vallen zoo noodig te vervangen door gelijksoortige arti
kelen de thans gevraagde richting aanwijzende en overal
het woord lokaalspoorwegdoor *spooriceg< kan worden
vervangendat zij er op wijzen dat de Holl. Spoorweg
maatschappij zeer overwegende bezwaren heeft tegen het
in art. 2 der voorwaarden opgenomen voorschriftdat
onder alle omstandigheden twee treineu vóór half elf in
Alkmaar zullen moeten aankomen en twee treinen na 5
nur van daar zullen moeten vertrekken welke bepaling
die Maatschappij vervangen wenscht te zien door een
voorschrift van meer algemeene strekkingnamentlijk
dat de raad op het vaststellen der dienst zal worden gehoord.
Eindelijk zou de termijn, in art. 6 der voorwaarden ge
steld, met 8 maanden verlengd moeten worden.
Ten slotte verzoeken zij te besluiten, hen te machtigen
den ontworpen spoorweg AlkmaarHoorn te wijzigen
zooals op de overgelegde gewaarmerkte kaart aangegeven
is en verder in de vastgestelde voorwaarden die wijzi
gingen te brengen welke door hen aangegeven zijn.
De Voorzitter stelt voor, dit adres te stellen in
handen van de speciale commissie voor deze zaak.
De heer Kraakman wil namens de commissie, die
van dit adres met teekening reeds kennis nam, met een
enkel woord wijzen op het groote verschil tusschen dit
en het vroegere plan. Nu zal een normaal-spoorweg ge
maakt worden, terwijl vroeger een lokaal-spoorweg ge
maakt zou worden. Dit is met het oog op de snelheid,
waarmede gereden mag worden, eene groote verbetering.
De nieuwe lijn, welke 22 Kilometer lang zal zijn, zal
gaan over Bobeldijk, benoorden Berkhout, naar Obdatn
om aan te sluiten aan den Staatsspoorweg te Heer Hugo
Waard. De commissie is in beginsel zeer genegen mede
te werken om deze wijziging, welke zij in het algemeen
belang acht, te helpen tot stand brengen.
Het eenige verschil dat nog is blijven bestaan is
dat de Holl. Spoorwegmaatschappij bezwaar maakt te
gen de voorwaarde, dat twee treinen vóór half elf des vóór
middags te Alkmaar moeten aankomen, eene voorwaarde,
door de commissie indertijd ontworpen naar de aanwij
zingen door den heer Bosman, bij een onderhoud met
dien heer, gegeven. De commissie blijft hopen, dat als
nog verkregen zal worden dat èn in het belang van
het marktwezen èn in het belang van de belanghebbenden
bij de rechtbank ten minste één trein des morgens bij
tijds te Alkmaar aankome.
Daarna wordt het voorstel des Voorzitters aangenomen.
26. Verzoek van J. van Beekum oud 72 jaren, met
1 April 1891 eervol ontslagen als nachtwachtwelke
betrekking hij ruim 41 jaren met den meesten ijver ver
vulde om eenig pensioen of jaarlijksche gratificatie.
Gesteld in handen van burg. en weth. om bericht on
raad.
27. Adres van den heer dr. H. W. Waalewjjn. eervol
ontslagen leeraar-directeur der burger-avondschool, waar
bij hijnaar aanleiding van de zinsnede voorkomende
in het rapport van burg. en weth. aan den gemeente
raad betrekkelijk de hervorming der burger
avondschool dat de jaarwedden van de leeraren aan
die school onveranderd behouden zijn gebleven toen de
schooltijd ingekort werdeen uitvoerig overzicht geeft
ten bewijze dat naar zijne meeniug deze voorstelling in
strijd is met hetgeen achtereenvolgend door den raad be
sloten is dat de tractementsverdeeling steeds eene on
billijke geweest is en de onbillijkheid dier verdeeliug
nog sterker zal worden bij aanneming van het thans
aanhangige rapport. Hij verzoekt aan zijne beschouwin
gen de noodige aandacht te wijden, opdat die onbillijk
heid opgeheven of ten minste belangrijk verminderd wor
de door de traktementen voor do nederl. taal en de
leeraren in de wiskunde te verhoogen en in overeenstem
ming te brengen met de eischen die aan de leeraren
worden gesteld en niet nog worde vergroothetgeen
slechts ten nadeele van de nieuw te hervormen inrichting
kan strekken. Hij doet dit verzoek niet met het oog op
bijzondere personen maar met het oog op een goeden
gang van zaken aan de nieuwe inrichting, aan welke hij
eene in alle opzichten gelukkige toekomst toewenscht.
Voor kennisgeving aangenomen, zullende van dit chro
nologisch overzicht door den raad zoodanig gebruik kunnen
worden gemaakt, wanneer de zaak der burgeravondschool
aan de orde komt, als de raad vermeent te behooren.
Zijn in behandeling genomen de volgende voor de
leden ter lezing gelegen hebbende stukken.
28. Verzoek van mej. J. A. van Middendorp, weduwe
van G. J. Arentsen om eervol ontslag als helpster bij
het onderwijs in de vrouwelijke handwerken aan de
openb. school voor onvermogenden, met X Mei, op grond
van hare benoeming tot klerk aan het station der Holl.
IJzeren Spoorwegmaatschappij. Eervol verleend.
Van de commissie van financiën.
29. Rapport omtrent de rekening van de commissie
van toezicht en beheer over het stedelijk muziekkorps
over 1890, sluitende in ontvangst en uitgaaf op 2497.353.
De commissie stelt voorde rekening onveranderd
goed te keuren. Aangenomen.
30. Rapport omtrent de rekening der kamer van
koophandel en fabrieken over 1890, sluitende in ontvangst
en uitgaaf op 125. De commissie stelt voor, de reke
ning onveranderd goed te keuren. Aangenomen.
De heer Koorn, lid der kamer, bleef buiten stem
ming.
31. Rapport op het verzoek van regenten van het
burgerweeshuis, om machtiging tot het doen van af- en
overschrijvingen in de begrooting voor dat gesticht voor
1890. Het voorstel der commissie strekt om die ge
vraagde machtiging te verleenen, behoudens het nader
grondig onderzoek der uitgaven bij het nazien der
rekening Aangenomen.
32. Rapport op de door het burg. armbestuur inge
diende suppletoire begrooting voor 1890 sluitende in
ontvangst en uitgaaf op 1029 65, zijnde onder de ont
vangst eene nadere subsidie uit de gemeentekas begrepen
van 912en op het verzoek van hetzelfde bestuur
om machtiging tot het doen van af- en overschrijvingen
in zijne begrooting voor 1890. De commissie heeft geen
bezwaar en stelt voor, de suppl. begrootiug goed te
keuren de nadere subsidie uit de gemeentekas te ver
leenen en onder hierboven gemeld voorbehoud de ge
vraagde machtiging mede te verleenen. Aangenomen.
Kaal-haven- en diepgeld.
33. Rapport omtrent het voorstel van de kamer van
"koophandel en fabrieken tot wederinvoering van het
met ingang van 1 Juli 1861 afgeschafte kaai-', haven
en diepgeldterwijl het tegen dat voorstel ingediende
adres van het hoofdbestuur der Schippersvereeniging
Schuttevaer mede naar de commissie verzonden werd.
De commissie deelt mede, dat voorstellen tot invoering
eener nieuwe belasting in den regel ingediend worden,
wanneer de bestaande bronnen van inkomst onvoldoende
blijken te zijn, om in de klimmende uitgaven van de huis
houding, hetzij van den Staat of de provincie, hetzij van
de gemeente, te voorzien, of wanneer daarmede gepaard
gaat de afschaffing van eene andere belasting, welke voor
het algemeen of voor handel en nijverheid of voor land
bouw drukkend en belemmerend wordt geacht. Was de
indiening van dit voorstel aan geen van deze beide
redenen toe te schrijven en de behandeling daarvan dan
ook niet zoo spoedeischend als gewoonlijk met dergelijke
voorstellen het geval is, de omstandigheid, dat de regee
ring bij de Tweede Kamer een wetsontwerp toegezegd
had tot herziening van de gemeentewet, wat betreft de
heffing van plaatselijke belastingen en later ook werkelijk
indiende, maakte het raadzaam met de behandeling van
dit ontwerp niet zoo grooten spoed te maken en liever
het lot af te wachten, dat aan dat ontwerp bij de Wet
gevende Macht te beurt zou vallen. Hiertegen was naar
de opvatting der commissie te minder bezwaaromdat
het zeker een vreemden indruk zou maken, wanneer de
gemeenteraad van Alkmaar op hetzelfde oogenblik dat
hij als een van de gronden, waarop de heffing der wik-
en weegloonen verdedigd wordt, aanvoert, dat geen kaai-,
haven- en diepgeld geheven wordt, welke belasting zeker
voor een groot deel opgebracht zou moeten worden door
de marktschippers, die haar natuurlijk op hunne begun
stigers, de landlieden, zouden verhalen, overging tot de
invoering dezer belasting.
Achtte zij om die redenen het wenschelijk, dat voorstel
voorloopig aan te houden, nu op de behandeling daarvan
aangedrongen wordt, wil zij gaarne in het kort uiteen
zetten, op grond waarvan zij, afgescheiden van het reeds
aangevoerdevoor het oogenblik de aanneming van dit
voorstel toch niet kan aanraden. Werd tot de invoering
in beginsel beslotendan zou zij in het belang van
Alkmaar's marktwezen de schippers uit do omstreken,
die hier wekelijks komen, hetzij om waren aan te voeren,
hetzij om van hier te vervoerendie zooveel voordeel
aan de gemeente aanbrengen, willen uitzonderen en bo
vendien de stoombooten en vaartuigen, die bij gelegenheid
der groote veemarkten Alkmaar bezoeken. Zij kan niet
ondersteunen het denkbeeld om van dergelijke vaartui
gen, welker aanwezigheid zoo gaarne gezien en op prijs
gesteld wordt, belasting te heffen. Aan dergelijke vaar
tuigen moet het gaan hierheen gemakkelijkniet be
zwaarlijk gemaakt worden. Zou deze vrijstelling de op
brengst der belasting aanzienlijk doen dalen, die belasting
zou nooit tot zulk een hoog bedrag geheven kunnen worden,
dat het bedrag daarvan gelijk stond met de lasten, ver
bonden aan het bewonen van huizen in deze gemeente.
Bovendien moet niet vergeten worden, dat de concurrentie,
welke in het leven geroepen wordt door die vaartuigen,
vooral ten aanzien van enkele artikelen zooals brand
stoffen en aardappelen, zeer heilzaam werkt en zeer zeker
strekt ten bate van het algemeen. Verder zou zeer
moeielijk belasting geheven kunnen worden van dio
stoombooten en vaartuigen, welke van tijd tot tijd slechts
gedurende eenige uren stil liggenhetzij tot het lossen,
hetzij tot het laden van artikelen. Eindelijk geeft de
invordering eener dergelijke belastingzooals indertijd
door de toenmalige kamer van koophandel en fabrieken
breedvoerig uiteengezet is gewordentot vele bezwaren
en moeielijkheden aanleiding.
Om alle deze redenen stelt de commissie voorin de
bestaande omstandigheden nog niet tot de invoering van
de door de kamer van koophandel en fabrieken voorge
stelde belasting over te gaan.
Met algemeene stemmen, zonder hoofdelijke stemming,
aangenomen.
De heer Koorn verklaarde tegen het voorstel der
commissie te zijn en wilde liever de behandeling tot later
aanhouden, waarop de Voorzitter antwoordde, dat,
wenschte de kamer na verloop van tijd op de zaak terug
te komen dit nog altijd kon geschieden.
Van Burgemeester en wethouders.
34. Voorstel om de som van 500, bij de gemeente-
begrooting voor 1891 toegestaan voor het plaatsen van
twee ijzeren omkastingen van urinoirs, onder voorbehoud
dat later de plaats zou worden aangewezenwaar zij
geplaatst zouden worden te bestemmen tot het plaatsen
van eene dergelijke omkasting op het Vlaanderhof en op.
het Ritsevoortnabij de brug over de Singelgracht
leidende tot den Kennemerstraatweg.
Met algemeene stemmen aangenomen na eene korte
bespreking over de vraagdoor den heer Janssen
geopperd, of die op het Ritsevoort ook op eene nog minder in
het oog vallende plaats kan worden gezet en nadat door den
V oorzitter aan den heer Boelmans ter Spilldie
aangedrongen had op de plaatsing van eene dergelijke
inrichting op het Hof, geantwoord had dat het voorne
mens was daarmede in volgende jaren voort te gaan en
dat dan het Hof zeer zeker daarvoor in aanmerking zou
komen.
35. Voorstel om het door de Kamer van Koophandel
en Fabrieken ingezonden gewijzigde reglement van orde
goed te keuren, nu de kamer aan een paar bedenkingen
van burg. en weth. te gemoet gekomen was. Bij dat
gewijzigde reglement van orde is aangenomen o.a. dat de
zittingen der kamer openbaar zullen zijn.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
36. Kohier der plaatselijke directe belasting naar het
inkomen, dienst 1891, opgemaakt tot een belastbaar in
komen van J 1.526.590, waarvan 2°/0 bedraagt 30531.80.
Het bedrag der heffing is gelijk aan 1890.
Onveranderd vastgesteld.
37. Rapport op het verzoek van de afdeeling Alk
maar van de Noord-Hollandsche Vereeniging Het Witte
Kruisom eene subsidie in eens of om kosteloozen
afstand van grond voor de door de afdeeling voorgeno
men stichting van een Volksbadhuis. In beginsel
juichen burg. en weth. de oprichting van eene dergelijke
inrichting zeer toe en mag de gemeenteraad van Alkmaar
naar hunne meening het door andere gemeentebesturen
gegeven voorbeeld, om mede te werken tot het tot stand
komen van zulk eene inrichting, wel volgen, omdat een
Volksbadhuis zeer zeker een heilzamen invloed zal uit
oefenen op den gezondheidstoestand. Die medewerking
kan verleend worden op twee wijzen, óf door subsidie in
eens öf door afstand van grond. Aan laatstgenoemde
wijze gaven zij de voorkeur en zij traden daarover in
overleg met het bestuur der afdeeling. Dat overleg had
tot uitkomstdat het bestuur zich met de door hen
voorgestelde wijze van steun zeer goed kon vereenigen.
Tegen hun voorstel om daarvoor te bestemmen het stukje
gemeentegrond aan de Koorstraat naast de kosters woning,
waar vroeger het Klokkenhuis stondhad het bestuur
bezwaar, vooral op hygiënische gronden, en tegen het
voorstel van het bestuur om daarvoor af te staan een
stuk grond van het plantsoen aan het Eitsevoortna
melijk een deel van den opgang langs het door de wed.
de Munk bewoonde huis aldaar, hadden zij ernstige be
denking. Daarna is het oog gevallen op het aan de
gemeente behoorende terrein aan het Kweerenpad, thans
bestemd tot boomkweekerij. Met de keuze van dat terrein
heeft het bestuur zich volkomen vereenigd. Alleen zou
het gaarne zien dat over de volle diepte een strook
grond werd afgestaan, zooals aangegeven is op eene over
gelegde teekening, groot ongeveer 200 centiaren. Verder
verzocht het bestuur die strook grond in erfpacht te
willen geven voor 49, en niet voor 29 jaren, zooals aan
vankelijk aangegeven was, omdat anders het hoofdbestuur
van het Witte Kruis bezwaar zou maken twee dui
zend gulden subsidie te blijven toekennen. De bij
de afdeeling Haarlem opgedane ondervinding had zulks
geleerd. Zij bieden een in dien geest ontworpen besluit
ter vaststelling aan tot toelichting waarvan zij alleen
nog mededeelen, dat zij, om de zaak niet te bezwarend te
makengemeend hebben de jaarlijks te betalen pacht
niet hooger te moeten stellen dan 2.50.
Nadat het door de heeren Janssen en Stoel geopperde
denkbeeldof niet eene voorwaarde opgenomen moest
wordendat de grond aan de gemeente onmiddellijk
teruggegeven moest wordenzoodra het Volksbadhuis
niet meer als zoodanig geëxploiteerd werdbestreden
was door den heer Kraakman en den Voorzitter,
die eene dergelijke bepaling niet noodig achtten met het
oog op het vertrouwen, dat in de zaak gesteld werd en
de moeielijkkeden, welke voor het slagen der zaak daar
uit zouden kunnen voortvloeien, werd, op voorstel van
den heer Boelmans ter Spill, met algemeene
stemmen, als nieuwe voorwaarde de volgende bepaling
gesteld
De tarieven, zooals zij thans in het verzoek der afdee
ling opgegeven zijn, mogen niet verhoogd worden zon
der toestemming van burgemeester en
wethouders.
Deze bijvoeging werd noodzakelijk geacht opdat de
raad de zekerheid zou hebben, dat de inrichting werkelijk
als Volksbadhuis geëxploiteerd zou worden en alzoo ge
handhaafd bleef het motiefwaarom de gemeente haren
steun op deze wijze verleende
38. Algemeene Bewaarschool. Dit volgt in het
nummer van Zondag.
39. Voorstel betrekkelijk de hervorming der burger
avondschool.
In verband mot een heden morgen bij burg. en weth.
nog ingekomen schrijven van den heer de Groot tot eene
volgende vergadering aangehouden.
40. Is overgegaan tot het benoemen van
a. een lid van het burgerlijk armbestuurin plaats van
den heer S. de Lange P.Az., op verzoek eervol ont
slagen wegens woonplaatsveranderingwaarvoor aan
bevolen werden de heeren mr. W. F. A. Verhoeff en
J. P. Kool Pz.
Benoemd de heer mr. W. F. A. Verhoeff met 11 stem
men; de heer J. P. Kool Pz. bekwam 2 stemmen.
b. eene helpster bij het onderwijs in de vrouwelijke hand
werken aan de openbare school voor onvermogenden,
in plaats van de helpstereervol ontslagen bij het
onder No. 28 genomen besluit.
Benoemd mej. H. 0. van Middendorp met 10 stem
men; mej. A. J. Elflink bekwam 3 stemmen;
c. twee leden van het stembureau bij de verkiezing van
een lid der Tweede Kamer op 9 Juni a.s.
Benoemd de heeren Kraakman met 12 en Boelmans
ter Spill met 11 stemmen. Eén blanco biljet werd
gevonden.
d twee leden en twee plaatsvervangende leden van de
commissie, bedoeld bij art. 11 en 15 der wet op de
schutterijen.
Benoemd tot leden de heeren H. J. Bruinvis met
13 en Koorn met 12 stemmen de heer de Sonnaville
bekwam 1 stem. Tot plaatsvervangende leden de heeren
Goede met 12 en de Sonnaville met 11 stemmen. De
heereu Rentmeester de Lange en Janssen bekwamen
ieder ééne stem;
e. eene commissiedie op Woensdag 27 Mei a.s. ter
audiëntie bij H. M. de Koningin-Regentes zal gaan,
nadat met algemeene stemmen besloten was, dat het
gemeentebestuur daar vertegenwoordigd zou worden.
Met algemeene stemmen wordt beslotendat die
commissie zal bestaan uit den burgemeester en den
secretaris der gemeente.
41. Gaat de vergadering over in gesloten deuren, na
heropening waarvan
42. in behandeling wordt genomen het alleen
voor de leden ter lezing gelegen hebbende voorstel
van de vaste commissie voor de gasfabriek, om gebruik
te maken van de zich thans voordoende gelegenheid, om
aan te koopen de drie perceelen aan den Koningsweg,
groot 199 centiaren, gelegen onmiddellijk naast de gas
fabriek, van den heer W. de Visser, voor de som van
3500, volgens de voorwaarden, gesteld bij het door hem
den 4 Mei 1891 gedaan aanbod en die perceelen onmid
dellijk te sloopen. Voor bewaring van een en ander is
dat te verkrijgen terrein zeer gewenscht, vooral in ver
band met eene wellicht aan de orde komende uitbreiding
der fabriek. Die uitgaaf kan op dit dienstjaar vereffend
worden, daar, buitengewone omstandigheden voorbehou
den, zeer geringe uitgaven voor de fabriek noodig zijn.
Met algemeene stemmen aangeuomen, onder bepaling,
dat in overleg mot den verkooper, de termijn van aan
vaarding, welke op 1 Juli gesteld was zoo noodig ver
lengd zou worden tot 1 Augustus.
43. Bij do gewone rondvraag door den Voorzitter
aan de leden vraagt de heer de Lange, of het niet
wenschelijk zou zijn vaD do zich nu voordoende gele
genheid, dat een steiger om den toren van het Stadshuis
staat, gebruik te maken tot plaatsing van een bliksem
afleider en de heer Stoel, of burg. en weth. hunnen
invloed zouden willen aanwendendat de houten
omkastingen om de buizen der waterleiding langs de