UIT SIBERIË.
ld AUGUSTUS.
Officiéél Gedeelte.
IJKKAHTOOa
ISo. 97.
Drie en IV e gen tigs te Jaargang.
1891.
Y RIJD A G
Snppletoire Begrooting.
Stoonitabakskerverij.
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
05)
ALkMAARSCHf] COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar/ 0,80; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0.06.
Telefoonnummer 23
Prijs der gewone Advertentlën
Per regel O,ld. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Burgemeester en Wethouders vau ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat, nu de herijk
in de buitengemeenten afgeloopen is het ijkkantoor
alhier, te beginnen met 17 Augustus e.k., weder geregeld
geopend zal zijn eiken MaandagWoensdag, Vrij
dag en Zaterdag, van des voormiddags 9 tot des na
middags 1 uur.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
11 Aug. 1891. De Secretaris,
NIIHOUT van der VEEN.
Burgemeester en Wethouders van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat een snppletoire be
grooting dienst 1891 heden den Gemeenteraad aange
boden gedurende do eerstvolgende veertien dagen op
de gemeente-secretarie ter inzage nedergelegd en tegen
betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar is.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. Maclaine Pont.
11 Aug. 1891. De Secretaris,
Nuhout van der Veen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen tor algemeene kennis, dat zij in hunne vergadering
van gisteren aan den heer P. VAN DER HORST, alhier,
op zijn verzoek vergunning verleend hebben tot hot op
richten van eene stoointabaksk^rverij in het perceel
No. 2, aan de oostzijde van do Boterstraat.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
12 Aug. 1891. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
DUITSCïïIiWD. De heer Steiger, hoofdingenieur
bij den Bochumer Verein, werd in de vorige week op het
terrein van de fabriek dezer vereeniging dood gevonden
met eene kogelwond in het hart en een geweer naast
zich. Het vermoeden dat deze ingenieur zelfmoord ge
pleegd had uit vrees voor de gevolgen van de
voor eenigen tijd bij die fabriek ontdekte knoeie-
rijen is geheel te niet gedaan door het vinden van een
met potlood geschreven briefje in zijnen jaszak, waaruit
bleekdat hij zich van kant gemaakt heeft uit vrees
voor krankzinnigheid. Hij had reeds meermalen geklaagd,
dat zijn denkvermogen meer en meer beneveld werd.
De te Badenweiler aanwezige Hollanders vierden den
2 den jaardag hunner Koningin-Regentes Emma. De hol
landsche driekleur wapperde van de hotels Saupe en Som-
mer; versierd met do vaderlandscho kleuren, hoorden de Ne-
DOOR
I. M. DOSTOJEWSKï.
V.
DE EERSTE MAAND.
Drie dagen na mijn komst in de gevangenis werd
mij bevolen aan den arbeid te gaan. Die eerste
werkdag is nog levendig in mijn herinneringhoe
wel mij niets buitengewoons overkwamten minste
als men het reeds ongewone van mijn toestand niet in
aanmerking neemt. Maar het waren de eerste indrukken
en nog op dit oogenblik zie ik alles met belangstelling. De
geheele drie eerste dagen bracht ik onder een verstikkend
gevoel door. »L)at is dns het einde van mijn loopbaan:
in de gevangenisherhaalde ik ieder oogenblik bij mij
zeiven; «dat is mijn haven voor vele, lange jaren, mijn
plaatsdie ik met zulk een wantrouwigmet zulk een
smartelijk gevoel betreed Maar wie weet Misschien
zal ik als ik haar na vele jaren verlaten zal, er leed
over gevoelen dacht ik tevens, niet zonder een ge
voel van leedvermaak, daar het soms een behoefte wordt
zijn wonden opzettelijk open te rijten, alsof men wenscht
zich aan zijn smart te verkwikken, alsof in het bewust
zijn van de geheele grootte van het ongeluk werkelijk
genot schuilt. De gedachte, dat ik na verloop van tijd
over diezelfde plaats leed zou gevoelen, joeg mij zelf
schrik aan; ik gevoelde toen reeds, tot welk een onnatuur
lijke hoogte den mensch de gewoonte lief wordt. Maar
dit lag nog in de toekomst, voor het tegenwoordige was
alles om mij vijandig on afschuwelijk en al was alles
zoo niet, het kwam mj, natuurljkerwjze, zoo voor. De
derlanders staande hun volkslied aan dat door de kapel
ran het zevende Badensche infanterie-regiment in den
namiddag in den Kurtuin gespeeld werd. Des avonds
werd de slotruine verlicht en stak men vuurwerk af.
Aan het slot daarvan verschoen op de tinne van de we
der in het duister weggezonken slotruine eene schitte
rende E gedurende eenigen tijd fonkelendtotdat zij
knetterend uit elkander sprong. Dit was een verrassing
van de hollandsche gasten van het pension Sanpe die
ook verder door een telegram van gelukwensching aan de
Koningin-Regentes aan hunne liefde voor haar uiting ga
ven. In vroolijke stemming, die nog verhoogd word door
het inmiddels ontvangen antwoord waarin namens de
Koningin-Regentes dank werd betuigd, besloten de Hollan
ders hun goed geslaagd feest.
Geruchtendat de Keizer in minder gnnstigen toe
stand zon verkeeren ten gevolge van den onlangs ge-
melden valworden niet alleen weersproken maar de
berichten luiden zelfs, dat hj weer zonder stok kan
loopen.
FK.A1VKKI.FK. Grootvorst Alexis van Rusland, die
te Parijs zijn intrek genomen heeft in het Hotel Con
tinental ontving een bezoek van den minister van
buitenlandsche zaken, den heer Ribot.
OOSTEAKIJK-MOAEARIJE. Do Koning van
Servië is dun 11 des namiddags te half drie te Ischl
aangekomen en ontvangen door den Keizerdie hem de
hand drukte. In hetzelfde rjtuig begaven beide Vorsten
zich naar het paleis.
RFSÏjAAR. Te Moskou worden dagelijks weder
ongeveer 100 personen door influënza aangetast.
Er is een keizerljk besluit verschenen betreffende het
verbod van uitvoer van rogge roggemeel en alle soorten
van. zemelen. Het verbod is van kracht voor de havens
van de Baltische de Zwarte en de Azorische Zee, alsmede
voor de wetteljke grens van het Rijk. Het treedt in
werking 27 Augustus (nieuwe stijl).
"VJEREE1VIÖDK STATEST. In Nieuw-York is
het in de laatste dagen zeer heet geweest. De thermo
meter steeg den 10 des middags tot 92 gr. in de schaduw
en tot 96 gr. des namiddags te 3 uur. Ook te Chicago
wees de thermometer dien dag 93 gr. aan. Verscheidene
gevallen van zonnesteek kwamen voor.
261JID-AMEBIKA. Blijkens telegrammen uit Pana
ma loopendo tot den 4, is daar door chileensche post
boden het bericht gebracht, dat de troepen van president
Balmaceda en die van het congres weer tweemaal te land
slaags waren geweest. Na een dezer gevechten bezetten
de^ Congrestroepeu Coronol (eene belangrjko haven in de
zuideljke provincie Conception); na het andere werden
zj door Balmaceda's troepen nit Vallenar (in de noor
del jke provincie Atamaca, ten oosten van de haven Hu-
asco) verdreven. Dit gevecht werd geleverd bj Vallenar
op 18 Juli tusschen 400 man regeeringstroepen en 500
Congres-mannen. Van de soldaten van het Congres wer
den er 70 gedood.
hinderlijke nieuwsgierigheid, waarmede mij mjn medege-
gevangenen beschouwden, hun verdubbelde hardvochtigheid
tegenover een adelijken nieuweling, die plotseling in hun
midden verscheeneen soms in haat overgaande ruw
heid, martelden mij zoodanig af, dat ik zelf wenschte
hoe eer hoe beter dwangarbeid te verrichtenten einde
des te eerder mjn geheele ongeluk met eenmaal te ge
voelen en te leeren kennenom een leven als allen te
beginnen, om eerder met allen hetzelfde lot to deelen.
Het is te begrijpendat ik destijds veel niet bemerkte
en vermoedde, wat toch voor de hand lag, onder het
vjandige zag ik niets dat naar vertroosting geleek. Toch
spraken reeds in de eerste drie dagen enkele voorkomende
en vriendeljke gevangenen mj moed in. Vriendeijker en
voorkomender dan alle anderen was Akim Akimytsch.
Ik kon ook niet loochenen dat ik onder de ontevredene
en weerzinwekkende gezichten der overigen enkele goede
en vriendeljke opmerkte. «Slechte menschen zjn overal,
en onder de slechte ook goede," dacht ik weldra om
mj te troosten. «Wie weet Misschien zjn deze men
schen volstrekt niet zooveel slechter dan de andereu, die
niet in de gevangenis zijn gekomen." Zoo dacht ik en
schudde zelfs mijn hoofd over deze gedachte, en och,
o God als ik toen slechts geweten had hoe juist
deze gedachte was
Er was onder anderen een man, dien ik eerst na vele,
vele jaren volkomen heb leeren kennen hoewel hj ge
durende al de jaren van mijn dwangarbeid met mj sa
men en steeds om mj was, ik bedoel den gevangene
Ssuschilow. Toen ik hierboven van gevangenen sprak,
die »niet- slechter" waren dan alle anderen, dacht ik on
willekeurig aan hem. Hj bediende mij. Behalve hom
had ik nog een anderen bediende. Akim Akimitisch had
m j nameljk reeds in het beginin de eerste dagen
een gevangene, een zekeren Oszig, aanbevolen, die° mj
voor dertig kopeken in de maand dageljks eigen eten
klaar zou makenals het gevangeniseten mij te zeer
tegenstond en ik middelen had om m j ander te verschaffen.
Oszig was een der vier, door de gevangenen voor onze
twee keukens gekozen koks hoewel het geheel van hen
TWEEDE KAMER.
Jachtwet.
De minister van justitie heeft aan de Tweede Kamer
inlichtingen verstrekt op het bekende adres van de heeren
mr. H. Ph. de Kanter c. s. te Haarlem, inhoudende ver
zoek tot wjziging der wet op de jacht en visscherj.
Reeds geruimen tijd voordat dit adres in z jne handen
was gesteld, had de minister een zoo uitgebreid en nauw
keurig mogelijk onderzoek ter zake aangevangen.
In Nederland zijn 736,000 bunders jachtveld verhuurd,
waarvan 200,000 bunders door hen die zelf landerijen
bebouwen.
Hij constateert, dat in 1890 zijn afgegeven 6676 jacht
akten zoodat er geen sprake kan zijn van het genot
van «enkelen Daarbj komt de jachtwet wel degeljk
aan het algemeen ten goede. Er zjn toch 1163 brood
jagers en zj, die jachten huren, zorgen niet zeer voor in
standhouding van den wildstand, zoodat hun jagen vooral
in het belang der landbouwers kan geacht worden. Indien
ieder vrij was om ten allen tijde op zjn land te jagen
zou het algemeen niet worden gebaatde openbare vei
ligheid zou er ernstig door worden bedreigd, het stroopen
er niet door ophouden tenzj alle wild gedood werd,
wat zeker wel nooit zal plaats hebben. De meeste stroo-
pers zjn ook thans geene landbouwers, maar stroopers
van beroep. Van de 3209 in 1890 veroordeelden zijn er
slechts 98, die de overtreding pleegden op grond, door
hen of hun gezin bebouwd, en die stroopten allen zonder
jachtakte. Het stroopen in eens anders jacht zon niet
verminderen mochten de landbouwers op eigen grond
jagen. Ook betVjfelt hj zeer, of de landbouwers zooveel
belang zouden stellen in het recht om op hunnen grond
te jagen.
Voorts wjst hj', ten botooge van het algemeen belang
bj de^ bestaande jachtregeling, op de aanzienljke bedra
gen die aan jachthuren jaarlijks worden geïnd, f 138.000.
Vele particuliere jachtopzieners, wel 1000, zjn er noodig
wier jaarl jksche bezoldigingen f 160.000 beloopen. Daarbij
zjn er 1163 broodjagers en 576 wildhandelaren, die van
jacht leven, wat hij op een inkomen van f 350.000 'sjaars
raamt. De jachtakten brachten voorts in 1890 f 140.419,75
op, waar tegenover staat eene uitgaaf van f 100.000 aan
bezoldiging en wapeniug van 170 rijksveldwachters,
opzieners der jacht en visscherj enz. Door afschaf
fing der bescherming van de jacht zouden die uit
gaven slechts voor een deel bespaard worden, daar
het toezicht op de visscherj toch noodig zou bij ven.
Maar de iukomsten zouden wel verloren gaanwaarbij
nog niet eens is gerekend op de f 8000, die de jacht der
Rijks-domeinen jaarlijks opbrengt. Daarbj komt, dat in
207 van de 1124 gemeenten slechts in meerdere of min
dere mate geklaagd wordt over schade, door wild aan
veldvruchten toegebracht. In de overige 917 gemeenten
wordt daarover niet geklaagd Ook do andere bedenkingen
in het adres, o.a. dat de jachtwet het volk demoraliseert,
bestrijdt de minister als sterk overdreven. De landbon-
mminiiiiiiu
afhmg zich deze kens te laten welgevallen als zj in de
keus hadden berust kon men hen echter den volgenden
dag weder ontslaan. De koks deden geen dwangarbeid,
hnnne geheele bezigheid bestond in het bakken van brood
en het koken van koolsoep. Men noemde hen bj ons
niet koks maar keukenmeiden niet nit minachting, te
minder daar voor do keuken slechts verstandige en zooveel
mogeljk eerljke lieden gekozen werden doch nit goed
aardige scherts waardoor onze koks zich allerminst be-
leedigd gevoelden. Oszig werd bijna altijd gekozen en
enkele jaren achter elkander was hj steeds «keuken
meid, hj bedankte slechts dan voor die onderschei-
dingals het verdriet hem al te zeer aangreep en daar
mee de lust om brandewijn in de gevangenis te brengen.
Hj was voorbeeldig eerljk en zachtzinnighoewel hj
ook wegens sluikhandel in de gevangenis was gekomen.
Hj was dezelfde smokkelaar, hetzelfde nit de kluiten ge
groeide en gezonde jonge mensch waarover ik reeds
vroeger gesproken heb h j was bijna bang voor alles
en had groot ontzag voor de roede; h j was bescheiden,,
schuchter vriendeljk voor allen en twistte nooit door
zjn hartstocht voor sluiken, kon hj niet nalaten brande
wijn binnen te smokkelen, hoe bang en laf hj ook was.
Hj dreef met de andere koks handel in brandewjn
hoewel niet op zulk een groote schaal als Gasin, omdat
hj den mood niet had veel te wagen. Met dien Oszig
heb ik steeds in goede verstandhouding geleefd. Wat
de middelen betreft om afzonderlijk eten te verkrijgen,
die waren zeer bescheiden. Ik overdrijf niet als ik zeg^
dat mijn geheele uitgaaf daarvoor in de maand één zil
veren roebel bedroeg, het brood natuurlijk uitgezonderd,
dat de Staat verschafte en soms ook behalve de kool
soep, als ik bijzonder hongerig was, niettegenstaande ik
er een afkeer van had die echter in verloop van tjd
verdween. Gewoonlijk kocht ik een stuk rundvleesch
één pond per dag. 's Winters kostte het rundvleesch
twee kopeken. Het vleesch werd op de markt gekocht
door een der invaliden waarvan er bij ons in iedere
kazerne één was om orde te houden, en die zelfs vrj-
willig op zich namen dagelijks naar de markt te gaan