No. 89*. Brie en Negentigste Jaargang* 1891. Z 0II) A (t 2(> J UI I. Officieel Gedeelte. Hijden met hondenwagens. Gemeente-rekeni ng\ Amsterdamsche Brieven. Vuurwerk iu vroeger jaren. Deze Courant wordt Hinsila^-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar j ©,SOfranco door het geheele rijk 1, De 3 nnmmors 0,06. ia~tT Telefoonnummer 83. COURANT. Prijs der gewone ,\<I vertentiën Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Burgemeester en Wethouders van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat door den raad dier gemeente in zijne vergadering van 29 Juni 1891, art. 181 der algemeene politie-verordening, met ingang van 1 Augustus 1891 gewijzigd is als volgt Het is verboden, te rijden met rij- of voertuigen, be spannen met of getrokken of geduwd door een of meer honden a. binnen de kom der gemeente, ten deze geacht wordende te liggen tusschen de Singelgrachten on het Noord- hollandsch kanaal b. buiten die kom tenzij die honden voorzien zijn van een muilkorf en do bestuurder of geleider aantoone dat hij die honden, als tot dat doel gebruikt wordende, bij den commissaris van politie te Alkmaaronder opgave van hunne kleur, soort en kenteekenheeft aangegeven. Het is verboden, dat de aangever die ten gemelden einde aangegeven honden, onvoorzien van een muilkorf, op den openbaren wog los laat loopen. De bestuurder of geleider van een met een of meer honden bespannen rij- of 'voertuig moet zich voor de honden plaatsen, zoodra een met een of meer paarden bespannen rijtuig in zijne nabijheid is. Zij verzoeken belanghebbenden dringend, de bepalingen van dit artikel na te leven, ter voorkoming, dat tegen de overtreders proces-verbaal worde opgemaakt. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 24 Juli 1891. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. Burgemeester en Wethouders van Alk maar brengen ter algemeene kennis dat de gemeente rekening dienst 1890, met alle daarbij behoorende be scheiden heden den gemeenteraad aangeboden op de gemeente-secretarie voor een ieder ter lezing nedergelegd en togen betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar is. Burgomeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. Maclaine Pont. 24 Juli 1891. De Secretaris, Nuhout van der Veen. (Slot.) Met een zekere satisfactie kan ik mijnen lezers rnede- deelen dat er in de hoofdstad eenige bekende mannen zijn opgestaan, die openlijk hunne ingenomenheid hebben betuigd met de wijze waarop het Leger «les Hells zich in den afgeloopen winter het lot heeft aangetrokken van tal van paria's der Amsterdamsche maatschappij. Thans geldt hetde toevlucht voor dakloozen ook voor het vervolg in stand te houden. Het daarvoor bestemde gebouw in de Haarlemmer Houttuinen doet 1050 ham per jaarterwijl nog bovendien met de inrichting daar van eenige duizenden guldens zijn gemoeid. Worden die sommen echter gevonden dan mag men erop reke nen, dat in de toekomst slechts geriuge bedragen noodig zullen zijn om de exploitatiekosten te kunnen dekken wantzooals men weetbeoefenen de volgelingen van generaal Booth de weldadigheid in dien zin dat voor iedere gave aan het uitvaagsel onzer samenleving een «equivalent aan arbeid moet worden teruggegeven Om de verwezenlijking van William Booth's denkbeelden te Amsterdam op kleine schaal te bevorderen hebbon de heeren A. G. C. van Dnylprof. dr. W. M. Gunning, P. H. Hngenholtz Hugo Mullermr. N. G. Pierson J. A. Tours en A. C. Wertheim zich boreid verklaard tot het ontvangen van giftqp. Hulde aan deze mannen, die zich niet ontzien hunne namen te leenen aan een secte die in haar propaganda-middelen iets zonderlings moge hebben maar getoond heeftdat zij in waarheid begaan is met de ellonde van zoo velen die al dieper en dieper zijn afgedaald en nog steeds verder in den poel ■der grofste zedeloosheid zouden wegzinken indien hun niet een reddende hand werd toegestoken. Schrijver dezer regelen heeft daarop herhaaldelijk, zoowel hier als elders, gewezen en steeds weder betoogddat men een zaak met een voortreffelijke kern niet verwerpen mag, omdat Ihet kleed, waarin zij gestoken is, iets bouter en grilliger ïs dan wij gewend zijn. Vele maanden geleden heeft 'hij in een veelgelezen tijdschrift onverholen zijne sympa thie te kennen gegeven voor generaal Booth's sociaal hervormingsplan, hetgeen toen door velen met een mede lijdend hoofdschudden werd begroet, die nu hunne gaven reeds hebben gestort in de kas van het Toevlucht voor Dakloozen. Zoo hevig is langen tijd het vooroordeel go- weest tegen de mannendie in het soldatenpak den strijd tegen het zedenbederf hebben aanvaarddat er moed toe behoorde om hot voor hen op te nemen en de nevelen te doen optrekkenwaarachter hunne mensch- lievendo werkzaamheid was verscholen. Moge die ken tering in voler meening maar niet ongunstig worlcen op de mannen van het Leger des Heils en zij ook verder door hun daden de getuigenis afleggen dat hun de dankbaarheid van een uitgeworpene meer waard is dan de lofspraak van een die de bekeering niet van noodo heeft. De voorbereidende maatregelen voor de verkiezing van leden voor den Amstordamschen gemeenteraad zijn te kalm afgeloopen dan dat wij daarbij uitvoerig zouden stilstaan. In de radicale kiesvereeniging .Amster dam" is echter bij het stellen van candidaten iets voor gevallen dat werkelijk van zeer veel beteekenis is. „Daar heeft namelijk Dr. H. C. Muller de teere quaestié op het tapijt gebracht, of de radicalen, die bijna zonder uitzondering zich losgemaakt hebben van godsdienst en geloofook in het vervolg wel zouden samengaan met de kerkelijke partijen. Naar het gevoelen van deu be kenden leeraar was dat bondgenootschap beuedeu de waardigheid der radicale partij en door zich aldus to vernederen zou zij zeker nooit komen tot het doel, dat zij zich vóór oogen heeft gesteld. De heer Gerritsen die zijn lidmaatschap van den gemeenteraad juist aan de „samenwerking der heterogene elementen heeft ie danken, had al heel weinig ooren naar afscheiding. Met de ruimte van gewetenwaarover deze heer te beschikken heeftverdedigde hij het samengaan als een tactisch middel, zoo ongeveer als de Jezuieten zeggen dat het doel de middelen heiligt. Vlij wat aangenamer indruk maakte dan ook de bestrijding des heeren Muller van den kant des heeren 0. H. den Hertog. Deze stelde de behartiging der gemeente-belangen voorop, waarvoor hij een andere samenstelling van deu Raad zeer gowenscht' achtte. Ver ader liet hij uitkomen, dat het optreden der radicalen een "gunstigen invloed hoeft geoefend op de andere vertegen woordigers der burgerij. Het slot was, dat de motie van dr. H. 0. Muller verworpen werd met 62 tegen 22 stem men. De radicale partijhoe jong dan ook bezit dus blijkbaar nog niet het zelfbewustzijn om in te stemmen met de fiere woorden van Groen van Prinsterer»In ons isolement ligt onze kracht." De Vereeniging van IVederlandsclic Letterkun digen is nu voorgoed ten doode opgeschreven. De heer Geerke is niet gokomon met zijn met zooveel geheimzin nigheid aangekondigd voorsteldatnaar ik uit goede bron vernam niets anders beoogdedan de ver deeling van het saldo onder de leden. Oorspronkelijk waren de gelden bestemd om de uitgave der werken van Huijghens mogelijk te maken doch inmiddels was dat reeds gelukt zonder hot subsidie, zoodat nu besloten is, een zekere som af te staan aan de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde, die daarvoor haar bibliotheek vergrooten kan met werken, die zij zich anders niet zou aanschaffen. Verder zal ook een kunstwerk worden aan gekocht en aangeboden aan den heer Taco H. de Beer die der Vereeniging vijfjaren als trouw secretaris heeft gediend. Voor de rariteiten, door wijlen mevrouw Lopez Suasso aan de gemeente van Amsteidam nagelaten, willen b. en w. aan de Nassaukade een museum oprichten, dat naar de schenkster Sophia-Augusta-stichting zal heeten. Dat nieuwe museum zou tevens lokalen moeten bevatten voor het houden der driejaarlrjksche stedelijke tentoonstellingen _van kunstwerken van levende meesters en bovendien voor de Vereeniging tot het vormen eener openbare verzame ling van hedendaagsche kunst. Indien dit laatste geschiedt, zou de heer J. H. van Eeghen bereid zijn eon subsidie van f 100.000 te verleenenterwijl de kinderen van wijlen den heer G. P. van Eeghen voor datzelfde doel een halve ton gouds hebben toegezegd. Verder heeft mevrouw Lopez Suasso aan de gemeente een kapitaal nagelaten waarvan de interessen 15.000 beloopen zoodat daarvan f 7000 per jaar kunnen worden afge nomen voor het gebruik der lokalen. Dat onder zulke gunstige fiuanciëele auspiciën het stedelijk museum aan de Nassaukade verrijzen zal, valt nauwelijks te betwijfelen. Van de zooovengenoemde Vereeniging voor JIo«Ier- ne Kunst is juist dezer dagen het jaarverslag verschenen, waaruit blijktdat de verzameling weder met vijf be langrijke nummers is vermeerderd. Vooral van Israëls en Bosboom is de verzameling goed voorzien, zoodat zij er zelfs op bogen kan, van de verschillende kunstuitingen dezer beide meesters een vrij volledig overzicht te geven. De- mildheid der van Eeghen's, die zooveel amsterdamsche instellingen in stand houdt, doet ook de Voroeniging voor Moderne Kunst groeien en bloeien. Bij gelegenheid van het gisteren gevierde jaarfeest der inname van de Bastillebrengt het Parijsche Dagblad »Le Temps", van 14 dezer, enkele bijzonderheden in herinnering omtrent een volksvermaak hij uitnemendheid, dat door alle tijden de meeste aantrekkelijkheid bleek uit te oefenen op alle klassen der maatschappij, op be jaarden en jeugdigen, op ouders en kinderen. Ook bij ous ligt nog versch in het geheugen het vuurwerk, dat vóór enkele^ dagen, ter viering van het bezoek van den duitschen Keizer aan de hoofdstad, te Amstez-dam werd ten boste gegeven vooreerst aau den hoogen gast on verder aan allen, dio zich op en om het IJ een geschikt plaatsje konden veroveren. Velen onzer stadgenooton, b.v. zij die van de boot van den beer do Fouw zulke uit stekende gelegenheid hadden het schouwspel gade te slaan, bewaren zeker de aangenaamste herinneringen aan hun tocht naar het IJ, aan de schitterende verlichting van het water, waar tallooze lampions in siei-lijk golvende lijnen hun zachtcn gloed wiez-pen op schilderachtige scbeepstooueeltjes, op booten vol kijkers eu kijkstertjes, waar geheele bundels verblindend licht bij wijlen huu heldeie^ stralen goten over masten en zeilenweinige oogenblikken te voren in het diepste duister gehuld gelijk daarna slechts onbestemde, vage voi'meu ovei-bleven. Met genoegen denken zij zeker terug aan den ï-egen van vuurbollen in verschillende schitterende kleuren, die op een gegeven oogenblik den verbaasden toeschouwer als in een feeënwereld verplaatsten wanneer nit eiken bol zich schoone knoppen ontsloten en elke knop, al dalende, nog geruimen tijd bleef bijdragen tot de wondervolle kleurenschakeering waaraan hot oogsteeds naar meer hunkerendo, zich maar niet kon verzadigen. Ook zij willen dan misschien wel kennis nemen van de berinneringen van »Le Temps" bij gelegenheid van het vroolijk zomerfeestwaarbij de Paz-ijzenaars zich konden vergasten op een dergelijk schouwspel als velen onzer onlangs genoten, hoewel het laatste vuurwerk op het »Ile du Cygne" niet kan halen bij ons waterfeest op het IJ. Bovendien wordt door oude vaderlandscho his torieprenten ten duidelijkste aangegevendat hetgeen voor de fransche kunst van vuurwerkmaken geldt, even- zeor van toepassing ia op het vuurwerkdat men in vrooger jaren in ons land te zien kreeg. Bevestigd wordt dit onder anderen door de prentvoorstelling van een vuurwerkafgestoken ter eere van Czaar Peter zooals die uit deu atlas van Amsterdam van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, den duitschen Keizer onlangs op het raadhuis ter bezichtiging werd voorgelegd. Ieder die door bemiddeling van een der met de bewaring der prentverzameling belaste bestuursleden van genoemd Ge nootschap ooit toegang kan krijgon tot de geestig be timmerde bovenzaal, vol kostbare hei-inneringen aan lang vervlogen tijden, van »de Munt" te Amsterdam en wien in het torenkamertje dan de schatten van den atlas worden ontsloten, zal zich getroffen gevoelen door de eenvormigheid van het vuurwerk in oude dagon toen nog geen afwisseling kon worden verkregen door schoon heid en verscheidenheid van kleuren. De eenvoudige maar blijkbaar getrouwe teekeningengeven alle Iris hoofdmotief te aanschouwen in grillige bochten ver wrongen lichtstrepen en laten vorder geen twijfel over, of toen als nu liep oud en jong uit, zoo vaak er vunrwerk was, en toen als nu stond een groote onafzienbare men- schenmassa met ingetogenheid naar al dat licht en vuur te kijken. Lu zoo was het al eeuwen vóór Amsterdam gesticht werd, want mag men de overlevering gelooven, dan zou men do uitvinding van het vuurwerk aan de Chineezen te danken hebben. Of deze overlevering juist is Ziehier een vraagdie moeilijk valt op te lossen. Wat daar echter van zij, in Euro[3a is de kunst van vnurwerkmaken gedurende zeer langen tijd op dezelfde hoogte blijven staan. Gedurende langen tijd behoorde het maken van vuurwerk tot de zwarte kunst der alchimisten, om daarna zonder oordeel des onderscheids te worden uitgeoefend door handwerkslieden, wien de minste kennis van natuur- en scheikunde ontbrak. Eenwen lang bleef het zoodoende een geheimzinnig vak, dat men slechts kon uitoefenen na een soort van voorafgaande inwijding. Niettegenstaande de uitgavo van talrijke werken met nauwkeurige voor schriften betreffende al do bekende samenstellingen van vuurwerkon, bleven enkele kunstvuurwerkmakers familie geheimen omtrent de vervaardiging voorwenden, zonder welker kennis, volgens hun zeggen, het niet mogelijk zon zijn een dragelijk stuk in gereedheid te brengen. Ondanks deze aanmatigingen kou echter niemand hunnerin dat tijdperkvuurwerk voortbrengen met verschillende kleuren, Alles, bloemstukken en vuurpijlen, romeinsche kaarsen en zonnen, alles was gelijkelijk'wit. Hoe kon het ook anders, vóór Berthollet en later Gay Lussan, do eigenschappen hadden ontdekt van chloorzure potasch waarvan de samenstelling met eenige andere stoffen het eerst mogelijk zon maken, om de kleuren van het vuur in het oneindige te doen afwisselen. Nadat de uitkomsten van het onderzook dezer geleerden ingang had gevonden in het vak der vuurwerkmakers heeft men dank zij do samenwerking van scheikundigen en arbei ders, die met smaak te werk gingen, een zekere graad van volmaaktheid bereikt. Honderd jaar geleden kende men nog niet de groote stukken, die tegenwoordig onze bewondering afdwingen. Wilde men hot een of ander beeld door vuurwerk aan schouwelijk maken, dan nam men zijn toevlucht tot aller lei hulpmiddeltjes. Gewoonlijk gaf men op paneelen aan wat men wensehte voor te stellen, vervolgens zaagde men het hout af langs den omtrek eu daarachter stolde men ontvlambare stoffen op, die het geheel moesten verlichten. Deze nog zeer primitieve wijze was men b.v. gevolgd, toen den 15 Juli 1756 door gebroeders Ruggieri, vuur werkmakers van de stad Parijs, een vuurwerk werd ont stoken voor het Parijsche raadhuis, ter eere der inname van Port Mahon. Wat al vorderingen werden sedert gemaakt. Voor den eersten den besten man van het vak is het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 5