Droogmaking der Zuiderzee. 337ste STAATSLOTERIJ. 5e klasse, 10e lijst, 30 Sept. No. 15790 1500Ns. 6284, 13933 en 15571 1000; Ns. 5267 en 14347 400; Ns. 7298, 8169, 9183, 12877 en 15800 200 Ns. 4739, 8312, 12393 en 19468 100. Indische begrooting. De minister van koloniën heeft eenige nadere wijzi gingen gebracht in de beide hoofdstakken van uitgaven der Indische begrooting voor 1892. Op hoofdstuk 1 (uitgaven in Nederland) wordt voor post- en telegraafdienst 728,500 meer uitgetrokken met het doel om in plaats van de vroeger ontworpen tele graaf verbindingenMakassar-Bandjermasin, Billiton-Banka- Palembang en Billiton-Pontianak tot stand te brengen, te bekwamer tijd Bandjermasin rechtstreeks met Java te verbinden en eene lijn Pontianak-Billiton-Banka-Pa- lembang aan te leggenterwijl reeds dadelijk eene kabelverbinding tusschen Olehleh en Labouan-Deli zou zijn te maken. Bij het tot stand komen der nu voor gedragen lijn zal Atjeh over Deli langs twee wegen met Java verbonden zijn. Op hoofdstuk II (uitgaven in Ned.-Indië) wordt o. a. j 22,800 aangevraagd voor verhooging van de trakte menten der oudste controleurs in de buitenbezittingen waardoor tusschen die ambtenaren en hunne ambtge- nooten op Java en Madura zal worden opgeheven de tot dusver bestaande ongelijkheid, wat betreft de voor uitzichten tot bevordering tot den rang van adsistent- resident. De bedoeling is om voortaan steeds het oudste derde gedeelteongeacht hun juisten diensttijd de ver hooging te doen genieten. Voorts wordt ongeveer J 50,000 uitgetrokken voor een stoomjacht ten behoeve van den civielen dienst in de zich ontwikkelende residentie Palembangom het bestuurspersoneel in zijne dienstreizen te gemoet te komen. In verband met don gemelden aanleg van de telegra fische verbinding tusschen Olehleh en Laboean-Deli is voor personeel en materiëel van kantoren uitgetrokken onge veer f 40000. Door een en ander worden de eindcijfers der bogrooting van uitgaven in Nederland en Indie te zamen f 137,207,996 en de middelen f 119,549,713, zoo dat het geraamd tekort bedraagt f 17,658,283. Tot rapporteurs over de indische begrooting voor 1892 zijn door de afdeelingen gekozen de heeren Levyssohn Norman, Mees (voorzitter), Cremer, van Nunen en Xielstra. Schoolsubsidiën. 'Blijkens een door de regeering overgelegden staat zul len over het loopendo jaar aan de bijzondere lagere scholen in dit Rijk krachtens art 54bis der onderwijswet, de volgende subsidiën worden uitgekeerd als in Noord brabant f 128,132 Gelderland f 94,525 Zuidholland f 202,974; Noordholland f 141.233; Zeeland f 21,000; Utrecht f 59,945; Friesland f 53,741; Overijsel f 28,725; Groningen f 30,925; Drente i 5300 en Limburg f 45,245, totaal voor het Rijk f 812,745. Arbeids-enquöte. De regeering heeft een wetsontwerp ingediend, waarbij de termijn gedurende welken de Staatscommissie voor de arbeidsenquête hare werkzaamheden zal moeten vol brengen, met zes maanden wordt verlengd. De Zuiderzee-Vereeniging heeft weder een nota in het licht gegeven betrekking hebbende op het onder zoek omtrent de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee, de Wadden en de Lauwerzee, welk onderzoek geschied is onder leiding, voor zooveel het technische gedeelte betreft, van den heer C. Lely thans minister van waterstaat. Die nota bevat de uitkomsten der terrein werkzaamheden, verricht in 1889 en 1890, en wel 1°. grondboringen2°. stroommetingen 3°. verschillende metingen. Er zijn verricht in 1889 564 grondboringen op de Zuiderzee met inbegrip van één boring op den vasten wal, bij den frieschen dijk, ter plaatse van de aansluiting met den ontworpen afsluitdijk. Van deze boringen zijn 805 monsters door prof. A. Mayer op het proefstation ie Wageningen gerangschikt. Als uitkomst dezer boringen kan worden aangenomen, dat, zeer kleine bedijkingen, die op enkele plaatsen langs •de kasten wellicht mogelijk zijn, buiten beschouwing latende, wat betreft de gesteldheid van den bodem, voor indijking en droogmaking op eenigszins groote schaal slechts in aanmerking komen a. ten zuiden van de ontworpen afsluitlijn over Wie- ringen, het zuidelijk deel der Zuiderzee, het Wieringer- meer en het gedeelte ten noordoosten van Urk b. ten noorden van die lijn twee op zichzelf staande gedeelten, namelijk een gedeelte van de friesche Wadden en de Lauwerzee. De gemeenschappelijke uitkomst van het thans inge stelde onderzoek en van de onderzoekingen, door prof. van Bemmelen verricht in het zuidelijk deel van de Zui derzee, welk gedeelte slechts voor een ondergeschikt deel identiek is met het gedeelte waarover zich dit nieuwe onderzoek heeft uitgestrekt, is, dat ten minste 3/4 van de gronden der toekomstige polders bezuiden de afsluit lijn over Wieringen zal zijn bouwgrond, grootondeels van groote waarde en slechts een ondergeschikt gedeelte van geen onmiddelijke waarde. Wat de stroommetingen betreft, was het doel der waar nemingen alleen het verkrijgen van een zeer algemeen overzicht omtrent de waterbeweging in do Zuider zee voor zoover dit zonder groote kosten door het verrichten van eenvoudige waarnemingen kon worden bereikt. Verder zjjn eenige metiDgen verricht in de richting der ontworpen afsluitlijn over Wieringen, is een water passing op Wieringen gedaan in de richting van het ont worpen kanaal door dat eiland en is het soortelijk ge wicht van het zeewater waargenomen, ter verkrijging van een algemeen overzicht omtrent het zoutgehalte van Zuiderzeewater. Daaruit valt af te leiden, dat dit gehalte zeer klein is ten zuidoosten van Urk langs de geldersche en utrechtsche knst, maar vooral ten noordoosten van dat eiland, in het gedeelte, dat valt in den ontworpen polder LemmerUrk—Kraggenburg. Op drie bij de nota gevoegde platen zijn alle grond boringen aangeteekend, in 1889 en 1890 verricht. medegevangene Potsjekin zou in het tweede stuk de rol van Kedril vervullen, en men verwachtte van hem, dat hij nog meer talent zou toonen dan Bakluschin. Deze leed daaronder als een kind. Wat is hij in die dagen niet dikwijls bij mij gekomen om me zijn nood te klagen 1 Twee uren vóór de voorstelling rilde hij van de koorts. Toen men het uitschaterde en hem toeriep Bravo 1 Bak luschin je bent een kraan 1 begon zijn gelaat weer te glinsteren van genoegen en er sprak een ware bezieling uit zijn oogen. De kusscène tusschen Miroschka en Phi- latka, waarbij de laatste het meisje toeroept: veeg den mond afen dit zichzelf ook doetmaakte een aller- komiekst effect. Iedereen had dolle pret. Het meest trok ken do toeschouwers mijn aandachtallen gaven vrije uiting aan hun genot. De kreten van goedkeuring werden steeds luider. Een gevangene stootte mot den elleboog zijn buurman aan en deelde hem in de haast zijn indruk ken mede, zonder dat hij eigenlijk wist wie er naast hem stond. Een ander wendde zich bij het begin vau een grappige scène haastig om en maakte met de hand een gebaar als om zijn kameraden tot lachen uit te noodigen, waarna hij zijn gezicht weer schielijk naar het tooneel keerde. Een derde klapte met de tong tegen zijn ver- homolte en kon maar niet stil blijven staan; daar het hom aan ruimte ontbrak om zich te verplaatsen, dribbelde hij van het eene been op het andere. Tegen het einde van het stuk bereikte de algemeene vroolijkheid haar toppunt. Welk een afwisseling bracht niet zulk een tooneelvoor- stelling in het andex's zoo eentonige en droevige gevan genisleven Geen wonder dus, dat de kleinste bijzonder heden hun belang inboezemden; zoo bijvoorbeeld de kos- tumes. Zij vonden het allerbelangwekkendst Wanka of Bakluschin in een andere kleeding te zien dan zij sinds .zooveel jaren droegen. »'t Is een gevangene, wel degelijk een gevangene men kan zijn ketens hooren rammelen als hij loopt en daar treedt hij nu toch op met jas, hoed en mantelevenals een gewoon burger. Hij heeft een pruik opgezet en zich een valschen knevel gemaakt. Daar haalt hij een rooden zakdoek uit zijn zak, en wuift er zich wat koelte mee toe, evenals een groote meneer." De De Vereeaiging tegen de kwakzalverij heeft in ruimen kring het volgende getuigenis omtrent Sequah verspreid, dat in de »Oehtendbode" voorkomt. In uw veel gelezen blad van Vrijdag 18 September 1891 staat een hoofdartikel met opschriftPast op uw zakken. Naar aanleiding van hetgeen daarin vermeld wordt wenschten wij u een feit mede te deelen, wat zeker wel de moeite waard is om door de pers opgenomen te wor den te meer daar gij dit artikel geplaatst hebt naar aanleiding van ©en strooibiljet van de Vereeniging tegen Kwakzalverij en het voor het meerendeel werklieden zijn, welke hun geld daarvoor opofferen. Ondergeteekenden president en vice-president van de zieken vereeniging »De Vriendschap", hadden in hunne vereeniging een lid met name A. van der Maas, wonende Van der Helststraat No. 48,. 3 hoog, welke sinds eenige jaren lijdende was aan rhumatiek. Toen nu het gerucht opging van den wonderdoctor Sequah in Rozendaalhebben wij een brief geschreven naar den Burgemeester van die plaats om inlichting maar er geen antwoord op ontvangen. Toen nu later bovengenoemde docter zich in Rotter dam vestigde, rieden wij onzen vriend algemeen aan naar Rotterdam te gaan waaraan hij ten laatste ge hoor gaf, met dit gevolg, dat toen onze vriend v. d. Maas in Rotterdam aankwamhij eerst den portier een halve gulden fooi moest geven om toegang te krijgen omdat niet meer dan honderd personen werden toegelaten, daarbij moest hij één gulden betalen om toegang tot den docter te krijgen en toen hij daar eindelijk was werd hem maar nauwelijks eenige seconden consult toe gestaan en 10 fleschjes olie voorgeschreven waarvoor hij proest betalen twaalf gulden vijtig cent, zegge 12,50, alzoo eene uitgave met inbegrip van reiskosten van circa 20. Had dit nu maar eenigzins geholpen, wij zouden ons gewacht hebben onze medemenschen te waarschuwen maar waar deze fleschjes op één na alle verbruikt zijn zonder eenig resultaatachten wij ons verplicht om luide uit te roepen (en wi) hopen dat gijM. de R. ons daarin zult behulpzaam zijn): Werklieden, wacht u voor den manwelke zich niet ontziet uwe zuur verdiende penningen op te strijken waarvoor gij niet de minste ver lichting ondervindt. Voor verdere inlichtingen vervoege men zich tot A. van der Maas, Van der Helststraat No. 48 en hopen de dat andere volksbladen dat bericht zullen overnemen, blijven wij met hartelijke dankzegging Uw. Dw. Dienaren A. v. d. MAAS. F. BEIJNE, Ruysdaelkade No. 113a. H. W. SONNENBERG, Saenredamstraat No. 26. «weldadige grondbozitter" treedt op in een vrij versleten adjudanten-uniform, ook de epauletten en de kokarde op de sjako zijn niet vergeten; dit maakt een onbesehrijfe- lijken indruk. Er waren voor dat kostuum twee liefhebbers geweest en ze hadden er zoowaar als jongens om gevoch ten wie die rol zou spelenwant ze waren er beiden dol op zich in een officiersuniform te vertoonen De andere tooneelspelers waren tnsschenbeide gekomen en bij meerderheid van stemmen werd de x'ol aan Neschwa- tajew toegewezen niet omdat hij van persoon welge- maakter was dan de ander en meer het uiterlijk voor komen van een heer had maar eenvoudig omdat hij ver zekerd had dat hij een badientje in de hand zou dx-agen en er mee zwaaien als een fat naar de laatste mode en zoo iets kon Wanka onmogelijk, want die had nooit kennis gehad aan deftige heeren. Inderdaad was Nischwatajew, toen hij met zijne echtgenoote ten tooneele verscheen aanhoudend met zijn spaansch rietje in de weer, wat hij bepaald scheen te beschouwen als een blijk van fijne beschaving en nette opvoeding. Hij had het zoo druk met zijn stokje, dat hij niemand aankeek en zelfs antwoord gaf zonder op te zien het gewichtigst bleef voor hem de punt van zijn badientje en de boogjes die hij er mee op den grond trok. Ook zijn echtgenoote was zeer de aan dacht waard zij verscheen ten tooneele iu een oude, ver sleten, neteldoeksche japon, met blooten hals en armen en met een grof katoenen mutsje op, waarvan de banden onder de kin waren vastgesti'ikt. In de eene hand hield zij eene pa rasol en in de andere een gekleurden papieren waaier, waar mede zij zich aanhoudend bewuifde; met een uitbundig ge lach werd die deftige dame ontvangen, en ook zijzei ve kon soms haar vroolijkheid niet bedwingenzoodat ze het verscheidene malen uitproestte. Die rol werd vervixld door den gevangene Iwanow. Wat Sirotkiu betrof, hij maakte in zijn meisjeskleeren een heel aardig figuur. De koupletten wex'den goed voorgedragen. In één woord het stuk liep tot algemeen tevredenheid af. Niet de geringste aanmer king werd er geuit. Het orkest speelde een poos en daarna ging het scherin opnieuw omhoog. Nu zou er opgevoerd worden: «Kedril Benoemd tot ridder in de orde van den Nederl. Leeuw bij kon. besluit van den 21 de heer A. Douglas, ingenieur-verificateur bij het kadaster te Assen. Den 23 heeft de gemeenteraad van Delft den heer M. A. C. Hartman civiel en bouwkundig ingenieur te Arnhem tot gemeente-architect benoemd. Te Nijmegen heeft den 24 eene gasontploffing bij den suikerbakker Joh. Rups plaats gehad waardoor de spiegelruiten van de middelste verdieping van het gebouw verbrijzeld werden en een der bewonei's aan het hoofd ernstig verwond werd. Bij kon. besluit van den 24 is benoemd tot kolonel- kommandant der dienstdoende schutterij te 's-Gravenhage do luitenant-kolonel-kommandant dier schutterij de heer jhr. mr. W. V. R. K. Baud. In dexx nacht van den 26- op den 27 is in den Nieuwlandpolder onder Hulst op de hofstede van P. Buisgraaf brand uitgebroken in. eene schuur, waarin behalve eene aanzienlijke hoeveelheid ongedorscht graan ook het vee en de landbouwgereedschappen geborgen waren. Alles verbrandde en 12 paarden 28 koeien en 4 vax-kens kwamen in de vlammen om. Den 28 des morgens is de postbode van Nichtevecht levenloos uit eene sloot nabij Weesp opgehaald vermoe delijk is hij door de duisternis misleid den vorigen avond daarin geloopen. Bij kon. besluit van den 28 is benoemd tot bur gemeester der gemeente Sloom de heer A E. Zimmerman. Bij kon. besluit van den 28 is, als blijk van goed keuring en tevredenheid de bronzen medaille en een loffelijk getuigschriftingesteld bij kon. besluit van 22 Sept. 1855 No. 64 wegens het redden met levensgevaar, toegekend aan t 1. J. C. van der Walle, brievenbesteller te BSaarlem, van een kind uit de Bakenessergracht aldaar, op 15 Juni 1891 2. J. P. Breurken, schilder aan 's Rijks marinewerf te Amsterdam, van twee kinderen uit de Nieuwe Vaart bij de Kattenburgergracht aldaar, onderscheidenlijk op 31 Mei en 8 Juli 1891 3. J. J. Eggers schuitenvoerder te SJteuwer-Am- stel van een knaap uit de Prinsengracht te Amsterdam op 5 Augustus 1891 4. J. Lodewijkswerkman te Amsterdamvan een drenkeling uit de Brouwersgracht aldaar op 6 Aug. 1891. Den 28 is bij Montfoort eene groote nieuwe hof stede met hooi- en graanbergen en schuur afgebrand. De brand brak uit, kort nadat tweo bedelaars afgewezen en zich onder het uiten van bedreigingen verwijderd hadden. Eenige afdeelingen van den sociaal-democratischen bond in Friesland hebben besloten zich van de Volks partij af te scheiden. 5e klasse, lie lijst, 1 Oct. No. 13922 5000Ns. 3183, 4905, 16962, en 19778 f 1000; No. 11411 400; Ns. 5661, 8681, 8771, 9480, '16029 en 17987 200 Ns. 296, 487, 564, 2009, 3823, 5301, 6125, 16628, 17445, 17760 en 20465 100. de gulziga<ard." Kedril is een soort van Don Juan; men kan die vergelijking maken, omdat bij het einde van het stuk heer en knecht door duivels naar de hel worden ge sleept. Blijkbaar waren het begin en het einde van het gebruikte handschrift verloren gex-aakt, want het stuk had kop noch staart. Het tooneel viel voor in een herberg ergens in Rusland. De herbergier geleidt een heer met een mantel engekreukten ronden hoed een kamer binnen. Het heerschap wordt gevolgd door zijn knechtKedril die een valies draagt en in een blauw papier een gebraden kip. Die knecht nu is de gulzigaard. De gevangene Pot sjekin, Bakluschin's mededinger, speelde die rol, terwijl de persoon van den heer voorgesteld werd door Iwanow, denzelfden die in het eerste stuk als deftige dame was opgetreden. De herbergier (Neschwatajew) waarschuwt den gast dat het in de kamer spookt en verwijdert zich. De heer is neerslachtig en afgebroken, mompelt dat hij van die spokerij al lang weet en geeft Kedril last uit te pakken en voor het avondmaal te zorgen. Kedril is gulzig en lafhartig tevens; zoodra hij hoort spreken van duivels wordt hij bleek en beeft als een bladhij zou 't wel op een loopen willen zettenmaar hij is bang voor zijn meester en heeft honger bovendien. Hij is dom en toch ook slim op zijn manierhij bedriegt zijn meester elk oogenblik, ofschoon bij doodsbang voor hem is. 't Is een merkwaardig slag van een knechtin wien men hoewel wat verward, de voornaamste trekken van Lepo rello terugvindt. Dit karakter werd inderdaad uitnemend door Potsjekin weergegeven zijn talent was onmisken baar en naar mijn oordeel overtrof hij zelfs Bakluschin. Toen ik dezen den volgenden dag ontmoette verheelde ik hem mijn indruk, want ik zou hem anders doodelijk bedroefd hebben. De gevangene, die voor heer speelde, was ook niet slecht; al wat hij vertelde had wel slot noch zinmaar zijn manier van zeggen was goed en zijn gebaren gepast. Terwijl Kedril met het valies bezig is, stapt zijn meèster de kamer op en neeren deelt mee dat hij niet langer de wereld wil rondzwerven. Kedril luistert, trekt allerlei gezichten en vermaakt de toeschouwers met zijn opmer-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 2