mr. W. K. van Dedem,
Ingezonden Stukken
district HOOXtRT,
Vee-aankoop voor Zuid-Afrika
Een woörd tot de landbouwers-kiezers
een landbouwer-kiezer.
Spoorwegongeluk bij Osnabrük.
Omtrënt het ongeluk aan het gezelschap Carré aan
het station Kirchlengern, een onbeteekenend plaatsje tus-
Oeynhansen en Löhneoverkomen is door het bestuur
der betrokken spoorwegmaatschappij te Hannover bekend
gemaakt dat de botsing der beide treinen het gevolg
was van een te vroeg gegeven signaal tot binnenstooming
van den personentrein. Daarvoor werd de stations-chef
Lange reeds in hechtenis genomen. Als extra-trein had
die van Carré het recht van doorrijden en de andere
had behooren te wachten. De extra-trein reed het sta
tion voorbij en stootte, ongeveer op 50 passen verder,
met groote vaart op een van Hannover komenden per-'
sonentrein waarvan de beambten meenendedat de
extra-trein stilstond het gevaar te laat zagen om af
doende maatregelen te nemen. Wel schijnen zij geremd
te hebben. De wagon waarin de familie Carré, Mary
Grothe, mevrouw Wolff en haar dochtortje Amalia, Jacques
Schuitenvoerder de secretaris Rabe en zijne echtgenoote
Gras, de'vier Carpini's enz. gezeten waren, was de eerste
personenwagen. De twee locomotieven zaten in elkaar
verward die vau den extra-trein was met den tender
en den daarop volgenden verbrijzelden goederenwagen
ééne massa geworden en op die massa stootte de eerste
personenwagen. Hij was er bovenop gereden en toen
ontdaan van de wielen, die boven op de massa bleven
liggen, links afgevallen. De volgende wagen was op den
kop gezet. Carré zelf was uit den wagen geslingerd
en bekwam kneuzingen aan den arm de knie en het
gelaat. Zijne vrouwAmalia Salamonskadie den
31 den veertigjarigen leeftijd bereikt zou hebben werd
verpletterd; o. a. was de borstkas geheel ingedrukt. Toen
zij gevonden was leefde zij nog doch gaf den geest
toen zij op het gras was neergelegd. De oudste zoon en
drie andere kinderen waren licht gewondhet jongetje
van twee jaren, dat op den schoot van een dienstmeisje
had gezetenviel onder een bank en bleef ongedeerd.
Van het personeel werden 17 personen in het zieken
huis te Hannover opgenomonwaaronder de schoolrij-
deres Mary Grothe, die beide beenen brak, mej. Adams,
die een been en haar kaakbeen brak en het zesjarige
meisje Amalia Wolff, bekend als baby in het waterballet,
die ernstige hoofdwonden bekwam. De heer Pohltnann
was vol brandwondendoordat het kokend water der
locomotief over hem was gekomen. Drie kwartier had
men noodig, om hem en mejuffrouw Adams los(te krijgen
uit de stukken hout enz., waarin zij beklemd zaten.
Twee ballet-danseressen ontvingen ernstige wonden aan
de beenen; de secretaris, de beer Rabe bekwam eene
wond aan den linkerarm; mevrouw Persinger, wier echt
genoot aan den circus verbonden is, brak het scheenbeen
en bezeerde zich ernstig aan het hoofd. In den perso
nenwagen, die achter den wagen, waarin de familie Carré
gezeten was, volgde, werd slechts één slachtoffer onder
de 40 a 50 personen aangetroffen, Martha Krüger. 18
jaren oud die den 21 haar engagement bij het circus
Corti te Rotterdam verbroken en dien dag zich bij het
gezelschap Carré gevoegd had. Zij brak een been, dat
afgezet is. Drie treinbeambten waaronder de 70jarige
treincontroleurwerden gedood. De paarden en goe
deren die zich in de achterste wagens van den trein
bevonden, bleven onbeschadigd en kwamen des nachts te
1 uur te Hannover aan.
Was het tooneeldat zich na de ramp vertoonde
afgrijselijk om te aanschouwende redding werd zeer
bemoeielijkt door den zwaren regen, die den kleibodem
doorweekte en het vervoer zeer belemmerde. Bovendien
ontbraken alle hulpmiddelen, zooals verbandkisten, een
draagbaar enz. De gekwetsten werden grootendeels in
eene baanwachterswoning opgenomen. Mevrouw Wolff
en haar dochtertje werden opgenomen in de woning van
den predikant, wiens echtgenoote zich zeer verdienstelijk
maakte in het verleenen van hulp aan de gekwetsten.
Eerst een uur na de ramp kwamen geneesheeren uit
Oeynhansen en Löhne met verbandmiddelen om hulp te
verleenen. Van alle zijden uit Europa ontving het ge
zelschap bewijzen van deelneming, o. a. zond de Koningin-
Regentes der Nederlanden per telegram een hartelijk
woord van deelneming. Den 25 des voormiddags te half
twaalf is het stoffelijk overschot van mevrouw Carré op
het kerkhof van Strangried in tegenwoordigheid van eene
talrijke menigte begraven. De lijkkist was bedolven onder
bloemen en kransen. In de Aegidiuskerk werd door den
predikant dr. Hilmer eene lijkrede gehouden naar aan
leiding van den tekst:' Ik leef en gij zult ook leven."
Hij schetste de overledene als eene liefhebbende moeder
en eene welwillende meesteres die een open oog had
voor al wat schoonedel en goed was.
De heer mr. W. K. van der Breggen, de rechtsgeleerde
raadsman van Carré begaf zich na het vernemen der
ramp dadelijk naar Carré.
Met ingang van 1 Juni a.s. is tot postbode in de
Beemster benoemd Dirk de Jongh te Rijp.
Te Amersfoort heeft zich uit de burgerij eene com
missie gevormd tot het in ontvang nemen van bijdragen,
ten einde den naar Suriname vertrekkenden burgemeester,
den heer jhr. mr. T. A. J. van Asch van Wijck, een aan
denken aan te bieden.
De Staats-commissie voor de arbeids-enquête zal
den 1 Juni hare zittingen te Nijmegen aanvangen en daar
ongeveer eene maand verblijven.
Het schriftelijk gedeelte van het examen voor de
hoofdakte zal plaats hebben op 25 Junide monde
linge examens zullen aanvangen 13 Juli en de commis-
siën, met het afnemen der examens belast, houden zitting
te Breda, Arnhem, 's-Gravenhage, Amsterdam, Zwolle en
Groningen.
De heer J. Zijp Kz. te Abbekerk is door de cen
trale liberale kiesvereeniging in het hoofdkiesdistrict Enk
huizen candidaat gesteld met 307 van de 337 stemmen.
De heer J. Breebaart Kz. te Winkel bekwam 30 stemmen.
Aan de zouterij te Kolhorn werden gedurende
de laatste twee weken slechts 34 ankers ansjovis
ingezouten. De vangst blijft dan ook zoo zuinig dat
reeds door eeuige sloepen met visschen werd opgehouden.
Door het natte en koude weder, gaat het ook met de
zomer granen in den polder Waard en Groet niet
voordeelig. Er zijn stukken land, die, aanvankelijk met
wintergranen bezaaid tengevolge van den strengen win
ter omgeploegd moesten worden en opnieuw met zomor-
granen bezaaid en nu ten gevolge van het gebit in die
jonge zaden ten tweeden male geploegd en met boonen
of dergelijke bezaaid werden. Naar droogte en warmte
wordt verlangend uitgezien.
-De collecte voor de Maatschappij van Weldadigheid
bracht op te Beverwijk 63.3972,te Enkhat*eii f 28,
behalve eene ingekomen gift van 10.
Te Haarlem zal een wielerbaan opgericht worden.
Niet de heer de Braai van Texel doch de heer
Kempers aldaar staat op de voordracht van hoofd der
school te Heerhagowaard.
De miliciens van de lichting 1890, die na 1 Juli
a. s. voor het blijvende gedeelte onder de wapenen wor
den gehouden, moeten op 11 September in het genot van
onbepaald verlof worden gesteld.
De heeren Mirandolle en W. C. Visser hebben ont
slag genomen als leden van den gemeenteraad van Nieu
we Nledorp na den uitslag der herstemming, waarbij
de heer P. Koopman tot raadslid verkozen werd.
De Kiesvereeniging Burgerplicht te Amsterdam
heeft den 25 candidaat gesteld voor het lidmaatschap
van de Tweede Kamer de heerenjhr. mr. J. W. H.
Rutgers van Rozenburg met 280, J. T. Cremer met 278,-
mr. A. P. K. Hartogh met 271mr. J. P. R. Tak van
Poortvliet met 263mr. A. Kerdijk met 262B H.
Heldt met 255, mr. J. G. Gleichman met 253, mr. J. A.
Levij met 233 en mr. W. H. de Beaufort met 186
van de 312 uitgebrachte stemmen. De heer mr. H. Pk.
de Kanter te Haarlem bekwam 127 stemmen.
De liberale kiesvereeniging te Beemster heeft
den heer mr. H. Ph. de Kanter te Haarlem candidaat
gesteld voor lid der Tweede Kamer. Het aftredend lid
de heer mr. W. K. baron van Dedem. bekwam 10 stemmen.
Den 25 is te Amsterdam aanbesteéd het ver
broeden en verlagen van de Prins Hendrikkade langs en
wederzijds de Schreijerstoren benevens het bouwen van
een bazaltsteenen walmuur. Van 14 inschrijvers was de
heer G. D. van Doom aldaar voor 83200 de laagste.
H. K. H., mevrouw de groothertogin van Saksen
heeft aan de Haarlemsche Kookschool 100 geschonken.
Den nieuw benoemden burgemeester'der gemeente
St. Pancras viel den 2-5. bij zijn terugkomst uit Haarlem,
waar hij in handen van den commissaris des Konings den
eed had afgelegd, aan het station te Alkmaar eene warme
ontvangst van zijne dorpsgenooten ten deel. Een aantal
versierde rijtuigen begeleidden den heer L. van den Vijzel
naar zijne gemeente, waar uit alle huizen de nederland-
sche driekleur wapperde, om door den raad te worden
geïnstalleerd. Het anders zoo stille plaatsje bood een
tooneel van levendigheid en opgewektheid als er zelden
wordt aanschouwd.
EEN Hl'liUE VIN BET
ALKMAARSCHE KOOK.
Mijnheer de redacteur!
Weder thuis gekomen en aan de aangename dagen
terugdenkende, in Alkmaar doorgebracht, herinneren wij
ons onder de vele toasten, uitgebracht op de gezellige
bijeenkomst na het concert van vrijdag j.l. er geene was,
die eene hulde bracht aan het wakkere koor en wanneer wij
aan de vele uitvoeringen denken, die wij in groote en klei
nere steden hebben bijgewoond, komt het ons voor, een bij
zonder woord van hulde hier met recht op zijn plaats is.
Zoowel klankgehalte als uitvoering waren verrassend en
het zou ons daarom hoogst aangenaam zijn, indien u
door plaatsing dezer regelen ons in staat wildet stellen,
bij onze waardeering ook onzen dank te kunnen betuigen
voor alles wat het zangkoor heeft doen genieten.
Hoogachtend hebben wij de eer ons te noemen
Van U, WelEd.Geb. Heer
De dienstw. dienaren
Utrecht, JOH. WAGENAAR.
25 Mei 1891. M. W. PETRI.
IN HET
DOOR
Nu weer het gewichtig vraagstuk ook ons beheerscht,
wien wij bij de aanstaande verkiezing zullen afvaardigen
voor het lidmaatschap van de 2e Kamer der Staten-
Generaal, is het dunkt mij goed dat deze zaak, overeen
komstig hare beteekenis wel en deugdeljjk wordt over
wogen. Het kan misschien zijn nut hebben bij al hetgeen
wij hebben vernomen in de vergaderingen der Centrale
Kiesvereeniging, ook no£ onze gedachten met elkander
te vergelijken. De indruk,'die deze bijeenkomsten hebben
achtergelatenpleit voor de verwachting, dat aan onzen
afgevaardigdeden heer Mr. W. K. van Dedem
bij- hernieuwing het mandaat zal worden opgedragen.
Toen zijn daar en ook op meer andere plaatsen stemmen
opgegaan, die de vraag doen rijzen kunnen wij
bij den stand der partjen in ons vaderland met goed
vertrouwen den uitslag eer verkiezing afwachten of zullen
wij nauw aaneengeslotei ons vóór dien tijd verzekeren
van de overwinning
Wanneer wij de uitiig van de vergaderingen der C.
K. nagaan komt men ttt het besluit, dat in hoofdzaak,
vooral bij den zuivel prcduceerenden landbouwer, maar
één bezwaar bestaat tegei de herkiezing van onzen tegen-
woordigen afgevaardigde, n.l. zijne denkbeelden omtrent
de heffingvan wik- en weigloonen, u allen bekend. Want
al heeft zijne houding omtient de aanneming der onderwijs
wet bij velen grieven fewekt, mannen van naamdie
in den aanvang zijne egenstanders warenverklaren
thans, dat het den 17 liberalen eene eer mag zijn tot
de aanneming daarvan t> hebben medegewerkt. »Wik-
en weegloonen", ik erfandat is een onbillijkezeer
drukkende heffing voor cen landbouwer. Altijd heb ik
dan ook mijne krachten nede aangewend, vermindering
hiervan te verkrijgen td. een bedrag als noodig is
om inrichtingen en arbeic op flinke wijze te bekostigen.
Meermalen heb ik met d<n heer van Dedem (en wel eens
heftig) over het onhoudbare hiervan gesproken, maar,
om dit tot punt van kwestie te maken bij verkiezingen
en hem als lid der 2e Knner onwaardig te achten, ons
district te vertegenwoorligen, dit acht ik onwaardig.
Zeker ware het gewenscht, dat de heer van Dedem in
deze met ons mede kou ^.an; dit zou voor de zaak reeds
veel gewonnen zijn hij zou ook hier als in zoovele
andere zaken zijnen invloed kunnen laten gelden ons
met zijn belangstelling in den landbouw kunnen behulp
zaam zijn. Maar waar mijn rechtvaardigheidsgevoel zich
sterk deze z. g. belasting kantdaar ook komt het op
tegen onwaardig spelen met de zelfstandigheid van onzen
afgevaardigde. Ongaarne had ik gezien, en ik heb de
overtuiging dat dit met meerderen mijner vakgenooten het
geval is, dat hij zich, door de houding der kiezers in het
nauw gebracht, zou kunnen terugtrekken. Neen, liever
met onverpoosden ijver strijdende tegen deze vrijgevig
heid, die den steden ten goede en ons ten nadeele komt,
zooals terecht door een voor- en door een tegenstan
der op de laatste vergadering der C. K. werd geuit, dan
op die wijze pressie uitoefenen op onzen afgevaardigde;
wij mogen geene pogingen aanwenden om, waar wij in
de eerste plaats den eisch stellen aan een volksvertegen
woordiger, »zelfstandig te zijn", deze goede eigenschap
op te offeren aan een lokaal belang.
En waar ik sprak van zijne belangstelling in den
landbouw, daar zal men mij afvragen, ook alweer met
verwijzing naar de wik- en weegloonen (want sommige
verharde strijders voor de goede zaak hebben dan ook maar
al te veel het oog op één punt) waar vinden wij die
belangstelling dan antwoord ik en zoo mijn epistel niet
te lang werd zou dit antwoord meer uitgebreid zijn
In den heer vau Dedem zagen wij in 1881 een warm
pleiter voor eene goede regeling der mutatierechten. Als
lid van het bestuur der Vereeniging tot ontwikkeling
van den landbouw in Hollands Noorderkwartier heeft
hij bij de ontwikkeling dezer zaak getoond met hoeveel
ijver en scherpzinnigheid hij die altijd nog te wachten
ontheffing voor den kleinen grondbezitter wist voor te
bereiden 't Is dan ook niet onbekend, dat de Regeering
nota heeft genomen van dit streven.
In 1884 meen ik, was het, dat op initiatief van hem
en den heer de Vos van Steenwijk de belangrijke subsidie
ad j 300000,werd verkregen tot beteugeling der
longziekte in het spoelingsdistrict. De in zijne oogen
minder gelukkige uitvoering dezer wet noopte hem het
volgend jaar hierover den minister te interpelleeren
terwijl nog andore zaken als district-veeartsen, rotkreupel
enz., door hem in de Tweede Kamer zijn besproken.
Later toen zijn medeafgevaardigde, de heer Visser van
Hazerswoude, zitting heeft genomen, schijnt het woord
over dergelijke zaken meer aan laatstgenoemde te zijn
overgelaten niettemin had de heer van Dedem menig
maal gelegenheid, in de Afdeelingen van zijne goede ge
zindheid voor den landbouw blijken te geven.
Voorts verwijs ik u naar zijne houding als lid dei-
Provinciale Staten van dit gewestin welke hoedanig
heid hij menige lans voor de belangen van ons vak heeft
gebroken. Denkt aan de verordening op het rotkreupel,
na vergeefs, zooals gezegd, bij de regeering daartoe te
hebben aangekloptaan de ondersteuning van het ver
zoek der fioll. Maatsch. van landbouw tot oprichting
van een zuivelschool in Noordholland aan de subsidie
der tentoonstelling te Buenos-Ayres en meer andere zaken,
die in meerdere of mindere mate den landbouw ten goede
kunnen komen. Ook zou ik u mogen noemen zijn her
haalde, welbekende pogingen tot het verkrijgen van land-
bouw-onderwijs; zijn goede meeningen in zake proefstations
en zooveel wat den heer van Dedem kenmerkt als den
vriend van den landbouw.
Reeds jaren voorzitter van de afdeeling Hoorn en
omstreken van de Holl. Maatsch. van landbouw mogen
wij verwachten, dat hij de belangen van onzen landbouw
zal'blijven behartigen en voorstaan waar hem dit moge
lijk valt.
Is 'tniet duidelijk, dat in de laatste jaren een merk
bare vooruitgang is te bespeuren in de belangstelling
voor den landbouw, ook bij onze regeering Allen die
eenigszins tot den bloei van den landbouw medewerken,
zullen dit met mij instemmen. En zouden wij ook niet
voor een deel deze gunstige wending mogen toeschrijven
aan den invloed van onzen afgevaardigde
Daarom, nu wij liberalen in het district Hoorn het
eens zijn over de richting, waarin wij onze keuze zullen
doen bij de a.s. verkiezing en alleen mannen worden ge
noemd, die met onzen afgevaardigde op ééne lijn zijn
te stellen, laat ons dan aan den heer
overeenkomstig zijne gebleken bekwaamheden want het
mag worden gezegdhij is in vele opzichten een waar
dig lid onzer vertegenwoordiging met passende geestdrift
opnieuw opdragen, de belangen, van het vaderland bovenal,
voor ons te vertegenwoordigen.
U.
Mijnheer de Redacteur!
Mag ik u beleefd verzoeken, als ingezonden stuk in
uw courant op te nemen, de navolgende opgave van aan
koop van vee het vorige jaar in de maand Augustus
door mij gedaan, op verzoek der Directie van de Ned.
Zuid Afrik. Landb. Maatschappij.
Aanleiding vind ik hiertoe in de belangstelling, die
ik in deze maand tot vervelens toe ondervind, in dat
door mij in het vorig jaar reeds uitgevoerd werk, eene
belangstelling waarvan ik mij zelf geene verklaring kon
geven, doch waarvamik nu denkelijk de bron heb opge
spoord. In het ochtendblad van het Handelsblad, d.d.
5 Mei j.l. komt het verslag voor der Ned. Zuid-Afrik.
Landb. Mij. en o. a.»dat de inkoop van vee bedraagt
27,000, hetgeen met het transport komt te staan op
64,000.
Toen ik dat las, nam ik daar niet veel notitie van
ik wistdat ginds veel vee voor rekening der Mij. was
aangekochten ook voor paarden etc. zeer veel was uit
gegeven toen mij echter door iemand op wiens oordeel
ik zeer veel prijs stel, ook weder zeer veel belangstelling in
diezelfde zaak werd betoond, en het Fiuantiëel Nieuwsblad,
d.d. 7 Mei 1.1.. van den heer T. A. Huizinga te Amsterdam,
werd toegezonden, vond ik in dat bfad de bron van alle
belangstellingwant in het daarin voorkomende verslag
der Ned. Zuid-Afrik. Landb. Mij. staat o. a. niets minder
dan »Ter uitzending naar Transvaal zijn 27 stuks vee
aangekocht tegen 27,000de transportkosten van dat
vee beliepen 64,000."
Dat curieuse bericht is door veel meer menschen gele
zen dan men inderdaad zou verwachten en ik acht