UIT SIBERIË. No. 88. Drie en UTegentigste Jaargang, 1891. VRIJDAG 24 JULI. Officieel Gedeelte. HoGger Onderwijs. Kennisgeving. Uerkiezing. Onbestelbare Drieven FEUILLETON. Ainsterdamsclie Brieven. ALKIAARSCHE COUR! AT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,00. Telefoonnummer 23 Prijs der gewone Adver.tentlën Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar brengeu ter kennis zoowel van belanghebbenden in de gemeente zelve als in de omstreken dat met ingang van 1 Sep tember a.s. te ALKHAAR gelegenheid zal bestaantot het bekomen van hooger onderwijsaan eene in richting van wege de gemeente met f 2500 gesubsidi eerd datkrachtens de door den gemeenteraad in zijne vergadering van 29 Juni 1.1. genomen beslissing, dat- onderwijs zal worden gegeveu door den heer dr. M. N. J. MOLTZE R, dat voor hen die van dat onderwijs gebruik willen maken een minerval aan dien leeraa-r moet worden betaald van f 30 per jaar voor het onderwijs in de eerste klasse waarin alleen latijn zal worden onderwezen en van f 50 in de volgende klassen, waarin latijn en grieksch zullen worden onderwezen. Zij. die van deze gelegenheid voor hunne leerlingen of pupillen met 1 September a.s. gebruik willen maken en daarvan aan den heer dr. Moltzer nog geene opgave deden, kunnen hunne daartoe strekkondo aanvrage om plaatsing hnnnor leerlingen of pupillen alsnog inzenden ter ge meente-secretarie. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar. A. Maclaine Pont. '15 Juli 1891. De Secretaris Nuhc.ut van der Yeen. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, op grond van artikel 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad no. 22), bij deze ter kennis van de ingezetenen der gemeentedat het kohier voor de belasting op het Personeel.No. 3 voljaars (wijken C en D) dienstjaar 1891/92, op 18 Juli 1891 door den Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noord- holland executoir verklaard heden aan den Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder belanghebbende wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag acht te gev-en, ter voorkoming van .gerechtelijke vervolging. Alkmaar, den 23 Juli 1891. Het Hoofd van het Bestuur voornoemd, A. MACLAINE PONT. Burgemeester en Wethouders van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat zij besloten hebben de herstemming voor een lid van den gemeen teraad te doen plaats hebben op Dinsdag 4L Au gustus a.s. Bargemeester eu Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 21 Juli 189.1. De Secretaris, NIIHOUT van der VEEN. verzonden in de le helft van Juli 1891 F. van Bunschoten, Drunen; P. Kragt, Harderwijk: J. Wouters, Harlingen; D. Pol, St. Pancras. Van Broek op Langedjk: Wed. P. Zweed, Alkmaar. Van Hoogwoud: Giers, Amsterdam; A. P. Smiers, Grave. Van Schermer horn E. M. v. d. Woerdt, Amsterdam. Briefkaart: Hulsebos, Amsterdam. Brieven: B. Conwaij, Londen. (6) DOOR I. M, DOS TO JEU* ftï. XLV. Een haudelsaangelegenheid zullen wij ditmaal in de eerste plaats ter sprake brengen. Eenige maanden ge leden wendde de American Petroleum Company zich tot b. en w. van Amsterdam met het verzoek in de Petroleumhaven een terrein van 15.850 M2. met eene overlengte van 210 M. te mogen huren tot opslag, ver werking en aflevering van petroleum. Deze aanvrage was van bijzondere beteekenis, omdat de genoemde Company al sinds vele jaren getracht heeft, den ganschen petro- leumhandel in handen te krijgen hetgeen haar op het grootste deel van het vasteland van Europa, alleeu met uitzondering van Amsterdam ook werkelijk is gelukt. In Nederland's hoofdstad werd de schepter op het gebied van petroleum gezwaaid door de Amsterdamsche Petro- leum-Maatsehappij, wier exploitatie van de Petroleumhaven in binnen- en buitenland steeds met lof werd genoemd. In twee opzichten stonden b. en w. hier alzoo voor een moeilijk geval. Uit den aard der zaak moesten zij er bezwaar tegen hebben, het monopoliseeron van petroleum mogelijk te maken, maar ten andere zou bij eene liqui datie van de Amst. Petroleumhaven-Mij. de gemeente hare eigendommen tegen den kostenden prijs moeten overnemen en bovendien zou hare jaarljksche bijdrage niet langer in de gemeontekas vloeien. Werd het verzoek der buitenlandsche maatschappij afgeslagen, dan zou deze met behulp van de kapitalen, waarover zij te beschikken heeftallicht haar zin zien door te drijven langs een weg die aan de amsterdamsche schatkist veel minder baten opleverde. Dan zon zij waarschijnlijk in andere steden tanks oprichten en verder, bij het tegenwoordige gemakkelijke en goedkoope vervoer met tankschepen, ook op deze wijze voorzien in de behoeften van Amsterdam en noordelijke provinciën. In dezen moeilijken tweestrijd wendden b. en w. zich tot de Kamer van Koophandel. Deze beschouwde de quaestie van een zeer practisch stand punt. Zij heeft nooit de exploitatie der haven in één hand voorgestaan, zoodat vóórhaar dus geen bezwaar bestond, een terrein aan eene andere maatschappij te verhuren. Wat de ge varen voor de Petroleum-Mij. aangaat, ook deze zag°de Kamer niet voorbij doch dit was voor haar geen reden om de Company buiten te sluiten. De concurrentie zon de energie kunnen prikkelen en allicht aanleiding geven tot aanvoer van rnssische petroleum. Maar zelfs als deze verwachtingen niet verwezenlijkt werden en de gemeente de bezittingen der Petroleumhaven-maatschappij moest overnemen volgens de bopalingen der concessie zon de tankruimte toch vermeerderd worden een niet te ver smaden voorrecht voor den handel. Als dus in de voor- waardon bedongen kon wordendat de Companv niet alleen verplicht was tot het boawen van twee tanks maar ook tot het onderhouden en in flinke geregelde exploitatie brengen dier inrichtingenbon de Kamer van Koophandel zich wel vereenigen met het voorstel van b. en w. om de buitenlandsche maatschappij haar verzoek niet te weigeren. Evenwel gaf zij in overweging om den huurders niet het recht te geven de huur- en verhuurovereenkomst voor een termijn van 10 jaar te verlengen omdat zij van meening was dat de gemeente na dat tijdvak weder vrij behoorde te zijn. Do behandeling van de voordracht tot verharing van het gevraagde terrein aan de A. P. C. heeft in den ge meenteraad tot langdurige debatten aanleiding gegeven. Het denkbeeld van de Kamer van Koophandel in zake het recht tot verlenging vau de hnnr na 31 Mei 1901 werd overgenomen door den heer Van de Wall Bake die daarmee instemming vond bij de groote meerderheid der raadsleden. Het geanimeerdst was de discussie over de vraagop welke voorwaarden het bewnste terrein zal worden verhuurd. Door b. en w. was voorgesteld, een huursom van 30 ets. per M2 te vragen. Inderdaad een heel laag bedrag, want, zooals de heer van Eeghen be rekende zouden daarmee de onkosten van het terrein ten bedrage van f 596.000, geen rente opleveren. Ver scheidene leden waren dan ook geneigd, het dubbele be drag te vragen toen de wethouder van publieke wer ken met de berekening kwamdat aan havenbouw spoorweg, terreinen enz. een kapitaal was besteed, waar voor jaarlijks aan rente en aflossing betaald moest worden 26.081. Deze som verdeeld over het geheele terrein,, geeft een uitkomst van iets minder dan 30 cents per M2. Na deze verklaringdie wel wat vroeger had mogen komen, werd van verschillende kanten wat water in den wijn gemengd en word men het eens om 40 cents per M2 te vragen. Of Amsterdam geluk gewensebt kan worden met de beslissing om de alles opslorpende Company ook in zijne veste toe te laten, zal de toekomst moeten leeren. Waar schijnlijk is van twee kwaden het minste gekozen. Naar onze^ meening werd in den gemeenteraad te veel gevraagd, hoe 't zou gaan bij inwilliging van het verzoek eu te weinig,boe bij weigering. En met den boer Bake moet men zich maar troosten met de verwachting, dat, hoe de stiijd tnsschen de Amsterd. Petroleum-Havenmaatschappij ou de A. P. C. ook moge afloopen Amsterdam altijd zal profiteeren van eene overwinning op zijn grondge bied verkregen aan wie deze dan ook te beurt valle.. Nog andere zaken zijn in de afgeloopen veertien dagen in den gemeeuteraad behandeld, waarbij wij enkele oogen- blikken moeten stilstaan. Zoo o.a. bij de goedgekeurde voordracht tot het brengeu van eeuige wijzigingen in de verordening op het heffen van het gemeentelijk De lange gevangene bleef kalm en waardig staan. Hij merkte dat men naar hem zag en wachtteof hij zich met zijn antwoord blameeren zou of niet, en begreep dat hij zich goed moest houden bewijzendat hij werkelijk een vogel was en aantoonenwat voor een vogel in het bijzonder. Met onuitsprekelijke minachting zag hij zijn tegenstander aan terwijl hijom meer te beleedigen moeite deed hem over ziju schouders van het hoofd tot de voeten te meten, alsof hij naar een kever zag, en zei langzaam en uit de hoogte «Een putter 1" Een luid salvo van gelach begroette de gevatheid van den gevangene. «Een schurk ben je, maar geen putter!" brulde de dik buik terwijl hj voelde dat hij geslagen was. Maar nauwelijks was de strijd ernstig geworden of men bracht de jongeren tot kalmte. Wat schreeuwen jelui!" snauwden allen hen toe. »Ja, je deedt beter je zelf te slaan, als je keel schor te schreeuwen riep iemand nit den hoek. Ja dan kun je wachten zij zullen gaan vechten klonk een antwoord. «Wj zijn verstandig, met ons zevenen zijn we niet bang voor een «Jadie twee zijn me een paarDe een is om het Btelen van een pond brood in de gevangenis gekomen, en de andere is een pottendiefde beul heeft hem gegeeseld omdat hij van een oude vrouw zure melk gestolen heeft." «Nu, nu, nu! Wilt ge daar wel zwijgen riep de in valide, die als oppasser in den hoek op een afzonderlijke slaapbank sliep. «Water, kinderen! De invalide Petrowitsch is wakker geworden Voor den invalide Petrowitsch, onzen goeden broeder! «Broeder Wat ben ik voor een broer van jou? Wij hebben nog geen zak zont met elkaar gegeten, en ik zou je broeder zijn bromde de invalideterwijl hij zijn armen in de mouwen van zijn mantel stak Men maakte zich gereed voor de inspectie het begon licht te worden, in de keuken verzamelde zich een menigte volks, waar geen doorkomen aan was. De gevangenen verdrongen zich in hunne korte pelsen en in hun 'twee kleurige matsen om het brood, dat voor ieder hunner de kok sneed. De koks waren door de gevangenen zelf gekozen, voor iedere keuken twee. Bij hen was ook het keukenmes voor het snijden van brood en vleesch in bewaringvoor iedere keuken één In alle hoeken en om de tafel groepeerden zich de ge vangenen met mutsen in korte pelsen en met gordels om hun lijf. Voor eenigen stonden houten schalen met krass, gerstebier. In dit bier brokkelden zj hun brood en slurpten het daarna op. Het geschreeuw en rumoer was onverdragoljk maar enkelen hielden zich verstandig en stil in de hoeken. "Goejen morgen, oude Antonytsch, smakeljk ontbjt nep een jonge man, terwijl hj naast een ouden, brommigen gevangene ging zittendie geen enkele tand meer" in zjn mond had. «Nu, goejen morgen, als je niet spot," antwoordde deze zonder zjn oogen op te slaanterwjl hj trachtte het brood met zjn tandeloozen mond te kauwen. «Antonytsch, ik dacht datje gestorven was; werkeljk." «Neen sterf jj maar eersten dan ik Ik ging naast hen zitten. Rechts van m j waren twee gevangenen in gesprok, terwjl zj klaarblijkeljk hun best deden om voor elkaar hun waardigheid op te honden. r «Men zal mj zeker niet bestelen", meende de een, «ik vrees zelfs dat ik eerder zou stelen." «Nu, ja, hou dan van mj je handen af, ik zou ze verbranden." «Wat zul je verbranden Zoo'n Warnak 1) beter naam kannen we je met geven. Geloof me zj zal je bestelen cn je er zelfs geen dankje voor zeggen. Hier broeder is ook mijn kopeken Onlangs was zij 2) zelf gekomen. Waar moest ik haar laten P Ik verzocht naar Pekaden benlte mogen gaan hg hoeft in de voorstad nog een huis, hj heeft het van den schurftigen Scholowonka den jood gekocht, die, zich daarna van kant heeft gemaakt." «Ik weet het. Hj heeft bj ons in het derde jaar als bran- dewijnverkooper gezeten, met den bjnaam Grischka. in die donkere herberg ik weet het heel goed «Je weet het niet; het is een andere donkere...."' «Wat voor een andere! Je wilt alles weten. Ik zal je zooveel getuigen meebrengen als je wil." 'w- T7atV.an ,waai' k°m jij en wie ben ik \V ie Ik heb je immers afgeranseld en nu vraa^ je nog wie «Jij mj afgerauseld Wie mj afranselen zal, moet nog geboren worden en wie m j afgeranseld heeft is thans dood en begraven." sPest van Berder." 3) «De Russische Lepra haal je «De I urksche sabel spljte je hondenkop." En nu brak een stortvloed scheldwoorden los. «Nu, nu, nu! die beginnen nu al te schreeuwen rier> men overal. «Toen ze vrij waren konden ze niet leven;, zij zijn te bij, dat ze gekomen zjn om gouvernements brood te eten Op hetzelfde oogenblik gebood men stilte. Te schelden met woorden te twisten, is geoorloofd. Dit is ten deele voor allen een verstrooiing. Maar tot handtastelijkheden laat men liet met altijd komen; slechts bj uitzondering raken de vijanden slaags Van een vechtpartij wordt aan den majoor rapport gemaakter wordt een onderzoek ingesteld, de majoor komt zelf. - Kortom, allen kunnen er door lijden eu daarom wordt het vermeden. Zelfs 1) Warnak is een naar Siberië verbannen misdadiger.. De gevangene spreekt bier van een vrouw. 3) Een vloek.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 1