Binnenland.
337ste STAATSLOTERIJ.
de pelgrims, die onschuldig zijn aan de kwajongensstreken
van enkelen. Aan de onhandigheid en de oogluikende
toelating der politie is het te wijten, dat de buitenspo
righeden zulk eenen grooten omvang hebben genomen.
ENOEEAN1I. De gemeenteraad van Londen heeft
2500 bestemd ten bate der noodlijdenden door den
watersnood in Spanje.
De bijeenkomst van het Parlementdat tot den 20
October verdaagd was is verder verdaagd tot 10 De
cember, om, buitengewone omstandigheden uitgezonderd,
waarschijnlijk op nieuw verdaagd te worden tot Februari.
FRANKRIJK. Den 1 is aan eenen bankiersbe-
diende te Parijs Gres genaamd die bij de Banque de
Paris et des Pays-Bas coupons kwam inwisselen, eene
portefeuille ontstoion met OOUO aan banknoten en al-
lei effecten, tot een bedrag van omstreeks f 150.000
welke portefeuille hij naast zich op eene bank had ge
legd, terwijl hij iets opschreef.
Bij een zwaren brand te Lyon zijn den 1 twee spuit
gasten omgekomen en meerdere personen gekwetst.
De te Parijs aanwezige ministers hebben den 3 naar
aanleiding van het gebeurde te Rome besloten, door tus-
sehenkomst van den minister Faillières bij circulaire de
fransche prelaten uit te noodigen, om zich er van te
onthouden naar Italië te gaan en aan bedevaarten der
waarts deel te nemen.
Eene onlangs in het Zuiden overleden dame, Cabouret
genaamd, vermaakte ruim 3.800.000 voor eenen fran-
schen ontdekkingstocht in de binnenlanden van Afrika,
die verder gaat dan eenige andere. Haar doel is vooral
bestrijding van den slavenhandel. De erfgenamen be
twisten de geldigheid van het testament.
De chineesche zaakgelastigde te Parijs heeft den mi
nister van buitenl. zaken medegedeeld, dat de gouverneur
van Wuhu van zijn post ontheven is, mede op verzoek
van de vertegenwoordigers der vreemde mogendheden
te Peking.
Den 4, bij do onthulling van het standbeeld voor Gari
baldi, beantwoordde minister Rouvier de verschillende
toespraken in naam der fransche republiek, daarbij o. a.
wijzende op het aandeel, dat Garibaldi in den oorlog
van 1870 had. Hooghartig wierp hij de beschuldiging
terugals zou de fransche republiek er naar streven
het wereldlijk gezag van den Paus te herstellen. Den
italianen ried hij aan, zich niet te storen aan dwaze eu
ijdele betoogingen en deed een beroep op de vrijzinnige
pers van beide landen om de misverstanden uit deü weg
te helpen ruimen. Hij eindigde mot de verklaring, dat
Garibaldi zeker zijn hoogsten wensch vervuld geacht
zou hebben, indien hij het volk, dat hij te hulp kwam,
had kunnen zienzooals het thans is. De fransche
republiek had eene duurzame democratie in 't leven ge
roepen die over een machtig leger beschikt en zich in
orde, vrijheid en vrede ontwikkelt.
Deze rede werd zeer toegejuicht en begroet met de
kreten: Leve de Republiek! Leve FrankrijkLeve Italië!
ITALIË. Een seminarist uit Seez een advocaat en
een journalist uit Autun zijn in hechtenis genomen als
betrokken bij het in het Pantheon voorgevallene dat
volgens verzekering van den directeur der fransche pel
grims den heer Armel, aan den italiaanschen onder
minister van buitenlandsche zaken wien hij zijn leed
wezen daarover te kennen gaf, alleen geschied was door
een drietal kwajongens. De minister betuigde zijnen
dank voor dezen stap en verzocht hem de pelgrims uit
te noodigen om 's avonds voorzichtigheidshalve niet uit
te gaan. Den 2 hadden voor het gebouw van het fransche
gezantschap zeer woelige betoogingen plaats naar aan
leiding van het voorgevallene. Geschreeuw en gefluit
steeg uit de menigte op, die ten slotte door de politie
uiteengedreven werd. De hotels, waarin de pelgrims hun
intrek genomen hadden, werden door de politie bewaakt.
De nog aankomende pelgrims werden ontvangen met den
kreet»Weg met de fransche pelgrims 1" Vóór het
stadshuis verzamelde zich eene groote menigte, die eenige
afgevaardigden naar den burgemeester zond om hem te
verzoeken, aan den Koning mede te deelen, dat het volk
opkwam tegen de beleediging, der nagedachtenis zijns
Zoo kwamen er nog twee of drie, alle even grappig en
vol ongekunstelde vroolijkheid. De laatste pantomime
eindigde met een balletwaarbij een doode begraven
werd. De Brahmaan spreekt over het lijk van den ge
storvene verschillende bezweringen uit, maar niets helpt.
Eindelijk hoort men een vroolijke wijs aanheffen, de doode
herleeft en allen beginnen van de pret te dansen. De
Brahmaan danst op zijn manier heel deftig met den doode.
Met dit tafereel eindigt het schouwspel. De gevangenen
gaan opgewekt en tevreden uiteen, prijzen de spelers en
bedanken den onderofficier. Niet de minste twist wordt
gehoord. Allen waren voldaan, ik zou haast zeggen dat
ze zich gelukkig gevoelden, en zij legden zich ter ruste
tot een slaap, die in geen enkel opzicht op hun gewonen
slaap geleek. Die weinige oogenblikken van genot en van
afwisseling in hun eentonig leven hadden tijdelijk hun
geheele wezen doen veranderen.
Reeds is het diep in den nacht. Met een huivering
word ik wakker. De oudgeloovige ligt nog altijd op zijn
kachel te bidden, hij zal dat volhouden tot het ochtend
krieken. Naast me ligt Aleï rustig te slapen. Ik herinner
me dat hij onder het naar bed gaan nog met zijn ka
meraads lachte en over de tooneelvoorstelling sprak. On
willekeurig sla ik een blik op zijn kalm gelaat. Lang
zamerhand komt me alles weer voor den geestde
afgeloopen dag, het Kerstfeest, de geheele maand Met
afgrijzen hef ik het hoofd op om rond te zien naar mijn
lotgenooten die bij het matte schijnsel van een kaars
liggen te slapen. Ik zie hun ongelukkige gezichten, hun
armzalige legersteden, al hun ellende en ik tracht er
mij van te overtuigen of het niet slechts een afgrijselijke
nachtmerrie is, en geen werkelijkheid. Maar ach, het is
werkelijkheidik hoor een zucht, er verroert zich een
der slapers en ik hoor het gerammel zijner ketenen. Een
ander praat hardop in den droom, terwijl de oude man
maar steeds blijft bidden: Heer e Jezus Christus, erbarm
u over ons 1"
Niet voor altijd ben ik hiermaar slechts voor
eenige jaren zeg ik tot mijzelf en laat het hoofd op
nieuw op mijn kussen zakken.
vaders aangedaan. Ongeveer 2000 personen hielden eene
betooging vóór het hotel »De Stad Milaan", vijandige
kreten uitende tegen Frankrijk. Tegen 11 uren ver
spreidden de manifestanten zich en werd de stad weer
rustig.
OOSTENRIJK-HONOAHIJE. De nader ver
kregen inlichtingen bevestigen het vermoedendat de
aanslag op de spoorweglijn tusschen Rosenthal en Rei-
chenberg t.e wijten is aan de anarchisten. Overal waar
de Keizer zich den 2 te Praag vertoonde werd hij met
geestdrift begroet. Te 3 uren vertrok hij naar Weenen.
De burgemeester gaf den Keizer bij zijn vertrek de ver
zekering, dat deze kon staat maken op de trouw en de
onwankelbare gehechtheid der bevolking van Praag. Te
Weenen waren alle straten, waar de Keizer door moest
trekken prachtig verlicht en versierdde menigte be
grootte hem met groote geestdrift. De Keizer dankte den
burgemeester voor die hartelijke ontvangst. De Keizer
heeft verder in een officieel schrijven aan den gouverneur
van Bohemen zijn dauk betuigd en den wensch uitge
sproken, dat er, in het belang van het vaderland, in de
toekomst steeds eene goede verstandhouding zal zijn
tusschen de duitsche en czechische volkeren.
In de op den 3 gehouden vergadering der hongaarsche
kamer van afgevaardigden heeft de voorzitter als zijne
overtuiging te kennen gegeven, dat het gebeurde op deu
spoorweg van Rosenthal niets met de staatkunde te
maken heeft. Met algemeene stemmen werd eene motie
van den voorzitter aangenomen, waarin verontwaardiging
werd uitgesproken over het gepleegde en erkentelijkheid
werd betuigd jegens de Voorzienigheid.
Den 4 is de Koning van Saksen te Weenen aange
komen. De Keizer zelf wachtte hem aan het station
op. Beide vorsten begaven zich toen naar Schönbrunn.
Den 4 heeft de minister-president in eene bijeenkomst
der liberale partij onder toejuichingen zich beijverd om
de door graaf Apponiji met nadruk tegen de liberale
partij ingebrachte beschuldigingen te weerleggen. De
minister van oorlog heeft aan militairen van alle rangen
verboden zich met staatkundige besprekingen in te laten.
VEREEHICiDE STATEN. Den 1 is in het
district Pittsburg (Pennsylvanië) eene algemeene werk
staking uitgebroken ouder de werklieden der steenkolen
mijnen en de spoorwegbeambten. Ongeveer 10000 arbei
ders namen daaraan deel.
Te Halifaxde hoofdstad der canadasche provincie
Nova Scotiaheeft den 2 des nachts een zeer hevige
brand gewoed. Vijf en dertig pakhuizen en tien werven
werden eono prooi der vlammen. Behalve een groote
voorraad visch suiker stroopmeel enz. verbrandden
nog 1500 vaten petroleum.
Bij Kent in Ohio is een pleiziertrein tegen een goe
derentrein geloopenwaarbij vier personen gedood en
dertig gekwetst zijn.
Begunstigd door prachtig weder, maar helaas niet
door velen bezocht gaf de Sctaager Harmoniekapel
den 4 in den tuin van den heer Broersma haar laatste
zomerconcert in dit jaar. Dat er zeer naar den zin van
het publiek gespeeld werd, bewezen zeker de herhaalde
toejuichingen, die het na laatste nummer volgden. Twee
malen moest de Kapel dan ook nog een nummer ten
beste geven.
Den 4 heeft Ds. Maagh Kniphuizen te Abbekerk
c. a. wegens verkregen emeritaat afscheid genomen van
zijne gemeente. Een gemengd koor verhoogde deze
plechtigheid.
De heer Huijgens te Sijbekarspel is gekozen
tot hoofdingeland bij de banne aldaar.
Als eene zeldzaamheid mag zeker wel vermeld
worden, dat iemand te Oudkarspel dezer dagen zeven
jonge hazen in één nest vond.
De voordracht ter benoeming van een dijkgraaf van
Delfland bestaat uit de heeren L. A. Reu ven hoofd
ingenieur te Zwolle mr. W. K. S. van der Mandele, te
Delft en jhr. P. J. J. Repelaer te Dubbeldam.
Den 4 's morgens geraakte een rijtuig uit de Starn-
meer, nabij Westgraftdijk, te water, doordat het paard
I.
HET HOSPITAAL.
Korten tijd na het Kerstfeest werd ik ziek en moest
ik opgenomen worden in ons militair hospitaaldat
eenigszins afgezonderd een halve werst van de vesting
verwijderd lag. Het was een langwerpig, geel gebouw,
van één verdieping. Des zomerswanneer de verschil
lende jaarlijksche herstellingen plaats vonden werd er
een groote hoeveelheid oker aan verspild. In don groo
ten hof van het hospitaal bevonden zich verscheidene
bijgebouwende woningen van de geneeskundige ohefs
en andere onmisbare inrichtingen terwijl hot hoofdge
bouw alleen de ziekenzalen bevatte. Deze waren in
grooten getale aanwezig, maar, aangezien er voor de
gevangenen slechts twee beschikbaar waren gesteld, waren
deze laatste bijna altijd volvoornamelijk des zomers
zoodat de bedden vaak dichter bij elkander moesten
gezet worden. Deze zalen werden door allerlei ongeluk-
kigen ingenomen ten eerste door de onzendan door
de gevangenen uit het tuchthuisvoorts militaire beschul
digden welke in verschillende hoofdwachten waren inge
deeld veroordeelden, niet veroordeelden, of zij, die nog
vervoerd moesten worden; ook kwamen er daar uit de
compagnie van disciplineeen allerdroevigste instelling,
waarheen de soldaten, die zich slecht gedragen hadden,
uit de bataljons gezonden werden; na verloop van twee
jaren verlieten zij de compagnie als de grootste bandieten,
die ter wereld te vinden zijn. Onze zieke gevangenen
meiddon zich gewoonlijk des morgens bij den onder
officier. Deze schreef hen dadelijk in een boek in en
zond hen daarmede, begeleid door een soldaat, naar
het hospitaal. Hier onderzocht een dokter voorloopig al
de nieuw aangekomen zieken en, wanneer hij hun onge
steldheid werkelijk van emstigen aard vond, werden zij
in het hospitaal gehouden. Ik werd in het boek inge
schreven en tegen één uur, toen al mijn kameraden uit
de gevangenis zich naar den middagdienst begeven had
den, ging ik naar het hospitaal. Ieder gevangene nam
zooveel geld en brood mede als hij kon (want hij behoef
de er niet op te rekenen, dat hij dien dag nog eenig voed
sel zou krijgen), verder een klein pijpje, een zakje met
schrikte van eenen hond. Eene ruim 70 jarige vrouw
die zich met hare dochter met het rijtuig naar Oostgraft-
dijk ter kerk liet brengen brak het sleutelbeen, terwijl
hare dochter benevens de knecht, slechts weinig letsel
bekwamen. Het paard werd ongedeerd uit het water
gehaaldterwijl de wagen voor een groot deel verbrij
zeld was.
5e klasse, 13e lijst, 6 Oct.
Ns. 46, 686, 6110, 10387, 11715, 15804, 16403 en
19217 1000; Ns. 4192 en 20801 ƒ400; Ns. 535, 8535
en 20654 200 Ns. 4541, 9522, 9909, 10507, 11025,
11245, 11326, 14482, 10247 en 18970 100.
W. Visservisscher te Egmond aan Zeeis
door de arr. rechtbank te Haarlem den 1 vrijgesproken
van don hem ten laste gelegden diefstal van eenige fles-
schen wijn.
Den 1 werden op Wlerlngen een paard en eene
koe in de weide door den bliksem getroffen en gedood.
Den 1 keurden aandeelhouders der Noord Borneo
Tabakmaatschappij de balans goed, welke met een ver
lies van 281,000 slootzijnde meer dan 50 pet. van
het uitgegeven aandeelenkapitaal. Het bestuur is met
de likwidatie belast.
Den 1 is op de Parklaan, ter hoogte van het bel-
gische park, te 's-Gravenhage een opzichter bij de ge
meente-reiniging te Scbeveningen door een electrischen
tram overreden en gedood. Hij leed aan zwaarmoedig
heid en heeft zich vermoedelijk met voorbedachten
rade op de rails geworpen.
Den 2 stond voor de arr. rechtbank te Breda
Kamer van Strafrecht, in hooger beroep terecht Charles
Davenport, ook genaamd »Sequah", reizende met zooge
naamde geneesmiddelen, oud 37 jaren wonende te Lon
den thans verblijf houdende te Amsterdamter zake
van 1° overtreding van art. 36 wetb. van strafrecht
het niet toelaten tot de uitoefening van een beroep
waartoe de wet eene toelating vordert, buiten noodzaak
dat beroep uit te oefenen 2° het zonder apotheker of
geneeskundige te zijn verkoopen van geneesmiddelen
beneden de bepaalde hoeveelheid.
Het O. M. eischte bevestiging van het vonnis van
den kantonrechter te Bergen op Zoom van 25 Augustus
11., namelijk veroordeeling tot twee geldboeten van ƒ200,
subsidiair 60 dagen hechtenis en f 150 subsidiair 40
dagen hechtenis. De beklaagde werd verdedigd door
den heer mr. Van Raalteadvocaat-procureur te Rot
terdam.
In de den 5 te Scliagen gehouden bestuursver
gadering van de West-Friesche Kanaalvereenigiug is
besloten op 27 Oct. a.s. eene algemeene vergadering van
leden te houden te Opmeer ter bespreking van het ont
werp van een scheepvaartkanaal Enkhuizen—Stolpen, van
welk ontwerp eene globale begrooting met schetskaart
aan de leden en verdere belangstellenden zal worden
toegezonden.
Mej. G. Kooiman te Heerliugowaard is geslaagd
voor het examen in de vrije- en ordeoefeningen der
gymnastiek.
Den 3 is te Duur bij Wije door den treinwelke
te 8.59 uit Zwolle vertrekt, eene baanwachteres overreden,
die haar kind, dat aan de overzijde van den spoorweg
speelde wilde grijpen.
Bij de Rijks-postspaarbank is gedurende Augustus
ingelegd 1.146.848.155 terugbetaald 890,441,525,
zoodat het gezamenlijk tegoed op 31 Augustus bedroeg
f 22.988.301.045. Er werden 4722 nieuwe boekjes af
gegeven, 1562 geheel afbetaaldzoodat aan het einde in
omloop waren 307.772 stuks.
Den 3 heeft de kroonprins van Italië nog een be
zoek gebracht aan het eiland Marken en het middag
maal gebruikt bij den minister van buitenl. zaken in
zijne woning aan de Heerengracht, door hem als burge
meester van Amsterdam bewoond. Den 4 bezocht hij
eerst te Zaandam het huisje van Czaar Peter en vertro^
tabak, een vuursteen en een zwam. Deze laatste ar
tikelen werden zorgvuldig in de laarzen verborgen. Ik
trad het hospitaal binnen, zonder een gevoel van nieuws
gierigheid naar dit nieuwe, onbekende verschijnsel van
het leven der bannelingen te kunnen bedwingen.
Het was een warme, sombere dag een van die
dagen, waarop gebouwen als een hospitaal een bijzonder
droevig, vervelend, terugstootend aanzien verkrijgen.
De soldaat, die mij begeleidde, en ik traden samen
de wachtkamer binnen, waarin twee koperen badkuipen
stonden wij vonden er twee veroordeelden, die, met
hun bewakers, den dokter eveneeus schenen af te wachten.
De chirurgijn's leerling trad binnen, zag ons onverschil
lig aan en ging op nog onverschilliger wijze den dokter, die
den dagdienst had, onze komst melden. Deze verscheen
spoedig, onderzocht ons, behandelde ons daarbij zeer
voorkomend en nam het papier, vwtarop onze namen
geschreven stonden, in zijn bezit. De dokter, die met
don dienst op de zalen van de veroordeelden belast was,
moest de diagnose van onze ziekte opmaken, de te
nomen geneesmiddelen voorschrijven en onzen leefregel
aangeven. (Ik had reeds gehoorddat de gevangenen
hun artsen niet genoeg konden roemen. »Zij zijn ons
een vader 1" antwoordden zij op mijn vragen, toen ik
naar het hospitaal ging.) Inmiddels kleedden wij ons
uit om van kleeren te verwisselen. Men ontnam ons de
onder- en bovenkleeding, waarin wij gekomen waren,
en gaf ons het linnengoed van hot ziekenhuis, benevens
een paar lange kousen, pantoffels, slaapmutsen en een
zware, bruin lakenschon kamerjapon, welke niet met
katoen, doch eerder met pleister gevoerd scheen te zijn,
In een woord, het was een zeer onzindelijk kleeding-
stuk, waarvan ik echter spoedig al het nut begreep. Men
bracht ons nu in de ziekenzalen der gevangenen, welke
zich aan het eind van een lange, hooge gang be
vonden. De uiterlijke netheid was zeer bevredigend;
alles blonk mij tegen, ten minste dat meende ik, die
gewoon was aan de vuilheid van onze gevangenis.
De twee veroordeelden begaven zich in de ziekenzaal
rechts en ik ging links. Voor de met oen hangslot ge-