Buit en land. Binnenland. 337ste STAATSLOTERIJ. De genezingen op de tribune lokken uit den aard der zaak stormachtige toejuichingen uit. Komt de patiënt dan te voorschijn van achter het gordijn, dat de behan deling aan de oogen van het publiek onttrokken heeft, dan blaast Sequah's orkest zijn schelste tonen en geeft de ex-lijder door dansende bokkesprongen te kennen dat de kwaal, die tot hiertoe zijne leden als aan elkaD- der schroefde, geheel geweken is. Een ongeloovige zou dan zelfs overtuigd worden, als hij maar niet had hooren mompelen, dat sommigen de rheumatiek-lijders, die de tribune komen opstrompelen eenige dagen te voren vroolijk en wel langs den weg hebben zien wandelen. Als 't naar klokke negen gaat, wordt de gaskraan halverwege dichtgedaan wel de duidelijkste wenk voor het publiek om «Het Park" te verlaten. Velen wachten echter nog enkele oogenblikken, want buiten staat een keurige landauer met twee vurige, zwarte paardjes de equipage van den wonderdokter. En als Sequah daarin plaats neemt, dan gaat een daverend gejuich onder de menigte op, om er een vorst jaloersch op te doen worden. Nog is 't niet zoo ver gekomen, dat het volk de paarden van den wagen spant en deze in dolle vreugde voorttrekt, maar men kan niet weten, wat de volgende weken ons nog brengen kunnen. Op de terugwandeling mijmerende over het geziene kon ik niet tot eenige conclusie komen. Is Sequah's reclame een verguldsel, dat dient om iets goeds in een des te helderder daglicht te plaatsen of is de kern slechts bedrog en leugen Enkele patiënten moeten werkelijk baat gevonden hebben bij dezen «Koning der vlugge ver- zachters" en als anderen daardoor teleurgesteld zijn ge worden, dan gebiedt de onpartijdigheid toch ook om te bedenken dat de doctoren al evenmin universeele ge- nezenden zijnzonder dat men hen daarom onder de kwakzalvers mag rangschikken. Zoo ziet men dus wel, dat Sequah vooreerst nog niet geschrapt zal worden van het lijstje der amsterdamsche vraagstukken van den dag. Dl'ITiCIIIiVVU. De tarwe-oogst in Pruisen in 1891 wordt officieël geraamd op 181/2 millioen dubbele centenaars (100 P.), 1 millioen meer; de rogge oogst op 461/2 millioen centenaars, d. i. 31 /2 millioen minder dan in 1890. De Rijkskanselier von Caprivi verklaarde den 27, in antwoord op de welkomstrede van den burgemeester van Osnabrück in het stadshuis, dat de vrees voor het behoud van den vrede ongegrond is. Geen der regeerende Vor sten weuschte den vrede te verstoren en een enropeeschen oorlog te doen ontstaan. Ook de toenadering der ver schillende statendie in den laatsten tijd plaats heeft gegrepen geeft geen grond voor deze vrees daar deze toenadering slechts de uitdrukking en het gevolg is van reeds bestaande verhoudingen. Voor zoover hij nu den toestand overzien kon, dacht hij dat geen der europeesche regeeringen een oorlog zou willen waarvan de rampen die van alle vroegere oorlogen zouden overtreffen. Ten slotte verklaarde hij dat ook de binnenlandsche aangelegenheden, waarmede de Keizer zich bezig hield, tot eene bevredigende oplossing zouden komen hoewel misschien eerst na tientallen van jaren. Den 27 des avonds woonde hij een feestje bij, hem aangeboden door de officieren van het regiment dat voorheen onder zijn commando had gestaan. De kanselier wijdde een dronk aan den Keizer, waarin hij herinnerde aan Scharn horst, die den grondslag legde tot den algemeenen dienstplicht. Het denken en streven des Keizers was alleen gericht op de bevordering van de welvaart des lands en het behoud van den vrede. Op het oogonblik was er niet de minste reden om aan het behoud des vredes te twijfelen. Geen wolk ver duisterde den staatkundigen gezichtseinder. BmiGARIJE. De diplomatieke agenten van Enge land, Oostenrijk en Italië hebben van hunne regeeringen de opdracht ontvangenvoortaan minder terughoudend te zijn in hunne betrekkingen tot prins Ferdinand. De regeering ontving uit Konstantinopel eene nota waarin de turksche regeering aan Bulgarije het recht betwist om munt te slaan. Ill'SI. VXD. Prinses Alexandrade gemalin van den russischen grootvorst Paul, 21 jaren ouddochter Petersburgsche tooneel niet verbeteren zou. Als hij met een gewichtig gezicht rondliep en soms op theatralen toon eenige brokstukken van zijn rol opsneed barstten allen in lachen uitonverschillig of het gezegde iets treurigs of iets vroolijks was. Iedereen deed zijn best om onver schilligheid en minachting voor het tooneel te toonen. Eerst op het laatste oogenblik eerst op den dag zelf dei- voorstelling, begon blijkbaar ieder er belang in te stellen wat de kameraden voor den- dag zouden brengen. Men vroeg elkaar af wat de majoor er van dacht. Zou de vertooning evengoed uitvallen als twee jaar geleden enz. enz. Bakluschin verzekerde mij, dat alle acteurs uitstekend in hun rol waren en dat er ook een scherm zou wezen Sirotkin zou de rol van Miroska vervullen. Je zult eens zien hoe goed die vrouwenkleeren hem staan, zei hij met een knipoogje en liet zijn tong tegen zijn verhemelte klap pen. Het tweede stuk, dat gespeeld zou worden, droeg den titel«Kedril de gulzigaard." Die titel maakte mij erg nieuwsgierig, maar wat ik ook vroeg, ik kon er niets naders van te weten komen. Het eenige wat ik vernam was dat het stuk niet gedrukt was, maar enkel in handschrift bestond en dat men het gekregen had van een gewezen onderofficier, die er zelf vroeger in meegespeeld had. Ver der werd me nog verteld, dat er duivels op het tooneel zouden komen om Kedril weg te slepen naar de hel. Tot slot der voorstelling zou een «pantomime met muziek' gegeven worden. Dat alles beloofde heel wat. De tooneel- spelers waren vijftien in getal, allen flinke levendige kerels. Zij maakten veel drukte, repeteerden herhaaldelijk ergens achter de kazernes, en waren met alles even geheimzinnig. Kortom, zij wilden ons verrassen met iets buitengewoons. Op werkdagen werden de kazernes al vroeg in den avond gesloten, maar voor het Kerstfeest werd een uitzondering gemaaktdan gebeurde dat eerst om negen uureen gunstin het bijzonder met het oog op de tooneelvoor- stelling verleend. Gedurende al de feestdagen ging iederen avond een deputatie den officier van de wacht heel nederig verzoeken de voorstelling te willen toestaan en de gevan- van Koning George van Griekenland, is te Moskou in den nacht van den 24 op den 25 overleden. Acht dagen vroeger was zij van een zoon bevallen. Tengevolge van dit overlijden vertrokken de Keizer en de Keizerin van Rusland die nog steeds te Kopenhagen vertoefden on middellijk naar Moskou over Berlijn, waar Keizer Wilhelm niet tegenwoordig was. De russische 'Keizer had te Berlijn verzocht, zijne doorreis, een gevolg van het sterf geval, te beschouwen als eene zaak van zuiver particulieren aard. Van elke officieele ontvangst kon dus worden af gezien. Den 25 des avonds te ruim half tien kwam de trein, waarin de Keizer en zijne gemalin zich bevonden, te Berlijn op het stationsterrein aan, waar prins Leopold met zijne gemalin en de generaals Hahnke Wittich en Schlieffen tot ontvangst aanwezig waren. De Keizer die in burgerkleeding was, begaf zich met zijne gemalin en de voor de ontvangst aanwezige personen naar de wachtkamer, voor vorstelijke personen bestemd en gebruikte daar het avondmaal. Te ruim half elf werd de reis per extra-trein voortgezet. Grootvorst Wladimir die met zijne gemalin te San Sebastian verbleef, is over Parijs naar Moskou vertrok ken om de begrafenis van prinses Alexandra bij te wonen. Te Parijs heeft grootvorst Alexis zich bij hen aangesloten. Tweede Kamer. Provinciale belastingen. Ingekomen zijn de wetsontwerpen tot bekrachtiging van provinciale belastingen voor 1892. Het te heffen aantal opcenten is voor alle provinciën, behalve Friesland en Drentegelijk aan 1891. In die provinciën is het getal opcenten op de grondbelasting resp. met 4 en 2 en dat der opcenten op het personeel met 2 en 1 ver minderd. De regeering heeft op nieuw onveranderd inge diend de wetsontwerpen op het faillissement en de sur séance van betalingtot verhooging en wijziging van hoofdstuk VIII der staatsbegrooting voor 1890tot nadere beschikbaarstelling van gelden wegens door het departement van oorlog gedane verstrekkingen over de dienstjaren 1890 en 1891de onteigeningswet voor Arnhem (Klarendal) en het grensverdrag met Engeland over Borneo. Vestlngbcgrooting 1893. Deze begrooting bedraagt 1,345,000 waarvoor 1,300,000 op de begrooting van oorlog is uitgetrokken en het overige uit het batig slot van den dienst 1891 en uit vrijvallende baten zal worden gedekt. In afwachting van den afloop der schietproeven tegen bomvrije dekkingen te Schoort zijn voor de stelling van Amsterdam op deze begrooting in hoofdzaak alleen gelden gebracht voor de voortzetting van de verschil lende aldaar onderhanden werken. Voor de overige liniën en stellingen zijn verder alleen bedragen opgenomen voor verbeteringen van ondergeschikt belang waaronder voor de stelling van het Hollandsch Diep en het Volkerak een post voor het maken van opstellingen voor de afstand metingen. In de stelling van Amsterdam wordt voor het fort in de Zuiderzee aan het Pampus 286,800 aangevraagd en voor de gezamenlijke kosten 1,842,040, zijnde ƒ38,770 meer dan bij de vorige begrootingen geraamd werd. Bovendien zal later nog geld noodig zijn voor de afdek king van het glacis van het fortwaaromtrent niet eerder kan worden beslist dan na afloop der schiet proeven bij Schoorl. Voorts is 7570 uitgetrokken als bijdrage aan de Exploitatie-Maatschappij in de kosten van den aanleg eener bewaarplaats van steenkolen op het stations-empla cement te Amsterdam. Daardoor zal voor een gedeelte worden tegemoet gekomen in de behoefte aan steenkolen in de hoofdstad voor het geval van mobilisatie aldaar voor verschillende doeleinden bestaande. In de stelling van de monden der Maas en van het Haringvliet zal worden aangelegd een tweetal zanddepöts ter plaatse waarin tijd van oorlogtusschenbatterijen moeten worden gemaakt. genis nog niet te sluiten", er bijvoegende, dat er den vorigen avond ook voorstelling was geweest zonder dat er iets onordelijks had plaats gehad. De officier van de wacht redeneerde dan als volgtOp den dag der tooneel- voorstelling is er niet de minste inbreuk gemaakt op de tucht, en als zij hun woord gaven, dat de avond van heden even rustig zou voorbijgaan, dat wil zeggen, dat zij zeiven voor de orde zouden zorgen dan zou dat het best van alles wezen. Ook wist hij zeer goed dat, bij verbod der voorstelling de kerels 't hem lastig genoeg konden maken. Bovendien was er nog een reden die hem noopte zijn toestemming te gevenhet betrekken van de wacht was schrikkelijk vervelend en als hij verlof gaf tot komedie spelen zou het zeker een aardige avond worden. Tegen zes uur kwam Petrow mij halen om samen naar de tooneelzaal te gaan. Bijna al de gevangenen uit onze kazerne waren er behalve de oud-geloovige uit Tseher- nigow en de Polen. Deze waren eerst bij de laatste voor stelling op den 4en Januari te bewegen ze bij te wonen, en nog wel nadat men hen eerst overtuigd had dat er niets onbehoorlijks in lag De minachting der Polen hinderde onze gevangenen, en daarom werden ze den 4en Januari heel hoffelijk ontvangen en hun de beste plaatsen aange wezen. Voor de Tscherkessen en voor Isaï Fomitsch was de komedievertooning een waar genot. Isaï Fomitsch gaf eiken keer drie kopeken en den laatsten dag lei hij er zelfs tien op het schaaltje. Zijn gezicht straalde van ge noegen. Er was door de tooneelspelers bepaald, dat ieder toeschouwer geven mocht wat hij verkoos. De opbrengst moest dienen ter bestrijding der kosten, terwijl het overschot voor de acteurs zou zijn. Petrow verzekerde mij dat hoe vol het ook wezen mocht, ze mij stellig een der voorste plaatsen zonden aanwijzen, vooreerst omdat ik rijker was dan de anderen en dus meer geven kon en bovendien omdat ik het meeste verstand van komediespelen had. Het bleek dat hij goed gezien had. Wordt vervolgd. 5e klasse9e lijst 29 Sept. Ns. 10435, 14847, 16260 en 17254 1000; Ns. 6515, 12384 en 20532 400; Ns. 844, 4403, 6001 en 14318 f 200; Ns. 766, 3099, 6207, 6451, 7562, 9161, 12821, 12897, 13112, 14918, 16009, 16336 en 18447 100. Bij kon. besluit van den 21 is aan den heer mr. J. P. R. Tak van Poortvliet, minister van binnenl. zaken, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid tevens voorzitterder commissiebelast met het afnemen der consulaire examens, onder dankbetuiging voor de diensten, door hem in die betrekking bewezen en in zijne plaats benoemd de heer jhr. mr. A. P. C. van Karnebeek lid van de Tweede Kamer. Tot het geven van herhalings-onderwijs gedurende de vier volgende wintermaanden, zijn in de den 29 ge houden zitting van den raad der gemeente Scliagen de volgende onderwijzers benoemd: de heeren Koster, Roep, Ter Linden en M. Visser. Tevens is in diezelfde ergadering de instructie vastgesteld voor den in die ge meente te benoemen keurmeester van vleesch, visch enz. Als leden van de commissie tot onderzoek der begrooting voor 1892 zijn gekozen de heeren Plomp, van der Maaten en Asjes. Ter voorbereiding eener nieuwe regeling van het kiesrecht wenscht de minister van binnenl. zaken eeni- germate bekend te zijn met de verhuizing der meerder jarige mannelijke bevolking. Te dien einde heeft hij aan de commissarissen der Koningin in de provinciën verzochtdoor hunne tusschenkomst uit eenige aanzien lijke gemeenten en uit zulke welke hoofdplaatsen van landbouw of fabrieksnijverheid zijn, kan het zijn eenigs- zins spoedig, te vernemen het getal mannelijke personen, niet beneden 23 jaren, gesplitst ina hoofden van huis gezinnen b alleen wonende personenc bij andere in wonende personen, die in 1889 of 1890 die gemeenten hebben verlatenof zich daarin hebben gevestigdmet mededeeling zoo mogelijk van het zich daaronder be vindende getal arbeiders. Blijkens de laatste volkstelling waren te Parijs 2153 nederlanders en 2052 nederl. vrouwen. Ged. Staten van Noordholland hebben bij hun be sluit van den 16 het presentiegeld van de raadsleden te Amsterdam op 3 voor ieder per zitting bepaald. Den 24 is te Burgerveengemeente Haarlem mermeer, een 7jarige knaap, die, uit school komende, op een boerenwagen wilde klimmen, gevallen, waardoor de wielen hem over den hals gingen. Kort daarna is hij overleden. Den 23 des avonds per trein van 9 u. 17 min. werd aan het Centraal-station te Amsterdam een groote koffer ontvangen, volgens den vrachtbrief afgezonden uit Parijs, bestemd voor een klein café-concert te Amsterdam, en inhoudende volgens de douane-verklaring kleeren en boeken. Den volgenden morgen werd uit dien in de douaneloods aan het Westerdok geplaatsten koffer geroep en geklop gehoord en bleek bij onderzoek, dat zich daarin een jonge man bevond, die, op die wijze verscholen, de reis gemaakt had. Het was Herman Zeitung, koffiehuis- bediende uit Weenen, die vóór een paar jaren op dezelfde wijze de reis van daar naar Parijs gemaakt had. Na eenig eten en drinken te hebben ontvangen werd hij naar een politiebureau overgebracht, totdat beslist zou zijn, of het ter wille van reclame geoorloofd was op die wijze de vracht te ontduiken. De uitslag is geweest, dat zoowel de consul van Oostenrijk-Hongarije als de procu reur-generaal te Amsterdam, bij welke heeren hulp ge vraagd was, te kennen gaf, dat het recht zijn loop moest hebbendaar hij zoowel de spoorweg- als de douane reglementen overtreden had en hiervan niet afgeweken kon wordennu alleen reclame het doel was geweest. Zeitung zal dientengevolge met het eerste transport vreemdelingen over de grenzen worden gebracht. Bij kon. besluit van den 25 is, met ingang van dien dagbenoemd tot president-directeur der Nederl. Bank de heer mr. N. P. van den Berg oud-president der Javasche Bank, thans directeur der Bank. Bij kon. besluit van den 25 is benoemd tot ont vanger der dir. belastingen enz. te Texel de heer J. N. J. Boom, thans te Emmen. Van wege het Zeev. fonds te Oostgraftdijk had dezer dagen de aanbesteding plaats van het leveren van de petroleum voor de straatverlichting voor het a.s. winterseizoen. Aan den laagsten inschrijver, K. Kaaij, aldaar, werd de levering gegund tegen 71/2 et. per kan. De arts J. H. Costerman Boodt van Goedereede, die zich te 't Zand, gemeente Zijpe, zal vestigen, is met de armenpraktijk te Noord-Zijpe en Callantsoog belast. Aan den veldwachter J. Schrieken te Zijpe is op zijn verzoek een eervol ontslag uit die betrekking ver leend met ingang van den 21 September j.l. De uienbouw in den polder Waard en Groet betrekkelijk weinigen verbouwen daar dit gewas zijn over den oogst dit jaar weinig tevreden. Voor de kleinste helft bestaat hij uit zoogenaamde piepers, die waardeloos zijn, omdat zij niet kunnen duren. Een zestigtal personen waren den 27 in het Noord- hollandsch Koffiehuis te Scliagen opgekomen om te luisteren naar de voordracht van den heer C. D. Zur Mühlen van den Helder en naar de nummersdie Schager's Harmoniekapel, welke welwillend medewerkte tot opluistering der samenkomst, ten beste gaf. De voor dracht van den heer Zur Mühlen was getiteld: «heb uw naasten lief als u zeiven 1" Op de inteekenlijsten, welke voor deze samenkomst belangstellenden waren aangeboden, werd voor ongeveer 60 geteekend ten voordeele van de uit Rusland verdreven israëlieten. Het bouwen eener villa aan den Hoogenweg te Zand voort is aanbesteed voor 6177 aan A. en W. Groen aldaar. De rijksontvangers zijn aangeschreven vóór den 5 October a.s. aan den minister van financiën te doen toe komen eene opgaaf van het getal mannelijke personen, over de dienstjaren 1890 en 1889/90 in de Rijks directe belastingen voor een gezamenlijk bedrag van ten minste f 10 in hoofdsom en rijksopcenten aangeslagen Den 28 is te 's-Gravenhage herdacht het 300jarig bestaan van de Waalsche Kerk aldaar door de Waalsch Hervormde gemeente. De kaasfabriek, zoo schrijft men ons uit Koedijk,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 2