Al
JYo. 101*.
Urie en Negentigste Jaargang,
1891.
ZONDAG
23 AUGUSTUS.
TWEEDE BLAD.
Officieel Gedeelte.
Onderwijzeres-
Amsterdamsche Grieven.
Buitenland.
Binnenland.
ÉLV
Doze Courant wordt IHnsda^-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0.80franco door liet
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,0tï.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel O,IS. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs, CoS-
TER ZOON.
Telefoonnummer 33.
De Burgemeester der gemeente ALKMAAR
vestigt, op uitnoodigiug van Z.E. den Minister van Justi
tie de aandacht van hoofden of bestuurders van bedrijven
of ondernemingen in de gemeente Alkmaar op het
koninklijk besluit van 15 Juli 1891 (Stbl. No. 147) tot
uitvoering der wet van 5 Mei 1889 (Staatsbl. No. 48),
houdende hetzij onvoorwaardelijk hetzij voorwaardelijk
verbod om personen beneden 16 jaren en in fabrieken
en werkplaatsen vrouwen bepaalde soorten van arbeid te
doen verrichten, wordende belanghebbenden aangemaand
stipt het daarbij voorgeschrevene na te leven.
Alkmaar, 15 Augustus 1891.
De Burgemeester voornoemd
A. MACLAINE PONT.
Zij dio in aanmerking wensehen te komen voor
waagmeester te Alkmaar, aan welke betrekking
eene jaarwedde van 350 verbonden is, worden uitge-
noodigd, zich bij eigenhandig op zegel geschreven ver
zoekschrift te wenden tot het Gemeentebestuur van Alk
maar vóór 26 Augustus a.s.
zij die in aanmerking wensehen te komen voor
onderwijzeres aan de openbare school voor meisjes
te Alkmaar (hoofd mej. J. H. Pruim), op 800 jaar
wedde, worden verzocht, zich onder overlegging van
stukken vóór 1 September a.s. te wonden tot het Ge
meentebestuur. Vereischten zijn bezit der hoofdakte
nieuwe wet, en akte voor fransch.
XLVII.
In de hoofdstad verkeert men op het oogenblik in een
tijdperk van stilte. Hoe gehecht de meeste Amsterdam
mers aan de plaats hunner inwoning zijn, toch komt er
ieder jaar een tijd, dat zij een aandrift in zich gevoelen
als de zwaluwen, die 's winters naar het zuiden trekkeD.
Do amsterdammer kiest evenwel voor zijne uitwijking
het jaargetijde, dat eenmaal rijk was aan zonnige dagen
en verrukkelijke avonden en die renommée bij de meeste
menschen nog blijft behouden al maakt het zich deze
in de laatste jaren telkens weer onwaardig. Als de Juli
maand in den lande gekomen is en de kwalijk riekende
dampen der grachten verraden, dat waterverontreiniging
nimmer ongestraft kan plaats vindon, grijpt de gegoede
amsterdammer naar zijn reisgids en weldra brengt de
trein hem en zijne familie naar elders. Hooimaand van
dit jaar heeft echter al bitter weinig geleken op «de
gelukkige maand, waarin de milde zomer zijne voorraads-
schuren opent" tenzij men aanneemt, dat die voor-
raadsschuren niets anders dan regen, wind, hagel en
consorten bevatten. Daarom zagen velen, iets mompelende
van «geld in armoede verteren", zich verplicht, hunne
reisplannen nog wat uit te stellen, wel wetende, dat een
schoone natuur, hoe genotvol anders, in druipenden staat
toch moet onderdoen voor Amsterdam met zijn vele ge
zellige schuilplaatsen tegen den regen. Evenwel zaten de
trekvogels, op wier programma nu al jaar in jaar uit een
zomerverblijf buiten had gestaan, hier eigenlijk op heete ko
len, zoodat men zich gemakkelijk zal kunnen voorstellen,
dat de verbetering in de weersgesteldheid, die de laatste
dagen ons schenen te beloven, voor velen het sein was
om aan de stad te ontvluchten. In de afgeloopen dagen
zijn de amsterdammers dan ook letterlijk weggestroomd,
zoodat er in de buurten der aanzienlijken bij tientallen
huizen zijn te vinden met neergelaten gordijnen en het
stereotype Brieven en boodschappen te bezorgen bij
enz."
Die trekzucht met welk woord onze stamverwanten
in Zuid-Afrika onze taal verrijkt hebben zit 's zomers
in het bloed van bijna alle amsterdammers. Niet ieder
een verkeert echter in de omstandigheden om daaraan
te kunnen voldoen. Toch zijn er maar heel weinigen
die niet eens een enkelen zondag aaD hunne amstordam-
sche woning ontrouw worden om, bezwijkende voor de
verleiding van pleiziertreinen en booten in een andere
streek feest te vieren of zich aan natuurgenot over te
geven. Voor de feestvierders zijn natuurlijk de kermissen
als gekniptdie te Haarlem en te Rotterdam mogen zich
vooral in hun gunst en protectie verheugen. Op don eersten
en laatsten zondag van haarlemsche kermis kon de Hol-
landsche Spoorwegmaatschappij dan ook bijna geen treinen
genoeg laten loopen om alle reizigers naar hunne bestem
ming te vervoeren. Die kermisklanton zijn over het al
gemeen een hatelijk ras van zomertrekkers, want in een
enkelen dag worden door hen niet zelden spaarduiten
vermorst, die zij des winters zoo hoognoodig kunnen heb
ben en hen er voor zouden kunnen vrijwaren om de
liefdadigheid, die zij zich feitelijk onwaardig hebben ge
maakt in te roepen.
Meer sympathie hebben wij dan ook voor de pleizier-
reizigers, die zich onkosten getroosten om hunne longen
eens een enkelen dag te verkwikken met de ozonrijke lucht
van bosschen en kreupelhout, welke men eerst terdege
leert waardeeren. als men maanden achtereen in do met
miasmen bezwangerde amsterdamsche atmosfeer leeft
Over het algemeen zal men dan ook zien, dat dezulken
er bij hunne verteringen veel meer rekening mee hou
den, dat zorg voor den dag van morgen op het onder-
maansche de ware wijsheid bevat. Voor dergelijke am-
stordammers staan verschillende wegen open. Haarlem
met zijne bekoorlijke omstreken is voor hen een welbe
kende, Zandvoort ziet hen ook dikwijls naar zich afdwa
len, Beverwijk en Wijk aan Zee staan hoog bij hen aan
geschreven, IJmuiden kennen de meesten, Marken komt
hoe langer hoe meer in trek en met het Gooi dwepen
zij in den letterlijken zin des woords. Voor mij persoon
lijk heeft het bosehrijke badplaatsje Muiderberg een onge
kende aantrekkelijkheid, als de lust bij mij opkomt, do
amsterdamsche lucht eens van mij af te schudden. Dan
is het echter zaak een dag te kiezen, waarop men niet
voor eene invasie van amsterdammers behoeft te vreezen,
die zich daarheenvooral des zondags, in grooten getale
met de Gooische stoomtram laten brengen.
Dit chapiter behandelende komt ons ons onwillekeurig
de vraag op de lippen hoe het toch komt, dat de dooi
de natuur zoo rijk bedeelde duinstreek van Kennemer-
land te Amsterdam nog betrekkelijk zoo weinig bekend
is. Herhaaldelijk heb ik families, die bij mij inlichtingen
inwinnen omtrent een rustig, boschrijk oord, op Slelloo
en Sïergen gewezen, maar gewoonlijk was het antwoord
daarop een met moeite onderdrukt medelijdend glimlachje,
omdat het «immers" toch van algemeone bekendheid is,
dat «boven het IJ" alles plat en vlak is. Dank zij zijne
dichterlijke predikanten is het «liefelijk Heiloo" veel
minder een vreemdeling voor velen dan Bergen, maar
toch moet erkend worden, dat die kennis bij menigeen
zich niet verder uitstrekt dan tot het Willebrordus-putje.
Daarmeo maken onze vaderlandsehe geschiedschrijvers in
zekeren zin hoezeer dan ook onbewust reclame
voor Heiloo, die dit dorpje eigenlijk van dien kant niet
toekomt, omdat het zoo weinig de eerbiedwaardige plek
van Willebrord's optreden in eere houdt. Dat ongelukkige
ijzeren hok zal men toch zeker niet willen laten gelden
als eene hulde aan de nagedachtenis van den roemruch-
tigen angelsaksischen bekeerder, van wiens optreden heel
de beschaafde wereld weet te getuigen.
Wij spraken daar het woord «reclame" uit en, als onze
lezers van Set-gen en omstreken ons dat ton goede
houdenzouden wij hun wel willen vragen, of daar
eigenlijk de schoen niet wringt. Een streek, waarin Bergen.
Egmond en Schoorl zijn gelegen, bezit alle gegevens voor
een geKondheldsooirtt en don ingezetenen zou het zeker
niet anders dan welkom zijn, indien zij meer als zooda
nig in aanmerking kwam. Nu moeten zij zich echter
eons op hun geweten afvragen, wat zij eigenlijk hebben
gedaan om de families van elders te bewegen, tot hen
te komen. Wat het antwoord dan zal zijn, kunnen wij
moeilijk gissen, maar hoe dit ook luiden moge, steeds is
ons wederwoord Ge hebt niet genoeg gedaan, want uw
doel is nog lang niet bereikt, gelijk de feiten ons bewijzen.
En als het ons dan vergund werd om nog eens iets in
het midden te brongen, dan zouden wij zoggenRicht
een vereeniging tot bevordering van vreemdelingen-verkeer
op en vertrouwt het bestuur daarvan toe aan mannon
met veel connecties en veel slag van progaganda-makeu.
Uw duinstreek zal dan in ruime mate de waardeering
ondervinden, waarop zij recht heeft, doch zoolang zij
onbekend is, blijft zij onbemind. Aan de mannen voor
het vreemdelingen-verkeer zal het niet moeilijk vallen
in aanraking te komen met een verdienstelijk letterkun
dige, die uw gezondheidsoord in al zijn heerlijkheid
schetst. Zijne pennevrucht, verrijkt met teekeningen van
de liefelijkste plekjes uit uw Dorado, behoort in brochure
vorm in ruimen kring verspreid te worden vooral in
die families, wier maatschappelijke positie de vooronder
stelling wettigt, dat zij gaarne haar zomer in oen villa
ten uwent willen doorbrengen. Houdt u ervan overtuigd,
dat de kosten, die een gevolg zullen zijn van deze en
dergelijke eerste maatregelen, mettertijd ruimschoots zul
len vergoed worden. Uw herstellingsoord spreekt voor
zichzelf maar eerst moeten er toch do noodige ken
nismakingen plaats hebben gehad, zal er voor worden
gepleit. Ten slotte nog dit. Mocht ik met deze woor
den niet aan een doovenmansdeur hebben geklopt, dan
is de amsterdamsche chroniqueur van de Alkmaarsche
Courant ten allen tijde bereid om gevraagde adviezen te
verstrekken en wil hij de ondervinding, die hij op dit
gebied bezit, gaarne beschikbaar stellen ten bate van het
schoone land aan den voet van Holland's duinen, waar
hij zelf zoo menig oogenblik van onvermengd natuurgenot
heeft gesmaakt. Wordt vervolgd.
SÏHÏj4kIIH!. Den 18 werd do beraadslaging over de
samenstelling van het Congres ten einde gebracht. Aan
eenen nieuwen anarchistischen afgevaardigde uit Spanje
werd de toegang tot het congres geweigerd. Dien dag
hield de heer Bebel eene hartstochtelijke rede. Naar
zijno moening waren de arboidswotteu slechts te beschou
wen als een middol tot bereiking van het doel, dat men
zich stelt, nl. om de arbeiders krachteloos te maken in
hun streven naar uitroeiing der kapitalisten en hen
dus buiten gevecht te stellen.
In de afdeelingen is besloten de jodenkwestie van de
orde van den dag te schrappen. Do duitschers zullen
zich bepalen tot eene grondwettige verklaring tegen de
jodenvervolging.
In de duitsche afdeeling werd de militaire kwestie
besproken. Men was van meening, dat bij de tegenwoor
dige sociale toestanden het behoud van een staand leger,
eventueel ook tot verdediging van hot vaderland, nood
zakelijk is. Alleen bij hervorming dor maatschappelijke
verhoudingen zou het mogelijk zijn tot ontwapening en
tot den algemeeneu vredestoestand te komen.
Het zoogenaamde Elzas-Lotharingsche vraagstuk word
in overleg met de fransche afgevaardigden niet behandeld.
De naar hot socialistisch congres afgevaardigde itali-
aansche anarchist Morlino die reeds in Januari dezes
jaars uit België gezet werd, is in hechtenis genomen,
doch niet aan Italië uitgeleverd. Hij is naar Londen ver
trokken.
De oud-hoogleeraar en oud-minister Joh. Jos. Thonis-
sen, in 1890 afgetreden als lid der kamer, een van
'slands bekwaamste mannen, is den 17 overleden inden
ouderdom van 75 jaren. Op het gebied van het strafrecht
had hij door zijne talrijke werken een europeeschen naam
verworven. Hij was o.a. tegenstander der doodstraf.
- Den 14 des nachts is te Breda ten huize van den
heer J. Lips, bij wien voor een paar jaren een belang
rijke diefstal van goud- en zilverwerk gepleegd word,
weder ingebroken en wel in het kantoor der looierij achter
den tuin. Thans werd slechts voor oen bedrag van 9
ongeveer gestolen.
Den 16 des nachts is de aardappelmeelfabriek «de
Nijverheid" te Stadskanaal geheel afgebrand.
Den 16 heeft het comité der friesche volkspartij te
Drachten eene bijeenkomst gehouden ten gunste van land
nationalisatie welke door ongeveer 6000 personen uit
alle deelen van Friesland saamgekomen, bijgowoond word.
Alleen de Nod. Tramwegmaatschappij vervoerde 13U0 per
sonen. Behalve door den voorzitter van den Ned. Bond
voor landnationalisatie, den heer D. H. Mansholt van
Westpolder, Groningen, werd aldaar het woord gevoerd
door de heeren Gerhard van AmsterdamStoffel van
Deventer, D. de Olercq van Haarlom, mr. van Eek te
LeeuwardenG. L. v. d. Zwaag te Wolvega en mej.
Stellingwerf-Jeatink te Leeuwarden; laatstgenoemde sprak
in de friesche taal. Na den afloop der bijeenkomst werd
een optocht met muziek aan hot hoofd door Drachten
gehouden, ouder geleide van den burgemeester, die tot
het houden daarvan toestemming verleend had. Alles
liep rustig af.
Den 16 heeft een 25jarig man, op een feestje ten
huize zijner ouders, in het Kortonbosch te 's-Gravenhage,
twist gekregen met zijnen zwager en hem met een mes
een steek in de rechtorborst toegebrachtten gevolge
waaraan deze ineen zakte en spoedig dood was. Hij
was een oppassend man van 22 jaren en laat eene
vrouw met een kind na.
Den 17 is een schildersknecht van de IJselbrug te
Zutfen, waaraan hij werkzaam was, in den IJsel gevallen
eu verdronken.
Den 20 dos nachts is te Haarlem een fello brand
uitgebroken in een huis aan de Gierstraat, bewoond door
den kleermaker D. Mizorus en wel in den winkel. Het
perceel is bijna geheel uitgebrand; de bewoners hebben
zich met moeite door overklimming bü de buren kunnen
redden.
Den 20 des nachts is te lËiiorn brand ontstaan
in de stoomkistenmakerij van den heer G. op het Kleine
Oost, welke zich zeer ernstig liet aanzien; door het spoe
dig en flink optreden der brandweer bleven de belen
dende perceelen bewaard. Het huis zelf is geheel uitgebrand.
Uit het verslag, den 19 uitgebracht in de algemene
vergadering van aandeelhouders in de Noderlandsche
Maatschappij voor kunstmatige oesterteelt, blijkt, dat
tengevolge van den ongunstigen zomer in 1890 en de
strenge vorst in den winter van 1890/1 er belangrijke
schade was toegebracht, zoowel aan de jonge oesters als
aan die, voor dadelijke aflevering in aanmerking ko
mende. Het aantal verkochte oesters bedroeg 3.714.000
stuks tot gemiddeld f 47,40 per 1000 stuks. De aan
zienlijke sterfte in den oestervoorraad maakt volgens de
directie in de naaste toekomst geene gunstige uitkomsten
mogelijkzij aarzelt echter niet als hare overtuiging
uit te spreken dat de toekomst der Maatschappij daar
door in geenen deele hopeloos is.
Bij kon. besluit van den 19 is de vice admiraal
P. ten Bosch benoemd tot adjudant in buitengewoneu
dienst van IJ. M. de Koningin.
Bij kon. besluit van den 19 is de heer mr. M.
baron Mackaij, minister van koloniënbenoemd tot
minister van Staat.
In plaats van den heer Jb. Denijs die zijne be
trekking als directeur van Sehagons mannenkoor Euterpe"
heeft neergelegd, is door de zangvereeniging als zoodanig
de heer A. Hillo te üchascn gekozen.