No. 65. Drie en IVegentigste Jaargang. 1891 WOENSDAG 3 J IT NI. Dit nummer bestaat uit 2 bladen EERSTË~BLAD~ Officiéél Gedeelte. Directe Belasting. Onbestelbare Brieven Buitenland. FEUILLETON. MIJN VRIEND PARELMAN. Binnenland. Plechtige begroeting Koningin en Regentes te Rotterdam. Novelle van P. F. BRUNINGS. UkMAARSCHE COIRAAT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,06. Prijs der gewone Advertentiën: Per regel O,IS. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer 23. Burgemeester en Wethouders van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat het kohier der plaat selijke directe belasting, dienst 1891, op 20 Mei 1891, onder No. 36 door den Gemeenteraad vastgesteld en bij besluit van 28 Mei d.a.v., No. 44, door Gedeputeerde Staten van Noordholland goedgekeurd, op heden aan den gemeente-ontvanger ter invordering is uitgereikt, zullende dat kohier in afschrift gedurende vijf maanden, aanvang nemende 4 Juni 1891 ter gemeente-secretarie overeen komstig art. 264 der gemeentewet, voo'r een ieder ter lezing liggen. Bezwaarschriften tegen den aanslag kunnen op onge zegeld papier bij den Gemeenteraad ingediend worden binnen drie maanden na den dag der uitreiking van de aanslagbiljetten, welke uitreiking op 12 Juni 1891 be paald is. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar,A. Maclajnic Pont. 2 Juni 1891. De Secretaris, Nuhout van der Veen. verzonden in de le helft van Mei 1891 Mevr. Kesper, Amsterdam de Bruijn den Haag Wed. Serré den Haag Huigman Haarlem P. Buis man Kampen. Amerika: G. J. A. Kuipers Pulton. RPSIiAAD. Den 28 zou de Keizer den achtsten verjaardag zijner krooning te Moskou herdenken waar toe groote toebereidselen gemaakt waren. Plotseling kwam in de plannen verandering en werd de feestviering afgezegd volgens de Times tengevolge van eene zware verkoudheid van de Keizerin en van eene zwelling van het gelaatvolgens de Standard, omdat onder den spoor weg van Petersburg naar Moskou eene mijn en op de terreinen der fransche tentoonstelling te Moskou, welke de Keizer zou bezoeken vier kisten met dynamiet gevonden waren. SPAHTJE. De dagbladen bevatten een door zeven tien republikeinsche afgevaardigden onderteekend stuk, waarin gevraagd wordt afschaffing van de monarchie, beperking der macht van het Staatsbestuurevenwicht op de Staatsbegrooting, herziening der wetten op de be lastingen en accijnsen. Naar Bilbao, waar ernstige wanordelijkheden uitgebro ken zijn, werden troepen gezonden. 46) o— .Mevrouw", zei ik, want ik zag nu ook wel aan haar kleinen voet, dat ze een schoenmaker moest hebben, die niet voor arme juffrouwen werkte, »ik weet waarlijk niet waar ik ben. Zoudt ge zoo vriendelijk willen zijn, me te zeggen hoe ik weer op den straatweg kan komen Ze keek me aan en antwoordde toen met een toonlooze stem »Die wandelt met den Heer is op den goeden weg; hij heeft geen gids noodig." Dit was niet dom gezegd, maar ik werd er toch niet wijzer door. Ik had in ieder geval met een i godsdienstig" mensch te doen en zoover reikte mijn menschenkennis welom te begrijpen, dat ik tenaastenbij in haar toon moest vervallen, wilde ik dat ze mij den weg wees. .Dat is zeer juist, mevrouw", antwoordde ik; maar in mijn afgetrokkenheid ben ik van den rechten weg geraakten misschen zult gij een vermoeiden en ver doolden pelgrim wel weer het rechte pad willen wijzen". »Het rechte pad?" herhaalde ze. En toen hief ze haar rechterarm omhoog en wees naar boven. .Daarheen is het rechte padzei zeen boog weer het hoofd over haar boek. Ik keek in de aangewezen richtingmaar kon met den besten wil van de wereld geen pad in de lucht zien. »Dat is het pad... der vogelen, mevrouw", zei ik een weinig spotachtig. Het pad der reinen", antwoordde ze, in de lucht kij kende; »het pad der engelen; het pad dat Jacob beklom om in de hemelen plaats te nemen in hunne reien." Ik had met een gekke dweepster te doendie niet eens den bijbel kende, al las ze er in. Het was voor het eerst in mijn leven dat ik zulk een »arme des geestes" ont- TIIBH1JË. Uit bijzondere bron wordt uit Con- stantinopel gemeld, dat in den nacht van den 1 eene bende Tserkessischo 'roovers den sneltrein (de Orient- expresse) heeft laten ontsporen en de in den trein zich bevindende duitschers (een gezelschap Rijksambtenaren, waarschijnlijk op weg naar de duitsche koloniën) en ver scheidene engelschen door de roovers gevangen genomen en weggevoerd werden. Zij verlangen een losgeld van 100,000, voor de toezending waarvan de medegevangen genomen bankier Israël van Berlijn vrijgelaten werd. De duitsche gezant te Konstautinopel von Radowitz ont ving van den minister van buitenlandsche zaken eene aanwijzing om dat bedrag aan de turksche regeering voor te schieten onder voorbehouden verantwoorde lijkstelling voor den toestand der gevangenen zoomede onder de verplichting om met alle kracht tegen de roo vers op te treden. Behalve de bankier Israël werden nog gevangen genomen de heeren Oskar Greger, de grondbezitter Moquet uit Siegelsdorf, Oskar Kotzsch uit Zverbig, en de hoofdconducteur Freiendinger. De andere reizigers werden uitgeplunderd, maar achtergelaten. VA A Den 30, des morgens te 9 urenreden de beide Ko ninginnen onder vrij goed weder al was de lucht be trokken, in een met vier paarden bespannen open rijtuig, voorafgegaan door een rijknechtvan het Paleis te 's-Gravenhage om zich naar den Hoek van Holland en vervolgens naar Rotterdam te begeven Over Loosduinen, Monster en 's-Gravezande werd de tocht gemaakt uit iedere woning langs dien weg wapperde de nederl. of de oranjevlag en hier en daar stonden de inwoners of de schoolkinderen langs den weg geschaard en boden bou- quetten of bloemen aan o. a. aan den Loosduinschen weg voor de Hovius Stichting waar de r. k. weeskinderen stonden en bij den tolhet begin van de gemeente Loos duinen, waar de kinderen der bewaarschool stonden. Het huis van den heer Waldecksecretaris van de Holl. Maatschappij van landbouwwas van onder tot boven met vlaggen getooid, met de vlag der Maatschappij in top. Te ruim 10 uren kwam het koninklijk rijtuig aan den Hoek van Holland aan, waar eenige oogenblikken vroeger aangekomen was de vorstelijk versierde en ge- meubeleerde salonboot Merwede I, welke des morgens te acht uren, gevolgd door tal van booten, Rotterdam ver laten had. Zoodra H.H. M.M., door eene talrijke menigte met jubelkreten ontvangenaan boord gestapt en de autoriteiten voorgesteld waren, werd eene lunch aange boden. Onder de talrijke booten, die den tocht mede- maakten, waren o. a. twee booten met 800 weeskinderen aan boord uit Rotterdam Delfshaven, Charlois en Ka- moetteen ik beschouwde haar met innige belangstelling. Ik ging naast haar zitten en stak tegelijk mijn hand naar Bob of Jack uit, die zeker aan mjjn gezicht moet gezien hebben, dat ik medelijden met zijn meesteres had, want hij keek me goedig aan. .Vergeef het den vermoeiden wandelaar, mevrouw", zei ik»dat hij zich een oogenblik op deze rustplaats nederzet. Ik ga terstond mijn tocht hervatten Ik sprak op een graftoon zooals de pelgrim in een tooneelspelen de arme vrouw scheen eensklaps als be zield. Ze keek me met haar donkere oogen aan, die een zonderlingen gloed uitstraalden. .Naar Palestina? Gaat ge naar het Heilige Graf?" vroeg ze. Ik zag duidelijk in haar oogen dat als ik »ja" had gezegd de heilige gekkin me om den hals zou zijn ge vlogenen die ovatie verdiende ik niet; ik verlangde ze nog minder, want ik was bang voor dien haviksneus. .Neen, mevrouw", antwoordde ik bescheiden, .ik ga niet naar het Heilige Land. Er is geen plek op de wereld die me meer aantrekt dan het oude eerwaardige Palestina", en dit zeide ik oprecht, .maar om er tegenwoordig heen te reizenkan men niet in een boete kleed en met een bedelzak op weg gaan men moet per stoomschip of spoortrein reizen, en ik ben te arm om zulk een tocht te ondernemen". .Dan zal ik u geld geven", antwoordde ze snel. .Als ge den heiligen tocht aanvaardt, zal ik u duizenden en duizenden geven. Ik heb geld genoegBreng me een stuk van het heilige kruis mede; dan zal ik u liefhebben." Ze schoof dichter naast me, en de hond wipte van de bank en aan de andere zijde van zijn meesteres er weer op. Ik zat nu dicht naast mijn nieuwe kenniszoo dicht, dat als ze iets knapper was geweest en mijn vrouw me in die houding had gezien ik heel wat moeite zou hebben gehad me behoorljjk te verantwoorden. Ik krabde me verlegen achter het oor, en zei: .Het is ontzaglijk ver, geachte mevrouw, het Heilige Land, en ik heb mijn zaken .AhDat hoor ik altijd zakenzei ze driftig. tendrecht en eene voor de vertegenwoordigers van de pers. Te Maassluis hadden de reeders als hulde de gereed zijnde loggers, rijk met vlaggen getooid, op de rede laten ankeren. Te Vlaardingen, waar men ongeveer half twaalf aankwambood de ruime haven een schoonen aanblik aan. Op het met vlaggen getooide landhoofd bevonden zich het gemeentebestuur en de schutterij, als eerewacht opgesteld en speelde de muziek van .Concordia" de vaderlandsche liederen. Van het plan, om alle aanwezige schepen op stroom te doen halen, moest worden afgezien, om de daaraan verbonden onoverkomelijke moeielijkheden. Te Schiedam was de ontvangst gelijk aan Vlaardingen en te Pernis liet het fanfarecorps vaderlandsche lie deren in eene versierde sloep hooren. Bij de aankomst te Rot terdam waar de scheepvaart van llf tot 12f uren op de rivier en door de Koningshaven gestremd was voor alle niet tot de flotille behoorende stoombooten, lagen de stoombooten der flotille aan weerszijden der rivier in twee lange rijen. Toen de salonboot de flotille naderde werd op een sein van den havenmeesterdie met zijne boot de koninklijke boot vooruit voer door alle stoombooten tegelijk en later door iedere boot af zonderlijk een stoot op de stoomfluit gegeven als blijk van hulde terwijl de op de booten aanwezigen riepen leve de Koningin-Regentes HoezeeDe aanblik der rivier vóór de stad maakte een overweldigenden indruk. De flotille stoomde langs de zuidzijde der rivier op tot nabij de Willemsbrug; daar werd gewend om, langs de Boompjes en Willemskade terugvarende, op den steiger aan het westeinde van de Prinsessekade aan te stoomen. Te half één stapten H.H. M.M. aan wal, ter plaatse waar de gedenksteen zou worden geplaatst als eene blijvende herinnering aan dezen dag. Op het feestterrein was eene reusachtige tribune waar de 3000 kinderen plaats ge nomen hadden die eenige liederen zouden zingen. Bij het aan wal komen heette de burgemeester H.H. M.M. welkom en uitte de hoop, dat zij de overtuiging zouden erlangen dat ook te Rotterdam het hart warm klopt voor het Huis van Oranje, waaraan het zooveel verschul digd is. Hij dankte voor de gunstige beschikking, dat H. M. de Koningin een gedenksteen wilde leggen ter herin nering aan haar bezoek en noodigde haar uitdaartoe over te gaan door de teekening der oorkonde, welke hij voorlas. De Koningin-Regentes antwoordde, dat zij zich gelukkig achtte, met hare dochter een bezoek aan Rot terdam te kunnen brengen om daardoor te toonen, hoe zeer zij in haar hart warme belangstelling koesterde voor de welvaart dezer koopstad. Koningin Wilhelmina toekende eerst, vervolgens de Koningin-Regentes en daarna de burgemeester en de secretaris. De oorkonde werd in een koker gedaan waarna Koningin Wilhelmina de steenlegging verrichtte. De 3000 kinderen zongen het Koninginnelied" van Ic Bikkers, muziek van G. B. van Krieken. De burgemeester sprak na den afloop daarvan nogmaals de Koningin toe, daarbij o. a. herin nerende, hoe Koning Willem III vóór 40 jaren vergunde, dat de eerste kade de Willemskade zou heeten en 23 jaren later den eersten steen der Willemsbrug gelegd had. Na dankbetuiging van de Koningin-Regentes voor .Er is maar ééne zaak de Heilige zaak God's zaak. Laat ons naar het goddelijke land gaanwaar de Ver losser heeft geleefd en begraven iswaar hij ten hemel voer Laat ons gaan Niemand wil. Allen zijn ze doof voor mijn stem. Ik leef te midden van heidenen. Och ga met mijlieve pelgrim We zullen elkander steunen op den moeielijken weg. Ik zal u beminnen En de arme vrouw sloeg haar arm om mijn hals en liet het hoofd op mijn schouder zinken. Het was een dwaas gevalen toch was ik diep bewo gen. Met welke waanzinnige had ik te doen Hoe kon men zulk een arm schepsel aan haar lot overlaten Ze zag er heel eenvoudig en burgerlijk uit, doch haar zwart kleed was van de fijnste stof, al hing het haar los en achteloos om de magere leden. »Zijt ge ongelukkig?" vroeg ik, haar hand drukkend, die op mijn knie lag. Ze hield mijn hand vast met wonderbare kracht en antwoordde: »Nu ben ik gelukkig. Blijf hier, naast me. Verlaat me niet. Hij wil me vermoorden". Ik stond op en hief haar met een vrij onzachten ruk overeind. .Komaan, mevrouw", zei iic een weinig barsch; »we zullen eens opwandelen. Gij weet den weg, en ik nietmaar ik zal u thuis brengen". Ja thuisin het huis des Heeren", antwoordde ze gedwee en ze bleef aan mijn arm hangen. Jack of Bob sprong van de bank en ging deftig vooruit. Ik had wel wat lang gewachtme-zelf voor te stellen, maar nu deed ik het toch: »Ik heet Kareis, mevrouw", zei ik. »Ja, dat is goed", kreeg ik ten antwoord. »Ik heet anders. Maar het komt er niet op aan hoe men heet. Gij zult me wel beschermenniet-waar .Zeker", antwoordde ik .als ik maar weet tegen wien?" .Weltegen hém", was het antwoord.tegen wien anders?" Och ja, dat wilde ik wel doen, maar de halve we reldbevolking bestaat uit Hem'sen om nu den Hem van deze arme mij onbekende vrouw er uit te zoeken met wien ik desnoods om harentwille een lans moest

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 1