Postdienstregeling. UIT SIBERIË. No. 117. Drie en Negentigste Jaargang. 1891. WOENSDAG 30 SEPTEMBER. Officieel Gedeelte. SC II O UW. Woensdag 14 October 1891 Onbestelbare ürieven Een avond met Sequah. FEUILLETON. Bij dit Nr. wordt aan onze abonné's in de stad de dienstregeling van het Postkan toor alhier verzonden, aanvangende 1 Oc tober, welke aan onze abonné's buiten de stad op verlangen gratis wordt toegezonden. Overigens is zij voor niet-geabonneerden a 10 cents verkrijgbaar. \LkNV\IIM IM' COIIRWr Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80 franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,06. Prijs der gewone Advertentlën: Per regel ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer 3 BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen, onder herinnering aan de verplichtingen aan eigenaren of gebruikers vau slooten opgelegd bij de algemeene politie-verordening van 3 April 1889 dat door den opzichter over den hout en de plantsoenen op zal worden gehouden de jaarlijksche schouw over de vaarten en slooten in die gemeente. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. Maclaine Pont. 29 September 1891. De Secretaris, Nuhout van der Veen. verzondeu in de le helft van September 1891 G. Kok, Amsterdam; K. Brakenhoff, idem; G. van der Oort, Zijpe Wed. W. Dekker, B e 1 g i e Godin Luik. Van onzen amsterdamschen correspondent Amsterdam verkeert tegenwoordig in de Seqnah-periode. Is de paljasachtige Charles Davenport een geroutineerde kwakzalver of ligt er aan zijn zonderling optreden iets degelijkers ten grondslag ziedaar het vraagstuk van den dag. Aanvankelijk door schier allen met wantrouwen en weerzin begroet, ziet Sequah, hoe meer bij optreedt, de schare zijner aanhangers hoe langer hoe grooter wor den. Uitmuntende reclame is voor hem gemaakt door de Vereeniging tegen de Kwakzalverij die door een extra-nummer van haar maandblad en allerlei strooibil jetten het volk de oogen heeft willen openenmaar daarmee juist het tegenovergestelde bereikt heeft. Want het volk zegtin het bestuur van die vereeniging zitten twee apothekers en twee doctoren, die niet onbevooroor deeld knnnen zijn en in ieder geval even hard bun eigen bfjangen als die van het volk bepleiten. Bovendien zijn die heeren niet consequent. Heet het in hunne strooi biljetten, dat Sequah niemand geneest, in bet genoemde (31) DOOK I. n. DOSTOJEWSkf. XI. DE TOONEELVOORSTELLING. Op den derden dag der feesten had 's avonds onze toonoelvoorstelling plaats. Er was heel wat te doen geweest om den boel in orde te brengenmaar de acteurs hadden alle moeite op zich genomenzelfs wisten de andere gevangenen niet eens waar het tooneel opgeslagen en evenmin wat er gespeeld zou worden. Ge durende de laatste drie dagen deden de tooneelspelers onder het naar hun werk gaan al hnn best om zooveel mogelijk kostumes bijeen te krijgen. Telkens als ik Bak- luschin ontmoette, liet hij van pleizier zijn vingers klappen, maar hij vertelde me niets. Ik geloof dat de majoor in een goede bui was. Wij wisten er overigens niets van, of hij de lucht gekregen had van de ophanden voorstelling, of hij er zijn toestemming aan gegeven had, dan of hij besloten was te zwijgen en de oogen te sluiten om het genoegen der gevangenen niet te bederven mits alles maar ordelijk toeging. Ik geloof dat hij van de voorstel ling had hooren pratenmaar er zich opzettelijk niet mee bemoeide, omdat hij begreep hoe misschien alles in de war zou loopen, als hij ze verbood. De soldaten zouden oproerig worden of zich bedrinken, en dus was 't maar heter dat ze zich met het een of ander bezig hielden. Ik vermoed dat de majoor zoo geredeneerd heeft, omdat dit het meest natuurlijk is. Men kan zelfs beweren, dat, als de gevangenen tijdens de feesten niet hnn tooneel- vooratelling of iets van dien aard gehad haddenhet bestuur een of andere afleiding zou hebben moeten be zorgen. Maar daar onze majoor altijd in de contramine extra-nummer staat woordelijk: «Wij stellen voorop, dat ook wij gelooven dat in enkele gevallen na de behande ling genezing is gevolgd. Een eerste oorzaak van ge nezing zoeken wij in het niet te loochenen feitdat het vertrouwen, gesteld in een of andere geneesmethode of geneesmiddel, dikwijls een groot deel aan de genezing heeft, doch ook daar, waar het vertrouwen niet zóó groot is, is genezing door Sequah of zijne middelen geenszins buitengesloten. De ondervinding leertdat sommige zenuwaandoeningen (door velen ten onrechte met den naam van rheumatiek bestempeld) en ook wel spier- rheumatisme in lichten graad menigmaal door enkel massage of inwrijving met prikkelende middelen worden genezen. Voor die genezing heeft men wel is waar Sequah en zijne wondermiddelen niet noodig, ieder ge neesheer zou hier veel goedkooper hulp verschaffen, maar wat is het geval De raad van den geneesheer wordt zoo dikwijls verwaarloosd, waar men zich stipt houdt aan de voorschriften van den kwakzalver. Is het te verwonderen, dat juist in het laatste geval genezing volgt En wat ten slotte de samenstelling van Seqnah's olie betreft, de medici zeggen altijd zelf dat 't den leekon niet aangaat, wat hun wordt voorgeschreven, zoodat men het volk dan nu ook al kan hooren zingen De wijze Zegers Veeckens Zegt: «Olie en terpentijn", Maar waarom schrijven dokters dan Recepten in 't latijn Hoera, hoera, hoera voor Sequah Met groote moeite heb ik mij zaterdagavond een plaatsje weten te veroveren onder de drommen van menschen, die getuigen waren van het geschetter van Sequah over zijn wonderdadige olie. Wilt ge hooren, hoe hij deze be schrijft Het is de koning der zalvenpijndooders en vlugge verzachters. Werkt met electrische snelheid en is voor eeuwen gebruikt geworden door de Apaches, Che- rokees, Sioux en andere stammen noord-amerikaansche indianen. Is tezamengesteld uit vischoliën, grond stoffelijke olie, bruin vischoliën en andere bestanddeelen, en is de beste van alle uitwendige toepassingen. Deze toebereiding heeft een wereldwijdschen goeden naam ver worven waar ook zij ingevoerd geworden is, voor pijnen in de zijden, de rug of de lenden, wintervoeten, verstui kingen, kneuzingen, zwellingen der klieren of spieren en te zamen genomen met de prairie-bloem is gewaarborgd te genezen. Geen huisgezin moest zonder deze merkwaar dige toebereiding blijven. Dit geneesmiddel is niet alleen een groote gave aan het lijdend menschdom, maar is van zeer groote waarde in gevallen van dierenziekte." Zater dagavond was Seqnah een oogenblik uit zijn humeur. Hij had een ongeteekenden brief ontvangen, waarin hem allerlei harde verwijten naar het hoofd waren geslingerd. Dat was toch verschrikkelijk voor iemand, die zoo uit sluitend het heil der menschheid beoogdeHonderd gnl- Hoe ontnuchterend, niet waar, dat die zonen der prairieën, voor ons het toonbeeld van forschheid en gehardheid, zoo verschrikkelijk aan rheumatiek blij ken te lijden was, neem ik een groote verantwoordelijkheid op mij met te beweren dat hij kennis droeg van ons plau en het goedkeurde. Een man als hij moest altijd iemand ver pletteren of verstikken, iets wegnemen, een recht opheffen, in één woord zich overal doen gelden. Als zoodanig stond hij in de geheele stad bekend. Het was hem volkomen onverschillig of al die dwang verzet uitlokte. Daarvoor had men immers straffen; tegenover die schurken van gevan genen moest men onverbiddelijk streng te werk gaan en de wet strikt opvolgen ziedaar alles. Znlke onbekwame uitvoerders der wet, begrijpen volstrekt niet, dat het toe passen eener wet zonder er den geest van te vatten, alle recht tot onrecht maakt. »De wet zegt het, wat wilt gij moer Zij verbazen er zich zelfs over, dat men van hen, behalve uitvoering der wet, ook gezond ver stand verlangt. Deze eisch schijnt hnn hoogst onbillijk. Hoe het zij, de sergeant-majoor verzette zich niet tegen de toebereidselen voor het komediespel, en dat was den gevangenen voldoende. Ik kan naar waarheid getuigen, dat zoo er gedurende al de feestdagen geen vergrijpen van belang plaats hadden, geen bloedige gevechten, geen dief stal, zulks toegeschreven moet worden aan de vergunning tot het regelen der tooneclvoorstelling. Met eigen oogen heb ik gezien hoe de gevangenen kameraden, die te veel gedronken hadden en twist zochten, tot kalmte brachten, onder voorgeven dat men anders de tooneelvoorstelling zou verbieden. De onderofficier liet allen op hun woord van eer beloven, dat ze zich behoorlijk zonden gedragen en alles rustig zoo afloopen. Met blijdschap deden zij die belofte eu hielden er zich stipt aanzij voelden zich gevleid, dat men nog hechtte aan hun woord van eer. Voegen wij er bij, dat de voorstelling niets, volstrekt niets kostte aan het bestuur. De plaatsen waren niet vooraf aangewezen, want het heele tooneel was in minder dan een kwartier op te slaan en weer af te breken. De voor- stelliug moest anderhalf uur duren, en voor het geval dat er plotseling bevel tot staking mocht komen, zonden de decoraties in een oogwenk verdwenen zijn. Da kostn nes werden geborgen in de kisten der gevangenen. Om te beginnen zal ik mededeelen hoe ons tooneel ingericht was, den wilde hij aan de armen geven, als die briefschrijver, die zich waarschijnlijk wel onder het publiek zou bevin den, op de tribune wilde komen. Royaal gepresenteerd, maar natuurlijk stond niemand op. Voorondersteld, dat het verhaal van dien brief niet verzonnen was, dan zou de samensteller daarvan zich wel wachten om zich bekend te maken te midden van eeneSRrergadering, waar Sequah als op de handen werd gedragen. Want dat doet een deel van het amsterdamsche volk. Niets laat de wonder dokter dan ook onbeproefd om zich populariteit te ver werven. Onbemiddelden, zoo beweert hij, neemt hij gratis in behandeling, aan de uitspraak van het volk hecht hij grooter waarde dan aan die van doctoren (geen wonder en de groote sommen, die de Seqnah-maatschappij voor de reclame tot zijne beschikking stelt, strooit hij met kwistige hand rond onder de vertegenwoordigers der volksklasse. Zaterdagavond zag ik nog weer een aardig staaltje van 's mans vleien der volksmeening. Toen had hij zijn wonderdadig middel toegepast op een arm burger mannetje, dat in enkele minuten van zijn rheumatiek werd verlost, terwijl doctoren hem hadden opgegeven althans volgens Sequah. Daarvan moest de genezeue ge tuigenis afleggen voor het publiek. Maar onze in een blauwen kiel gestoken ex-patiënt was nog nooit in het openbaar opgetreden. «Geachte burgers van Rotterdam", begint hij en dadelijk gaat een aanstekelijk gelach op. Sequah zit zich te verbijten. «Geachte burgers van Am sterdam bedoel ik," herneemt de blanwkiel, «ik ben geen kwakzalverij, ik verklaar bij dezen, geen kwakzal verij te zijn Schaterend gelach belet hem voort te gaan. Nu vliegt Seqnah op met een sprong, die een acro baat eer zon aangedaan hebben en schreeuwt de menigte toe, dat de meer ontwikkelden zich behoorden te schamen om dezen eenvoudige van geest uit te lachen. Met dave rend applaus wordt dat beloond en het publiek laat verder den man ongemoeid verklaren, dat hij geen kwak zalverij is enz. Weet men nu daarbij, hoe de geringen in Amsterdam maar al te vaak door hunne »bos-doctoren" behandeld worden, hoe er zelfs geneeskundigen en apo thekers zijn, die hunne bus-patiënten als »bos-duvels" tituleeren, dan wordt het nog begrijpelijker, dat het volk gaat dwepen met een man, die hen in al hnn waarde erkent, zoodat zij dan ook met luidruchtige vroolijkheid den wonderdocter toezingen Gij jaagt op 't lijf der dokterskliek Een welverdienden schrik. De vilders van het arme volk Zij vreezen Seqnah met zijn tolk. Dat Sequah een tolk bij zich heeft, is voor de dichters een ware uitkomst, want op volk zijn zoo heel weinig rijmwoorden. De tolk is echter een mijnheer, waarvoor de patiënten te betalen hebben. Trouwens, op betalen is natuurlijk ten slotte al het marktgeschreeuw van Seqnah aangelegd. Zijn fleschje olie kost 1,25 en minstens een tiental acht hij voor genezing noodig. Niettemin nemen velen daartoe hnn toevlucht, sommigen in het vaste ver trouwen op beterschap, anderen met de aan wanhoop grenzende opmerking, dat, als 't niet baat, het ook niet schaadt en 't licht te probeeren is. hoe het met de kostumes en met het programma stond. Eigenlijk was er geen geschreven programmadaarvoor zorgde men eerst bij de tweede en de derde voorstelling. Bakluschin stelde het op voor de heeren officieren en andere hoogere bezoekers, die ons spel wel met hun tegenwoordigheid wilden vereeren namelijkde officier van den wacht, die éénmaal kwam, vervolgens de officier van dienstdie het bevel had over de patrouilleon eindelijk een genie-officier. Ter eere van die hooge be zoekers werd een programma geschreven. Men veronderstelde, dat de roep over ons theater zich ver buiten de vestingwerken en zelfs in de stad zou ver breiden, te meer daar er te N. geen schouwburg was enkel voorstellingen van liefhebbers en anders niet. De gevangenen genoten als echte kinderen van de geringste blijken van goedkeuring en maakten zich allerlei hersen schimmen. «Wie weet zoo dachten ze of niet onze chefs er van hooren en komen zien; dan zonden ze eerst weten wat de gevangenen in hnn mars hebben want het is geen voorstelling gegeven door soldaten, met drij vende schuitjes, met beren en bokken, maar wel degelijk door acteurs, echte tooneelspelers, die met voor heeren geschreven stukken optreden in de heele stad is zulk een schouwburg niet te vinden Generaal Abrokimow heeft, naar men zegt, bij zich aan huis een tooneelvoorstelling gehad, en het is best mogelijk, dat ze ons daar met hnn kostnmes de loef afstaken, maar in de voordracht, dat staat nog te bezien De gouverneur zal er ook wel van hooren, en wie weet, of hij zelf niet komt." Kortom, vooral na het eerste succes begonnen de ge vangenen zichzelven wijs te maken, dat er belooningen zouden uitgereikt of hun straftijd verminderd zon worden, en een oogenblik later lachten ze weer hartelijk om hun dwaze inbeeldingen. Kinderen waren het, volslagen kin deren in weerwil van hun veertig jaren. Al was er geen programma toch was ik tamelijk goed op de hoogte van wat er opgevoerd zou worden. Het eerste stak heette «Ptiilatka en Mirosba of de mededingers." Bakluschin blafte al meer dan een week te voren tegen mij dat hij de rol van Philatka zóó zou spelen dat men 't hem zelfs op het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 1