ik niet met u
ruilenen evoumin wil ikdat mijn kinderen in uw
familie komen."
«Dat wil ik ook niet," zei Parelman.
«Dan zijn we het op dit punt eens," antwoordde ik,
«maar dan vind ik uw vraag van zooeven vrij zonder
ling, om geen andere uitdrukking te bezigen. Eu om u
het nu maar in eons ronduit te zeggen meneer Parel
man, begrijp ik niet wat u voor den tweeden keer hier-
heenvoert. Uw zoon hoeft zijn hand in een wespennest ge
stoken, zegt ge. En ik zeg, dat uw zoon tot de wespen
behoortdie geen honig vergaren. Laat hem op reis
gaan om wijsheid op fe doen."
«Ik heb uw raad niet noodig," zei Parelman.
«Mag ik dan eindelijk eens weten, wat ge wèl van
mij noodig hebt?" vroeg ik een weinig driftig. «Ge
komt hier met een dolzinnigen eisch om iemand die
mij en de spoor weg-maatschappij uitstekende diensten
bewijst, weg te jagen, omdat, hij mijnheer uw leegloopen
den en naar avonturen zoekenden zoon die zelf den
moed mist om zijn eigen vuile zaken te redderen in
den vfeg is maar ge moet me toch genoeg kennen om
te weten, dat ik me geen vrees laat aanjagen. Al waart
ge op het oogeublik nog minister ik zon me tot zulk
een oneerlijke daad niot leenen ook al was Baak niet
de rechtschapen, eerlijke man. zooals ik hom ken. Dat
uw- iuvloed onder dit ministeriever reikt, Parelman,
weet ik maar ik raad u toch uw wraaklust niet te
kooien aan den onschuldigen Baak, dien ge zoo gaarne
weer in staatsdienst zoudt zien om hem een deuk te kunnen
geven zooals hij den hoed van uw zoon heeft gedaan."
bodem daarvan voldoet door zijn poreusheid volkomen
aan de eischen, door de hedendaagsche hygiène gesteld,
want iu plaats van de ontbinding te belemmeren, zooals
op vochtige begraafplaatsen, bevordert hij deze veeleer,
terwijl de bedorven gassen en dampen, voordat deze de
bewoonde plaatsen bereiken zoo verdund zijn dat zij
niet meer schadelijk kunnen genoemd worden. Maar
niet alleen in dat opzicht voldoet «Westerveld" aan de
eischen die men aan een rustplaats van onze dooden
stellen mag. Door smaakvollen aanleg heeft men daarvan
een heerlijke lust,gaarde gemaakt, waar al het ijzing
wekkende dat anders met de gedachten aan den dood
gepaard gaat, naar den achtergrond treedt om te midden
eenor trotsehe en tegelijk zoo lieflijke natuur voor aan
doeningen van zachter aard plaats te maken. Het ge
accidenteerde terrein met het schoonste opgaande ge
boomte beplant en door den hoogen duinrand begrensd,
biedt het oog voor natuurschoon open de schilderach
tigste plekjes aanwelke men zich kan voorstellen.
Overal zijn bekoorlijke punteudie niet tot droefgees
tigheid maar tot ernst stemmen. Hijdie hier een
dierbaren doode te rusten heeft gelegd, vindt buiten het
gewoel der wereld een oord, door de rustige, plechtige
omgeving volkomen met het doel iu overeenstemming.
Reeds te vaak had men in ons land bij den aanleg
eener begraafplaats verzuimd een les te nemen iu naburige
landen men denke slechts aan Duitschland, Zwitserland
eu Italië - dan dat «Westerveld" thans niet een waardig
voorbeeld zou geveu. De geheele plaats is 14 bunders
groot, dus voldoende voor de behoefte van Amsterdam
en de aan de spoorljjn in Noord-Holland gelegen plaatsen.
De vrees dat door toeneming eener omwonende bevol
king de begraafplaats aan hare bestemming zon kunnen
worden onttrokken, is buitengesloten (Eigen Haard, 1890).
'De overbrenging der dooden heeft plaats van de de
Rnyterkade waar de directie der begraafplaats achter
het Centraal-station een net gebouw hea^p opgericht
waar de lijkwagen en de volgkoetsen de breede
vestibule kunnen binnenrijden. Terwijl daar de kist
per lift op de eerste étage wordt gebracht in eene
passende lijkkamer, volgen de verwaLten een trap om
zich te vereenigen in een ruime kamer, gelijkvloers met
het perron van den spoorweg. Ruime openslaande deuren
geven toegang tot het perron van het rouwstation, waar
een speciale rouwtrein wacht om iu een katafalk de lijk
kist eu in volgende waggons de genoodigden eu belang
stellenden naar Westerveld" te voeren. Hot traject wordt
iu ruim een half uur afgelegd. Te «Westerveld" komt de
trein langs een afzonderlijk zijspoor aan het rouwstation.
Dadeljjk van het perron gaan de geleiders naar de mid
denruimte daarvan, een hoog wit vertrek, aan de eene
langste zijde met een groot venster, dat een ruimen blik
op de begraafplaats zelf vergunt. De smalle zijden zijn
door zware donkerpaarsche gordijnen gesloten. En als de
kist in het zijvertrek, eene soort van kapel, eveneens
geheel met paarsch damast omhangen en alleen verlicht
door drie halfcirkelvormige gekleurde bovenvensters, is
geplaatst, dan worden de gordijnen weggeschoven om
bloedverwanten eu vrienden in de gelegenheid te stellen
«Is dat een bedreiging?" vroeg Parelman.
«Neen," antwoordde ik: «nietB anders dan een welge
meende raad."
»lk heb uw raad niet noodig,' zei Parelman ander
maal. «Ik verlang alleen dat u een gevaarlijk jong-
menscb, dat hier de rust verstoort, verwijdert. Ik vraag
n ja, of neen
«Neen!" zei ik ruw.
«Zeer goed. Ik ga morgen toevallig naar Den Haag,
en Bonjour!"
«Goede reis, mijnheer Parelman."
Parelman grinnikte even; hij wilde opstaanmaar
zocht meer steun op de wrakke bank dan op zijn dikke
voetende bank bezweek en de heer Parelman viel
achterover, met de beenen iu do lucht. Het was mijn
schuld nietik had de sterkte der bank niet beproefd,
en ik had hot gevaar met, hem gedeeld. Het is waar
ik was dertig of veertig pond lichter dan Parelman
maar in de gegeven omstandigheden dacht ik er niet
aan, den man naar zijn vleeschelijk gewicht te schatten.
Overigens wist ik genoeg, hoe zwaar hij woog.
Ik reikte Parelman een reddende hand, sloeg het uit
wendig vuil van 's mans lichaam en wenschte hem goede
reis naar den Heg.*1
Voordat hij het hek verliet, zei ik nog: «Neem voor
al uw kostelijken jongen mee Parelman anders loopt
hij gevaar, dat Baak hem een tweede pak slaag geeft,
zooals hij \erdient."
Parelmau antwoordde niet. Ik had de volle over
tuiging, dat de man mij nu zooveel kwaad zou doen als
in zijn vermogen waseu toen ik hem daar voor me
uit zag stappen met zijn verwaand hoofd iu den nek
en zijn ganzen-tred, gevoelde ik een schier on weerstaan -
baren last om hem ook eens door elkaar te schudden
uiaar ik onderdrukte wijselijk deze edelmoedige opwel
ling. Ik dacht aan het tooneeltje van zooeven, toen hij
zoo schilderachtig zijn dikke beenen in de lacht stak
en uit leedvermaak schoot ik onwillekeurig in een lach.
Ik geleidde hem andermaal met groote hoffelijkheid naar
zijn rijtuigeu toen hij zijn log lichaam in de kussens