Hollands Noorderkwartier. Vrije- en Orde-oefeningen. woordigen minister 'a lands belangen voldoende behar tigd zijn. De onvoldoende toelichting dezer geldelijk zoo belang rijke zaak werd met betrekking tot verscheidene punten van verschillende zijden aangewezen, alsmede ten aanzien van de oppervlakte van het eiland, het ontbreken eener opgave omtrent den stand der tinontginning, den tinrijk dom van Billiton en de vraag, of de indische regeering omtrent de overeenkomst gehoord was. Bij de bespreking van de nieuwe overeenkomst gaven sommige leden, erkennende de vrijheid om in 1892 over Billiton te beschikken de voorkeur aan particuliere boven staatsexploitatie. De ondernemingsgeest in In die op het gebied van industrie en landbouw kan veeleer door particuliere exploitatie worden aangemoedigd en staatsexploitatie zou op het aanbod van kapitaal voor indische ondernemingon een ongunstigen invloed hebben. De Staat kan met het thans bedongen aandeel in de winsten der vennootschap tevreden zijn. Nadat dezerzijds de voordeelen der nieuwe overeen komst nader aangewezen waren, waarbij ook gewezen werd op de mogelijkheid van het verliezen van een proces, dat met de Billiton-maatschappij kan ontstaan werd als de meening van zeer vele leden gesteld, dat er geen redenen van goede trouw of billijkheid bestaan voor een opdracht van de verdere tinexploitatie aan de Billiton- maatschappij, en evenmin tot goedkeuring van de thans gesloten overeenkomst. In bijzonderheden werd mede gedeeld, dat de Billiton-maatschappij het door haar aan vaarde risico in ruime mate vergoed zag en haar kapitaal vele malen in haar kas was teruggevloeid. Deze leden be toogden op verschillende gronden de wenschelijkheid om tot Staats-exploitatie over te gaan omdat zij van Staats-tinontginningen zeer goede uitkomsten verwacht ten en zij meenden, dat in allen gevalle op andere dan de thans gestelde voorwaarden tot het vernieuwen der concessie had moeten worden overgegaan. Sommige leden vroegen, wat er geschieden zou, indien de overeenkomst verworpen werd en de maatschappij ook na 1892 de ex ploitatie wilde voortzetten. De aangenomen winstverdee- ling ontmoette bij verschillende leden bedenking. Som migen drongen er op aan, dat bij aanneming van dit ontwerp de regeering van haar recht tot benoeming van en commissaris onverwijld zou gebruik maken. In de najaarsvergadering dezer vereeniging, onder voorzitterschap van den heer Jiir. Mr. P. van Foreest, van Heiloo, Woensdag 11 November 1891, te Furmerende te houden ten huize van mej. wed. Sant, Heereu-logement, zullen de volgende punten wor den behandeld Mededeelingen van verschillenden aardingekomen stukken; verslag van de vergadering van de Nederland- sche Kamer van Koophandel te Londen, uit te brengen door den heer jhr. mr. P. van Foreest; verslag van de vergadering van de vereeniging »Het Nederlandsch Paarden-Stamboek", uit te brengen door den heer W. Teengsmededeelingen omtrent stremsel-onderzoek door den heer Jn. Zijp Hz.; rapporten a. omtrent het onderzoek van melk, door den heer Gr. Wonder, b. der commissie tot wetsherziening, door den heer jhr. mr. P. van Foreestmededeelingen omtrent do bestaande en voorstellen omtrent de aan te leggen proefvelden, door den heer C. J. van Loockeren Campagne; benoeming van «ene commissie van drie leden tot het onderzoeken der rekening van dit en der begrooting voor het volgende jaar, waartoe het bestuur voordraagtde heeren W. C. En gij Slijp-zonder-te-gapen uw Edelheid." En gij Scherp-zonder-vrees, uw Edelheid." En gij allen herinnert u niets Neen wij weten niets." Daarop barstte hij in lachen uit en, de anderen dat ziende, lachten eveneens. Niet altijd echter gaat dat zoo gemak kelijk soms slaan ze je een blauw oogwant al die menschen zijn flinke, gespierde lui! «Breng hen naar het tuchthuis zeide hij «ik zal later met hen afrekenen. Gij moet blijven!" zeide hij tot mij. »Ga daar zitten Ik zie rond mij en bespeur inktpapier en een pen. Wat zal hij nu beginnen dacht ik. »Ga zitten," her neemt hij »en schrijf 1" Meteen trekt hij mij hard aan het oor. Ik zie hem aan, zooals de duivel een geestelijke .zou aanzien. «Ik kan niet schrijven uw Edelheid «Schrijf!" Heb medelijden met mijuw Edelheid." Schrijf, zooals gij kunt, komaan, schrijfEn altijd blijft hij mij aan het oor trekken. Hoe langer hoe harder. O kameraden ik had liever driehonderd stokslagen ge had dan die pijn. Onuitstaanbaar! En steeds klonk het: «Schrijfuit zijn mond. Was hij dan krankzinnig Neenin het minst niet. Korten tijd geleden, had een schrijver een gouvernementskas bestolen en zich met het geld uit de voeten gemaaktook hij had groote ooren en dat had men overal bekend gemaakt. Ik scheen op het signalement te gelijken en daarom vervolgde hij mij steeds met zijn «schrijf!" Hij wilde weten of en hoe ik schrijven kon!" Een slimme gast En deed het pijn?" Spreek er mij niet van Iedereen schaterde van lachen. Welnu, en hebt gij geschreven Wat zou ik geschreven hebben Ik heb mijn pen .over hot papier laten gaan en dat net zoo lang volge houden totdat hij mij niet meer lastig viel. Natuurlijk kreeg ik een dozijn oorvijgen en daarna liet hij mij gaan naar de gevangenis natuurlijk." Kunt gij werkelijk schrijven?" Ja ik heb het gekend maar hoe En sinds de jennen in gebruik zijn gekomen ben ik het geheel verleerd." Ouder zulke verhalen of liever onder zulk gezwets vervloog de tijd. Mijn God, welk een vervelingDe da gen waren oneindig lang en eentonigomdat zij alle op elkaar geleken Had ik maar een boek gehadEn toch ging ik vaak naar de infirmerievooral in het be gin Van mijn verbanningstijd, deels omdat ik ziek was deels om wat rust te nemen en ook om het tuchthuis Visser, M. Zijp Jz. en H. Vijn Hz.; bepaling van de plaats waar de algemeene vergadering in Maart 1892 zal worden gehouden, waartoe het bestuur Spanbroek voordraagt; voorstellen van het bestuur a. tot het ne men van proeven met de inënting tegen de vlekziekte der varkens, ingeleid door den heer M. J. Hengeveld Gz., b. tot het aanvaarden van het aanbod van den heer A. Eriks Kz. te Petten, om onder alle omstandigheden steeds eerste kwaliteit edammer kaas te maken onder nader te bepalen voorwaardeningeleid door den heer jhr. mr. P. van Foreest, c. om een adres te richten aan Z. E. den minister van binnenlandsche zaken, tot intrek king van het koninklijk besluit van 28 Juli 1891 No. 34, in zake wik- en weeglooneningeleid door den heer L. Visser, <2. om eene bijdrage to geven van J 200 aan de internationale paarden-tentoonstelling te Scheveningen, ingeleid door den heer K. Breebaart Jz., e. om den heer C. J. van Loockeren Campagne, directeur van 's Rijks landbouw-proefstation te Hoorn, te benoemen tot lid van verdienste, ingeleid door den heer N. Loder; mededee lingen over het onderzoek van melk op de geschiktheid voor kaasmakendoor den heer C. J. van Loockeren Campagne; bespreking van verdere werkzaamheden. Tot de onderwijzers in Nederland richt het hoofdbestuur van den «Bond van nederlandsche onderwijzers" een schrijven, naar aanleiding van verschillende ingezonden stukken in dag- en schoolbladen, waarin onder meer ook de wenschelijkheid wordt uitgesproken dat er eene be weging op touw worde gezet in zake de instelling der akte voor vrije- en orde-oefeningen bedoeld bij art. 65bis der Wet op het L. O. Het hoofdbestuur van den Boud zegt in bedoeld schrijven dat het reeds een adres aan den minister van binnenlandsche zaken verzonden heeft, waarin behalve op drie andere zaken ook de aandacht van den minister wordt gevestigd op de gevolgen der bepaling in genoemd artikel. In bedoeld schrijven wordt gezegd Het gedeelte van het adres, dat op deze zaak betrek king heeft, luidt als volgt »De instelling der akte voor de vrije- en orde-oefe ningen voor de gymnastiek, bedoeld bij art. 65bis heeft eene licht verklaarbare beroering in de onderwijzerswereld ten gevolge gehad. Verschillende gemeentebesturen richt ten, op 't voetspoor van dat van Enkhuizen, eene aan schrijving tot de onderwijzers hunner gemeente, waarbij deze gelast werden de bovengenoemde aanteekening vóór een bepaalden datnm te behalen. Vooral met het oog op den betrekkelijk gevorderden leeftijd van vele onderwijzers, en op de absolute onmo gelijkheid waarin een groot aantal verkeertom zich praktisch te oefenen, vragen adressanten u ten dringendste, de onrust uit veler gemoederen weg te nemen, door te bepalen, dat de niet-verkrijging der aanteekening, bedoeld bij art. 65Zh's, geen reden mag wezen tot ontslag. Waar immers ook voor het nieuwe vak teekenen geen dergelijke eisch gesteld wordt, meenen ondergeteekenden, dat ook voor de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek zulks onbillijk is." Het hoofdbestuur acht het echter zeer in het belang der zaak, dat dit adres worde gevolgd door eene schrif telijke of mondelinge toelichting bij den betrokken mi nister. Het wenscht in deze toelichting op te nemen de mededeeling a. van het aantal adhaerenten aan genoemd adres; b. van de moeilijke omstandigheden, waarin vele onder wijzers verkeeren, zoowel met betrekking tot huunen eens te kunnen verlaten. Het leven daar viel mij zwaar, veel zwaarder nog dan in het hospitaal ten minste uit een zedelijk oogpunt beschouwd. Altijd die afgunstdie vijandigheid dat getwist, die onaangenaamheden, welke men ten allen tijde met ons aanzienlijken zoekt, altijd die dreigende hatelijke gezichten 1 Hier in het hospitaal leefde men ten minste op een voet van gelijkheidals kameraden onder elkander. Het treurigste oogenblik van den geheelen dag was de avond en het begin van den nacht. Men ging vroeg ter ruste Een walmend nacht licht flikkert achter in de zaalbij de deurals een gloeiende spijker. In onzen hoek heerscht een bijna vol slagen duisternis. Het is benauwd de lucht is verpest. Sommige zieken kunnen den slaap niet vattenzij staan op en blijven uren lang op hun krib zitten met gebogen hoofd als denken zij over iets na. Ik. sla hen gade en tracht hun gedachten te raden ten einde een middel te vinden om den tijd te dooden. Ik zelf verdiep mij nu in droome- rijen, ik peins over het verleden, dat zich in breede trok ken aan mijn geheugen voordoetik herinner inij kleine bijzonderhedenwelke ik anders vergeten zou zijn en die ook nimmer zulk een diepen indruk op mij ge maakt zouden hebben als juist nu. En dan deuk ik aan de toekomst. Wanneer zal ik het tuchthuis kunnen ver laten Waar zal ik heen gaan Hoe zal ik in mijn va derland terugkeeren Ik denk, denk denk en de hoop ontkiemt weer in mijn binnenste Een andere keer ga ik tellen, een, twee, drie, om op die wijze gemakkelij ker in slaap te vallen. Ik kwam somtijds tot drieduizend, zonder erin te slagen. Er keert zich iemand in zijn krib om. Ustjanzew hoest, het is diezelfde droge kuch den te ringlijders eigen, daarop slaakt hij een zucht en mompelt herhaaldelijk «Mijn God ik heb gezondigd Het is verschrikkelijk die klagende, ziekelijke, gebroken stem te midden van do algemeene stilte te hooren. In een ander gedeelte van de zaal voeren eenige zieken, die evenmin den slaap kunnen vatten op gedempteu toon een ge sprek. Een van hen vertelt van zijn verleden, van lang, lang vervlogen dagen van zijn zwerftochten zijn kin deren, zijn vrouw, en zijn oude gewoonten. En aan den klank van zijn stem kan men raden dat er niets van dat alles meer voor hem bestaat, dat het als een afgezet lichaamsdeel voor altijd verwijderd is; een ander luistert naar hemMen hoort nu slechts het stille eentonige gefluister, dat aan het gemurmel van een beek doet den ken Ik herinner mij, dat ik eens op zekeren einde- loozen winternacht een verhaal hoorde, dat mij aanvan kelijk als het overluid droomen van een koortslijder in de ooren klonk. Wordt vervolgd). leeftijdals tot de gelegenheid om zich praktisch te oefenenwaardoor het hun bijna onmogelijk wordt bedoelde akte te behalen; c. van de vermoedelijke nadeelige gevolgen, welke genoemd artikel zal hebben voor hen, die niet aan de gestelde eischen kunnen voldoen dit laatste in verband met de aanschrijving van eenige gemeentebesturen tot de onderwijzers hunner gemeente in den geest als dat van Enkhuizen. Het hoofdbestuur noodigt daarom allen, die zich met de strekking van bovenstaand adres kunnen vereenigen, met aandrang uit, hunne bewijzen van adhaesie aan dit adres in te zenden uiterlijk vóór 10 November a.s. aan den algemeenen secretaris van den Bond, den heer Th. M. Ketelaar, van Oldenbarneveldstraat 39, Amsterdam, en hierbij tevens die inlichtingen te voegen, welke strek ken kunnen om de toelichting bij punt b. en c. zoo volledig mogelijk te maken. Den 23 had in tegenwoordigheid van den voorzitter des polders en ten overstaan van den heer A. Elink Sterk, ingenieur van den Haarlemmermeerpolder, daartoe door het bestuur uitgenoodigdde beproeving plaats van de nieuwe pompmachine van den Grooten IJpolder aan het Noordzeekanaal bij de Hembrug. Deze nieuwe pompmachine, die in staat is p. m. 125 kub. ellen water per minuut ruim 4 ellen hoog op te voeren, dient ter vervanging der beide machines, die sinds de drooglegging, ongeveer 20 jaar geleden, den polder be maalden. De ingenieurs W. O. en K. de Wit te Am sterdam werden in October van het vorige jaar door het bestuur uitgenoodigd voorstellen te doen om bezui niging van het brandstofverbruik te verkrijgen, en daal de ketels wegens hoogen ouderdom door nieuwe vervan gen moesten worden, gaf genoemde firma den raad tot de aanschaffing van een nieuwe centrifugaalpompmaehine en nieuwe ketels. In Februari van dit jaar werd tot de verandering besloten en do uitvoering van het werk aan de firma W. C. en' K. de Wit, volgens de door hen ingediende plannen, opgedragen. Bij de beproeving, die met een groot waarnemingspersoneel en met groote nauwkeurigheid geschiedde, bleek, dat het bestuur van den polder met zekerheid eene besparing van ruim 60 °/0 op het vroegere kolenverbruik kan verwachten. Met het oog op de hooge kolenprijzen der laatste jaren kan hot voorbeeld door het bestuur van den Grooten IJpolder gegeven, voor vele polderbesturen een spoorslag worden om ook in gelijke richting hunne aandacht aan dit belangrijke punt te wijden. De gemeenteraad van Texel heeft den 23 besloten tot het vragen van een buitengewoon subsidie van f 5660 voor 1892. Den 24 werd door den gemeenteraad van Schagen de begrooting voor 1892 vastgesteld in ontvangsten en uit gaven op 29999,64. Op 1 Januari 1891 bedroeg de schuld der gemeente f 44510. Bij kon. besluit van den 24 is aan den heer jhr. mr. J. P. Ploos van Amstel op zijn verzoek, met ingang van 1 November a.s., eervol ontslag verleend als kan tonrechter in het tweede kanton te Amsterdam, met dankbetuiging voor de door hem in rechterlijke betrek kingen bewezen diensten. Bij kon. besluit van den 24 is de heer dr. J. J. M. de Groot te Amsterdam benoemd tot hoogleeraar in de faculteit der letteren en wijsbegeerte aan de Rijks universiteit te Leiden, om onderwijs te geven in de ge schiedenis, letterkunde, oudheden, instellingen, zeden en gewoonten der volken en in de physische aardrijkskunde van den indischen Archipel. Den 24, des avonds omstreeks 9 uren, werd te Meliskerke aan de achterdeur geklopt van de hofstede, bewoond door de bemiddelde 70jarige weduwe Moensen hare dienstbode Maria de Witte. De dienstbode opende de deur en schijnt terstond aangevallen te zijn met een mes, waarmede haar in den hals eene vreeselijke wonde werd toegebracht. De weduwe, geraas hoorende en be merkende dat iemand in de woning wilde dringen liep naar de voordeurom haren schoonzoondie kort bijwoondete roepen. Het meisje werd ge vonden in den boomgaard, niet ver van de achterdeur, in zulk een toestand dat zij geene mededeelingen over het voorgevallene kon doen; een half uur later overleed zij. In de nabijheid der woning werd door de justitie een knoop van een boerenhuis gevonden, waardoor men op het spoor van den dader hoopt te komen. Volgens later bericht is een 19 jarige landbouwersknecht, wonende in de onmiddlelijke nabijheid, Aarnout Kerape genaamd, als de vermoedelijke dader aangehouden. De aangehou dene ontkent het misdrijf te hebben gepleegd, hoewel de gevonden knoop van dezelfde soort was als die aan zijn wambuis. Den 26 is door burg. en weth. van Amsterdam aanbesteed het maken van twee bruggen over de Lijn baansgracht en over de Lauriergracht in de Maimixstraat. Van de 14 inschrijvers waren de heeren Hofte en Gelens aldaar voor f 68324 de laagste. Den 27 zijn te Amsterdam voor de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek acht van de twaalf man nelijke candidaten geslaagd, waaronder H. Schipper en G. Holle te Westzaan den 28 o. a. K. van 't Veer en J. de Groot te OudkarspelJ. Zwartwold te l'et- ten J. J. Jansen te Kelder en J. Daalder te Texel. De examens der vrouwelijke candidaten zijn den 26 afgeloopenvan de 94 zijn 60 geslaagd. Den 27 is voor het tweede kantongerecht te Rot terdam behandeld do zaak van Davenport (Sequah), beschuldigd van het onbevoegd uitoefenen der geneeskunst en het onbevoegd verkoopen van geneesmiddelen. Het openbaar ministerie eischte voor het eerste feit 300 boetesubsidiair 10 dagen hechtenisvoor het tweede feit vrijspraak, als niet bewezen. Zijn advocaat, mr. Jos. van Raalte, vroeg ook voor het eerste feit vrijspraak, omdat slechts één getuige dit feit had bevestigd en één feit niet bevestigt de uitoefening van een beroep, zooals art. 436 van het wetboek van strafrecht vordert. Ook was de dagvaarding nietigals niet vermeldende den tijd en de plaats, waar het ten laste gelegde feit gepleegd was. Uitspraak den 3 November. De heer Driessensedert 30 October 1866 lid van den gemeenteraad en sedert 28 November 1866 wet houder van Amsterdam, heeft wegens gezondheidsrede nen tegen 28 November a.s. ontslag genomen uit beide betrekkingen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 2