o. a. de volgende bijzonderheden ontleend. Van pokken kwamen slechts 10 sterfgevallen in het geheele Rijk voor. Te Tilburg kwamen de meeste ziektegevallen voor na melijk 34. In de elf provinciën samen werden 96656 inëntingen en herinëntingen verricht, waarvan 11391 op kinderen beneden 1 jaar. Te Zandvoort en te Gennep heeft roodvonk alleen epidemisch geheerscht; te Rozenburg en Voorhout alleen typhus: in 45 gemeenten mazelen. Kinkhoest, dysenterie en kraamvrouwenkoorts vertoonden zich nergens op onrustbarende wijze. Diphtheritis kwam het meest voor in Gelderland, Zuidholland en Groningen; in Noordbrabant had de ziekte een kwaadaardiger ka rakter dan in 1888. In 't geheel kwamen 658 sterfge vallen aan die ziekte voor. Op 31 December 1889 waren in Nederland 1869 geneeskundigen gevestigd, d. i. 15 meer dan een jaar vroeger, 81 tandmeesters, 8 meer, en 806 vroedvrouwen, 3 meer. Het aantal apothekers was 599, 21 minder, die bijgestaan werden door 731 bedienden of personendie in bevoegdheid met apothekersbedienden gelijk staan. Over de apotheken luidde het oordeel der commissies, die ze bezochten, zeer gunstig; 532 door apo thekers bestuurde apotheken konden als zeer goed of goed en slechts 11 behoefden als minder voldoende of slecht aangeduid te worden van de door geneeskundigen ge houden apotheken waren 704 zeer goed of goed en 33 minder voldoende of slecht. Hervisitatie behoefde slechts te geschieden bij 3 apothekers en 5 geneeskundigen. Uit de op het verzoek der algemeene synodale com missie door den minister van binnenlandsche zaken ver strekte mededeelingen ten aanzien van de uitkomsten der laatstgehouden volkstelling, voor zooveel het zielental der hervormden in de verschillende provinciën betreft, is geblekendat Noordbrabant telde 48741 Gelderland 284631, Zuidholland 58Ü102, Noordholland 385993, Zee land 120620, Utrecht 118492, Friesland 206280, Overijsel 176213, Groningen 180903, Drente 100176, Limburg 3193 hervormden, totaal in het Rijk 2,205,334, zijnde nog 60452 meer dan voor 10 jaar, in weerwil van de verliezen door de doleantie en andere afscheidingen geleden. De gemeenteraad van lonkhuizen heeft besloten tot het aangaan eener 4 pet. geldleening, groot 5000, tegen 100 pet. De beroemde schaakspeler R. Loman heeft te Gro ningen tegen zes der beste spelers van «Staunton" zes partijen blindelings gespeeld en daarvan drie gewonnen, twee remise gemaaktterwijl de laatste partij wegens het late uur, één uur na middernacht, onbeslist bleef. Benoemd tot 2en onderwijzer aan de openbare school le k.l No. 20, te Amsterdam, de heer J. van Amstel Wz., 3e onderwijzer aldaar. Wijlen mevrouw de wed. P. Bruntinkin leven woonachtig te Utrecht en aldaar onlangs overleden heeft aan de kerk der christ. geref. gemeente te Zaan dam eene som van 10000 vermaakt, onder den last van vruchtgebruik ten behoeve van iemand, te Utrecht woon achtig. Vijf en veertig ingezetenen van Zandvoort hebben aan Gedeputeerde Staten van Gedeputeerde Staten van Noordholland verzocht hunne goedkeuring te onthouden aan het raadsbesluit van 8 Augustus tot het aangaan eener geldleening van 22000 ten einde den toestand ten opzichte der baden zooals die in dit jaar door de gemeente gegeven werden, te bestendigen, op de volgende gronden 1°. De gemeente zit reeds op enorm zware lasten. De school bouwde aanleg van een overbodig zoogenaamd «gemeentestation" en een «haltestraat" hebben de ge meentekas zóó uitgeputdat de gemeente onmachtig schijnt te zijn om door haar over 1889 verschuldigde gelden te voldoenaangezien het hun bekend isdat leveranciers aan de gemeente op afdoening der oude schuld nog altoos wachten. Moeten nu nog de rente en aflossing dezer geldleening die lasten verzwaren 2". Het proefjaar voor den thans bestaanden toestand ten opzichte der baden is nog niet geëindigd en het is zeer twijfelachtig, of die aan de gemeente meer voordeel heeft aangebracht dan de toestand, zooals die vroeger was, terwijl het zeker is, dat hij tal van hotelhouders en verhuurders van woningen in de gemeente onnoemelijk veel heeft geschaad. Wordt nu deze leening aangegaan, dan wordt de bestaande toestand voor 9 jaren verlengd, In Tobolsk zag ik gevangenen, die aan den muur vast- gesmeed waren. De gevangene zit aan de ketting, die ongeveer een meter lang is hij heeft een brits. Hij is om een buitengewone, schriklijke, eerst in Siberië begane misdaad vastgesmeed. De misdadigers zitten dikwijls vijf, menigmaal zelfs tien jaren vastgesmeed. Het grootste deel bestaat uit roovers. Ik zag slechts een onder ben die tot een beteren stand scheen te behoorenin de een of andere streek was hij in staatsdienst geweest. Hij sprak zeer zacht en fluisterend met een zoetelijken lach om den mond. Hij toonde ons zijn keten hij liet ons zien hoe hij zich het gemakkelijkst op de brits kon leggen. Dat moest een vogel van bijzonderen aard zijn. Zij gedroegen zich allen bijzonder kalm en schenen tevreden te zijn, en toch verlangt ieder vurig, zoo spoedig mogelijk zijn tijd uit te zitten, Waarom zou men kunnen vragen. Op de volgende redenen bouwde hij zijn verlangeu. Dan zal hij de zwoele, dompige kamer met lage steenen welving verlaten en zal op het binnenplein van de gevangenis heen en weer loopenen verder niets. Uit de gevangenis zal men hem nooit meer uitlaten. Hij weet zelf, dat zij, die van de keten bevrjjd zijn, voor altijd, tot hun dood in de gevangenis gehouden worden. Hij weet dit, en toch verlangt hij hartstochtelijk zijn kettingtijd snel te vol eindigen. Zou hij zonder deze hoop vijf of zes jaar aan de keten kunnen zitten Zou hij niet sterven, of zijn verstand verliezen Ik voelde, dat arbeid mij redden, mijn gezondheid, mijn lichaam versterken kon. De voortdurende onrust van den geest, de zenuwachtige opwinding, do beperkte lucht in de gevangenis, zonden mij volkomen vernietigd hebben. Dikwijls in de lucht te komen, iederen dag zich te vermoeien, zwarigheden te leeren verdragen, dat zou mij, dacht ik, sterk maken, en zoo kon ik gezond, moedig, sterk, niet verouderd, de gevangenis verlaten. Ik bedroog mij nietarbeid en beweging waren mij zeer nuttig. Met schrik zag ik hoe een mijner lotgenooten, (een adolijke) in de gevangenis mager werd als een kaars. Hij was gelijk met mij gekomen, nog jong, knap, vol moedhij kwam er uit half dood, grijs, met knikkende beenen, met iets wat op heden eene onverantwoordelijke daad zou zijn. Daarenboven meenen zij, dat het eene niet te ver dedigen handelwijze is van een gemeentebestunr, zelf eene zaak met hoop op winst te drijven, en daardoor anderen, die haar vroeger hadden, de verdiensten te ontnemen. Te Helder moet voor lid van den gemeenteraad herstemd worden tusschen de heeren F. S. C. M. Wijs en S. W. Stooker. De gemeenterekening te Schagen is den 22 vast gesteld in ontvangsten op 33166,93J, in uitgaven op 32341,01 alzoo met een batig slot van j 825,92J. De gemeenteraad van Wognum heeft den 22 be sloten tot den bouw van een nieuw huis voor den ge neesheer volgens een plandoor dr. J. A. Hammes ingediend. In den nacht van den 22 op den 23 is in den hooiberg van den heer P. Brantonder Nieuwenbrug bij Woerden brand ontstaan welke zoo toenam dat zoowel het woonhuis als de hooberg met 50000 P. hooi verbrandde. De Hofrouw, wegens het overigden des Konings, is den 23 geëindigd. Den 23 is te Amsterdam de algemeene verga dering gehouden van de Vereeniging van deurwaarders bij de verschillende rechtscolleges in Nederlandthans reeds 150 leden tellende. Op de volgende in April te Rotterdam te houden vergadering zal behandeld worden het voorstel tot oprichting eener collectieve verzekering uit de kas der vereeniging van al de leden, ingeval van overlijden. Bij meerderheid van stemmen werd uitgemaakt, dat hetzoowel in 't belang van 't algemeen als van den deurwaardersstaud in het bijzonder, wenschelijk was, van de adspiranten voor het deurwaardersambt een be hoorlijk staatsexamen af te nemenhet bestuur werd gemachtigd om ter gelegener tijd bij de regeering daartoe stappen te doen. Den 24, des avonds te 11 uren, is aan het station Beek-Elsloo een wegwerker overreden en gedood. Den 24 zijn te Amsterdam voor de fransche taal o. a. geslaagd A. J. Hofman te Haarlem, en J. Haalebos te Hoorn. Bij kon. besluit van den 24 is bepaald dat de generaal-majoor J. W. Bergansius, afgetreden minister van oorlog, gerekend van den 21 Augustus, geacht zal worden te behooren tot den staf der artillerie en dat die opper- officier ter beschikking zal zijn van den minister van oorlog. Den 25 is te 's-Gravenhage voor de hoofdakte o. a. geslaagd B. van Dijke te Haarlem. Den 25 is in de plaats van den heer mr. C. J. Sickesz, die als voorzitter van de Geldersch-Overijselsche Maatschappij van Landbouw bedankt had en bij accla matie tot, eere-voorzitter benoemd werd tot voorzitter gekozen de heer mr. J. G. ridder van Rappard te Laren met algemeene stemmen (3447). Tot algemeenen secre taris werd herkozen de heer Staring met 3280 stemmen. Den 25 is te 's-Gravenhage o. a. voor de fransche taal geslaagd mej. J. Ch. van der Lelij van Oostzaan. De gemeenteraad van Gouda heeft den 25 besloten den gasprijs met één cent per kub. el te verlagen en te brengen op 7 centen. Den 25 des avonds is te Zaandam een onbewoond huis tegenover de Westzijder Kerk, waaraan eenige ver anderingen werden uitgevoerd afgebrand. Den 26 zijn te 's-Gravenhage voor de fransche taal o. a. geslaagd de dames S. Boekenogen te Wor- merveer en E. C. de Graaff te Haarlem. De heer mr. H. J. Smidt, opgetreden minister van justitie, heeft aan het bestuur der centrale kiesvoreeni- ging in het district Emmen laten weten, dat hij bezwaren heeft tegen het gelijktijdig bekleeden der betrekking van lid der Tweede Kamer en van minister en dus bij de aanstaande verkiezing niet herkozen wenscht te worden. De heer N. Noordtzij, tot lid der Tweede Kamer gekozen in het district Kampen, heeft op verzoek der Synode te Leeuwarden besloten, docent te blijven en voor het lidmaatschap der Kamer te bedanken. De arr. rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft den maker en verspreider van het liedje tegen den commis saris van politie aldaar veroordeeld tot 2 maanden ge vangenisstraf, met ontzegging echter van den eisch van asthma. Neen, dacht ik, als ik hem aanzag, ik wil leven en zal leven. Daarom had ik het ook in den aanvang bij de gevangenen hard te verduren om mijn zin om te werken en zij kwelden mij langen tijd door hun minach ting en spot. Maar ik stoorde mij aan niemand en ging moedig aan den arbeidal was b. v. ook slechts het branden en stooten van albast het eerst mij opgelegde werk. Dit was een gemakkelijke bezigheid. De over ons gestelde ingenieurs waren zooveel zij konden bereid den adelijke het werk licht te makenwat echter geen be gunstiging, maar slechts rechtvaardigheid was. Het zou zonderling geweest zijn van iemand, die half zóó zwak is en nooit gewerkt heeft, denzelfden arbeid te eischen, die een menschvan beroep werkman opgegeven werd. Maar deze «verwenning" gebeurde niet altijd, gebeurde oogluikend; hierop werd in het geheim streng gelet. Ta melijk dikwijls viel er zware arbeid te verrichten en dan hadden natuurlijk de adelijken het dubbel zoo hard als de andere arbeiders. Voor het albast bestemde men ge woonlijk drie tot vier man, oude of zwakke menachen, en daaronder waren wij natuurlijk begrepen bovendien voegde men een werkelijken werkman, die er verstand van hadnog aan hen toe. Gewoonlijk steeds een en dezelfde; eenige jaren achter elkaar was het Almasow, een brommerig mager man reeds op leeftijd in zich zelf gekeerd en vol luimen. Hij verachtte ons diep en was zoo weinig spraakzaam dat het hem zelfs te veel was om op ons te pruttelen. De schuur, waarin wij al bast brandden en stieten, stond op den verlaten en stei- len oever der rivier, 's Winters, vooral op sombere dagen, was het treurig, op de rivier en den tegenoverliggenaen, verwijderden oever te zien. Er lag over dit woeste en een zame landschap iets kommerlijks en hartverscheurends. Maar het werd iemand bijna nog banger te moede, als op die eindelooze witte sneeuwvlakte de zon scheen dan zou men het liefst naar de steppe gevlogen zijn, die aan den oever begon en zich naar het zuiden als een eindeloos doek uitbreiddeanderhalfduizend werst ver. Almasow ging gewoonlijk zwijgend en morrend aan het werkwij schaamden ons in zeker opzicht hem niet te 150 als schadeloosstelling wegens geleden schade in eer en goeden naam. Een persoon, die den commissaris voor dief gescholden had, werd veroordeeld tot 3 weken gevangenisstraf en zijne vrouw wegens wederspannigheid tot 4 dagen. Den 26 des nachts is te Zeist de bakkerij van den heer Stoové verbrandoen der knechts is daarbij omge komen. Het lijk werd na afloop van den brand gevonden. Bedankt voor het beroep naar de christ. geref. gemeente te Jledembllk door T. de Jager, candidaat te Landsmeer. Dezer dagen is eene boerderij met uitmuntende wei en hooilanden te Weesperkarspel, die voor ongeveer I 10 jaren voor 65000 verkocht werd, in het openbaar verkocht voor f 41290. De Vereeniging tegen de Kwakzalverij heeft een extra-nummer van haar maandblad uitgegeven, dat ge heel gewijd is aan de handelingen van den wonderdokter Sequah, zijnde Charles Davenport, een engelsehman. Daarin komt o. a. voor, dat de wondermiddelen, die hij gebruikt, Sequah's olie" en «prairie-bloem" bestaan, de eerste uit twee deelen vette olie (b.v. sla-olie of katoenpitten-olie) en één deel terpentijngearomatiseerd met een beetje kajapoet- en nagel-oliede Prairie-flower uit rhabarber en peper (waarschijnlijk cayenne-peper) met water afge trokken waarbij wat soda of potasch is gevoegd. Aldus leerde het onverbiddelijk scheikundig onder- zoekdoor den apotheker H. M. J. C. Steins te Hel mond, op last der justitie ingesteldterwijl tegelijker i tijd door den secretaris-penningmeester der Vereeniging dezelfde uitkomst werd verkregen. In de gebruiksaanwijzing van den wonderdokter zei ven wordt van de «Sequah's olie" gezegd «De koning der zalven pijndooders en vlugge ver- zachters. Werkt met electrische snelheid en is vóór eeuwen gebruikt geworden door de ApachesCherokees Sioux en andere stammen Noordamerikaansehe Indianen. Is tezamen gesteld uit visch-oliëngrondstoffelijke oliën bruinvisch oliën en andere bestanddeelen en is de beste van alle uitwendige toepassingen. «Deze toebereiding heeft een wereldwijdschen goeden naam verworven waar ook zij ingevoerd geworden is voor" enz. De gemeenteraad van Schiermonnikoog heeft 1 geweigerd de gemeente-rekening over 1890 vast te stel- l len omdat burgemeester en wethouders te laat uitvoe ring hadden gegeven aan het in 1890 genomen besluit om op grond van art. 49 der wet op bet lager onder wijs een buitengewoon Rijkssubsidie voor 1890 ad ruim f 2000 aan te vragen, tengevolge waarvan op het ver zoek afwijzend beschikt was en er een tekort ontstaan is. Op een weiland van den heer C. K. te Zand- werven zijn dit jaar proeven genomen met het bemesten door middel van kaïniet en thomassulphaat, terwijl ook een deel op de gewone wijze was bemest. Deze proeven hebben eene alleszins bevredigende uitkomst opgeleverd, zoodat men mag verwachten, dat in dezen omtrek het gebruik van kunstmest zal toenemen. De onlangs opgerichte kaasfabriek te Zydewtnd zal den 7 September worden geopend. Tot kaasmaker is benoemd J. Quak. Bij den uitgever H. C. A. ThiemeNijmegenis de voordrachtin het licht gegeven door den civiel- ingenieur J. de Koningover bevloeiing van hooi landen in Nederland en elderste Kuilenburg onlangs gehoudenin druk verkrijgbaar gesteld. De belangrijk heid der zaak wettigt eeneafzondeiiijke uitgave, waardoor het mogelijk wordt, inruimeren kring de aandacht er op te vestigen. De vijfde aflevering verscheen van »ln Engelands donkerste wildernissen", door den bekenden generaal William Booth. Nu reeds een begin van uitvoering is gegeven in de richting van de z. i. practische oplossing van het sociale vraagstuktrekt dit belangwekkende werk meer en meer de aandacht. Bliksemafleiders. Het was tot dusverre niet mogelijk na een onweder te weten, of een bliksemafleider al dan niet getroffen was. Men kan wel een volledig galvanometrisch onderzoek kunnen helpenmaar hij werkte met opzet alleen met opzet begeerde hij onze hulp niet, naar het scheen opdat wij onze minderheid voor hem zouden gevoelen en onze oigen moedeloosheid betreuren. De geheele arbeid bestond in het stoken van den oven, om de albast, die er in gelegd was en die wij er gewoonlijk heensleeptente branden. Den volgenden dag, als de albast reeds geheel gebrand waswerd een aanvang met het uitnemen gemaakt. Ieder van ons greep een zwaren houten hamer, vulde een afzonderlijke kist met albast en begon die te kloppen. Dit was een aangename arbeid. De grove albast verkeerde spoedig in wit, glinsterend stof, zoo doelmatig, zoogoed werd hij kleiner. Wij zwaaiden den zwaren hamer en maakten zulk een levendat wij er zelf pleizier in hadden. Eindelijk werden wij moe, en voelden ons toch verlichtop onze wangen kwam kleurhet bloed liep sneller. Daar begon ook Almasow op ons met minachting neer te zien, zooals men kleine kinderen doet; met min achting rookte hij zijn pijp, maar kon toch niet nalaten te brommen als hij spreken moest. Maar zoo gedroeg hij zich jegens allen en naar ik geloof, was hij eigenlijk een goed mensch. Een ander werkwaaraan ik gezet werdwas om in de werkplaats het rad van een draaibank te draaien. Het rad was groot en zwaar. Er was veel kracht toe noodig om het in beweging te brengen vooral als de draaier (een handwerker van de genie) een trapleuning draaide of de pooten van een (tot het staatsmeubilair van een beambte behoorende) groote tafelwaarvoor bijna een balk noodig was. Bij dergelijk werk was één man niet voldoende om het rad te draaien en men zette er gewoonlijk twee man aanmij en nog iemand van adeleen zekere B. Eenige jaren achter elkander bleef dit ons werk zoodra er maar iets te draaien viel. B. was een zwak, ziekelijk, aan een borstkwaal lijdend jong mensch. Hij was een jaar vóór mij in de gevangenis gekomen, met twee zijner lotgenooten, met een grijsaard, die den geheelen duur van zijn gevangenisleven tot God bad (waarom de gevangenen groote achting voor hem hadden) en nog in mijn tijd er stierf, en met een ander,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 2