No. 77*.
Drie en Negentigste Jaargang.
1891.
ZONDAG
28 J UN I.
TWEEDE BLAD.
Hendricus Wier da
Amsterdamsche Brieyen.
UMiuiisdii; cor ram.
Deze Coarant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar J O,SOfranco door het
geheele rijk 1,
De 3 nnmmors 0,06.
Prijs der gewone Advertentlën
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer 33.
De verlofganger der militie
en mej. Soplila Rudolphlna fSantx worden verzocht
zich ter gemeente-secretarie aan te melden.
XLIII.
Yereenigingen gaan, vereenigingen komen dat is een
schouwspel, dat men in de hoofdstad bijna elke week kan
bijwonen. Vooral nu de verkiezingen zijn afgeloopen en
niet ieders aandacht daarvoor meer gevraagd wordt, is men
drukker dan ooit in de weer met het houden van ver
gaderingen. waarvan het resultaat is. dat Amsterdam's
ontzagwekkend vereenigingental weder met één wordt
vermeerderd of verminderd.
Verminderd is 't in de vorige week met de Vereenl-
ging van KTederlandsclie Letterkundigen ver
meerderd met de afdeeling Amsterdam van de Vereeni-
ging tegen de Kwakzalverij en de Vereeniging van melk-
slijters. Bij ieder daarvan willen wij enkele oogenblikkeu
stilstaan. Wat de eerste betreft, 't werd tijd, dat er eens
een einde kwam aan haar kwijnend bestaan, want 't was
werkelijk een treurig gezicht, telkens weer een jaarver
gadering bij te wonen, die door hoogstens twintig per
sonen werd bezocht en dat in een land, waar do letter
kundigen in verschillende graden van bekwaamheid «zoo
talrijk zijn als het zand, dat daar is aan de oevers der
zee." Om den val van deze vereeniging zal dan ook zeker
door niemand een traan gestort worden, ja, de lijkrede,
waarmee prof. P. van Geer de aan verval van krachten
gestorvene grafwaarts liet dalen, was zoo humoristisch,
dat bij geen der aanwezigen een spoor van begrafenis-
stemming was op te merken. Hoewel de vergadering door
onvoltalligheid niet was gerechtigd tot het nemen van
besluiten en dus ook het ontbindingsbesluit feitelijk nog
maar voorloopig is en geen bindende kracht bezit, ont
spon zich een vrij geanimeerd debat over de bestemming
der gelden. Eerstens was er een som aanwezig van 650
van donaties en ten tweede een saldo van contributies
ten bedrage van omstreeks 500. Do aanwezigen uitten
bij meerderheid van stemmen de wenschelijkheid, de eerst
genoemde som aan de beslissing der donateurs over te
laten en de andere aan de Maatschappij van Letterkunde
af te staan, onder voorwaarde evenwel, dat deze de uit
gave der werkon van Constantijn Huygeus steunen moet
door op 30 exemplaren daarvan in te teokenen. Nadat
men zóó ver was gevorderd, kwam eene der trouwste
bezoeksters van de vergaderingen der Letterkundige
Vereeniging, mej. C. J. E. Ebelingmet het voorstel
om de overgeblevene gelden te doen strekken om een
student in de Ned. Letterkunde aan de Universiteit te
Amsterdam die buiten zijn schuld niet meer in staat
was zijne studiën voort te zetten, daartoe in de gelegen
heid te stellen. Ditmaal kwam zij er te laat mee aan,
doch in de volgende vergadering, waarin definitieve be
sluiten zullen genomen worden, zal zij haar denkbeeld
zeker nog wel eens te berde brengen.
Nu zou men meenen dat de vijftien bezoekers naar
huis gingen, maar neen, de heer J. H. Geerke, eerste
verslaggever van de Amsterdammer, had nog wat op zijn
hart. En nog wel een verrassing, zooals hij zijn eigen
plannetje noemdeEen oogenblik van gespannen aandacht
en dan de mededeeling, dat hij met die veiTassing
echter tot een volgende bijeenkomst wachten moet, om
dat hij daarover eerst nog andere heeren raadplegen wil.
Ra, ra, wat is dat? Hoofdschuddend over de geheimzin
nigheid van den heer Geerke verlaten sommigen de ver
gadering.
Wij weten niet, wat de genoemde journalist op het
oog heeft, maar wel is ons een middel bekend om de
Vereeniging van Letterkundigen te doen herleven. Dat
is namelijk de oprichting vaD een pensioen- en wedu-
wenfonds. Dat zou voorzien in eeue behoefte, door
vele letterkundigen diep gevoeld. Maar als deze
vereeniging dit redmiddel niet aangrijpt, dan is het te
hopen, dat de Nederlanasche Journalistenkring zich deze
zaak te eeniger tijd aantrekt. Waar zulk een fonds word
opgericht door mannen van de veelvermogende pers, zou
het slagen zoo goed als zeker zijn. Niet alleen, dat de kring
in ledental sterk zou toenemen, maar er zouden velerlei
middelen zijn om haar pensioenkas te stijven. Waarom zou
den tot dat doel geen persfeesten kunnen worden geor
ganiseerd, die zich langzamerhand in zulk eene bekend
heid zouden mogen verheugen, dat de Buchholtzen en
hun aanhang niet gaarne zouden verzuimen, deze met hun
tegenwoordigheid te vereeren Dat denkbeeld, goed uit
gevoerd en door de organen van de «Koningin der Aarde"
in ruimen kring bekend gemaakt, zou honderden bij
duizenden guldens kunnen opbrengen. Bovendien zijn er
velen in ons land, die aan de courant en hare werk
krachten een goed hart toedragen en weet men slechts
het goede oogenblik te treffen om bij hen aan te kloppen,
dan zouden zij het Journalistenfonds niet ongeholpen
laten. De weldadige werkzaamheid daarvan zou in de
toekomst geen vermogend letterkundige zijn uiterste
wilsbeschikking doen opmaken, zonder ook de oude jour
nalisten of hunne weduwen te bedenken. De humaniteit,
die in de courant een harer krachtigste hulpmiddelen
vindt, zou zeker niet werkeloos blijven, waar eou instel
ling viel te steunen, die de mannen van de pers met
mindere zorg hun toekomst deed tegemoet zien. Staan
er dan ook mannen van naam op, die werkzaam willen
zijn in den door ons aangeduiden geest, dan mogen zij
er zich van overtuigd houden, dat hun pogingen steun
zullen vinden en in de annalen van het letterkundig-
journalistiek menschdom zal hun haam met gouden let
teren geboekstaafd worden.
Terugkeerende tot den aanhef moeten wij nog nader mel
ding maken van twee jonggeborenen in do vereenigingen-
wereld. Vooreerst dan de opgerichte afdeeling Amster
dam" der Vereeniging tegen de kwakzalverij,
waarvan het doel voldoende uit den naam blijkt. Op de
vergadering, door het voorloopig comité samengeroepen,
merkte oen der aanwezigon op. dat in het bestuur dier
afdeeling geen apothekers of doctoren zitting moesten
hebben, opdat het publiek nog niet meer versterkt worde
in de vorkeerde meening, dat do vereeniging is opgericht
door en ten voordeele van lieden, die bij de geneeskun
dige en pharmaceutische faculteiten geïnteresseerd zijn.
Dat was ons uit het hart gesprokenKwakzalverij is
bedriegerij derhalve veroordeelt ieder redelijk mensc'n
haar en men kan den mannen dor wetenschap niet dank
baar genoeg zijn, indien zij op medisch gebied het kaf
van het koren weten te scheiden. Maar het is een feit,
dat het er zeer dikwijls den schijn van heeft, dat de ge
heele beweging tegen de kwakzalverij onder een schoone
leuze niet veel meer beoogt dan het voordeel van doc
toren en apothekers. De oorzaak daarvan is waarschijn
lijk, dat men de prijzen der geheime middelen er te veel
bijhaalt. Indien oen apotheker in de courant schrijft
«Het met zooveel ophef aangekondige geneesmiddel van
Prov. bevat: 1° Een hoeveelheid.... ter handels
waarde van 5 ets., 2° Een spoor van ter handelswaarde
van 1 ct. en 3° Een oplossing van ter waarde van
4 ets., en niettemin wordt voor dit mengsel 50 ets.,
dus het vijfvoud, in rekening gebrachtdan zegt
de leek op zijn beurt: «Als een kwakzalver op dezelfde
manier eens een recept van een apotheker ging ontleden
en de handelswaarde van elk bestanddeel opgaf, zou men
dan niet dikwijls tot hetzelfde resultaat komen?" Waar
men iemand roggebrood-pillen wil verkoopen als heil
zaam voor het zenuwstelsel hetgeen volgens sommigen
geschiedt of middelen annonceert tegen een kwaal,
waarvan de doctoren met zekerheid weten, dat zij daarop
niet in het minst reageeren, daar is de Vereeniging
tegen Kwakzalverij in haar volle recht om waarschuwend
tusschenbeide te treden en aldus verplicht zij de lijdende
menschheid ten zeerste aan zich.
Ten slotte hebben wij nog de opgerichte Melkslijters-
vereenlging genoemd, die voornamelijk ontstaan is uit
het verlangen naar zondagsrust. De Amsterdamsche Melk
inrichting blijkt daarmee weinig op te hebben, omdat zij
geen kans ziet, de melk, die zondagsmorgens geleverd
wordt, tot maandag goed te houden. Juist omdat
ik daarvoor een middel heb vernomen wilde ik het
streven der slijters even aanroeren. Dit middel, dat ook
in de huishouding kan worden toegepastbestaat
hierin dat men de melk zoogenaamd pasteu
riseert". Dat wil zeggenmen verwarmt haar
tot 60 a 70° Celsius en koelt haar daarna weder af.
De genoemde temperatuur mag niet overschreden
worden, want als de melk gaat koken, baat het middel
niet meer. Misschien willen onze lezeressen er wel eens
de proef mee nemen en dan wensch ik haar toe, dat zij
volstrekt geen last van zure melk zullen hebben, als de
hitte uit de Vereenigde Staten den Oceaan eens komt
oversteken. Werkelijk moet daar kans op zijn.
De muziokvrienden der hoofdstad hebben in de afgeloopen
week pijnlijke dagen doorleefd. Zoo ver is het concert
gebouw geweest, dat het contract mot het beroemde
orkest tegen 1 Juli opgezegd is. De premie-leening, waar
van wij vroeger melding maakten, was absoluut niet te
plaatsen. Uit vertrouwbare bron heb ik evenwel ver
nomen, dat het dreigendste gevaar is afgewend en ver
mogende kunstvrienden zich bereid verklaard hebben om
in de bres te springen, zoo de pogiugon der Vereeniging
tot instandhouding van het Concertgebouw" schipbreuk
mochten lijden. Het orkest zal dus niet uiteenspatten
en Kes zal nog den schepter over zijne keurbende blijven
zwaaien. Wie zich daarover verheugen zal de directie
van het Palcis van Volksvlijt zeker wel niet. Met
dezen kunsttempel is het zoo ver gekomen dat de aan
deelhouders er op hebben aangedrongen om het gebouw
te verkoopen of te verhuren, want zoo lang de Muzen
er haar intrek hebben, was het met de financiën van
de aandeelhouders treurig gesteld. Stond er nu maar
eens een geniaal man op, die aan het Paleis een bestem
ming wist te geven, waardoor het gebouw behoorlijk
rente kon opbrengen en dan bij voorkeur niet op het
gobied, waarop de stichting van Sarphati met zoo weinig
zelfvoldoening kan terugzien, dan zouden de amsterdam-
mers wel verplicht zijn, om van het Concertgebouw lid
te worden en zou ook dit beter kunnen bestaan. Bij den
togenwoordigen toestand blijft het toch altijd tobben on
nog eens tobben.
Het is wel eenigszins te verwonderen, dat de directie
van hot Concertgebouw haar nood niet eens is gaan klagen
bij den Burgervader, misschien was er dan nog wel een
klein stedelijk subsidie losgekomen. Het is waar, er be
staan antecedenten, zooals b.v. de Hollandsche Opera, dat
de gemeenteraad zich met bescherming van muzikale
instellingen niet inlaat, doch het was licht te probeeren
geweest. Dan had men kunnen wijzen op den steun aan
den Stadsschouwburg en op het feit, dat in honderden
steden van het buitenland het bewuste verzoek wel dege
lijk zou worden ingewilligd. Den Haag geeft subsidie
aan een Pransche Opera, waarom Amsterdam dan niet
aan zulk een uitgelezen gezelschap als dat van het Con
certgebouw En zou ook de Vereeniging tot bevordering
van Vreemdelingen-verkeer niet te bewegen geweest zijn
om naar krachten te helpen
Dat de heeren zich niet tot den gemeenteraad hebben
gewend, kan ook hierin zijn gelegen, dat zij thans min
der dan ooit op ondersteuning hoopten nu de komst
van den Keiier van Duitschland zulk een forschen
aanval op de stedelijke schatkist doet. Naar de geruchten
melden, moet de stad voor de plechtige ontvangst
f 20.000 beschikbaar hebben gesteld, H. M. de Koningin-
Regentes nit eigen fondsen 100.000 en dan nog de
aanzienlijke sommen, die voor rekening komen van het
rijk De aanblik van het IJ met al de oorlogsbodems,
booten zeilvaartuigen enz. enz. belooft eenig te zullen
worden. Nu, het kan geen kwaad, als de jeugdige Wil
helm het idee krijgt, dat de Hollanders zich op het
water volkomen thuis gevoelen en met de Hollandsche
Marine rekening dient te worden gehouden. Wat mij
bevreemd heeft is het feit, dat in een land als Duitsch
land. waar zelfs de pers af en toe door den Keizer duch
tig gemassregelt wordt, geen protest is aangeteekend
tegen de artikelen in het «Berliner Tageblatt," waar
ronduit wordt verkondigd, dat de politiek niet vreemd
is aan 's Keizers bezoek. De wenschelijkheid wordt be
toogd, dat de duitsche oorlogschepen van de Noordzee
tot Keulen moesten kunnen komen, hetgeen natuurlijk
alleen zou kunnen geschieden door een verbond tusschen
Duitschland en Nederland. Het genoemde dagblad zou
daarin voor ons land veel goeds zien, omdat de gouden
eeuw voor Nederland voorbij is en een verbond met
Duitschland aan handel en nijverheid ten goede zou
komen. Hoe zorgzaam toch nietwaar? Alleen vergeet
het «Berliner Tageblatt," dat een verbond tusschen een
groote mogendheid en een kleine een prachtige benaming
is voor een geleidelijke annexatie en daarmee behoeft
men bij de Hollanders niet aan te komen. En al komt
ditzelfde orgaan dan ook een paar dagen later verkon
digen, dat onze defensie-linies niet deugen, daardoor
laat geen Hollander zich schrik aanjagen om zich zonder
slag of 3toot in de armen van zijn nabnur te werpen.
Voor ons Koninginnetje breken nu weer drukke
dagen aan. Het is te hopen, dat hare gezondheid daar
tegen zal blijken bestand te zijn. Tijdens haar laatste
bezoek aan de hoofdstad, moet zij aan een meisje, dat
haar op het Paleis kwam begroeten, gevraagd hebben,
of zij ook zooveel moest weten. «O, je weet niet, ik moet
zoo verschrikkelijk veel leerenhad zij daarbij haar
nood geklaagd.
Haar verjaardag zal in de hoofdstad weder luister
rijk gevierd worden, waarvoor men nu bezig is, gelden
in te zamelen. Op de uitgestrekte terreinen achter het
Rijks-Museum zullen velocipède- en gymnastiek-wedstrij-
den plaats hebben, terwijl de goochelaars, clowns, mari
onetten en honden en apen van het specialiteiten-gezelschap
onder directie van den op dit gebied beroemden Frits van
Haarlem voor de noodige afwisseling zullen zorgen. Aan
muziek zal het natuurlijk niet ontbreken en het on
misbare vuurwerk staat, zooals vanzelf spreekt, ook op
het programma. Veel variatie weet de Vereeniging tot
veredeling van het volksvermaak, die al deze feesten orga -
niseert, nog niet te brengen in hare jaarlijksche festivi
teiten.
En onze vroede mannen zullen voortaan presentie
geld krijgen. De voorstellers wilden minstens 5 per
zitting hebben, doch aan H.H. Gedeputeerden zal de
beslissing omtrent de quantiteit worden overgelaten.
Krijgen de hoereu twee rijksdaalders per zitting, dan
wordt dat per jaar gemiddeld 150 en daar er 36 leden
zijn, moeten de gemeentefinaucien al weer 5400 meer
opbrengen. Enfin, presentie-geld is niet meer dan billijk,
maar als men zoo telkens eens nagaat, hoeveel extraatjes
de gemeente dit jaar heeft te betalen, dan zou het niets
te verwonderen zijn, als men over eenigen tijd de stede
lijke schatkistbewaarder eens jammerklachten hoorde
aanheffen. Voor de asphaltbestrating, waartoe door den
gemeenteraad in beginsel is besloten, zal weder eene lee
ning van omstreeks 6'/2 tonnen gouds worden gesloten,
die in hoogstens vijftien jaar moet worden afgelost. De
belasting betalende burgers zullen het dus wel in hun
beurs gewaar worden, dat ze gemakkelijk langs 's heeren
wegen kunnen schuifelen. Op het asphaltplan van
b. en w. heeft de gemeenteraad nog al ingrijpende ver
andering gemaakt door de voorgestelde verlaging van de
bruggen op de Prinsengracht over den Amstel, de Hee
rengracht over den Amstel, de Keizersgracht over den
Amstel, den Singel vóór de Raamsteeg, de Heerengracht
vóór de Wol venstraat, de Keizersgracht vóór de Beren
straat en de Torensluis te verwerpen. Daarmee wórdt
len minste een bedrag van 112.500 bespaard. De men-
scheu, die deze bruggen dagelijks moeten passeeren en
door het voorstel van b. en w. verlekkerd waren gewor
den, mopperen nu natuurlijk steen en been, te meer,
daar de eindstemming nog is aangehouden en hunne
reclames dus nog wel eens vrucht kouden opleveren.