Buitenland. I
Bi n n e n land.
den. Toch is het dikwijls bijna onmogelijk, van die zol
ders, stallen of gedeelten der woning ook niet gedeelte
lijk voor het huishouden gebruik te maken. Vooral in
kleine bedrijven heeft dit plaatsen zoodra dit het ge
val is vervalt ook de vrijstelling. Wat zijn dienstboden,
knechts en arbeiders betreft, verkeert de landbouwer in
gelijksoortige moeilijkheden het inwonen der dienstbo
den, die hij voor zijn bedrijf noodig heeft, het verrich
ten van staldienst door uitwonende arbeiders, het ver
richten van huisdienst door werkboden brengt hem aan
stonds in een hoogere klasse, en toch is het in het land
bouwbedrijf zoo moeilijk dit alles steeds uit elkander te
houden. Zoodra zijn knecht of arbeider zelf het paard
ment, moet hij als mannelijke dienstbode in de 1ste klasse
worden aangegeven. Toen de wet gemaakt werd had
deze bepaling een redelijken grondslag en bestond daar
tegen weinig bezwaar.
De landbouwer ging met paard en rijtuig uit en kwam er
mee thuis, en hield zelf de teugels hij hield er geen koet
sier op na, had er geen noodig, en betaalde er dan ook
geen belasting voormaar anders is het geworden
nadat er spoorwegen gekomen zijnhij kan wel zelf
naar het station rijdenmaar er is iemand noodig om
paard en rijtuig weer thuis te brengendan kan hij
zelf niet mennen en do knechtdie het doet, wordt in
de le klasse aangeslagen. Ook voor het gebruik van
wagens met veeren en het afwisselend gebruik van ver
schillende paarden ondervindt hij van de bepalingen
der wet veelvuldige belemmeringen.
DFITSCMEAND. Volgens eene statistiek, opge
maakt van het aantal ontploffingen van mijngas in het I
kolendistrict Dortmund gedurende de laatste 20 jaren, is
een derde van de 880 ontploffingen voorgevallen op een
.Maandag, welke uitkomst tot de gissing geleid heeft, dat
de mijnwerkers op dien dag minder voorzichtig zijn dan
op de andere vijf werkdagen, over welke de overige twee
derden der ontploffingen vrij gelijkmatig verdeeld waren.
Te Kassei moet voor lid van den Rjjksdag herstemd
worden tusschen den candidaat der sociaal-democraten,
die 7800 stemmen bekwam, en dien der nationaal—libe-
ralen, op wien ongeveer 5000 stemmen uitgebracht waren.
De conservatieve candidaat verkreeg slechts 1354 stemmen,
zijnde ongeveer een vijfde van het aantal stemmen,, waar
mede bij° de vorige verkiezing een conservatief tot lid
gekozen werd.
Prins Bismarck is den 16 met zijne gemalin naar
Kissincren vertrokken. De prinses, die sukkelend is, werd
in een° rolstoel naar het station Friodrichsruh gebracht
Het lid van den Rijksdag Bebel heeft namens het
bestuur der sociaal-democratische partij het onlangs ge
melde program in eene door 3000 personen bijgewoonde
volksvergadering toegelicht. Liebknecht had het ont
worpen en daarna was het door het bestuur en door
Engels te Londen hier en daar gewijzigd.
ENEEEAND. Het bekende blad Punch heeft den
17 zijn 50jarig bestaan herdacht.
Den 18 des ochtends is bij de werken tot aanleg van
het Manchester-kanaal een locomotief met elf wagons
van een spoorwogdijk naar benoden gestort. Bij den dijk
waren vele werklieden aan den arbeid, van wie eif ge-
dood en volen gewond werden.
De Times, het besluit der fransche Kamer ten opzichte
van de interpellatie-Laur besprekende, ziet in den plot-
selingen omkeer in de houding der meerderheid het bewijs,
dat de franschen nog steeds onderhevig zijn aan den
invloed van plotselinge opwellingen. Overigens verdedigt
dat blad de inlijving van Elzas en Lotharingen bij Duitsch-
land. Frankrijk verklaarde den oorlog met het vooruit
vastgestelde voornemen om den linker Rijnoever te ver
overen. Toen Duitschland de overwinning behaalde, heeft
de duitsche regeering niet gehandeld volgens haar gevoel,
gelijk Frankrijk zou gedaan hebben maar verzekerde
alleen de toekomst der duitsche eenheid.
Mac Carthy, de leider der aan Parnell vijandige iersche
groep, heeft in eene bijeenkomst van iersche parlements
leden verklaard voornemens te zijn, de leiding der partij
neer te leggen.
gen zoodat de ergste moordenaar voor deze straf beven
en in het vooruitzicht er van vreezen zoumen de
straf slechts het karakter van volkomen nutteloosheid
en doelloosheid geven moest. De dwangarbeid, zooals
die tegenwoordig islevert geen enkel voordeel voor den
gevangene opmaar is op zichzelf niet doelloos de
gevangeue maakt steenen spit in den grond metselt
bouwtin dezen arbeid is zin en doel. Maar als men
hem bijvoorbeeld dwingen zon water uit het eene reservoir
in het andere te gieten en uit het andere weder in het
eerste zand fijn te wrijven een hoop aarde van de eene
plaats naar de andere te kruien en omgekeerd ik
geloof, dat de gevangene zich na weinig dagen zou worgen,
of duizenden misdrijven begaan om maar te sterven en
zulk een vernedering, schande en kwelling te ontgaan.
Natuurlijk zou zulk een strafin folteringin wraak
ontaarden en onzinnig zijnomdat zij geen verstandig
doel beoogt. Maar daar oen deel van zulk een folte
ring onzinnigheid vernedering en schande ongetwijfeld
in iederen gedwongen arbeid voorhanden isis dwang
arbeid onvergelijkbaar kwellender dan iedere vrije arbeid
juist omdat hij een gedwongene is.
Het was winter toen ik in de gevangenis kwamik had
daarom geen begrip van den arbeid in den zomer die
aanmerkelijk zwaarder is. 's Winters was cr in onze
vesting over het algemeen weinig dwangarbeid. De ge
vangenen gingen naar den Irtisj om oude barken die
aan den staat behoorden stuk te slaan werkten in werk
plaatsen groeven voor de staatsgebouwen de door storm
saamgehoopte sneeuw weg brandden en stieten albast
en zoo voort. De winterdag was kortde arbeid was
spoedig gedaan en onze geheele schaar keerde vroeg in
de gevangenis terugwaar zij bijna niets te doen had
als er niet toevallig een bijzonder werk was. Maar met
•eigen arbeid hield zich misschien slechts een derde der
gevangenen onledig de overigen maakten den tyd dood,
slenterden zonder noodzaak door alle vertrekken der ge
vangenis rond scholden en bedronken zichals maar
«enig geld bij elkaar te brengen was's nachts verspeel
den zij met kaarten hun laatste hemd en dat alles uit
Minister Salisbury heeft in eene te Londen gehouden I
redevoering over de binnenlandsche staatkunde gezegd,-1
dat hij zich nog niet kon uitlaten over eene vervroegde j
ontbinding van het Parlement door de regeering; het te
genwoordige Parlement kan nog tot Augustus 1893 in stand
bljjven. Hij verklaarde zich niet ongenegen tot uit
breiding van het stemrecht; misschien zou kiesrecht toe- I
gekend kunnen worden aan zelfstandige vrouwen, maar
in ieder geval zou het kiesrecht ontnomen moeten worden
aan hen die niet lezen en schrijven kunnen zooals in
Ierland zoo veelvuldig voorkomt.
Hoogerhuis. Den 17 verklaarde de minister van
buitenl. zaken, dat het bericht, als zouden de franschen
de provincie Luang-Prabang in Siam bezet hebben, on
waar is. Er bestond geen grond om te gelooveu, dat zij
binnen een afstand van 100 mijlen tot die provincie gena
derd waren. Hij betwijfelde de juistheid van het gerucht, dat
Frankrijk voornemens zou zijn de onafhankelijkheid dier
provincie te bedreigen. De onaf hankelijkbeid van Siam be
rust, naar hij hoopt, op hechte grondslagen,.hoewel het zeer
onwaarschijnlijk is, dat Europa aanleiding:zal vinden haar
te waarborgenomdat zij slechts voor Engeland en
Frankrijk belang heeft.
FRANKRIJK. In eene- den 16 te Parijs gebonden
vergadering der werkstakers bij de Spoorwegmaatschap
pijen werd besloten de algemeene werkstaking voort te
te zetten. Inmiddels had de prefect van politie aldaar j
maatregelen genomen tot bescherming der spoorweglij,nen j
over een afstand van 10 mijlen om Parijs met het oog j
op die werkstaking. Tevens werden maatregelen genomen I
om de werkstakers te beletten andere werklieden lastig
te vallen. Zoo werden in des avond van den 16 ook I
afdeelingen soldaten der republikeinsche garde geplaatst
langs den weg van het station Saint Lazare tot het I
station Arnièresom te beletten, dat de beambten die 1
voor de wissels en signalen moeten zorgen lastig ge
vallen werden. Uit Versailles werden 180 geniesoldaten
naar het goederenstation te Batignolles gezonden ter be
scherming van het station en zoo noodig ter vervanging
van de werkstakers. De ochtendbladen van den 20 waren
het er over eens dat de werkstaking der spoorwegbe
ambten weldra geëindigd zou zijn. Te Rouaan en te
Bordeaux verklaarden de spoorwegbeambten zich tegen
werkstaking.
De door den heer Laur beweerde weigering van de
duitsche overheid om de pas van eenige fransche han
delsreizigers voor Elzas-Lotharingen voor gezien af te
teekenen, schijnt werkelijk plaats- gehad te hebben, doch
alleen op grond dat deze personen lid waren eener ge
heime weerwraak-vereeniging te Nancy; aan alle dergelijke
personen wordt onvoorwaardelijk het voor gezien teekenen
der pas geweigerd.
De Koning van Italië beeft den burgemeester van
Lvon per telegram zijnen dank betuigd voor de harte
lijke ontvangst aan de italiaansche scherpschutters al
daar ten deel gevallen. Hij noemde deze ontvangst een
onderpand voor de vriendschap tusschen de beide
zustervolken.
Minister Constans zeide den 20 aan het te zijner eere
te Avignon gegeven feestmaal, dat het door hen inge-
dionde wetsontwerp betreffende de oprichting van hulp
kassen voor werklieden wel verzet zou ondervinden,, maar
hij vertrouwde toch dat de Kamer bereid zou zijn om
mede te werken aan het tot stand brengen van dat ont
werp. Het beste middel om den openbaren vrede te ver
zekeren achtte hij het, als men den werklieden vertrou
wen kon geven op de toekomst. Hij keurde zeer af het
misbruik, dat gemaakt wordt van werkstakingen, waar
door meer ellende veroorzaakt dan verbetering aange
bracht wordt.
Kamer. Den 18 is het tarief der invoerrechten met
387 tegen 110 stemmen aangenomen.
De weigering om over te gaan tot de onmiddellijke
behandeling van het voorstel betreffende de polytechnische
schoolstrekkende om een krediet van 300.000 te
verleenen tot uitbreiding van do gebouwen dier school,
in strijd met het voorstel van den minister-president
de Freycinet gaf aanleiding dat deze wenschte af te
treden. Zijne ambtgenooten zagen in dat besluit der
Kamer echter volstrekt geen wantrouwen en drongen
lediggangluiheid en verveling. Later begreep ik dat er
behalve het verlies van vrijheid, behalve den gedwongen
arbeidin het gevangenisleven nog een andere kwelling
is bijna sterker dan alle overige. Dat is het gedwon
gen gemeenschappelijk samenleven. Het gemeenschap
pelijk samenleven is ook op andere plaatsen niet onge- I
woon maar in de gevangenis komen zulke menschen
dat niet ieder met hen zon kunnen samenlevenen ik
ben overtuigd dat iedere gevangene deze kwelling ge
voeld heelthoe wol zeker voor het grootste deel ook
slechts onbewust.
Ook het eten scheen mij tamelijk voldoende. Gevan-
genen verzekerdendat het in de gevangenissen van
Enropeesch Rusland zoo goed niet was. Hierover durf
ik niet te oordeelen; ik ben er niet geweest. Bovendien
was ieder in de gelegenheid zich eigen mondbehoeften te
verschaffen. Het rundvleesch kostte bij ons twee kopeken
het pond, 's zomers drie kopeken. Maar eigen kost had
den slechts zij die voortdurend geld haddenhet meeren-
deel at gevangeniseten. Als overigens de gevangenen
hun eten loofden dan bedoelden zij slechts het brood
en zij zegenden ia het bijzonder de omstandigheid dat
het brood bij ons gemeenschappelijk was en niet bij het
gewicht uitgedeeld werd. Het laatste hinderde hen bij
nitdeeling bij het gewicht zonden drie vierden van hen
hongerig gebleven zijn gemeenschappelijk was het voor
allen voldoende. Ons brood was zeer smakelijk endaar-
om in de geheele stad beroemd. Men schreef het toe
aan de goede manier waarop de ovens gebouwd waren.
De koolsoep was zeer slecht. Zij werd in een gemeen-
schappelijken ketel gekooktmet gort dik gemaakt, maar
was toch en vooral op werkdagen dun en krachteloos. Mij
stond de grooto menigte afvaldie er in was tegen.
De gevangenen sloegen er geen acht op.
De eerste drie dagen werkte ik nietzooals iedere
nieuweling, wien ook wordt toegestaan uit te rus
ten van de vermoeienissen van den marsch. Maar den
tweeden dag moest ik uit de gevangenis om »versmeed"
te worden. Mijn ketenen waren niet naar behoorenzij
bestonden uit ringen, die een helderen klank gaven, zooals
bij den heer de Freycinet er sterk op aan op dien wensch
terug te komen.
PORTUCtAL. De minister van financien heeft het
recht op buitenlandsch graan tot op 7 reis ver
minderd en bij de verordening, waarbij die vermindering
bepaald is, de invoerders verantwoordelijk gesteld
voor het verschil tusschen 7 en 10 reis, indien de prijs
van het brood hooger wordt.
HESE AND. De Provinciale Staten van het gouver
nement Kasan hebben besloten tot het aangaan eener
leening van 5.000.000 roebels, ten einde de boeren van
koron te voorzien. Tevens- zal tot de regeering het ver
zoek worden gericht om aan de boeren uitstel te ver
leenen van het betalen der belastingen het stoken van
brandewijn nit koren te verbieden en alle gelegenheden,
waar brandewijn verkocht wordt, voor een jaar te sluiten.
Verder om eene algemeene oproeping uit te vaardigen
ten einde gelden bijeen te brengen voor de noodlijdende
bevolking van het gouvernement Kasan.
Volgens een der bladen heeft de minister van binnen
landsche zaken een zijner ambtenaars naar de streken
gezonden, waar de oogst mislukt is deze ambtenaar zal
dan uitvoerig verslag over den staat van zaken moeten
uitbrengen.
VEREENIEDE STATEN-.- De streek ten westen
van het Superior-meer is geteisterd door een cycloon.
Vele huizen en een in aanbouw zijnd hotel werden
vernield. Vijftig werklieden, die daar aan den arbeid
waren, werden onder het puin bedolven.
Den 15 des middags kregen twee personendie
met hnnne gezinnen in kermiswagens even buiten En
schede huisden; twist, die zoo hoog liep, dat de een den
ander met eene spade een slag op het hoofd toebracht,
tengevolge waarvan hij na een halfuur overleedniet
tegenstaande inmiddels geneeskundige hulp was verleend.
j Bij kon. besluit van den 15 is de heer L. F. G.
P. Schreuder, hoofdcommies bij het departement van bin-
nenl. zaken, benoemd tot ridder in de orde van den
Nederl. Leeuw.
Bij kon. besluit vau den 15 is benoemd tot rechter
in de arr. rechtbank te Amsterdam de heer mr. B. Si
mons, thans substituut-griffier bij dat ooilege en tot rech-
I ter-plaatsvervanger in die rechtbank de heer mr. R. L.
Scholten, advocaat en procureur aldaar.
De ond-gouvernenr van Suriname, de heer jhr. mr.
I M. A. de Savovnin Lohmau is den 17 des avonds te
Amsterdam aangekomen.
Den 16 is te 's-Gravenhage overleden de heer F.
j A. A. Gregory, gepens. vice-admiraal,. in den ouderdom
van 77 jaar.
I De Staatscourant van den 18 bevat 27 benoemin
gen van duitschers tot ridder, commandeur of ridder
grootkruis in de orde van den Nederl. Leeuw.
Den 18des morgens vond de landbouwer PS.
te ©rosthuiaen zijn paard te water. Terwijl men
pogingen aanwendde om het dier te redden gleed de
I eigenaar daarbij nit en brak een been.
De instandhouding van het concertgebouw te Am
sterdam is thans verzekerdhet noodige kapitaal is
gevonden en het bedrag der inschrijvingen kan den 20
gestort worden.
De hees ds. P. H. Versteeg predikant hij de ned.
herv. gemeente te 8t. Pankras, is beroepen naar Hier-
den (classis Harderwijk).
De heer ds. J. Braining, predikant te Nieuwendam,
heeft voor het beroep naar Spanbroek en Opmeer
bedankt.
Er is geen twijfel aan, of de heeren R. Ruiter en
J. van der Vliet, de beide wethouders, worden te Rijp
als raadsleden herkozen want van tegenkandidaten
wordt aiet vernomen. Is zulks het gevaltoch zal de
gemeenteraad in September a.s. twee nieuwe wethouders
hebben te kiezen.
Van de badinrichting te Rijp wordt hoe langer
zoo meer gebruik gemaakt. Hl. zaterdag had de bad
meester met zijne vronw handen, vol werk. Die eenmaal de
de gevangenen dat noemden. Zij werden over de kleede
ren gedragen. De gebruikelijke gevangenisketenen, die met
het oog op den arbeid gemaakt warenbestonden nit
vier ijzeren stangen bijna een vinger dik die door drie
ringen onderling verbonden waren. Zij moesten onder de
broek gedragen worden. Aan den middelsten ring was een
riem vastgehechtdie self weer aan den gordelriem beves
tigd was en onmiddellijk over het hemd gedragen werd.
Ik herinner mij mijn eersten morgen in de gevangenis.
In het wachthuis aan de poort werd op den trommel
de reveille geslagen en tien minuten later ging de wacht
hebbende onderofficier de kazerne openen. Men be
gon te ontwaken. Bij het treurige licht van een smeer
kaars van zes in een pondhieven de gevangenen
rillend van kou zich van hun brits op. De meesten
zwegen of bromden van slaap. Ze geeuwdenrekten
zich uit en fronsden hun gebrandmerkt voorhoofd. Eenigen
maakten het teeken des kruises anderen begonnen reeds
te twisten. De lucht was onuitstaanbaar. Zoodra men
de deur goopend haddrong de frissche winterkou naar
binnen en verbreidde zich wolkachtig door de gevangenis.
De gevangenen stonden voor emmers met water; op de
rij al namen zij eenig drinkgeraad vulden hun mond
met water en wieschen zich daarmee hnn handen en
gezicht. Het water was den vorigen avond door den
opruimer klaar gezet. In iedere afdeeling was volgens
het reglement één gevangene die door allen gekozen
voor de bediening moest zorgen. Hij word »opruimer" ge-
I noemd en deed geen werk. Zijn bezigheid bestond in het
I schoonhouden der kamers, in het dweilen en afschaven
I der britsen en gronden en in het halen en brengen van
I frisch water in twee emmers, 's morgens om te wasschen,
over dag om te drinken. Om het eenige drinkgeraad
ontstond weldra gekibbel»Wat doe je daar, geteekende
bromde een knorrige, lange gevangene, mager en bruin
met ongewone uitwassen op zijn geschoren schedelter
wijl hij een ander, die dik en gezet was en een vroolijk,
rood gezicht had, terugstiet: wacht
»Wat schreeuw je? Wie bij ons anderen wil laten
wachten moet betalen denk daarom Kijk hij loopen