Binnenland.
Den 27 hield de Kamer eene zeer onstuimige zitting.
Na aanneming met 211 tegen 101 stemmen van het wets
ontwerp tot verlenging van de bevoegdheid der banken
om biljetten nit te geven, was aan de orde de interpellatie,
door den heer Cavalotti aangekondigd over de betrek
kingen tnsschen Engeland en Italië en de hernieuwing
van het drievoudig verbond. De heer Cavalotti deelde
echter mede dat hij na de jongste verklaringen van
den minister Di Rudinizijne interpellatie introk. On
middellijk daarna diende de oud-minister Brin eene in
terpellatie in over de buitenlandsche staatkunde der re
geering en verklaarde minister Di Rudini zich beieid,
haar te beantwoorden. Daartegen verzette de heer Ca
valotti zich, die den voorrang vroeg voor zijne reeds
ingetrokken interpellatie. De heer Brin begon niettemin
zijne interpellatie toe te lichtendoch te midden van
zulk een onbeschrijfelijk rumoerdat de voorzitter zich
dekte en bij de toenemende opgewondenheid der leden de
zitting schorste. Bij de hervatting der zitting verdedigde
minister Di Rudini zijne houding welke hij bereid was
aan het oordeel der Kamer te onderwerpen. Hij ver
klaardedat het kabinet volkomen eensgezind was en
over alle vraagpunten eenstemmig dacht. Na eene ver
warde en opgewonden beraadslaging dekte de voorzitter
zich op nieuw en hief de zitting op.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. Het oostenrijk-
sche Huis van Afgevaardigden heeft met grooto meer
derheid verworpen het voorstel van den afgevaardigde
dr. Lueger van Weenen, om de regeering te verzoeken
krachtiger op te treden tegen de aanmatiging der hon-
garen. Slechts vijf leden stemden voor dit voorstel.
De Keizer, die op zijne reis door een deel van Hon
garije overal met uitbundige geestdrift begroet is heeft
tijdens zijn verblijf in de havenplaats Fiume eene inspectie
gehouden over het daar vereenigde engelsche eskader
onder bevel van admiraal Hoskins. De Keizer gebruikte
een dejeuner aan boord van het admiraalschip Victoria
en stelde eerst een dronk in op de Koningin van Enge
land en daarna op de engelsche marine voor welke hij
zijne bewondering en zijne achting betuigde.
PORTUGAL. De minister van buitenlandsche zaken
heeft in den Senaat verklaard, dat de buitenlandsche
staatkunde der regeering berustte op het streven om de
beste betrekkingen met alle andere Staten te onderhouden,
geschillen te vermijden en de rechten van Portugal ten
allen tijde te verdedigen. De regeering wenscht de be
palingen van hot verdrag met Engeland stipt uittevoeren.
Het was onwaar dat de regeering voornemens zou zijn
eene der kolonies, welke ook, af te staan.
RUSLAND. De Groothertog Michael Michaïlovitcb,
neef des Keizers die onlangs tegen den zin des Keizers
gehuwd en dientengevolge in ongenade gevallen was
thans bij keizerlijk besluit onder curateele gesteld
benoeming van zijnen vader tot curator.
bij deze verschrikkelijke ramp te helpen. Maatregelen
waren genomen om nieuwe ongelukken te voorkomen.
Met deze verklaring namen de interpellanten genoegen.
Met uitzondering van drie personen zijn de namen van
alle slachtoffers thans bekend geworden.
Het wetsontwerp tot oprichting van vier legerkorpsen
is in beide Kamers aangenomen.
PERZIK. In dit Rijk is eene beweging ontstaan
ter verkrijging van vrijzinnige staatsinrichtingen. De
Shah die met die beweging volstrekt niet ingenomen
is, werd in een naamloos verzoekschrift uitgenoodigd
onverwijld de volgende hervormingen toe te staan 1°.
het vestigen van toezicht over 's lands geldmiddelen
om zekerheid te geven, dat het opgebrachte geld voor
openbare doeleinden en de economische verbetering van
hot koninkrijk zal wordon besteed; 2°. de onderdrukking
der veelwijverij, volgens de bewering der verzoekers, de
oorzaak van Perzië's ontvolking; 3°. de afkondiging
eener wotdie volstrekte vrijheid aan alle godsdiensten
geeft en 4°. de inrichting van een vertegenwoordigend
stelsel, dat aan het volk zijn wettig aandeel geeft in de
regeling der openbare aangelegenheden.
Een veertigtal personen, behoorende tct de Babiste-partij,
eene staatkundig-godsdienstige secte werden door de
politie te Teheran in hechtenis genomen.
IS
met
SPANJE. De Senaat heeft het door do liberalen in
gediende ontwerp betreffende het Bank-octrooi tegenover
het regeeringsontwerp verworpen.
Het handelsverdag met de Vereenigde Staten is ge-
teekend.
TURKIJE. De Sultan heeft naar aanleiding vau
klachten van den franschen gezant te Konstantinopel
over de mishandeling der fransche geestelijkheid te Bethle
hem door do grieksche priesters onmiddellijk aan de
grieksche geestelijken verboden, gebruik te maken van de
trap en de deur der kerk, waarover de twist was ontstaan.
Slechts enkele malen in het jaar, hoeveel malen zou
later uitgemaakt worden zou het slechts vrijstaan van
die deur gebruik te makeu. De russische regeering is
met deze beslissing volstrekt niet ingenomen: do russische
gszant te Konstantinopel heeft dit reds duidelijk laten
blijken.
ZWITSERLAND. De heer Welti antwoordde den
25 in de zitting van den Nationalen Raad op eene inter
pellatie omtrent het spoorwegongeluk te MönchoDstein,
dat de genietroepen al het mogelijke haddon gedaan om
Verzekering tegen ongelukken
De minister van Marine heeft bepaalddat de ver
zekering tegen ongelukken van werklieden zal worden
voorbeschreven in alle bestekken of overeenkomsten
waarvan de uitvoering plaats heeft op terreinen waar
over de aannemer niet de vrije beschikking heeften
dat in zoodanig geval in het bestek of de overeenkomst
de volgende bepaling zal worden opgenomen
De aannemer is verplicht
1° Al de onderbazen, opzichters, werklieden enz.
(niemand uitgezonderd) welke op het door hem aange
nomen werk hetzij middellijk of onmiddelijk in zijnen
dienst werkzaam zijn voor den geheelen duur van het
werkmet inbegrip van den onderhoudstermijnbij
eene Verzekering-Maatschappij, ten genoegen der directie,
tegen ongelukken te verzekeren, volgens de voorschriften,
vastgesteld bij beschikking van den minister van Marine
van 15 Juni 1891
2° Voor den aanvang vau het werk a/d. directie de
verzekeringpolis over te leggen en bij het verschijnen
van eiken betalingstermijn het bewijs te toonendat de
tot op dat tijdstip verschuldigde premiën en de door de
Verzekering-Maatschappij aan de verzekerden verschul
digde uitkeeringen zijn betaald.
De aannemer blijft bovendien jegens de verzekerden
aansprakelijk ook na afloop van het werk voor de uit
betaling van het aan de verzekerden uit te keeren be
drag voor het geval de assurantie niet aan hare ver
plichtingen mocht voldoen.
Den 23 is aan het postkantoor te Haarlem aan
geboden en uitbetaald een postwissel, groot f 75 die
en
kort daarna gebleken is valsch te zijnde post
stempels waren kunstig nagemaakt. Te Delft waar het
bedrag gestort zou zijn
Den 23 was een getuige voor de arr. rechtbank te
Assen niet verschenenomdat hij te Wolvega moest
stemmen; per brief had hij daarvan kennis gegeven.
Den 25 is door het provinciaal bestuur van Noord
holland bij enkele inschrijving aanbesteed de aanleg eener
haven in de Zuiderzee tegen het eiland Wieringen ge
raamd op f 74000. Laagste inschrijver de heer J. van
der Plas te Hardinxveld voor 68000
Do arr. rechtbank te Heerenveen heeft den 25
C. de Vries, wegens doodslag, gepleegd op zijne kostvrouw
de 70jarige weduwe de Haas te Drachten veroordeeld
tot 15 jaren gevangenisstraf.
Den 25 namen te Amsterdam 255 mannelijke en
38 vrouwelijke adspiranten deel aan het schriftelijk
examen voor hoofd.
Te Maasniel is den 25 een landbouwer door den
bliksem gedood.
Bedankt voor het beroep bij de ned. herv. gemeente
Helder door ds. J. W. van Hoogstraten te Edam.
De heer J. Borski, onlangs te Amsterdam over
leden, heeft aan het instituut voor doofstommen te Gro
ningen een legaat van ƒ5000 vermaakt, belast met vrucht
gebruik ten behoeve zijner echtgenoote, die daarvan ech
ter afstand heeft gedaan.
Te Maastricht is in de vorige week een soldaat
die des avonds zwemmen gingverdronken, benevens
korporaal, die op zijn geroep om hulp zich mede te
water had begeven.
Bij kon. besluit van den 22 zijn benoemd tot
ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, de
geueraal-majoor H. F. C. Hardenberg, gouverneur der
Kon. Militaire Academie, alsmede de luitenaut-kolonels
der artillerie H. W. van Hasselt en C, L. W. Moorrees,
laatstgenoemde laatstelijk belast geweest met het bevel
over de pantserfort-compagnieën.
Bij kon. besluit van den 22 is
1°. bestemd tot directeur der op te richten cadetten
school, de kapitein L. de Vlaming, thans commandant
der militaire schoolcompagnie en directeur der militaire
school te Haarlem
2°. genoemde kapiteinin verband met het voren
staande en met afwijking in zooverre van de formatie
van den staf der infanterie, bij dien staf benoemd tot
majoor, terwijl hij als commandant der militaire school
compagnie en als directeur der militaire school te
Haarlem tijdelijk zal worden vervangen door een daartoe
door den minister van oorlog aan te wijzen officier;
3°. bepaald datmet afwijking in zooverre van het
kon. besluit van 7 Juli 1886 no. 37 en van het daarbij
vastgesteld en sedert gewijzigd voorschriftde majoor
de Vlamingonder de bevelen van den inspecteur van
het militair onderwijsvoorloopig zal belast zijn met
het toezicht over de militaire school te Haarlem, en dat,
voor den duur van dat toezicht de waarnemende direc
teur dier inrichting onder zijne onmiddellijke bevolen zal
staan..
Blijkens een in de Staatscourant van den 23 opge
nomen verslag zijn in 1890 uit Amsterdam vertrokken
6897 landverhuizerstegen 7082 in 1889 een gevolg
van de verminderdo landverhuizing naar de Argen-
tijusche Republiek. Naar Noord-Amerika vertrokken
er 6646, naar Zuid-Amerika 251.
Over Rotterdam vertrokken 9899 landverhuizers, tegen
15252 in 1889. Ook deze vermindering is voor een goed
deel toe te schrijven aan de omstandigheiddat de landver
huizing naar Zuid-Amerika, ten gevolge van de aldaar
heerschende ongunstige toestanden, minder aanlokkend
werd.
Te Vlissingen scheepten zich in aan boord van 26
schepen der «Castleline", met bestemming naar Zuid-Afrika,
313 volwassen personen en 27 kinderen.
Over de havens Dordrecht en Harlingen werden geene
landverhuizers vervoerd.
De gemeenteraad van Helder heeft den 26 aan
den heer dr. P. Bakker op zijn verzoek, wegens vertrek
naar elders, eervol ontslagen als gemeente-geneesheer.
Bij kon. besluit van den 26 is met ingang van 1
Juli a.s. de heer 0. Hofstede de Groot benoemd tot onder
directeur van het Koninklijk kabinet van schilderijen te
's-Gravenhage.
Den 26 was de heer Hermans te Wieringen
voor 52400 laagste inschrijver bij de te Medciutollk
gehouden aanbesteding van het in orde maken der haven
aldaar geraamd op 52000. Het werk is nog niet
gegund.
het
Omstreeks drie jaren waren er verloopen. Op een
heerlijken Meidag vinden we het gezin van dr. van Yoorne
in de tuinkamer bijeende deuren staan open en de
lieflijke geur van seringen en viooltjes, dringt zachtkens
naar binnen. In een gemakkelijke stoel, half rustbed,
ligt de oude heer van den Heuvelter eener zijde naast
hem staat Otto, die de hand van den grijsaard in de
zijne houdtter auderer zit Marie, die hem ondersteunt
tegen haar aangeleund liggen Ernst en Coba op de knieën,
en zien met kinderlijken eerbied naar het bleek gelaat
van den ouden man op.
Zijt ge allen bij mij," kliakt het op zwakken toon,
terwijl hij met de vrije hand rondtast en als hij een
toestemmend antwoord bekomen hoeft, gaat hij zacht
kens voort«Kinderen, ik zal niet lang meer bij u zijn,
ik dank u allen voor uwe liefde, gij liebt mij wel gedaan.
O kon ik u allen nog eenmaal zien, vóór ik heenga."
»Mijn beste pleegvader," zegt Otto, terwijl hij de hand
vaster in de zijne klemt, «ik heb zooveel aan u te dan
ken, uw leven is zoo rijk geweest aan liefde, dat ik
blijde beudat het ons is gegeven, iets van de schuld af
te doen, die wij aan u hebben."
«Spreek zoo niet, mijn jongen, ge weet niet hoeveel
vrougde gij m ij verschaft. Marie is ook zulk een trouwe
vorpleegster voor mij geweest, ja, ik kinderlooze man,
heb zelfs het geluk mogou smaken mij door een paar
lieve kleinen, grootpa to hooreu noemen, och, laat hun
mij nog eenmaal een kus geven."
Ernst drukte eerbiedig een kus op de hand van den
kranke, doch Coba sloeg de armpjes om zijnen hals en
zei, terwijl ze haar kopje tegon hem aanlegde «Grootpa
mag nog niet weggaan." De oudo trilde van aandoening.
«Lief kind," fluisterde hij.
«Zacht Coba, grootpa kan dat niet meor verdragen
lieve," zei Otto, terwijl hij hot meisje naar zich toetrok
en op overredenden toon voegde hij er bij: «zou het niet
beter zijn, als u n u wat rust nam."
«Neen, mijn jongon, ik zal weldra voor goed rusten,
ik voel dat mijn oogenblikken geteld zijn, laat mij nog
zoo lang mogelijk uwe tegenwoordigheid genieten. Ik heb
Van
In Engelands donkerste wildernissen"
zoo zeer de aandacht trekkende werk van den generaal
van het Heilsleger, William Booth, is de derde af
levering der hollandsche vertaling verschenen bij den
amsterdaraschen uitgever S. L. van Looy.
niet veel meer te zeggen. Nabestaanden heb ik niet, mijne
vrienden zijn mij allen voorgegaan, slechts weinigen wor
den negentig, en mij zijn nog vier jaren daarboven ge
gevenik ben tevreden, en dankbaar, dat mijn geest
helder is gebleven en nu kinderen behalve eenige lega
ten aan armen en aan liefdadige gestichten, is al het
mijne het uwe. Veel is het niet, want ge weet, ik leefde
gedeeltelijk van mijn emeritaat dat nu ophoudt, slechts één
ding moet ge mij beloven, wilt ge zorg dragen voor mijne
kunstverzameling, dat zij goed bewaard blijve Misschien
is hot niet goed van mij, maar ik ben er zeer aan gehecht."
«Wees gerust mijn beste vriend," zei Otto aangodaan,
«ik geef u mijn woord, dat het bij elkander zal blijven,
en in eere behouden worden"
«Ik geloof u, en nu kinderen," zei de oude man, met
gebroken stem, «vaarwel! God zegene u, gelijk ik het
doe" Afgemat liet hij het hoofd tegen de kussens rusten,
zijn ademhaling werd flauwer, de trekken namen eene
uitdrukking van kalmte aan, het was of een vriendelijke
lach, om de fijn gevormde lippen speelde.
«Slaapt grootpa vroeg Coba.
«Ja lieve, grootpa gaat slapen," zei Marie, «gaat gij
nu te samen in den tuin, anders wordt grootpa weer
wakker," voegde zij er zacht bij, terwijl zij de handen
der kinderen in elkaar legde.
Het tweetal gehoorzaamde zwijgend, doch buiten ge
komen, zoi Ernst, «ik geloof niet, dat grootpa weer wak
ker wordt."
«Waarom niet?" vroog Coba.
«Omdat grootpa sterven gaat," zei de knaap ornstig,
«of. misschien is hij al wel dood."
«Wat i s eigenlijk dood," vroeg Coba.
«Weet je dat niet," zei Ernst, maar hij gaf or toch
uitleg van hoe zou hij het ook kunnen doen, staan
menschen er niet voor als voor een raadsel Toch
de jongen goed gezien. Otto en Marie zaten nog
geruimon tijd naast elkander bij don stervende ze hoorden
hoe de ademhaling al flauwer en flauwer werd. Otto
voelde de hand die hij nog in de zijne hield, koud wor
den, totdat oonsklaps een lange zucht hen verkondigde,
geen
wij
had
dat het leven gevloden was. Zacht en voorzichtig legden
de echtgenooten hem op zijn bed neder.
«Ziet ge nu wel," zei Ernst, toen ze later door Marie
werden binnen geroepen«ik wist het wel, die goede
grootpa, nu zal hij nooit meer mot ons spelen."
Ja," zei Coba, «het spijt mij erg, dat grootpa dood
is, maar, nu zal moe toch weer wat meer kunnen wan
delen, want nu heeft grootpa geen hulp meer noodig,
en daar ben ik toch blij om want dat is voor moe goed."
Het kind had gelijk, door den dood van den heer van
den Heuvel, werd de taak van Marie veel verlicht, en
brak er voor haar een tijdperk van rust aan, zooals ze
in lang niet had gekend.
Het was ongetwijfeld ook een moeielijke taak geweest,
die de laatste drie jaar op het vrouwtje gerust had, en
zeker wie haar vroeger gekend hadden in de dagen
harer weelde, ze zouden haar tot zooveel toewijding niet
in staat hebben geacht, als zij bij dien taak aan den dag had
gelegd. Mogelijk zouden hare vroegere kennissen, als ze haar
thans hadden ontmoet, wel hebben gezegd, dat het leven
dat ze geleid had, niet zonder invloed op haar was ge
weest, daar de onbezorgde vrolijkheid, die haar vroeger
eigen was, geheel bij haar was ondergegaan, en daarin
zouden zo ook gelijk gohad hebben of ze er echter bij
verloren had
In Otto's oogen zeker niet. Hij gevoelde het, dat hoe lief
hij zijne zorgelooze Marie ook gehad had, hij zijne werk
zame, zorgdragende gade meer achtte en waardeerde en
zich inniger aan haar verbonden gevoelde, dan dit eer
tijds het geval was geweest. Marie zelfs gevoelde ook,
dat het haar goed had gedaan immers wat zij eerst als
een lastigen plicht had aanvaard, was haar langzamer
hand eene behoofte geworden zij had troost leeren vin
den in de overtuiging nuttig te zijn, en al was ze dan
ook n van haren taak ontheven, er bestond geen kans
voor haar, om weer tot hare vroegere fout te vervallen,
Toch kon ze zich niet ontveinzen, dat ze, nu ze meer
tijd had, wel eens het verlangen in haar voelde opkomen,
naar wat moer omgang met menschen, en ze zich zelf
wel eens afvroeg, of het als de nalatenschap van den
heer van den Heuvel eens mede viel, zoo geheel onmo
gelijk zijn zou, nog eens woder naar de stad terug te
keeren, en soms betrapte zij zich er op, dat ze zich daar
omtrent illusion begon te scheppen, zoo wel voor zich
zelf als voor de kinderen. Wordt vervolgd.
Stoomdr. Herms. Coster Zoon, Alkmaar.