Allerlei. I Stadsberichten. schutterijmet inbegrip van de reserve op 1 November 1890, was van de eerste categorie de ongehuwden ge huwden of weduwnaars, zonder kind of kinderen, 29-308 man die der tweede categorie 14408 man, samen 43716, waarvan er 9669 vroeger als officier, onderofficier, kor poraal of soldaat gediend hebben bij de land- of zee macht. De feitelijke sterkte der dienstdoende schutterijen in haar geheel bedroeg op dat tijdstip 51402 man, waar van er vroeger 12445 iu krijgsdienst geweest waren. Die getallen waren op 1 Nov. 1889 51440 en 12767. Van den eersten ban der rustende schutterijen bedroeg de sterkte der eerste categorie 55012 en der tweede categorie 20382 man. Volgens de Zwolsche Courant is de regeering be sloten tot den verkoop van al de Rijks-eigendommen te Ommerschans vóór het einde van 1891. Voor het notaris-examen, tweede gedeelte, is in de vorige week o.a. geslaagd de heer 6. D. Boerlage teVelzen. Den 1 zijn te Bioorn vier hoozen boven de stad ge gaan een dezer slingerde een hoop grint in zee. - Den 3 is o.a. voor de hoogduitsche taal te 's-Gra- venhage geslaagd mej. A. S. W. Rinders te Enkhuizen. Door de stemgerechtigde lidmaten der ned. herv. gemeenteD te West- en OostgjraftdiJk is met alge meene stemmen besloten, om voor de e.k. 10 jaren de f beroeping van een predikant en de verkiezing der ouderl. en diakenen op te dragen aan den kerkeraad. Mej. A. C. Uilkens, onderwijzeres te Oostgraft- (lijk, komt voor als no. 1 voor eene dergelijke betrek king te Amsterdam. Bij de den 1 te Beemster gehouden harddra verij met paarden, voor tweewielige rijtuigen gespannen, waaraan 15 personen deelnamenis de prijs 70 ge wonnen door de «Wilhelmina" van den heer C. Bon te Zaandam, de eerste promie 20 door «Willem III" van den heer C. Broers te Benningbroek de tweede premie J 10 door Concordia" van den heer J. Potter te Ben ningbroek. Gedurende Juli werden aan den regenmeter der Rijks-Landbouwschool te Wageningeu afgetapt 111 streep regenwater tegen 15 in 1890. In de den 3 gehouden vergadering van den gemeente raad te Kijin' waren afwezig de heeren A. Zijp, K. Iiancis en G. Schuit. Na opening der vergadering door den voorzitter, voorlezing en goedkeuring der notulen werden aangeboden de rekening der gemeente, het wees huis en de algemeene armen-administratie over 1890. Voor het onderzoek dezer rekeningen werd eene commissie be noemd, bestaande uit de heeren J. van Beusekom, J. Zeeman en P. Waijboer om in eene op 22 Augustus a.s. te houden vergadering verslag uit te brengen. De ingekomen geloofsbrieven van de heeren K. Francis en G. Schuit werden tot onderzoek in handen gesteld van eene commissie, bestaande uit de heeren C. Paarlberg, J. Zeeman en P. Waijboer, die, nadat zij zich met den secretaris een oogenblik hadden verwijderd, bij monde van den heer Paarlberg voorstelde, daar alle stukken van de herbenoemde raadsleden in orde waren bevonden, hen op nieuw toe te laten tot leden van den raad dezer gemeente. Bij acclamatie werd daartoe besloten. Aan den heer J. Masdorp werd op zijn verzoek een eervol ontslag ver- leeud als onderwjjzer te 't Zandtegen 1 Augus tus j.l., wegens zijne benoeming tot surnumerair bij de staatsspoorwegen. De voorzitter deelde mede, dat de benoeming van een opvolger tot eene volgende vergadering moet wachten om reden nog een der sollici tanten een proefles moet geven. In het geheel zijn daar voor vier sollicitanten opgeroepen. Een door b. en w. opgemaakt suppletoir kohier van de hondenbelasting werd vastgesteld tot een bedrag van 21. Daarna de°elt de voorzitter mede, dat is ingekomen een adres van inge- zetenendie verzoeken dat het rijden met houden "zal worden toegelaten. Hij stelt voor, dit adres te behan- delen m de vergadering van September, als wanneer de raad weder voltallig kan zijn. Bij acclamatie werd daar toe besloten^ Bij de gewone rondvraag vraagt de heer Waijboer inlichtingen, of er bepalingen bestaan ten op zichte van het vasthouden van eenden ganzen en zwa- nen. De voorzitter deelt mede, dat daaromtrent bij de gemeente-verordening niets is bepaald, doch dat bij het giDgen zij heen en kwamen weer terug om ons opnieuw een voor een te tellen, tot het cijfer sloot. Eerst dan sloten zij de kazernen, die ieder ongeveer dertig gevan genen bevatte, welke op de britsen tamelijk dicht op elkaar lagen. Daar het nog te vroeg was om te gaan slapen vatte bijna ieder der aanwezigen eenig werk ter hand. Behalve de reeds vermelde invalide was in iedere kazerne eeD zoogenaamde «oudste", door den majoor om zijn goed gedrag als zoodanig benoemd. Het was echter niet zeld zaam dat deze «oudsten" zelf zich misdroegen; zij werden dan met de zweep gestraft, gedegradeerd en door anderen vervangen. In onze kazerne was Akim Akimytsch tot ondste benoemd; tot mijn groote verbazing sprak hij niet zelden de gevangenen bits toe, die op hun beurt hem y met spot antwoordden. De invalide was verstandiger dan hij en kwam niet tusschen beiden, en als hij er zich mee bemoeide, deed hij het slechts om zijn fatsoen en zijn geweten niet te bezwaren. Hij bleef zwijgend op zijn brits zitten en verstelde een paar oude laarzen. Gp den eersten dag van mijn verblijf in de gevangenis heb ik een opmerking gemaakt, welker juistheid mij in ver loop van tijd overtuigend is gebleken; namelijk deze, dat allen, die geen gevangenen zijn, wie ook, te be- gmnen met hen, die als de bedekkings- en wachtsoldateD in onmiddelijk verkeer met de gevangenen staan, tot allen die ook maar in eenige aanraking met hen komen, in zeker opzicht met, overdreven vrees de gevangenen gadeslaan. Het schijnt alsof zij ieder oogenblik met angst verwachten, dat een gevangene plotseling met een mes een van hen zal aanvallen. Het eigenaardigste van ■alles is dat de gevaugenen zelf weten, dat men bang voor hen isdit, geeft huu natuurlijk een gevoel van moed. n toch is hij de beste chef, die de gevangenen niet ■vreest. Over het algemeen is het zelfs voor de gevan genen aangenamer, als men hou vertrouwt. Daardoor kan zelfs aan zich doen hechten. Gedurende mijn straftijd gebeurde het, hoe zelden dan ook, dat een der hoofdbeambten zonder eenig geleide in de kazerne kwam. Men wist reeds hoe dit den gevangenen trof; zulk een ezoeker wekte achting op, en als er werkelijk iets schrik- wetboek van strafrecht eene geldboete van 15 is be dreigd tegen hem of haar, die zijn of haar niet uitvlie gend pluimgedierte op eens anders bezaaiden of be planten grond laat loopen. De vergadering werd daar na gesloten. Den 3 's avonds ontlastte zich, vergezeld van he- vige regens een zwaar onweder boven Scliagen met het gevolg dat de boerenplaats van den heer S. Stins bewoond door den heer Jb. Waiboer, aan 't Wad, door den bliksem getroffen en geheel in de asch werd gelegd. Alles was verzekerd, ook het hooi, dat reeds was bin nengehaald. Jammer genoeg waren de kleeren, enz. van de meid en den knecht niet verzekerd, zoodat deze bij de ramp alles wat zij bezaten verloren hebben. Den 1 is door het bestuur van den polder Wie- ringeruaard aanbesteed het vernieuwen en herstellen van eenige bruggen en het doen van verschillendo on derhoudswerken. Voor perceel -1 was de minste inschrij ver G. L. Winder te Koegrasgemeente Heldervoor 1582; voor perceel 2 IJ. Visser te Barsingerhorn voor f 573. Aan beiden is het werk gegund. Den 2 had te Bergen parade plaats, waarna door de militairen in het kamp volkspelen werden gehouden. De geschilderde glazen voorstellende St. Petrus en St. Paulus in de Sala Regia in het Vatikaau, welke door de ontploffing van de kruitfabriek werden vernield, zijn thans vernieuwd. De nieuwe glazen zijn een geschenk van den Regent van Beieren, die ze den Paus heeft aan geboden, toen hij vernam, dat deze ze in dezelfde fabriek wilde doen vervaardigen, waaruit de eerste, een geschenk van den overleden Koning Maximiliaan, afkomstig waren Het grootste uurwerk op aarde werd onlangs aange bracht in het raadhuis te Philadelphia. De middellijn der wijzerplaat is 10 el lang, de lengte van den minuut wijzer is 4 en die van den uurwijzer 21l2 de klok, die de uren slaat, weegt 25,000 ponden. Om dit uurwerk op te winden, bedient men zich van een klein stoomwerk- tuig, hetwelk tevens dient om de dynamo-machine in beweging te brengen, die het electrisch licht voor de verlichting van de wijzerplaat levert. Om stalen, gouden, zilveren en messingen kettingen fraai blinkend te maken beveelt een duitsch vakblad bet volgende aan Men legt den stalen ketting in de holte der hand strooit er een weinig fijn, gezift puimsteenpoeder op. en bevochtigt^ dit met water. Men wrijft nu den ketting cirkelvormig tusschen de twee handen, tot het puinsteen- poeder zwart wordt, waarna men ketting en handen in schoon water afwascht. Daarna handelt men op dezelfde wijze met een weinig tin-asch(tin-oxyde)welke des- verkiezende met een paar druppels slaolie kan worden bevochtigd; bij het wrijven moet nog water worden ge voegd. Als de tin-asch donkergroen of zwart begint te worden, maakt men ketting en handen weder in water schoon is olie gebezigd dan moet bij het afwasschen zeep worden gebruikt. Ten slotte wordt een weinig po- leerrood genomen, en, na dit met olie en water te hebben bevochtigd, de ketting op de reeds aangegeven wijze ge wreven. Hiermede is de bewerking geëindigd; de ketting wordt weder schoon gewasschen, met een doek afgedroogd en met fijn, droog zaagsel nagewreven. Gouden kettingen worden met droog ijzer-oxyde ge wreven met water afgewasschenafgedroogd en met zaagsel nagewreven. Bij zilveren kettingen bezigt men eerst geprepareerde hertshoorn, daarna ijzeroxyde; beide wrijfmiddelen worden met water bevochtigd. Bij de derde wrijving bezigt men droog ijzeroxyde en handelt verder als voor den gouden ketting is opgegeven. Kettingen van messing worden eerst met puimsteen poeder zoo lang gewreven, totdat al het oxyde verdwenen is. Om ze dan blinkend te maken, handelt men als bij den zilveren ketting werd medegedeeld. lijks had knnnen gebeuren met hem zeker niet. De vrees, die gevangenen inboezemen, bestaat overal, waar maar gevangenen zijn; maar waaruit zij ontstaat, weet ik niet. Eenige aanleiding heeft zij zeker, als men naar het uiterlijk van een gevangene oordeelt, die als roover berucht is bovendien begrijpt ieder, die in het tuchthuis komtdat al deze menschen hier tegen hun wil bijeen zijn en dat het, ondanks alle maatregelen, niet aangaat een levend mensch tot een dood lichaam te maken zijn gevoel dorst naar wraak zucht om te leven, hartstoch ten en de behoefte om ze te bevredigen blijven hem bij. En ondanks dit alles ben ik vast overtuigd, dat er geen reden is om de gevangenen te vreezen. Een mensch valt niet zoo gemakkelijk en spoedig zijnsgelijke met een mes aan. Kortom, als er soms iets voorvalt, dan gebeurt het zoo zelden dat er weinig gevaar bij is. Natuurlijk spreek ik hier slechts van de veroordeelde gevangenen, van welke zelfs velen blijde zjjn, dat zij eindelijk in de gevangenis zijn (zoo wenschelijk schijnt dikwijls een nieuw leven) en daardoor gedwongen worden zich kalm en rustig te houden, maar buitendien geeft men ook den werkelijk onrustigeu onder hen weinig aanleiding hun moed te toonen. Ieder j dwangarbeider, hij moge nog zoo vermetel en overmoedig zijn, is in de gevangenis bang voor allen. De preventieve- gevangene dat i3 wat anders 1 Die is werkelijk in staat, om niets een ander aan te vallen, eenig en alleen, bij voorbeeld omdat hij morgen gekastijd moet worden, en als hij een nieuw vergrijp begaat, de straf ook ver schoven moet worden. Hier bestaat een grond, een doel voor het vergrijp; n.l. om, het koste wat het wil, «zijn lot te veranderen", en zoo spoedig mogelijk. Naar aan leiding hiervan herinner ik mij zelf een vreemd psycho logisch geval. In do militaire afdeeling der gevangenis was een oud soldaat veroordeeld tot twee jaar dwangarbeid, een aarts snoever en lafaard te gelijk. Over het algemeen treft men snoeverij en lafheid bij de russische soldaten hoogst zelden aan. Onze soldaten hebben te veel bezigheden dat zij, al zouden ze willen, geen tijd hebben voor snoe verij. Duton zoo heette hij had zijn tijd uitgezeten Te Groningen is voor den schimmelhengst Jonge Tabor II van den heer Jb. Roele te Buiksloot J 20.000 vruchteloos geboden. De vraagprijs, f 25.000 bedragende, werd den volgenden dag verhoogd, zoodat het fraaie dier thans niet meer verkrijgbaar is. Deze prijs is buitengewoon hoog als men nagaatdat deze harddraver noch «onder den deken" d. w. z. onder den man noch voor een sulkey aan de renbaan deelneemt. Reeds voor een groot deel zijn de gelden gevonden) waaruit de afdeeling Alkmaar der Noordhollandsche Vereeniging het Witte Kruis voornemens is op een aan het Kweerenpad gelegen, door de gemeente op erf pacht afgestaan stuk grond een badhuis te stichten, waar o. a. voor 5 cents gelegenheid zal bestaan, een regenbad te verkrijgen. Over het uiterlijk en het innerlijk van het te stichten gebouwtje wordt het publiek reeds in de gelegenheid gesteld zich een oordeel te vormen. Het bestuur der vereeniging voornoemd heeft namelijk bij de boekhandelaars PKluitman en Herms. Coster en Zoon eene teekening van een en ander ter bezichtiging neer gelegd. Het is de heer G. Looman secretaris van het Witte Kruis, die dezen voorbereidenden keurigen arbeid, waarvan voor de levensvatbaarheid der zaak zooveel af hangt, geheel belangeloos verrichtte. Het sierlijke geveltje doet den ontwerper alle eer aan. Hot is uogslechts een betrekkelijk gering bedrag, dat aan het geheel benoodigde kapitaal ontbreekt en het bestuur stelt daarom weder opnieuw middelen in het werk, dit aangevuld te krijgen. Wij zijn er zeker van, dat nog velen deze zoo nuttige inrichting zullen willen steunen, hetzij door een gift in eens, hetzij door een renteloos voorschot, hetzij door een voorschot, waarvan men 3 °/0 verkrijgt. Overtuigd, dat het steunen dezer zaak bevorderlijk is aan een uitnemend doel het, waar noodig, in de hand werken van de zoo onmisbare reinheid ook bij den werkenden stand daar voegen ook wij onze stem bij die der meergenoemde ver eeniging en dringen er bij onze stadgenooten, wiens geldmiddelen hun eene liefdadigheidsoefening op zulk een goedkoope en gemakkelijke wijze veroorloven, op aan, zich niet onbetuigd te laten. Het werk, dat het Witte Kruis onderneemtkomt in de toekomst aan de gansche gemeenschap ten goede. Het programma der landbouwtentoonstelling, van 10—15 September alhier te houden, op het land «Brittanje", langs den Heilooërhoutluidt als volgt Donderdag 10 September 1891. Opening der tentoonstelling door het hoofdbestuur, in tegenwoordigheid der leden van de Maatschappij en van de genoodigden ten 12 ure. Vrijdag 11 September. Tentoonstelling van hengstenstierenmelkgevende koeien, pluimgedierte, voortbrengselen en werktuigen ten 10 ure. Tentoonstelling van aangespannen- en rijpaarden ten 12 ure. Zaterdag 12 September. Tentoonstelling van paarden, vee, pluimgedierte, (ook hengsten, stieren en melkgevende koeien), voortbrengselen en werktuigen, ten 10 ure. Zondag 13 September. Tentoonstelling van hengsten stierenmelkgevende I koeien, pluimgedierte, voortbrengselen en werktuigen ten 12 ure. Postduiven vluchten des middags ten 1 ure. Maandag 14 September. Tentoonstelling van voortbrengselen en werktuigen ten 10 ure. Algemeene vergadering der maatschappij des middags ten 12 ure precies, in het kerkgebouw der doopsgezinde gemeente te Alkmaar. Gemeenschappelijke maaltijd van de leden der maatschappij in het hotel «de Toelast" des namiddags ten 5'/2 ure. Dinsdag 15 September. Tentoonstelling van voortbrengselen en werktuigen ten 10 ure. Woensdag 16 September. Afgifte der ingezonden voorwerpen 911 ure. Donderdag 17 September. Openbare trekking der loterij op het raadhuis ten 10| ure. Van deze loterij zal de geheele opbrengst besteed wor den na aftrek der kosten tot aankoop van prijzendie op de tentoonstelling zullen worden aangekocht en bij genoegzame deelneming zullen bestaan uit rijtuigen met of zonder paarden paarden rundvee schapen 'deug delijke landbouwwerktuigen enz. De prijs der loten is f 1,— per stuk, f 10 voor de 11 en f 97,50 voor 110 stuks. Gemeenteraadsverkiezing. Te 4 uur 30 min. waren 980 stemmen uitgebracht. en was weer bij een liniebataillon ingedeeld, maar zooals allen die voor beterschap in het tuchthuis komener altijd slechter worden, gebeurt het gewoonlijk, dat zij, na veertien dagen of drie weken vrij geweest te zijn, opnieuw voor het gerecht wordeu gedaagd en weder in de gevan genis terugkeeren niet meer voor twee of drie maar voor vijftien of twintig jaar, in de klasse der «blij vers." Dat was ook het geval met Duton. Omstreeks drie weken nadat hjj uit de gevangenis was beging hij een zwaren diefstal, en vergreep zich bovendien aan de discipline. Hij werd voor het gerecht gebracht en tot een strenge straf veroordeeld. Daar hij als aartslafaard meer dan ieder voor de straf, die hem wachtte, vreesde, viel hij aan den vooravond vau den dag dat hij door de spitsroeden van zijn compagnie moest, loopenop den officier van den wacht, die in zjjn cachot kwam, met een mes aan. Hij wist zeer goed dat hij hierdoor zijn misdrijf verzwaarde en deD duur van zijn dwangarbeid verlengde. Maar zijn bodoeliug was om eenige dagen ten minste eenige uren, het verschrikkelijk oogenblik der kastijding te verschuiven. Hij was zoo laf, dat toen hij, met een mes gewapend, den officier aanviel, hij hem zelfs niet wondde, maar het alleen voor den schijn deed, slechts om een nieuw misdrijf te besraan waarvoor hij opnieuw te recht zou moeten staan. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 3