Binnenland.
het wenschelijke in Amsterdam is gebleken. Dat heeft
natuurlijk handen vol geld gekost, leeningen zijn gesloten
en de bewoners van het stadsgedeelte die het meeste
genot van alle verbeteringen hebben, moeten voor ver
reweg het grootste deel der interessen zorgen. Toch blijft
er in Nieuwer-Amstel nog ontzag] jjk veel te doen. Voor
het openbaar onderwijs komt men scholen tekortmeer
uitgebreid en middelbaar onderwijs laten alles te wenschen
over, de brandweer is geheel onvoldoende ingericht, zooals
dezer dagen nog weer gebleken is bij den brand in de
Rustenburgerstraat, het rioleeren en verlichten van ver
schillende buurten is een dringende noodzakelijkheid. En
de gelden daarvoor moeten bijna uitsluitend door het
heffen van belasting worden gevonden. Nieuwer-Amstel
met zijne 26.000 inwoners heeft overigens bijna geen
inkomsten dan van de vóór eenige jaren aangelegde wa
terleiding. Telkens moeten de eigenaars van perceelen
meer daarvoor betalen zelfs voor het meest microsco
pische tuintje vraagt de gemeente tien gulden voor de
waterleiding onverschillig of men deze tot besproeiing
aanwendt dan niet. De gemeenteraad ziet wel in dat
zulk een toestand op den duur spaak moet loopen en
daarom wordt thans alle moeite gedaan tot het ontsluiten
van nieuwe bronnen van inkomsten. Zoo is dezer dagen
een weekmarkt voor hoornvee ingesteld, die voorloopig in
de Hoedemakersstraat wordt gehouden en waar door het
gemeentebestuur is gezorgd voor eene ruime plaatsing
van 200 stuks vee.
De steeds toenemende exploitatie der belastingschul
digen heeft bij de Nieuwer-Amstelaren geheel andere
denkbeelden doen ontstaan omtrent inlijving bij Am
sterdam. Was n u het ontwerp nog aanhangigdat
indertijd is verworpen en inlijving van het geheele stads
gedeelte met inbegrip van de zoogenoemde Dubbele Buurt
beoogde dan viel er niet aan te twijfelen of het ging
er met vlag en wimpel door. Veel minder kans van sla
gen heeft het tweede, thans aanhangige annexatie-plan,
waarbij het beste stuk van het stadsgedeelte aan Amster
dam toegevoegd wordt en Nieuwer-Amstel zitten blijft
met het onaanzienlijkste stuk, dat aan de gemeente veel
kost en over het algemeen weinig kan opbrengen. Dat
een of ander annexatie-voorstel door de regeering be
trekkelijk spoedig in behandeling zal genomen worden,
staat in Nieuwer-Amstel als een paal boven water, omdat
men aanneemt, dat minister Van Tienhoven wel zal
zorgen, dat het lievelingsdenkbeeld van burgemees
ter Van Tienhoven verwezenlijkt zal worden. Zich op
een onpartijdig standpunt plaatsende gebiedt de billijkheid,
te erkennen dat 't niet gaat om Nieuwer-Amstelaren
dag aan dag te laten profiteeren van hetgeen de gemeente
Amsterdam met opoffering vau groote sommen tot stand
brengt, terwijl de belasting alleen aan Nieuwer-Amstel
ten goede komt. Vroeg of laat zal er dus wel eene
samensmelting komen, des te eer, naarmate de belasting
stijgt.
Herinneren onze lezers zich nog, hoe vroolijk sommige
persorganen zich eenigen tijd geleden hebben gemaakt
over de benoeming van een deurwaarder tot burge
meester van Nieuwer-Amstel? In de gemeente zelf
waren er weken noodig, voordat men bekomen was van
de verwondering, dat Van Son burgervader was gewor
den. Niemand was daarover nijdiger dan pastoor Brou
wers te Bovenkerk die aan zijne verontwaardiging in
heftige bewoordingen in «De Amstelbode" lucht gaf.
De liberalen waren ouder gewoonte zeer verdeeld in
hunne appreciatie. De bewoners van Overtoom en aan
grenzende buurten waren niot zoo heel bang voor de
anti-revolutionaire neigingen des heeren Van Son, terwijl
de ingezetenen aan Amsteldijk en Weesperzijde woedend
waren, dat hun candidaat, de liberale gemeente-secretaris
Hoekstraniet was benoemd. Men kan begrijpen hoe
aangenaam de verhouding tusschen burgemeester en se
cretaris in de eerste dagen was Het mannelijke optreden
des heeren Van Son heeft echter al zijn tegenstanders
eerbied afgedwongen en langzamerhand zijn de hartstoch
ten tot kalmte gekomen. Vandaar het zeker niet gewone
verschijnsel, dat thans van liberale zijde in den gemeen
teraad is voorgesteld, het tractement van den anti-revo
lutionairen burgemeester van 2500 op 3000 's jaars
te brengen. Ook den secretaris wil men eene verhooging
van 500 bezorgen doch daar deze met emolumenten
in onze zaal vleesch te koop had, werd een der bewakers
naar de andere sectie gezonden en, als het ook daar niet
voorhanden was, verzocht men hem naar de infirmerie
te gaan naar de vrijen", zooals wij zeiden om daar
iets te bemachtigen. Er waren altijd zieken, die er in
toestemden hun vleesch te verkoopen. Er heerschte ovor
het algemeen armoede doch zij die een paar stuivers
bezaten lieten daarvoor op de markt wittebrood of
lekkernijen koopen. Onze bewakers deden al deze bood
schappen met de grootste belangeloosheid Het pijnlijkste
oogenblik was dat, hetwelk op den maaltijd volgdede
een sliepals hij niet beter te doen had een ander
praatte, een derde twistte, een vierde verhaalde iets op
luiden toonwanneer er geen nieuwe zieken werden binnen
gebracht, was de verveling gewoonlijk ondragelijk. De komst
van een nieuweling gaf altijd een gewenschte afleiding,
vooral wanneer hij onbekend was. Men sloeg hem gade
en won inlichtingen omtrent hem in. De belangrijkste
waren de voorbijtrekkende ziekendeze hadden altijd
iets te vertellen. Toch roerde men nimmer hun bijzondere
zaken aan wanneer de gevangene daar niet uit eigen
beweging over sprakvroeg niemand hem er naar.
Alleen trachtte men te vernemen van waar hij kwam,
met wien hij de reis gemaakt hadin welken staat de
weg was en waar hij heenging.
Opgewekt door de verhalen van de nieuwelingen, ver
telden onze kameraden op hun beurt alles wat zij gezien
en gedaan hadden; voornamelijk werd er gesproken over
verbanningen en transporten en ook over hen, die de
strafoefeningen leidden en de verbannenen wegvoerden.
Tegen den avond verschenen ook de gevangenen, die een
lijfstraf ondergaan haddenzij brachten altijd een zekere
opschudding teweegzooals ik hierboven reeds zeide
doch zij verschenen niet eiken dag en dus verveelde men
zich ergerlijk, wanneer niets de algemeene luiheid en vad
sigheid verbrakhet scheen dandat de zieken den
aanblik van hendie zich in hun nabijheid bevonden,
niet konden duiden. Soms zochten zij zelfs opzettelijk twist.
Onze gevangenen genoten letterlijk, als er een krank
zinnige voor het geneeskundig onderzoek werd biunen-
reeds een inkomen heeft van 2800 is het zeer de vraag,
of dat wel zal gelukken.
Een enkel woord willen wij nog wijden aan de poli
tieke kaart van HTieuwer-Amstel. Deze leert ons,
dat van de 2100 kiezers ruim 850 Roomsch Katholiek
zijn dat de anti-revolutionairen daarop in getalsterkte
volgen zoodat de liberalen in de minderheid zijn. Bij
de gemeenteraadsverkiezingen sluiten deze zich evenwel
aan bij de Katholieken die dan een handje meehelpen
om de liberale candidaten er door te krijgen. Op deze
wijze is het gelukt, zes van de negentien gemeenteraads
zetels door liberalen te doen bezetten. Bij de Kamer
verkiezingen sluit de liberale kiesvereeniging Vrijheid
en Vooruitgang" zich daarentegen geregeld aan bij hare
amsterdamsche politieke zuster Burgerplicht" en staat
zij dus lijnrecht tegenover de Katholieken. Voegt men
nu daarbij dat enkele liberalen hebben meegewerkt tot
de benoeming van een anti-revolutionairen burgemeester,
dan begrijpt men gemakkelijk, dat een liberaal, die niet
van schipperen houdt, zich in Nieuwer-Amstel niet best
thuis gevoelt. Politieke overtuiging en welbegrepen eigen
belang gaan zoo licht samen, hoewel zij feitelijk hemels
breed verschillen.
Nu nog meegedeeld, dat het nieuwe raadhuis van
Nieuwer-Amstel aan den Amsteldijk prachtig belooft te
worden aan Bart van Hove is o.a. het beeldhouwwerk
toevertrouwd en dan stappen wij van het Nieuwer-
Amstelsche onderwerp af. In Amsterdam is in de afge-
loopen veertien dagen ook weer allerlei voorgevallen
dat onze aandacht verdient. In de eerste plaats de
opening der tentoonstelling van de Maatschappij
Arti et Aniicitlae, die door de amsterdamsche kunst
wereld steeds met spanning verbeid wordt. Het aantal
inzendingen bedraagt ditmaal niet minder dan 258
waarvan evenwel een groot deel van de jongeren afkom
stig is. Naar men mij verzekerde moeten vele bekende
Hollandsche schilders zich ditmaal van inzending onthou
den hebben bij wijze van protest tegen de houding van
Arti et Amicitiae bij gelegenheid van de begrafenis van
Bosboom. Deze quaestie is van te teederen aard om- hier
in haar geheel mee te deelen maar het feit, waarop do
billijke grieven neerkomen isdat Arti verzuimd heeft
zich te laten vertegenwoordigen bij Bosboom's uitvaart
en dat dit niet geschied iszooals de couranten ver
goelijkend gemeld hebben door eene plotselinge ziekte
van den daarvoor bestemden gedelegeerde. Op de ten
toonstelling zelve komen wij waarschijnlijk later nog wel
even terug.
Nog in een ander opzicht heeft Arti zooals de
Amsterdammers kortaf zeggen - dezer dagen teekenen
van leven gegeven. Zij heeft namelijk een adres ingediend
bij den gemeenteraad, waarin zij bezwaren aanvoert tegen
het door ons vroeger meegedeelde voorstel van b. en w.
om voor de verzameling der Yereeniging voor moderne
kunstde antiquiteitencollectie van mevrouw Lopez
Suasso en de driejaarlijksche stedelijke schilderijenten
toonstelling een museum in te richten aan de STas-
saukade tegenover de gedempte Rozengracht. Nog
afgezien van het minder wenschelijke om een tentoon
stelling te houden in een museumwaar het publiek
gewoon is steeds toegang te hebbenvinden de heeren
van Arti, dat het voorgestelde terrein veel te ver buiten
de werkelijke kom der gemeente ligt. Daarin hebben zij
ontegenzeglijk gelijk, maar voorbijgezien hebben zij, dat
de gemeentebij hare groote uitbreidingniet altijd
alleen do buurten in den omtrek van den Dam mag
bevoordeelen, maar ook eens denken moet aan de centra
van de nieuwe wijken, zooals b. v. het Leidscheplein, dat
dicht bij de Nassaukade is gelegen. Ik kan mij best
begrijpen, dat schilders met hunne karakteristiek zorge-
looze natuur niet zóó ver denken maar acht mij juist
daarom dubbel gelukkigdat aan het hoofd van Am
sterdam geen schilders staan. Zij zouden gaarne zien
dat op het Damrak al mocht daar eenmaal een groot
beursgebouw verrijzen, merken zjj ietwat ondeugend aan
een der kunst gewijde tempel werd opgericht en leggen
verder aan den gemeenteraad de vraag voor, of er, ten
gevolge van het verplaatsen van stedelijke instellingen
naar nieuwe lokalen, niet een gebouw te vinden zou zijn,
dat door gedeeltelijke of algeheele verbonwing geschikt
te maken is voor de stedelijke expositiën. Zulk een ge-
gebracht somtijds wendden zij die tot de spitsroeden
veroordeeld waren, krankzinnigheid voor om vrijgesproken
te worden. Zij werden ochter gewoonlijk ontmaskerd of wel
gaven zij uit eigen beweging dit comediespel opgevange
nen, die gedurende twee of drie dagen allerlei buitensporig
heden hadden begaanwerden plotseling uiterst kalm
en verstandig en vroegen op somberen toon verlof om
het hospitaal te mogen verlaten Noch de gevangenen
noch de doctoren duidden hen deze list euvel of her
innerden hen aan de dwaashedenwelke zij begaan
haddenstilzwijgend werden zij ingeschreven en onder
hetzelfde stilzwijgen weggebracht; na eenige dagen keer
den zij met een bebloeden rug tot ons terug.
Daarentegen was de komst van iemand, die werkelijk
krankzinnig was, een plaag voor de geheele zaal. De vroo-
lijken, levendigen onder hen werden aanvankelijk met geest-
drilt door de gevangenen begroet: «Dat zal vermakelijk
zijn zeiden zij, wanneer zij deze ongelukkigen gadesloegen.
Doch het was een uiterst pijnlijk en droevig sehouwspel,
dat ik nimmer met een kalmen blik kon volgen. Een
bleef er drie weken in onze zaalwij wisten ons niet
meer te bergen. Juist op hetzelfde oogenblik werd er
een tweede binnengebrachtdie een diepen indruk op
mij maakte. In het eerste jaar of liever gezegd
de eerste maanden van mijn verbanningstijd, begaf ik
mij op zekeren dag, in gezelschap van eenige smidsge
zellen naar het werk dat op twee wersten van onze
gevangenis gelegen waswij waren bezig de ovens te
herstellen, waarin des- zomers steenen gebakken werden.
Dien morgen brachten Mtski en B. mij in kennis met
den onderofficier Ostroscoki genaamd, die het opzicht
over de fabriek 'had. Hij was een Pool, een grijsaard
van minstens zestig jaar, lang en mager, met een fat
soenlijk zelfs eerbiedwekkend voorkomen. Sinds gerui-
men tijd was hij in .Siborio in dienst en hoewel hij tot
de lagere volksklasse behoorde hij was in 1830 als
gewoon soldaat naar Siberie gegaan hielden M—tski
en B. veel vau hom en schatten hem toen hoog. Hij
las altijd in de Vulgata. Wanneer ik het woord tot
hem richtte antwoordde hij mij even verstandig als
bouw, gaan de heeren van Arti voort, zou, in het midden
der stad gelegen niet alleen voor de tentoonstellingen
kunnen dienenmaar tevens een feestgebouw kunnen
zijn waar het stedelijk bestuur hooge gasten vereeni-
gingen uit den vreemde en wetenschappelijke congressen
officieel ontvangen kon, terwijl kleinere zalen voor tijde
lijke en andere commissiën gebruikt zouden kunnen
worden. Men merkt 't wel als de heeren schilders
maar eens baas waren dan zou Amstel's Stedemaagd
eerst eens goed in eere gehouden worden.
De voorstanders van het voorstel van b. en w. zul
len zeker niet nalaten op te merken dat het Rijks
museum, waar 't toch niet aan bezoek ontbreekt, feitelijk
nog even verder van den Dam verwijderd is. Ook de
terreinen daarachter lokken heelwat menschen als er
iets bijzonders te doen is. Zooals men weten zal, hebben
b. en w. een voorstel ingediend tot bebouwing dier ter
reinen. De heer J. R. Wilste heeft naar aanleiding daar
van een ander plan bij den raad ingediend, waarvan de
hoofdbedoeling is, te voorkomen dat bij den aanleg van
nieuwe wijken in dit luxe-kwartier lange, x-echte straten
worden gebouwd, die gruwelijk eentonig zijn en geenszins
voldoen aan artistieke eisehen. De ontwerper van dit
tweede plan heeft er naar gestreefd, in het midden van i
het voor compactbouw (blokken van aaneengesloten huizen)
aangewezen deel verschillende ruimten open te laten, die,
met boomen en heesters beplant, als park en voor enkele
takken van sport dienst kunnen doen tot tijd en wijle,
dat die terreinen voor den bouw van villa's in aanmer
king kunnen komen. Voor het overige verklaart de heer
Wüste zich zeer ingenomen met de vooi'dracht van b.
en w., omdat hij daarin een eerste schrede ziet op den
weg, die een einde moet maken aan de indirecte gelde
lijke nadoelen, welke de gemeente sedert een reeks van
jaren geleden heeft door het braak en renteloos liggen
der kostbare museum-gronden en door de omstandigheid,
dat door gebrok aan een geschikt terrein voor den bouw
van villa's in den zoo gezochten omtrek van het Vondel
park vele ingezetenen gedwongen worden zich in eene
aangrenzende gemeente te vestigen.
Spoorwogbeg rooting 189 0.
Eene verhooging dezer begrooting met 50,000, te
vinden uit den spoorweg RotterdamHoek Holland is
voorgedragen ter bekostiging eener tijdelijke aansluitings-
baan van het eindpunt van den spoorweg Zwaluwe
's-Hertogenbosch tot het bestaande stationsemplacement
in laatstgenoemde plaats en van eenige tijdelijke werken
op dat emplacement, waaronder perrons eu sporen.
Te Hoogkarspel is met ingang van 15 Novem
ber uit 20 sollicitanten tot vroedvrouw benoemd Mej.
J. van der Meer te Uitgeest.
De ai'r. rechtbank te Heerenveen heeft Zwart, die
bij advertentie aan «stroopers" geweren en hazenstrik-
kendraad te koop aangebodeu had, veroordeeld tot 150
boete, subsidiair 80 dagen gevangenisstraf.
Tot curator der Vrije Universiteit te Amsterdam
is door directeuren van de Vereeniging voor hooger on
derwijs op gereformeerden grondslag behoemd mr. Th.
Heemskerk. Het college van curatoren bestaat thans uit
de heeren mr. L. W. C. Keuchenius, voorzitterde heer
mr. A. W. Van Beeck Calkoen, secretaris ds. B. Van
Schelven, ds. A. Brummelkamp en mr. Th. Heemskerk.
De heer J. Teeronderwijzer te Uitgeestis
benoemd tot hoofd eener openbare school in de Wijde
Wormer.
De gemeente-begrooting te itarsingerhorn is den
20 in ontvangst en uitgaaf vastgesteld op 19300. De
hoofdelijke omslag wordt geheven tot een bedrag van
4000 aan het algemeen burgelijk armbestuur werd
f 2200 subsidie verleend.
Den 21 is in eene buitengewone raadszitting te
Hoorn de nieuw benoemde burgemeesterde heer A.
E. Zimmerman geïnstalleerd.
Bij kon. besluit van den 21 is met ingang van 1
Nov. a.s. benoemd tot secretaris-generaal bij het depar
tement van binnenl. zaken de heer mr. H. J. Dijck-
meester, thans referendaris bij dat departement.
Op de den 21 te Groningen gehouden jaarlijksche
vergadering van de Vereeniging voor kadaster en land
meetkunde is tot bestuurslid eu daarna tot voorzitter
gekozen de heer E. Bai'enbroek ingenieur-verificateur
van het kadaster te Amsterdamalwaar in 1892 de
algemeene vergadering zal worden gehouden.
Hare Majesteit de Koningin-Regentes heeft de opdracht
aanvaard van het nieuwe werk van den grijzen hofpre
diker dr. C. E. van Koetsveld, dat onder den titel van
De Vrouw in den Bijbel" (compleet in 6 afleveringen a
50 cents) deze week bij de uitgevers van Holkema
Warendorf te Amsterdam is verschenen.
«a juramamr r n «r.. i t i iiMaminnirfi r iMn 'irnni.rn FiMjaug»
vriendelijk; hij had een zeer belangwekkende wijze van I
vertellen en scheen een eerlijk, goedhartig man te zijn.
Ik zag hem in geen twee jaren wederalleen vernam ik,
dat hij voor een commissie van onderzoek moest ver
schijnen: hij was krankzinnig geworden. Zingende kwam
hij onze zaal binnen barstte toen in een schaterlach
uiten ging daarop midden in de kamer staan dansen
en maakte daarbij allerlei onkiesche gebaren, welke aan
de Kamariu8kaïa-dans deden denken.
De gevangenen waren uitgelaten van vreugde, doch ik
was, zonder te weten waarom, droevig te moede Drie
dagen later wisten wij niet meer wat te beginnen, hij
zocht twistvochtkermde en zong tot midden in den
nacht, elk oogenblik deed hij ons van zijn dwaze, zon
derlinge invallen walgen. Hij vreesde niemandeindelijk
deed men hem het dwangbuis aan, doch daarmede ver
beterde onze toestand niet, want hij bleef met ieder twisten
en vechten. Na verloop van drie weken, verzochten wij
allen eenstemmig den dokter hem naar de andere zaal,
welke voor de tot dwangarbeid veroordeelden bestemd
was te verplaatsendoen na twee dagen werd hij op
verzoek van de zieken, die zich daar bevonden, in onze
infirmerie teruggebracht. Daar wij elk een krankzinnige,
en nog wel een lastigen twistzieken patient hadden,
werden deze ongelukkigen steeds van de eeoe zaal naar
de andere gezonden, totdat wij eindelijk van slaapkaine-
raad verwisselden. Ieder baalde weer vrij adem, toen
zij eindelijk beiden vertrokken waren. Wordt vervolgd.