No. 68.
Drie en IVegentigste Jaargang.
1891.
WOENSDAG
10 JUNI.
Officieel Gedeelte.
Kennisgeving'.
NATIONALE MILITIE.
PARIJSCHE BRÏEVEN7
FEUILLETON.
MIJN VRIEND PARELMAN.
Novelle van P. F. BRUNINGS.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Saterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,06.
Prijs der gewone Advertentlën
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer s 33.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengt, op grond van artikel 1 der wet van 22 Mei
1845 (Staatsblad no. 22), bij deze ter kennis van de
ingezetenen der gemeente, dat het kohier voor de belasting
op het Personeel, No. 10, en vau het Patentrecht over
het 4e kwartaal, dienstjaar 1890/1 op 3 Juni 1891 dooi
den Provincialen Inspecteur der directe belastingen in
Noordholland executoir verklaardheden aan den Ont
vanger der Rijks directe belastingen binnen deze ge
meente ter invordering zijn overgegeven.
Ieder belanghebbende wordt vermaand op de voldoening
van zijnen aanslag acht te geven, ter voorkoming van
gerechtelijke vervolging.
Alkmaar, den 8 Juni 1891.
Het Hoofd van het Bestuur voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, gegrond op het
koninklijk besluit van 1 April 1891, No. 28, de on
derstaande, hier wonende of tot deze gemeente behoorende
verlofgangers, om zieh, tot bijwoning der oefeningen
's namiddags vóór 4 uren bij hun korps te vervoegen,
als volgt
2 Juli 1891. Genietroepengarnizoen Utrecht,
ALBERTUS GERARDUS ZEVENHUI
ZEN, CORNELIS ERIKS THEODO-
RUS MESSELAAR en DIRK KRENS.
10 Aug. 1 regt. infanterie garnizoen Helder,
PIETER ROELOF JOHANNES BOOGH,
JACOB DUITS, JEAN THOMAS
SIEUWERTS, JOHANNES DOMINI-
CUS SCHOUTEN.
7 regt. infanteriegarnizoen Hoorn,
PIETER FEKKE ANTONIUS DE
GIER, CORNELIS KUIT.
12 2 regiment veldartilleriegarnizoen
Leiden,
CORNELIS KOOIJ.
17 4 regiment vesting-artillerie garnizoen
te Helder,
JEROEN ZONNEVELD.
24 se 2 regiment vesting-artilleriegarnizoen
te Amsterdam,
KAREL WILLEM GERARDUS BAK
KERJAN VAN DIJK.
Genietroepen:
PETRUS JOHANNES BOSCH, HEN-
DRICUS BERNARDUS GOETTEL.
7 September. 4 regiment vesting-artillerie, garnizoen
Helder,
HENDRIK BOK.
28 PIETER BIERMAN.
De opgeroepenen hebben recht op vrij transport naar
hun korps behalve van Alkmaar naar Hoorn, en
daggeld, dat ter gemeente-secretarie der woonplaats tijdig
moet worden aangevraagd.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
Juni 1891. a. MACLAINE PONT.
LXXXVII.
Parijs zonder omnibussendat was een lastig geval,
gelukkig heeft die werkstaking slechts twee dagen ge
duurd. De omnibusmaatschappij hier is eene zeer rijke
maatschappij, die fraaie dividenden aan de aandeelhouders
uitkeertdoch voor het overige doet wat zij wilen
daardoor den gemeenteraad het publiek en zelfs haar
eigen personeel tegen zich heeft. De eerste omnibussen,
7ooo JS S0k0I1d heeft, dagteekenen reeds van het jaar
1828, dit waren wagens met 15 plaatsen binnen, en de
prijs per rit was 5 sous of 12i/2 cent. Later werd dit
verhoogd tot 6 sous, en weldra vond het gegeven voor
beeld navolging, en verrezen verschillende ondernemingen
waarvan de rijtuigen en kleederen der koetsiers ook ver
schillend waren. Zoo had men de wagens van «Dames
blanches welke geheel wit geschilderd waren, en droeg
de koetsier een witten hoed. en was de kop der paarden
versierd, met een witten pluim. »Les Hirondelles" waren
gele wagens met zwarte zwaluwen beschilderd; »les
Lcossaises zeer bont met veelkleurige streepen «les
irieyeles wagens op slechts drie wielen enz. enz. In 1854
verschenen de eerste rijtuigen met «Impériales", en in
hetzelfde jaar vormde zich eene maatschappij die al de
verschillende ondernemingen overnam en het uitsluitend
recht verkreeg met_ omnibussen Parijs te doorkruisen.
®en mou°P°lie is bepaald eene vereischte want er
zpn lijnen, die slechts zeer magere winsten opleveren, en
dus enkel door eene groote maatschappij kunnen worden
bereden.
Zooals gezegd de Compagnie maakt groote winsten
maar staat daartegen overdat zij ook groote verplichtingen
heeftwelke vervat zijn in haar «Cahier des Charges",
fü komt deze laatste echter niet geregeld na, zooals
blpkt uit de klachten, welke tegen de maatschappij wor
den ingebrachtals zijnde het onvoldoende aantal rij
tuigen, het ongeregelde in de uren van vertrek, het niet
aanleggen van lijnen, die reeds sinds langen tijd door
den gemeenteraad werden aangewezen de overmatio-e
arbeid die aan personeel en paarden wordt opgelegd, enz.
Het personeel dan was niet tevreden het hield reeds
vele vergaderingen, vormde een syndicaat, vaardigde le
den daarvan naar de administratie der maatschappij af
doch de compagnie wilde van inschikkelijkheid niets
weten en bleef doof voor alle klachten. Zelfs ging de
administratie zoo ver van allen te ontslaan die belast
werden door het syndicaat, om de klachten ten gehoore te
brengen daarna beweerde dan de maatschappij dat zij
met ontslagen bedienden niet onderhandelen konden. Het
syndicaat benoemde alzoo nieuwe afgevaardigden doch
ook deze werden dadelijk ontslagen, zoodat aan bespre-
kingen niet te denken viel.
«ik stond te pra-
49) (Slot.)
Het rijtuig ratelde langs mij heen. Ik groette nogmaals,
en ik zag hoe ze allen bogen en de graaf me met de hand
een groet toewuifde. Ze reden «de Kroon" voorbij, en daar
zat Lambert op de bank, in zijn gewone achtelooze, van
verveling getuigende houding, zijn sigaar te rooken. Ver
linden stond op de stoep en boog bijna met zijn neus ter
aarde, ten bewijze hoe liberaal hij was. Jonker Van Pa
relman sprong overeind, als kreeg hij een angelsteek, en
nam zijn hoed af met onnavolgbare zwier. Hoe somber ik
ook gestemd was, moest ik toch glimlachen, toen ik zag
hoe Verlinden een welwillenden groet ontving van de
voorname familie, terwijl er voor Parelman junior niets
overschoot. Zjjn groet was een groet in de woestijn ge
weest. Het rijtuig was nog niet uit het gezicht, toen "ik
de bank naderde, waarop Lambert weer was neergezon
ken, in de afgematte houding van een martelaar der ver
veling. Ik groette hem niet, en toen ik mijn sigaar had
aangestoken, nam ik de courant op, die Verlinden me met
buitengewone voorkomendheid had voorgelegd. Hij had
gezien hoe vriendelijk de grafelijke familie me had gegroet,
en 't was hem zeker ook niet ontgaan, dat ze Lambert
met geen blik had verwaardigd.
Ik nam mijn courant op en keerde den jonker mijn rug
toe. Terwijl ik me zat te verdiepen in een der tallooze
quaestiën van den dag die als de gist in het deeg on
zer te herbakken maatschappij werken en dag aan dag
nieuwe dreigende blazen doen opzwellen, hoorde ik eens"
klaps een bekende stem: «Menèrr Kêrls, heb ik me
vergist of niet Stond u ginds bij de c o u r b e van den
weg niet te préten met de fémilie Vèn Hooglènd
Ik keerde me om en keek den rijken erfgenaam strak
aan.
«Ja, mijnheer," antwoordde ik
ten met die achtenswaardige familie.
«Heb ik t misschien aan uw welwillendheid te dan
ken, dat die familie me niet verkoos te zien vroe<* het
jongmensch.
«Mag ik weten waarom u mij die vraag doet, mijn
heer? zei ik, op t punt van boos te worden.
«Omdat ik uit de verte meen opgemerkt te hebben, dat
ze het oog op mij hield, toen u mot de familie stond
te praten.'
Dat het jongmensch niet had kunnen zien wat er achter
de «courbe" van den weg was voorgevallen, begreep ik
nuor hy had een anderen kant uitgekeken.
_»Zoo!"_zei ik droogjes, en staarde weder in miin
nieuwspapier. J
De jonker was blijkbaar uit zijn humeur. Hij klopte met
zijn stokje tegen zijn fijn bottinetje en prevelde iets wat
ik vooi ploert meende te herkennen.
Ik bleef nog rustig, hoewel de steenen en de bank on
der me begonnen te branden. De jongen scheen me te
willen tarten. Dit had ik zeker aan mijn lijdelijkheid te
danken, dacht ik.
«Me zijn nog niet onteigend, meneer," hernam hij met
een grinnikend lachje. J
Nu keerde ik me om en keek Lambert strak aan. Er
was iets zonderlings in zijn stem; hij sprak gemaakter
dan ooit, en legae een bijzonderen nadruk op de r. Nu
zag ik ook, dat hij me met een waterachtig, strak oog
aankeek. Mgnheer was dronken.
Ik stond op. Verlinden was juist te voorschijn gekomen;
ik legde mijn kleine vertering op het tafeltje voor me
en ging zwijgend heen. Toen ik vijf of zes schreden had'
gedaan, nep mijnheer Lambert me na: »U bent 'n ploert
menérr!
Toen keerde ik me om. Verlinden stond nog op zijn
drempel en was heel bleek, voor iemand die altijd een
roodewijntmt heeft. Ik moet iets heel boosaardigs in mijn
oog hebben gehad, want Verlinden plaatste zich tusschen
mij en den jongen Parelman; hij zag me smeekend aan,
en zeimet een veelbeteekenenden blik naar den kant
In den nacht van Zondag op Maandag's morgens
tegen één uur vergaderden meer dan vierduizend be
dienden koetsiers conducteurspalfreniers enz. allen
behoorende tot de omnibusmaatschappij, in de zaal van
Tivoh-Vauxhallverscheidene kamer- en gemeenteraads-
leden woonden de vergadering bij, welke de heer Mezn-
reur, afgevaardigde van Parijs, tot voorzitter koos. Na
verscheidene redevoeringen werd tegen vier uren in den
morgen met algemeene stemmen besloten tot geheele
werkstaking,en een schrijven gericht aan de Compagnie,
waarbij de eischen van het personeel werden toegelicht'.
Die eischen waren
Dadelijke weder-indienstneming van alle werklieden
en bedienden die sinds één Mei ontslagen werden.
Een werkdag van 12 uur. De maatschappij toch
of I uren Per da&r werken voor een salaris van
6 tot b francs per dag.
Geheele herziening van het stelsel der geldboeten. Deze
boeten werden aan de conducteurs opgelegd, zonder dat
zij wisten waaromgeheel onbekende inspecteurs dus
zooveel ais stille verklikkers, maakten een rapport op,
en den volgenden dag vernamen de belanghebbenden,
dat zij wegens eene of andere overtreding beboet waren.
Verdediging was niet mogelijk, zij moesten betalen of
werden ontslagen.
Eindelijk de erkenning door de maatschappij van het
syndicaat, door haar personeel gevormd.
Na twee dagen werkstaking heeft de Compagnie toe
gestemd zij was daartoe voornamelijk gedwongen door
het gevaar van het monopolie te verliezen, in geval de
dienst niet verzekerd werd Natuurlijk is een en ander
met gegaan zonder ernstige en ook koddige tooneelen.
Up maandagmorgen verlieten verscheidene rijtuigen de
stallen en de stations, doch niet alleen de werkstakers,
doch ook het publiek hield de wagens tegen, leidsels en
strengen werden doorgesneden, de paarden naar de stallen
teiuggebraeht, de koetsier en de conducteur op de vlucht
gedieven en de omnibus of tramway dwars over de
straat gezet. De politie arresteerde verscheidene personen
en de geheele dienst moest gestaakt worden. Enkele
omnibussen werden in den vroegen morgen begroet met
steenworpen, een geïmproviseerd koetsier ontving een
regen van eieren, waardoor de arme man het hazenpad
koos, een oud koetsier der Compagnie wilde met geweld
op den bok blijven zitten, ondanks zijne paarden waren
afgespannen, waarop zijne kameraden den wagen achter
een vrachtkar vastbonden en de oude man onder luid
gejuich naar den stal werd teruggereden.
Den tweeden dag ging het reeds ernstiger toe, dus is
het gelukkig dat de maatschappij toegaf. De politie be
schermde toen de wagens die uitreden, dit had botsingen
ten gevolge, eenige ernstige ongelukken, vechtpartijen,
zoodat de dienst niet kon doorgaan.
Ten bewijze hoezeer het publiek en ook de pers op de
hand van het personeel is diene het feitdat de rijke
directeur van de New-York-Heraldde heer Gordon
Benneteene som van twintig duizend franken gaf
voor de kas der werkstakers.
waar Parelmannetje zat: «Ik bid u, mijnheer de inspec
teur, neem er geen notitie van
Er zaten nog een paar heeren achter de opgeschoven
ramen aan het dominospel, en zij staken nieuwsgierig het
hoofd naar buiten. Het waren de gemeente-ontvanger en
de boeren-veearts, twee beste menscheu, steunpilaren van
«de Kroon die terstond bereid waren, partij te kiezen
voor mp tegen den jonker. Misschien droegen twee
omstandigheden hiertoe bij ten eerste, dat Parelman een
veearts in Den Haag had, die geregeld elke maand over
kwam om den gezondheidstoestand van zijn stalbewoners
op te nemen en in kritieke gevallen per telegram werd
ontbodenen ten tweede, dat de gemeente-ontvanger zich
te beklagen had over een heel «brutaal" briefje, dat de
baron Van Parelman hem door zijn secretaris had doen
schrijven waarin vrij duidelijk doorschemerde dat de
baron voornemens was. den Minister van Binnenlandscho
Zaken opmerkzaam te maken op zekere onregelmatighe
den enzoovoort. De goede ontvanger was innig
overtuigd, dat er nooit een onregelmatigheid in zijn be
heer was geweest, maar toch had hij zich die bitse waar
schuwing ernstig aangetrokken, en hij was er zelfs ziek
van geweest. Sindsdien tijd had hij veelaan Parelman ge
dacht, en alles behalve vriendschappelijk, zooals men denkt
aan iemand, dien men zonder leedwezen zou zien ophangen.
Ik schoof Verlmden terzijde, en ik trad op de beide
heeren toe, die zooveel belangstelling aan den da» legden
«Hebt gij gehoord, heeren," vroeg ik, «wat die mijn
heer daar en ik wees op Lambert «me heeft na
geroepen
Beiden schudden ontkennend het hoofd.
«Die kwajongen," hernam ik, «heeft me met een scheld-
woord vereerd, omdat hij eens van mijn schoonzoon een
pak slaag ontving, toen hij 's avonds door mijn tuindeur
was binnengedrongen. Bij gelegenheid zal ik u dat eens
vertellen, en ik zal den hoed, met mijnheer's kaartje er
in, waarmee^ hij toen om de ooren werd geslagen, hier
"er'bezichtiging neerleggen voor belangstellenden
lk had hard genoeg gesproken om door Lambert verstaan
te worden. Hij sprong op en kwam vlak voor me staan.