UIT SIBERIË
No. 130.
Drie en Megentigste Jaargang.
1891.
Y RIJD AO
30 OCTOBER.
Buit enland.
Binnenland.
FEUILLETON.
tlMIAAIISCIII COIIIAM
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor A1 k m a a, r 0,80franco door bet
geheele rijk 1,
De 3 nummers ©,0®.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel O,ld. Grooto letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. CuS-
TER ZOON.
Telefoonnummer 3.
ËYGElilYD. De gemeenteraad van Bristol bad
den hertog van Edinburgdie den 23 aldaar een groot
concert zou dirigeeren waarvan de opbrengst voor een
liefdadig doel zou strekken bet eere-burgerschap ^et-
stad aangeboden, als blijk van waardeering, met twee
stemmen tegen; van radicale zijde was_ daartegen
aangevoerddat dit eerbewijs volstrekt niet te pas
kwamomdat de hertog nooit iets voor Bristol ge
daan had. Tegen de verwachting van vele personen in,
heeft de hertog dat eere-burgerschap aanvaard, zeggende,
dat hij wel eens in Bristol geweest was maar dat hij
er zich eerst geheel tehuis zou gevoelennu de
burgers hem tot een der hunnen hadden gemaakt. Het
concert slaagde uitstekend.
Do scheepsbouwers aan de Tyne en Wear hebben den
patroons aangekondigddat zij tegen het einde dezer
week den arbeid zullen staken omdat niet ingewilligd
is de eisch betreffende het overwerk. Daardoor zullen
30000 werklieden den arbeid neerleggen.
Te Londen is de zoon van den onlangs overleden mi
nister Smith tot lid van het Lagerhuis gekozen met 4925
st. De candidaat der liberalen verkreeg 1946 stemmen.
FRAAKRIJK. Bij eene den 25 te Auxerre (Yonue)
gehouden verkiezing voor een lid der Kamer werden
6540 stemmen uitgebracht op den heer Doumer radi
caal, kabinetschef van den voorzitter der Kamer Floquet,
4445 op den heer Denormandie gematigd republikein
en 2505 op den heer Richard opportunistalzoo her
stemming tusschen beide eerstgenoemde heeren.
Den 25 heeft in het kanaal eene aanvaring plaats
gehad tusschen de stoomboot Boston van Cardiff naar
Londen onderweg en de bark Charlwood van Ant
werpen naar Valparaiso bestemd. De Boston drong
in de zijde der bark, die onmiddellijk zonk. De kapitein,
zijne vrouw en dochter eene gouvernante een dienst
meisje en het grootste deel der bemanning redden zich
in eene reddingbootbij het zinken der bark kwam de
boot in aanraking met de davids daarvan, waardoor zp
omsloeg. Slechts 7 matrozen kouden door de bemanning
der Boston gered worden. Vijftien personen verdronken.
Den 26 is op den spoorweg Parijs Lyon—Middel -
landsche Zee de passagierstrein van Lyon naar Grenoble
tegen vijf uren niet ver van het station te Moiraus uit
het spoor geloopen bij eene kromming van den daar
sterk hellenden weg waarschijnlijk doordat de twee
locomotieven voor den troin op elkander liepen ten ge
volge van den overdreven spoed waarmede de machi
nisten den verloren tijd trachtten in te halen Twee
personen kwamen om en een en twintig werden licht
gekwetst.
Kamer. Den 26 werd de begrooting voor buitenl.
zaken behandeld.
De heer Deloncle drong er op aan, dat men ïranknjks
rechten in West-Afrika zou doen eerbiedigen. Het op
treden der diplomatie zou daartoe voldoende zijn.
De heer Delafosse zeide, dat alleen het fransche gou
vernement bij de onthulling van het standbeeld van
Garibaldi te Nizza vertegenwoordigd was. De mededee-
linc der fransche regeering aan de italiaansche omtrent
die° onthulling bleef onbeantwoord (Rumoer). Hij herin
nerde aan het gebeurde te Rome op 2 October men
boorde toen den kreet: Weg met Frankrijk! De fransche
vla» werd verscheurd. «Onze regeering", aldus ging hi]
voort, «doet niets (Uitroepen in het centr nm.)
De franschen kannen in het buitenland beleedigd worden,
want de regeering blijft werkeloos". Hij verklaarde zich
tegen de gerechtelijke vervolging van den bisschop van
Aix en verweet den minister Fallières zijne bekende cir
culaire aan de bisschoppen te hebben gezonden.
Minister Ribot antwoordde, In de eerste plaats behan
delde hij de zaak der bedevaarten en verklaarde o. a.,
dat de italiaansche regeering haar leedwezen aan het
fransche kabinet te kennen had gegeven over de betoogingen
te Rome. Wat Egypte betreft, zeide hij Onze toestand al
daar is sedert een jaar verbeterd noch onze belangen,
noch onze taal, noch onze invloed worden er op eeniger-
lei wijze bedreigd". Naar hij hoopte, zou Engeland be
trapen, dat de ontruiming van Egypte moet overeen
stemmen met de belangen van dat land en met de be
loften, welke het aan do fransche regeoring had gedaan;
en dat het niet zou weigeren, wanneer de ontruiming is
geschied, waarborgen te geven voor de ontijdigheid van
Egypte.
Ten slotte sprak hij over de betrekkingen van frank
rijk met andere mogendheden. De vrede was nog
meor verzekerd dan eenige maanden geleden en dit was
vooral te danken aan de toenadering tot Rusland, niet
alleen steunende op wederzijdsche welwillendheid maar
op gemeenschappelijk belang. Niemand in Europa ontkent,
dat de verkregen overeenstemming onmiddellijke gevolgen
moet hebben niet slechts voor de wederopheffing van
Frankrijk, maar ook voor de handhaving en bevestiging
van den vrede. Onder deze omstandigheden kan men
den toestand niet alleen met vertrouwen, maar ook
met volle gerustheid te gemoet zien." (Toejuiching
opvelebanken.)
Nog zeide hij, in antwoord aan den heer Ue Mun, dat
de italiaansche regeeriug de verzekering had gegeven, de
orde te zullen handhaven; de personen, die zich aan
wederrechtelijke handelingen bij de bekende betoogingen
hadden schuldig gemaakt, waren vervolgd. De fransche
regeering had akte genomen van deze verklaringen.
De Kamer ging daarop over tot de beraadslaging over
de artikelen. De beide eeiste werden goedgekeurd.
Bij de behandeling van het amendement-Hubbard, tot
opheffing van het gezantschap bij het Vaticaan, betoogde
minister" Ribot het staatkundig belang dat Frankrijk
bij de handhaving van dat gezantschap had en drong
aan op verwerping van het amendement. Met 284 tegen
210 stemmen werd het amendement verworpen.
De artikelen 3 tot 21 werden goedgekeurdwaarna
de zitting werd gesloten.
Den 27 vroeg de heer Mahy, of het gerucht waarheid
bevatte, dat zich een engelseh syndicaat had gevormd voor
de exploitatie van den grond en ondergrond van Madagas_
car. Minister Ribot antwoordde, dat alleen de regeering van
Madagascar dergelijke concessie verleend kon hebben.
Frankrijk heeft het recht, niet, zich in zulke overeen
komsten te mengen. Al de artikelen der begrooting
van buitenl. zaken zijn aangenomen. Het behoud van de
begrooting voor eeredienst werd met 341 tegen 138 stem
men aangenomen.
XWiTSEKIikm Het op 10 Februari 1879
afgebrande en na dien tijd veel schooner opgebouwde
do°p Meiringen in het Berner Bovenland, oostelijk van
het Brienzormeer tellende 2400 inwoners isden 25
des ochtends met uitzondering van een kerk, drie hotels
en eenige huizen wederom afgebrand.
BITLOARIJE- Vorst Ferdinand heeft den 27 de
Sobranje geopend met eene redevoeringwaarin hij den
leden het welkom toeriep en verklaarde, uat overal in
het land orde en rust heerschte. Hij zeide verder dat
de pogingen van het volk, om zich uit het zedelijk ver
val op te heffen hem met vreugde vervulden daar dit
het eenige middel was, waardoor het land eene geluk
kige toekomst te gemoet kon gaan.
YEKEE1VIGDE STATES. Den amerikaanschen
gezant te Santiago, Egan, is opgedragen, het misnoegen
zijner regeering over den aanval op araerikaansche ma
trozen te Valparaiso aan de regeering van Chili kenbaar
te maken en schadeloosstelling te eischen voor de na
gelaten betrekkingen der slachtoffers en straf voor^de
schuldigen. Volgens mededeelingen van officiëele zijde
heeft de regeering de aanranding dier matrozen beschouwd
als eene beleediging der amerikaansche vlag en ameri-
kaansche eer aangedaan welke een zoo krachtig moge
lijk optreden der diplomatie vbreischt. Egan heeft over
eenkomstig die bevelen een alleszins afdoend herstel van
het onrecht gevraagd ten einde de zaak in der minne
te schikken, zonder dat de eer der beide landen hieronder
lijde. Mocht de gevraagde genoegdoening niet gegeven
worden binnen een redelijken tijddan zou hij terug
geroepen en zouden de diplomatieke betrekkingen met
Chili geheel afgebroken worden.
Tweede Kamer.
Voorloopig verslag over de Billiton-
overeenkomst.
Het bevreemdde sommige leden, dat de tegenwoordige
minister van koloniën zich met deze overeenkomst had
vereenigd, omdat dit huns inziens afweek van het stand
punt van de Tweede Kamer bij haar, met medewerking
ook van den tegenwoordigen minister, genomen besluit
in zake de overeenkomst van 1882. De minister Mackay,
wiens ontwerp overgenomen is, acht toch het recht van
den Staat, om na afloop der concessie over het eiland
j te beschikken, betwistbaar. Andere leden achtten evenwel
de voordeeleu bij deze overeenkomst verkregen voldoende.
Men vroeg, of daardoor naar de meoning van den tegen-
(42)
DOOR
I. M. BOSTOJEWiKY.
Hij moet zich overal in mengen", zeiden de gevan
genen schertsend, want zij hadden medelijden met hem
en vermeden eiken twist.
Heeft hij nn genoeg gezwetst? Drie karren zon-
den niet kunnen bevattenwat hij reeds uitgesproken
heeft."
Wat hebt ge toch te vertellen? Aan een dwaas
stoort men zich toch DietWaarom kermt hij vooi een
lancetsteek
Wat raakt u dat?"
Neen kameraden", valt een der gevangenen hem
in de rede «de koppen beteekenen niets dat heb ik
zelf ondervonden, maar de vervelendste pijn is die, welke
gij ondervindt, als men u lang aan de ooren trekt.
Al de veroordeelden schaterlachen.
Heeft men u dat dan gedaan
Welzeker, dat is overbekend
Daarom staan ze zoo ver van je hoofd
Deze gevangeneChapkin genaamdhad inderdaad
zeer lange en rechtstaande ooren. Hij was een land-
looper, nog jong, ontwikkeld en kalm, hij sprak steeds
met een zekeren ernstigen humor welke aan zijn ver
tellingen iets kluchtigs gaf.
Hoe zou ik kunnen weten, dat men u aan de ooren
getrokken heeftdomoor hernam Ustjanzewzich
verontwaardigd tot Chapkin wendende. Deze wijdde
niet de minste aandacht aan de scherpe vraag van zpn
hr^,Tn p.
Wie- heeft je dan aan de ooren getrokken vroeg
iemand.
Natuurlijk het hoofd van de politie, wegens land-
looperij, kameraden. Wp, ik en een^ andere vagebond,
Ephym genaamd (hij had geen familienaam), waren te K..
aangekomen. Onderweg hadden wij ons in het dorp
Talmina eenigszins versterktja zekerer is een dorp
van dien naam. Nu dan, wij kwamen in de stad en
zagen eens rond om te weten of wij ook een goeden slag
kouden slaan om dan weer spoedig te verdwijnen. ^oo-
als gij weet is men buiten zoo vrij als een vogel m de
lucht, terwijl dat in de stad niet het geval is. Eerst
gingen wij een herberg binnen; toen wij de deur open
den, zagen wij rond en bespeurden een havenloozen man,
met de ellebogen door do mouwen van zijn duitschejas,
die op ons toetreedt en zegt
Veroorloof mij u te vragen of gij een pas hebt
Neen, wij hebben geen pas."
Wij evenmin. Ik heb nog twee kameraden bij mij,
die in dienst van generaal Koekoek zijn1). Wij hebben
wat ruw geleefd en bezitten thans geen enkelen cent
meer zou ik u mogen verzoeken een liter brandewijn
te bestellen?"
Met alle genoegen Wij dronken gezamenlijk
waarop zij ons een plaats aanwezen, welke zeer geschikt
was om een goeden slag te slaan. Het was in een huis,
aan de buitenzijde van de stad gelegen, dat aan een rijk
ingezetene toebehoorde. Er was veel van onze gading,
wij" besloten dus gedurende den nacht de zaak te beproe
ven. Wij werden echter onmiddellijk betrapt en naar
het politiebureau gebracht, waar wij voor den inspecteur
moesten verschijnen.
Ik zal hen zelf ondervragen," zeide hp. Hp steekt
zijn pijp aan, terwijl hem intnsschen een kop thee wordt
gebracht; hij leek mij oen krachtige, gespierde man te
zijn. Behalve wij mot ons vijvenwaren er nog drie
andore vagebonden binnengebracht. Gij weet, kameraden,
dat er niets komischer is dan een vagebond, omdat hij
alles vergeet wat hij doet, men zou hem met een knup-
i) Dat wil zeggen die in de bosschenwaar de
koekoek zingt, rondzwerven, dus ook vagebonden zijn.
pel op het hoofd kunnen slaan en nog altijd zou hij ant
woorden, dat hij niets weet, dat hij alles vergeten heeft.
De inspecteur van politie wendt zich tot mij en vraagt
mij zonder omwegen: «Wie zijt gij?" Ik geef hetzelfde
antwoord als al de overigen. «Ik herinner het mij niet,
uw Edelheid."
Wachtik moet je nog spreken je gezicht komt
mij bekend voor!" Hij zag mij bij deze woorden scherp
aan. Toch herinnerde ik mij niet hem ergens ont
moet te, hebben. Daavop vroeg hij den tweede: «Wie
zijt gij
Loop-heen, uw Edelheid
Noemt men u zoo
Ja, uw Edelheid, zoo word ik genoemd."
En gij zegt hij tot nummer drie.
Met-hem, uw Edelheid
Ik vraag hoe men u noemt
Met-hem is mijn naam, uw Edelheid
Wie heeft u dien gegeven
Brave menschen, uw Edelheid, die, zooals u weet,
niet op de wereld ontbreken."^
Maar wie zijn dat dan
Dat ben ik vergetenuw Edelheid wil mij dat niet
ten kwade duiden."
Zoo zoo, dus gij zijt die brave menschen ver
geten
Allen, uw Edelheid."
Maar gij hebt toch ook ouders gehad, een vader of
een moeder. Zijt gij die ook vergeten
Ik moet wel aannemen dat ik ze gehad heb, uw
Edelheid maar ook daarvan herinner ik mij niets -
misschien heb ik ze wel gehad
Waar hebt gij tot dusverre gewoond
In het bosch uw Edelheid.
Altijd in hot bosch
Ja altijd."
Eu des winters _e u. a
Ik heb nooit een winter bijgewoond, uw Edelheid.
Komaau Eu gij hoe heet gij
Do bijl (Toporof) uw Edelheid."