Binnenland.
burgerschap verloren hebben. Buitenlandersdie zich
langer dan 24 uren in het Rijksland ophouden, zijn ver
plicht zich bij de politie aan te melden op straffe van
het land uitgezet te worden. Deze maatregel heeft zoo
wel in Duitschland als in Frankrijk een zeer goeden
indruk gemaakt.
ENGETANO. Uit Plymouth wordt gemeld, dat in
den nacht van den 19 te 3 uren ongeveer bij dikke
mist eene botsing plaats gehad heeft tusschen de dnitsche
galjoot Emile Hessenmuller van Hamburg en het stoorn-
stoomschip La Flandre van Rotterdamop 25 mijlen
noordwest van Startpoint. De galjoot zonk snel in de
diepte wegde bemanning werd opgenomen aan boord
van het stoomschip, dat geene schade bekwam en te 5
uren des namiddags de reis naar Nieuw-York voortzette.
Uit het verslag omtrent den toestand der spoorweg
maatschappijen over 1890 blijkt, dat het aantal reizigers
eerste en tweede klassein vergelijking van 1889, wel
iets toegenomen is maar dat de vermeerdering van het
aantal reizigers derde klasse zeer aanzienlijk was en ge
stegen is van 632.000.000 tot 724.000.000. De opbrengst
van elke klasse was, eerste klasse 38,338,000 meer
72,000, tweede klasse 31,752,000, meer ƒ708,000 en
derde klasse ƒ253,710,000, meer ƒ16,296,000 dan in 1889.
Het goederen-vervoer was 12,000,000 hooger en klom
tot 504,000,000. De exploitatiekosten waren zoowel dooi
de hoogere prijzen van steenkolen enz. als door de hoogere
loonen, een gevolg van de vele werkstakingen, meer dan
36,000,000 hooger. De zuivere verdiensten der geza
menlijke maatschappijen beliepen ongeveer 405,120,000
of ruim 2,000,000 minder het gemiddeld dividend
daalde van 4.66 tot 4,51 pet.
Het engelsche eskader bij Mitylene bestaande uit 3
oorlogsschepen en eenige andere vaartuigenliet na het
uitvoeren van oefeningen bij de turksche kust het anker
vallen in de haven van Sigriwaar de oefeningen voort
gezet werden. O. a. moesten de torpedo-booten een
denkbeeldigen vijand aanvallen. Deze oefeningen gaven
aanloiding tot het geruchtdat het eiland Sigri door de
ongelschen bezet was. Den 20 is het eskader van daar
naar Malta vertrokken. Tovens is offlciëel tegengesproken
het dezer dagen mede verspreide bericht, dat de regee
ring besloten had het koninkrijk Hawaï fn te lijven.
ERANKHIJK. De derde opvoering van Lohengrin
is den 21 vrij kalm afgeloopen. In geheel werden in en
om het gebouw slechts vijftien personen aangehouden,
waarvan enkele om de Marseillaise gevraagd hadden. De
voorstelling zelve werd met geestdrift toegejuicht.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. De oostenrijksche
en hongaarsche ministers hebben bij hunne gemeenschap
pelijke beraadslagingen beslotende oorlogsbegrooting
slechts met 6.000.000 fl. te verhoogen. Dit tegen den
zin der beide ministers van oorlog genomen besluit vindt
over het algemeen bijvaldaar gesproken was van eene
verhooging van 17.000.000 fl. De delegatiën zijn tegen
den 9 November opgeroepen.
RTSE A NO. Het Dagblad van St. Petersburg begroet
de opheffing van den pasdwang voor Elzas-Lotharingen
als eene aanduiding van de meening, welke Keizer Wil
helm toegedaan is en die van groote beteekenis moet
zijn tot geruststelling van hen die voor den vrede
vreesden.
SPANJE. Hartverscheurend zijn de berichten, welke
ontvangen worden omtrent de door de overstrooming der
Amarguillo grootendeels vernielde stad Consuegra. Nadat
een verschrikkelijke storm met stroomen regen het water
in die rivier aanzienlijk had doen stijgen waardoor de
benedenverdiepingen der woningen in die stad reeds onder
liepen, bedaarde het weder en gingen de bewoners des
avonds rustig naar bed. Des nachts stak de storm op nieuw
op en deed de rivier bij sprongen rijzen. Alles werd mede-
gesleept en weldra geraakte de stad geheel onder water.
Het eene huis voor en het andere na werd ondermijnd
en zonk weg. Op de daken der huizen zaten de menschen,
zonder dat iemand ze kon redden en bij het instorten
reden, dan dat deze naar zijne meening »loog". Hij volgde
hem als zijn schaduw had op ieder van zijn woorden
wat aan te merken, wrong de handen, sloeg zich tegen
den muur en tegen de houten ledekanten de vuisten aan
't bloedenen leed zichtbaar onder de overtuiging dat
Warlamow »loog als een kiezentrekker." Als hjj haar op
zijn hoofd had gehad, zou hij 't stellig van verdriet uit
gerukt hebben. Het had den schijnalsof hij zich ver
antwoordelijk had gesteld voor al wat Warlamow deed
en alsof al de door dezen begane verkeerdheden zijn ge
weten bezwaarden. Het vermakelijke van het geval was,
dat de gevangene maar hardnekkig volhield met geen
acht te slaan op al de drukte die Bulkin maakte.
Hij liegt 1 hij liegtEr is geen zweem van waar
gilde Bulkin.
Wat raakt dat jou antwoordden de omstanders
lachend.
Ik moet u zeggen, Alexander Petrowitsch, dat ik
indertijd een knappe jongen was en dat de meisjes allen
dol op me warenzei Warlamow opeens zonder
eenige aanleiding.
Hij liegtDaar liegt hij alweer viel Bulkin met
een diepen zucht hem in de rede. De anderen barstten
in geschater uit.
En ik zette mijn beste beentje voorik droeg een
rood hemden een wjjde broek van bombazijn ik kon
mallen met de meisjes zooveel ik verkoos en had een
leventje als een prins.
Hij liegt!" verklaarde Bulkin met klem.
Ik had toen juist van mijn vader een steenen huis
van twee verdiepingen geërfd. Nu in twee jaren tijds
heb ik het heele boeltje er door gelapt. Wat zal men
daarvan zeggen Met het geld gaat 't als met duiven,
het komt en het vliegt weer weg.
Hij liegt!" herhaalde Bulkiu met nog meer nadruk.
En toen het eenmaal zoo ver gekomen was, heb ik
een brief vol jammerklachten aan mijn familie gezonden
en om geld verzocht, 't Is nu al zeven jaren geleden,
dat ik dien brief schreef
En is er geen antwoord gekomen vroeg ik
glimlachend.
Wel neen! grinnikte hij en bracht zijn neus al
daarvan verdwenen zij in het water. Twintig fabrieken,
vier steenen bruggen, twee kloosters en 520 hnizen wer
den op die wijze geheel vernield en 300 huizen moeten
gesloopt worden. Een vijftigtal huizen bleven ongedeerd.
De burgemeester berekent het aantal omgekomenen op
3000. Uit één huis werden 27 lijken gedragen. In een
der openbare gebouwen, waar een bruiloftsfeest gevierd
werd, vond men 60 lijken. Daar in die stad juist eene
groote veemarkt gehouden zou worden, verdronken ook
tal van beesten. Het weghalen en begraven der lijken
vorderde buitengewone inspanning door den ondrage-
lijken stank, dien zij verspreidden. De werklieden wei
gerden soms om die reden den arbeid voort te zetten.
Ook in andere gedeelten des lands, vooral in Arragon
en Castilie, hebben zware onweders, vergezeld van hevige
slagregens, groote schade veroorzaakt. Hnizen werden
vernieldde oogst en wijngaarden verwoest en overal
worden, nu het water langzamerhand wegvloeit, op de
velden lijken van menschen gevonden, die door het water
overvallen zijn. Het verdronken vee wordt verbrand en
begraven door soldaten; te Consuegra had men alleen daar
voor 500 kan petroleum noodig. Van alle zijden vloeien
giften toe om in den Dood te voorzien. Vooral worden de
Franciskaner monniken geroemd wegens hunne ijverige
pogingenom de van woning en voedsel beroofden te
helpen. Een engelschman, Arthur Heeren bevriend met
den minister-presideut, schonk 150.000. De Koningin
liet hem daarvoor haren dank betuigen.
ZUID-AIHERIKA. Blijkens de later ontvangen
berichten heeft de gewezen dictator van ChiliBalma-
ceda, van af den 2 in het huis van den gezant der Ar-
gentijnsche republiek te Santiago doorgebracht, zonder
dat de huisgenooten van den gezant er iets van bemerk
ten. De gezant zelf bracht hem zijn middagmaal en de
bladen waardoor hij op de hoogte van den staatkundigen
toestand bleef. Den 19, des morgens 8 uron, werd het
schot gehoord, waarmede hij zich van het leven beroofde,
toen de groote volksfeesten, die ter eere van zijn verdrij
ven gevierd werden, reeds aangevangen waren. Zoodra
het bekend werd dat sommige tegenstanders het lijk
wilden opeischen liet de regeering het huis tegen moge
lijke aanvallen bewaken.
Tweede Kamer.
Zitting van den 22.
De beraadslaging over de algemeene strekking
van het adres van antwoord leverde na het reeds ver
melde niet veel belangrijks meer op. Alleen vroeg de
heer van Kerkwijk inlichtingen over de oplossing
der ministerieele crisis, daarbij afkeurende de vertraging
daarvan, naar aanleiding van het bezoek van den duit-
schen keizer. Dat was in strijd met de grondwettelijke
beginselen en had nog geleid tot het nemen van ge
wichtige regeeringsmaatregelen door het ontslag inge
diend hebbende ministerie. Wij waren niet meer gewoon
aan zulke langdurige crisis, omdat de koning steeds zijne
grondwettelijke plichten betrachtte en zijne staatkundige
raadgevers raadpleegde en daarnaar handelde. Deze goede,
oude weg was door H.M. de Regentes niet bewandeld.
Hij vroeg inlichtingen.
De minister van Tienhoven schroomde niet voor
zijne verantwoordelijkheidmaar zij dagteekende eerst
van 26 Juliden 27 Juli was de opdracht in zijne handen
gekomen. Den 16 Aug. hadden de ministers zich bereid
verklaard het Kabinet te vormen en den 17 was do voor
dracht ingezonden. Maar hjj kwam er tegen op om hier
de handelingen der Kroon ter sprake te brengen buiten
verantwoordelijkheid van het Kabinet. Hoe weet de heer
van Kerkwijk wie al of niet geraadpleegd zijn door de
Kroon Wellicht zou hij, bij nadere informatie, kunnen
te weten komen of niet geraadpleegd zijn de mannen,
op wier advies hij prijs stelt. Hoe dat zij, hij kwam op
tegen de onderstellingen omtrent persoonlijke daden van
de Kroon.
De heer van Kerkwijk zeide, positief te weten
diehter bij mijn aangezicht. Hoor eensAlexander
Petrowitsch
- Wat wou je eigenlijk van me vroeg ik hem, want
ik verlangde van hem ontslagen te raken.
Hij zweeg, keek me aan, zette zijn mond in de plooi
en zei zoetsappig
Zou u me voor deze gelegenheid niet aan een half
maatje brandewijn willen helpen Ik hob den heelen
dag nog niets anders gedronken dan thee", voegde hij er
op minzamen toon aan toe, onder het aaunemen van het
geld dat ik hem gaf, »on, weet u die thee zal me nog
aamborstig makenook heb ik zoo'n gerommel in
mijn lijf!
Toen hij het hom toegestoken geld aannam, overschreed
Bulkin's wanhoop alle grenzen hij zwaaide met de ar-
mon als een bezetene.
Beste menschen riep hij den verbaasden omstan
ders toe, >hij liegt! Al wat hij zegt is niets dan leugen.
Wat kan dat jou schelen riepen de gevangenen
hem toe; »je lijkt wel gek
Ik zal niet dulden, dat hij liegt," vervolgde Bulkin
met rollende oogen en sloeg daarbij uit alle macht tegen
de planken, »ik wil niet dat hij liegt!
Iedereen lachte. Warlamow groette mij beleefd en
spoedde zich onder het maken van allerlei zotte gebaren
naar den draukverkooper. Eerst nu merkte hij Bulkin op.
Kom mee zei hij tot hem terwijl hij op den
drempel der kazerne stil bleef staan, alsof hjj het ventje
onmogelijk kon missen bij de uitvoering van een of
ander plan.
Malle knoestvoegde hij er met minachting bij
terwijl hij Bulkin voor zich uit liet gaan. Hij begon nu
opnieuw zijn balalaika te mishandelen.
Doch waartoe al dien dronkemansboel beschreven De
drukkende dag raakt eindelijk voorbij. De gevangenen
rallen op hun britsen in een onrustigen slaap, waarin ze
dien nacht veel meer wartaal uitslaan dan anders. Hier
en daar ziet men nog kaartspelen. Het zoo ongeduldig
en lang verwachte feest is vervlogen. Morgen alweer de
dagelijksche arbeid, alweer dat gedwongen werk
Wordt vervolgd).
dat de voorzitters der Kamers niet geraadpleegd waren.
De algemeene beraadslaging werd gesloten en de alge
meene strekking goedgekeurd.
1 werd goedgekeurd.
2. Voor de gedane mededeelingen betuigen wij Uwe
Majesteit onzen eerbiedigen dank."
De heer Bahlmann is van oordeel, dat de troon
rede de geheele waarheid niet volkomen huldigt, waar
zij wijst op den vooruitgang van handel en scheepvaart.
De feiten bewijzen het tegendeel. Alleen de termijnhan-
del gaat vooruit. Ook de fabrieksnijverheid gaat niet
vooruit; zij verkeert op verschillende punten des lands
in ongunstigen toestand. De uitkomsten zijn dan ook vol
strekt niet bevredigend. Vele fabriekanten kunnen niet
meer dan 3 of 4 pet. maken. Hoe kon de regeering zich
dan zoo optimistisch uitlaten 1
De minister van waterstaat zegt, dat de regee
ring, de statistieke gegevens raadplegende, vooral het oog
had op de uitkomsten in de groote koopsteden des lands,
ook blijkens de verslagen van de Kamers van Koophandel.
Ook de verslagen uit de kleinere fabrioks- en handels
steden luiden gunstig over den vooruitgang der volks
nijverheid. Nu zijn er wel schaduwzijdenmaar men
moet de toestanden in het algemeen nemen.
De heer Bahlmann antwoordde, dat onze statistiek
grondige hervorming eischteerst daarna zal men de
eigenlijke waarheid leeren kennen. De verslagen van de
Kamers van Koophandel te Amsterdam en Rotterdam
zijn niet afdoende als organen van den niet-otficieelen
handel. Maar bovendien blijkt uit het verslag van Am
sterdam, dat de handel de fabriek van stoomwerktuigen
niet heeft kunnen in stand houden.
2 werd goedgekeurd.
3 (hervorming in wetgeving en staatsbestuurkies
recht.)
De heer H a r t o g h gaf aan deze paragraaf de be
teekenis, dat de regeeringwanneer zij aan hervormin
gen denkt, het eerst het kiesrecht op den voorgrond stelt
en dat de commissie die hoofdgedachte heeft willen terug
geven. Is het ook niet de bedoeling der regeering de
zaak van het kiesrecht voor te bereiden en daarna zoo
spoedig mogelijk met een wetsontwerp te komen Hij
vraagt dit om te doen constateeren van de ministers
tafel, dat de bekende verklaringen van den heer Tak
door de regeering gedeeld worden.
De heer Schimmelpenninck v. d. Oye con
stateerde zijnerzijds, dat naast het kiesrecht het belang
der defensie evenzeer op den voorgrond behoort te staan,
omdat ook dit vraagstuk de grondwets-herziening be-
heerschte. Hij stelt daarom als amendement voor, in den
laatsten regel van deze paragraaf ook speciaal het krijgs
wezen te vermelden. Hij betreurde zeer de intrekking
der legerwet, erkennende het moeilijke van de positie,
maar verwachtte van de kracht van initiatief van den
minister van oorlog eene spoedige voldoening aan den
drang tot legerhervorming.
De heer V e e g e n s acht het op den weg van het
kabinet speciaal gelegen om het kiesrecht te regelen
vooreerst omdat bij de behandeling der Stedenwet deze
van liberale zijde werd bestreden, daar zij de kiesrecht
regeling zou tegenhouden ten tweede om de gebreken
in ons kiesstelsel, nog pas gebleken uit de groote in
krimping van het aantal kiezers in sommige districten.
De regeering is dus verplicht zoo spoedig mogelijk
eene regeling van het kiesrecht voor te dragendoch
inmiddels behoeven andere zaken niet stil te staan. Maar
met de negatieve strekking, door den heer De Beaufort
bij de algemeene strekking aan de paragraaf gegeven
kan hij zich niet vereenigon. Door zijn woord scheen
hij de eigenlijke gedachte te verbergenals wij van
een onzer voornaamste plichten spreken, dan mogen wij
het kiesrecht niet verder op den achtergrond schuiven
dan de bedoeling der regeering is. Hij gaf dan ook aan
de paragraaf de gedachte dat wij de regeling van het
kiesrecht als onze hoofdtaak beschouwen, zonder achter
stelling van andere wetsontwerpen.
De heer de Beaufort zeide, dat de commissie een
stemmig aanraadde het amendement van der Oye niet aan
te nemen. Reeds de redactie maakte dat onmogelijk, om
dat defensie en kiesrecht daarbij in één verband werden
genoemd.
De minister van binnen 1. zaken verklaarde
aan den heer Hartoghdat de betrekkelijke zinsnede
in de troonrede niets anders bevatte dan de uitdrukking
zijner als Kamerlid uitgesproken meening. Het vooraf
gaand onderzoek werd krachtig voortgezet, en zoodra het
wetsontwerp gereed was, zou het worden ingediend.
Den 23 werd de beraadslaging voortgezet.
De heer K e r d ij k had voor zich in deze paragraaf
met meer nadruk de gedachte willen uitspreken, die er
thans uit spreekt. Het teit, dat de Kamer in haar antwoord
alleen het kiesrecht noemt, heeft stellig niet de beteekenis,
dat het 't eenige of voornaamste werk is, dat de Kamer doen
moet. De beteekenis is, dat de kiesrechtregeling behoort tot
stand te komen met den meest mogelijken spoed, met zoo-
danigen spoed, dat het werk niet de sporen van overhaas
ting draagtmaar met dien spoeddie vereenigbaar is
met het verkrijgen van deugdelijk werk. Na do ver
klaring des ministers, welke hem verheugde, vertrouwt
hij, dat nu het voorstel nog voor het einde der zitting
zal worden ingediend. Hij acht het amendement onaan
nemelijk. Hij wil den arbeid van dit kabinet niet be
perken tot administreeren. Gaarne zal hij zijne voorstellen
afwachten, opdat de natie wete, wat het wil, maar eene
staatkundige fout ware het, indien het op twee gedachten
ging hinken hetgeen geene innerlijke kracht zou ver
raden.
De heer van Alphen raadt intrekking van het
amendement aan dat hij bestrijdtomdat daarnit afge
leid zou kunnen worden, dat de Kamer de regeling der
defensie niet tot de eerste plichten rekende en hij de
legerwet niet vóór de kieswet zou willen zetten.
De heer van de r*R a a y hecht alle belang aan de
kiesrechtregeling en begrijpt, dat ze in het adres wordt
genoemd. Maar waar in de troonrede ook nadrukkelijk
is gewezen op belastinghervorming en leerplichtdaar
meent hij dat deze regeering wil doen wat haar hand
vindt om te doen en dat dus onjuist is de opvatting
van den heer van Houten dat men in afwachting van
het kiesrecht enkele vruchtjes, die rijp zijn, wil plukken.
Men moet den nadruk leggen op de tweede zinsnede der
paragraafde bereidverklaring om krachtig mede te
werken tot de noodzakelijke hervormingen, en dan is de