Kantongerecht te Alkmaar.
Volgens het koloniaal verslag van 1891 was het
ledental der inlanders op Java en Madura bij het einde
van 1889 geklommen tot 22.806.463 tegen 22.526.885
in 1888.
Van wege den sociaal-democratischen Bond in Ne
derland, afdeeling Sehagen zal mej. W. Drncker van
Amsterdam, den 20, des avonds 7 uren, te tweeden male
optreden in het lokaal van den heer G. Kos te Sehagen
met het onderwerp »de partijen en haar invloed op het
volk."
De minister van marine heeft ter kennis van zee
varenden gebracht dat van af den 21 tot nadere aan
kondiging bet gedeelte der Noordzee grenzende aan de
kuststrook van Noordhollaud tusschen het zuidelijk uit
einde van de Hondsbossche Zeewering en Egmond aan
Zeeonveilig is ten gevolge van te nemen proeven
met granaten, gevuld met schiet-katoen in de Schoorlsche
en Berger duinen. Tijdens de proeven zal eene roode
vlag op den top van een der duinou worden geplaatst.
Het onveilige terrein strekt zich tot op 7000 el van af
die vlag uit.
-- Het burgerlijk armbestuur van Opsterland heeft,
met het oog op den onhoudbaren toestand der arm
verzorging aldaar, waarvan de uitgaven reeds tot 39,000
zijn gestegen, met een tekort van zeer zeker 8000 op
den dienst van 1891, alle eigenaren van in die gemeente
gelegen gronden uitgenoodigd, te helpen voorzien in de
bestaande werkeloosheid, waarin noch de gemeentekas,
noch de regeering kan helpen. Het humaniteitsgevoel
eischt volgens de openbare oproeping van dat armbestuur
krachtige hulp voor de arbeiders. Velen hunner wenschen
zich toch niet gaarne tot het armbestuur te wenden
maar zullen wel genoodzaakt zijn. daartoe over te gaan,
als er geen werk wordt verschaft. De onderscheidene
vereenigingen van staatkundigen en andereö aard in die
gemeento hebben zich terstond hierbij aangesloten door
oen oponbaar schrijven aan de grondeigenaren.
Benoemd tot onderwijzer aan de christelijke school
voor on- en minvermogenden te Haarlem J. D. Was-
sink te Zegwaard.
aan den hals vastgeknoopt worden, de stijve kraag maakte
dat men het hoofd flink rechtop moest houden het fat
soen van lijf deed denken aan een militair snit. Akim
Akimytsch lachte dan ook bij zichzelf van tevredenheid
en keerde zich niet zonder trots herhaaldelijk om en om
voor zijn klein spiegeltje dat hij al sedert geruimen tijd
van een verguld lijstje had voorzien. Eén haakje aan de
kraag scheen echter niet precies op zijn plaats te zitten.
Akim Akimytsch bemerkte dat en besloot onmiddellijk
het te verzetten. Zoodra hij daarmee klaar was, paste
hij het buis opnieuw aan en nu zat het onberispelijk.
Vervolgens vouwde hij de kleeren weer netjes op en sloot
ze doodbedaard in zijn kist tot morgen. Zijn schedel was
nog voldoende geschoren maar een nauwkeurig onder
zoek wekte echter in Akim Akimytsch de overtuiging, dat
hij niet volkomen glad washet haar was weer een klein
weinigje aangegroeid. Onmiddellijk begaf hij zich naar
den majoor" om naar behooren geschoren te worden,
volgens het reglement. In werkelijkheid zou niemand er
aan gedacht hebben den volgenden dag naar hem om te
zien, maar hij handelde uit zucht om voor zichzelf ver
antwoord te zijn, om al zijn plichten voor dien dag ver
vuld te hebben. Die eerbied voor het kleinste knoopje
voor het geringste stukje franje van een schouderbedek
king, voor de minste lis, was in zijn brein gegrift als eon
gebiedende plichten in zijn hart als een beeld van de
volmaaktste schoonheid, die een ordentelijk mensch kan
en moet bereiken. In zijn hoedanigheid van »oudste" van
de kazerne zorgde hij er voor dat er hooi gebracht en
over den vloer uitgespreid werd. Dat gebeurde in alle
kazernes, ofschoon ik eigenlijk nooit begrepen heb, waarom
het juist op Kerstdag geschiedde. Zoodra Akim Akimytsch
met zijn werk gereed was, zei hij zijn gebeden op, strekte
zich op zijn legerstede uit en sliep den rustigen slaap der
onschuldige kindsheidom den volgenden morgen zoo
vroeg mogelijk te ontwaken. De andere gevangenen doden
hetzelfde; allen gingen veel vroeger te bed dan gewoon
lijk. Voor dien avond liet men de gewone bezigheden
rusten en van kaartspelen zou men zelfs niet eens hebben
durven kikken. Iedereen leefde in de verwachting van den
dag van morgen.
Eindelijk brak die dag aan Al heel vroeg, eer het nog
behoorlijk licht was werd de reveille geslagen en de
onderofficier die binnenkwamom de gevangenen te tellen,
wenschte hun een gelukkig feest. Beleefd en vriendelijk
beantwoordde men hem met oen dorgelijken wensch. Akim
Akimytsch en verscheideno anderen, die in het bezit waren
van ganzen of speenvarkoutjes, spoedden zich, na haastig
hun gebeden gepreveld te hebben naar do keukon om
te zien op welke plek hun eetwaar zich bevond en hoe
ze gebraden werd. Door de kleine ramen van onze kazerne,
half bedekt met sneeuw en ijs, zag men te middon der
duisternis het vuur der beide keukens vroolijk opvlammen.
Al de zes kachels brandden. Op de nog donkere binnen
plaats verdrongen do gevangenen elkaar, om maar het
eerst de keuken te bereiken Sommigen hadden inderhaast
hun gevoerde jas over de schouders geworpen, anderen
waren geheel gekleed. Ook lieten onkelen zich reeds bij
de drankverkoopers vinden. Dit waren de ongeduldigston.
Iedereen gedroog zich behoorlijk en vreedzaam, veel"beter
dan gewoonlijk. Twisten of scholden hoorde men niet.
Iedereen begreep dat het een gewichtige dag, een groot
feest was. Er gingen zelfs govaugonon naar do aulere
kazernes om hun kennissen een gelukkig feest te wenschen.
Hot scheen, dat er dien dag een soort van vriendschap
tusschen hen heersehte. In hot voorbijgaan moet ik op
merken, dat er tusschen gevangenen tijdens hun straftijd
zeidon vriendschapsbanden worden aangeknoopt. Over het
algemeen waren we, op weinige uitzonderingen na, stug
en stroef in onze onderlinge verhoudingdat was nu
eenmaal de voor allen aangenomen toon.
Ik begaf me ook uit do kazerne het begon licht te
worden; de sterren verbleekten, een lichte, kille damp rees
van den grond op, de rook kringelde uit de schoorsteenen
omhoog. Verscheideno gevangenen die ik ontmoette
wenschten mij vriendelijk een prettig feest. Ik bedankte ze
en wenschte huu van 's gelijken. Sommige dier wenschers
hadden mij nog nooit een enkel woord toegevoogd.
Vlak bij de keukeu werd ik aangeklampt door een
gevangene uit de militaire kazerne. Midden op de binnen
plaats had hij me in het oog gekregen, en riep mij toe
Alexander Potrowitsch Alexander Petrowitsch 1" Hij liep
Tot hoofd eener school te Heukelom is benoemd
de heer C. J. O. A. Nuijs te Haarlem.
Den 15 is tot tijdelijk wethouder te Melder be
noemd de heer P. Groen.
In plaats van mejuffrouw G. Hinke, aan wie met
1 October e.k. eervol ontslag is verleendwerd door
den raad der gemeente Obdasu den 16 tot onderwijzeres
aan de gemeenschappelijke Spierdijker school benoemd
mejuffrouw P. I. van Heckethans onderwijzeres te
Zuiddorpe, no. 1 der voordracht.
Den 16 had te Kolhorn de gewone jaarlijksche
kolf- en biljartwedstrijd plaats. Aau het kolven werd
door 32 personen deel genomen de prijs werd behaald
door den heer Jb. Westerman, Barsingerhorn de premie
door den heer A. Kist, Zuidscharwoude. Bij het biljarten
won de heer A. Kist, Zuidscharwoude den prijsde heer
L. HelderBarsingerhorn de eerste en de heer G.
Blaauboer, Kolhorn de tweede premie.
Bij kon. besluit van den 16 is met ingang van 1
October aan den hoofdingenieur van den waterstaat P.
Caland, op zijn verzoek, eervol ontslag uit zijne betrek
king als zoodanig verleoud met dankbetuiging voor de
door hem gedurende eene reeks van jaren aan den lande
bewezen gewichtige diensten.
Den 16 is te 's-Gravenhage geslaagd voor gymnas
tiek 1. o. H. J. Volkers te Wormei-veer.
Bij de op den 17 te Heemstede gehouden inter
nationale harddraverij voor paarden van alle rassen, ge
spannen voor twee- of vierwielige rijtuigen, waaraan 13
paarden deelnamen werd de prijs gewonnen door Prins
van P. van Santen te Rotterdam de eerste premie door
N. N. van van Wickevoort Orommelin te Heemstede en de
tweede premie door Tabor II van J. Roele te Buiksloot.
Bij kon. besluit van den 17 is de heer mr. J. G.
Gleichman benoemd tot voorzitter van de Tweede Kamer,
gedurende het tijdperk der tegenwoordige zitting.
Het provinciaal bestuur van Noordholland heeft den
17 bij enkele inschrijving aanbesteed het maken van een
ijzeren boeilegger en van een ijzeren pont ten behoeve
van het veer over zijkanaal F, deel uitmakende van de
haastig naar den kant van de keuken. Ik bleef staan om
hem af te wachten, 't Was een jongmensch met een rond
gezicht en een vriendelijken oogopslag iemand die zich
niet gemakkelijk bij anderen aansloot. Gedurende al den
tijd, dien ik reeds in de gevangenis had doorgebracht,
was hij me nog nooit komen aanspreken en had volstrekt
geen acht op me geslagen; ik wist niet eens hoe hij heette.
Geheel buiten adem kwam hij aanzetten en bleef vlak
voor me staan, terwijl hij me aangaapte met een dommen
glimlach maar tevens met een gelaatsuitdrukking die
van geluk getuigde.
Wat wilt gij vroeg ik niet zonder verbazing. Hij
bleef me maar al toelachen en met wijd opengespalkte
oogen aanstaren, zonder een gesprek te beginnen.
Wel't is immers feestmompelde hij. Hij
begreep zelf, dat hij me niets meer te vertellen had
en verliet me om zich overhaast naar de keuken te
begeven.
Ik moet opmerken, dat wij elkaar bijna nooit ontmoetten,
en dat wij tot aan mijn ontslag uit de gevangenis geen
woord met elkaar gewisseld hebben.
Rondom de lustig brandende kachels der keuken ver
drongen de gevangenen elkaar met veel rumoer. Ieder
hield een waakzaam oog op het zijne de koks maakten
het gewone gevangeniseten klaar want het middagmaal
zou wat vroeger dan gewoonlijk plaats hebben. Niemand
had nog gegeten, want, al hadden ook allen er trek in,
men wilde tegenover de anderen zijn fatsoen bewaren
Men wachtte op den priester; eerst met diens komst hield
de vasten op. 't Was nog niet eens helder dag, toen men
den korporaal van achter de gevaugenispoort hoorde roe
pen De koks!" Die oproepingen werden gedurende twee
uren onafgebroken herhaald en geschiedden omdat de koks
de aalmoezen in ontvangst moesten nemen die uit alle
oorden der stad in verbazende menigte aangebracht werden
fijn wittebrood, kaaskoeken en allerlei gebak. Ik geloof,
dat er in de heele stad geen enkele koopvrouw of burgeres
te vinden was, die niet het een of ander aan de »onge-
lukkigen" gezonden had. Onder die aalmoezen waren
vrij rijke geschenken, zooals bijvoorbeeld een groot aantal
brooden van weitebloemook waren er zeer povere
zooals broodjes van twee kopeken, de gift van den arme
aau den arme, waarvoor de laatste kopeke was uitgegeven.
Alles werd met dezelfde erkentelijkheid aangenomen, zonder
onderscheid van de waarde of van de gevers. De gevan
genen die de giften in ontvangst namen lichtten hun
mutsen af, dankten de gevers met een boleefdon groot,
wenschten hun een gezegend feest en brachten het ge-
schonkene naar do konkon. Toen er groote stapels brood
bijeen waren, riep men de oudsten van elk der kazernes
en deze verdeelden alles in gelijke porties voor de ver->
schillende afdeelingen. Bij die vordeeling hoorde men geen
twisten of schelden alles ging eerlijk en billijk. Akim
Akimytsch, door oen medegevangene geholpen, verdeelde
onder do gevangenen van onze kazerne het ons toege-
wezene en gaf aan ieder onzer wat hem toekwam. Allen
waren tevreden, geen onkele klacht word gehoord, niemand
toonde zich jaloersch; ook zou niemand het iu het hoofd
gekregen hebben aan bedrog te denken. Toen Akim
Akimytsch mot zijn bozighedon in de keukeu gereod was,
ging hij zich met de meeste zorg kloeden en lotto er
nauwkeurig op, dat hij geen enkelen knoop van zijn buis
oversloog. Eindelijk geheel in nieuwe kleereu gestoken,
begon hij te bidden, wat vrij lang duurde. Verscheidene
gevangenen vervulden huu godsdienstplichten, maar meestal
waren het bejaarde lieden; de jongeren baden bijna niet;
hoogstens sloegen zij bij het opstaan een kruis, en ook
dat gebeurde nog maar alleen op feestdagen. Zoodra
Akim Akimytsch met zijn gebed gereed was kwam hij
naar mij toe om de gebrnikolijke wenschen te doen. Ilc
noodigdo hem op een kop theo en hij beantwoordde mijn
beleefdheid met me oen stuk van zijn speenvarkeutje aan
te biedon. Eeuigon tijd later kwam Potrow aauloopen
om mij zijn wenschen te brengen. Ik geloof dat hij al
drank gebruikt had, on al was hij ook buiten adem komen
aanzetten, toch had hij niet veel bijzonders te vertellen;
hij bleef eenige oogenblikken vlak voor me staan, en
keerde vervolgens weer naar de kouken terug. Op dat
oogenblik bereidde men zich in do kazerne dor militaire
afdeeling op de ontvangst van den priester voor. Deze
kazerne was niet zoo iugoricht als de anderede veld
bedden waren langs de muren opgesteld en niet in het
werken over het Noordzeekanaalgeraamd op 3700.
Laagste inschrijver de heer H. van Vlaardingen te Gouda
voor 3325.
Bij kon. besluit van den 17 is met ingang van 14
October benoemd tot burgemeester der gemeente Am
sterdam de heer mr. S. A. Vening Meinesz, met gelijk
tijdige toekenning van eervol ontslag als burgemeester
der gemeente Rotterdam en met dankbetuging voor de
in die betrekking bewezen diensten. De heer Vening
Meinesz was van 18691872 wethouder van financiën
te Amsterdam.
Bij genoegzame deelneming zal de heer S. Kramer,
logementhouder te Rijf)met het gezelschap van den
heer W. Hart een overeenkomst sluiten om gedurende
den aanstaanden winter in zijn lokaal eenige voorstel
lingen te geven. De heer K. is daartoe overgegaan, om
dat de tooneelvereeniging »Erica", die meer dan 25 jaren
hare uitvoeringen in zijn lokaal hield, besloten heeft die
voortaan in een andere zaal te doen plaats hebben.
18 Septomber.
P. S. Gz., Kastrikum aanwenden van pogingen om
wild te bemachtigen met strikken, f 10 boete of 3 dagen
hecht.
H. de N., Schoorl, als boven, f 3 boete of 2 dagen
hecht.
C. B., Alkmaar, als gebruiker van een stoomketel op
het tijdstip, waarop een nieuw onderzoek moet plaats
hebben, dien niet in een daarvoor geschikten toestand
doen verkeeren, f 10 boete of 3 dagen hecht.
A. V. Gz.. Egmond aan Zee, vervoeren van eiereu van
wild, 3 boete of 2 dagen hecht.
J. N., Zuid- en Noordschermer, visschen met een fuik,
waarvan de mazen de vereischte grootte niet hadden, 1
boete of 1 dag hecht.
C. B. Jz., A. W. Kz., J. S. Ez., J. Z. Jz., S. Z. Sz.,
allen Egmond aan Zee, te zamen en in vereeniging zoe
ken naar eieren van wild, ieder 3 boete of 1 dag hecht.
J. P. Jz., A. K. Az C. S. Rz., J. P. Dz., allen
Egmond aan Zee, als boven, ieder f 3 boete of 1 dag hecht.
T. B. Kz., P. S., Kastrikum, als boven, ieder 0,50
boete of 1 dag hecht.
J. G. Pz., Egmond aan Zee, vervoeren van eieren van
wild, 3 boete of 1 dag hecht.
G. S. en J. v. d. M., Noordscharwoude, doen ontstaan
van brandgevaar, vrijgesproken.
N. B., Kastrikum, in de maand Mei niet gehokt of
vast houden zijner 30 eenden, 30 boeten elk van 0,50
of 1 dag hecht, voor elke boete.
J. B. Dz., Kastrikum, als boven, zijner elf eenden, 11
boeten, elk van f 0,50 of 1 dag hecht, voor elke boete.
G. B., Monnikendam, als reiziger per spoor weigeren
zijn plaatsbewijs af te geven, 2 boete of 1 dag hecht.
G. de G., Egmond aan den Hoef, overtreding der ar
beidswet en dronkenschap, 5 boeten, elk van 0,50 of
1 dag hecht, voor elke boete
F. F., Rijp, dronkenschap bij herhaling, 5 boete of
3 dagen hecht.
P. Y. Lz., Uitgeest, dronkenschap,
dagen hocht.
T. V. Cz., T. Z. Pz., T. S. Hz., A. S.
aan Zee, te zamen loopen over eens anders
0,50 boete of 1 dag hecht.
P. V. Cz., Alkmaar, laten loopen van vee op eens
anders weiland, J 1 boete of 1 dag hecht.
D. H., Limmen als boventweemalen gepleegd 2
boeten, elk van 1 of 1 dag hecht, voor elke boete.
A. S. Jz., Alkmaar, als boven, ƒ1 boete of 1 dag hecht.
D. de J., Zuidscharwoude, verkoopen van sterken drank
in het klein op hot ijs, zonder vergunning, 1 boete of
1 dag hecht.
K. B., Limmen loopen over eens anders bezaaiden
grond, 1 boete of 1 dag hecht.
J. M., Oudkarspel, in staat van dronkenschap in het
openbaar de orde verstoren, f 3 boete of' 1 dag hecht.
W. B., Oudkarspel, als boven, 3 boete of 1 dag hecht.
J. J., Sint Pankras, verkoopen van sterkeu drank in
het klein op het ijs, zonder vergunning, 1 boete of 1
dag hecht.
A. D., Broek op Langedijk, als boven, l boete of
1 dag hecht.
J. S., Graft, als boven, 1 boete of 1 dag hecht.
midden van do zaal zooals in de andere. Daardoor was
deze zaal de eenige, waar men in het midden een vrije
ruimte had. Waarschijnlijk was liet opzettelijk zoo inge
richt, om zoo uoodig er de gevangenen bijoen te kunnen
brengen. In het midden der zaal werd een kleine tafel
geplaatsten daarop een Christusbeeld waarvoor men
een nachtlampje ontstak. Eindelijk verscheen de priester
met het kruis en het wijwater. Met hot aangezicht naar
hot Christusbeeld gewend bad en zong hij, en keerde zich
daarop naar do gevangenendie de een na den ander
het kruis kwamen kussen. Vervolgens doorliep de priester
al de kazernes en besproeide ze met wijwaterin de
keuken gekomen roemde hij het gevangenisbrood dat
in de stad vermaard was. Aanstonds gaven de gevangenen
hun verlangen te kennen hem twee nog warme brooden te
zenden, en een invalide kreeg last ze onverwijld bij hem aan
huis te brengen. De gevangenen deden het kruis uitgeleide
met denzelfden eerbied, waarmee zij het ontvangen hadden.
Bijna onmiddellijk daarop verschenen de majoor en de
kommaudant. Men hield van den kommandant en had
eerbied voor hem. In gezelschap van den majoor deed
hij de ronde in do kazernes wenschte den gevangenen
een prettig Kerstfeest, trad de keuken binnen en proefde
er de koolsoep. Zo was dien dag overheerlijk; iedere ge
vangene had recht op bijna een pond vleesch; bovendien
was er gierstebroi gekocht en de boter daarbij volstrekt
niet gespaard. De majoor deed den kommandant uitge
leide tot aan de deur en gaf daarop aau de gevangenen
last het middagmaal te beginnen. Allen deden hun best
om hem zoo min mogelijk ouder de oogen te komen.
Men was niet gesteld op dien kwaadaardigen blik, altijd
onderzoekend ronddwalend achter de brilleglazen alsof
er aanleiding gezocht werd om iets te bedillen of een
schuldige te straffen.
Wordt vervolgd.
Stoomdr. v. Herms. Coster Zoon Alkmaar.
5 boete of 3
Hz., Egmond
grond, ieder