Het IVederlandsclie Rundvee-
Stamboek.
In het bijzonder waarschuwde hij tegen hen, die propor
tioneel kiesrecht begeeren. Hij hoopte, dat men er geen
proef mede zon nemen en dat men bespaard zou blijven
voor de ontzettende verwarring, welke er het gevolg van
moet zijn. Er is noodig eene aaneengesloten meerderheid,
maar ook eene aaneengesloten minderheid en dit is niet
te bereiken met proportioneel kiesrecht. Daarmede zal
het Parlement een kabaai-Parlement worden. Met zeven
of acht partijen is niet te regeeren. Het evenredig kies
stelsel levert slechts vertegenwoordiging van alle partijen,
maar wij hebben juist in het Parlement noodig eene
vertegenwoordiging van het volk, die eene organische
kracht uitoefent. De groote zaak bij de regeling van
het kiesrecht is dat één kiezer hebbe ééne stem en er
dus slechts enkelvoudige districten zijn. Dat moet de
leuze wezen.
Uit het verslag betreffende den dienst der Rijks
postspaarbank over 1890 door den directeur aan de
Koningin-Regentes uitgebracht en opgenomen in de Staats
courant van den 6, blijkt, dat de uitkomsten weder hoogst
bevredigend waren.
Het aantal inleggers of uitgegeven boekjes bedroeg
58.087 (tegen 54.477 in 1889), terwijl geheel werden
afbetaald 17,392 boekjes (tegon 15,065) en op 31 Dec.
1891 in omloop bleven 281.870 boekjes (241.175 op 31
Dec. 1889). Het aantal in omloop zijnde boekjes is dus
toegenomen met 40.695 stuks of 16.9 pet.; in 1889 be
droeg de vermeerdering 19.5 pet.
Het getal en het gezamenlijk bedrag der inlagen
waren in 1890 548.165 inlagen met f 12,973,500,84
tegen in 1889 504,933 inlagen met f 11,479,594,09), dus
meer in 1890 43.232 inlagen met f 1,493,906,74).
Het gemiddeld bedrag van elke inlage was f 23.66),
tegen f 22,73), f 20,82) en f 19,39 in de drie vooraf
gegane jaren en tegen f 13,10 in 1881 en f 12,19) in 1882.
Den 6 zijn tot hoofd-ingelanden van den polder
Assendelft gekozen de heeren J. A. Cz. met 129 en
0. IJz Kleijn met 128 stemmen.
Bij kon. besluit van den 6 is op verzoek eervol
ontslag verleend aan de heer mr. A. J. Heshuijsen als
le luitenant bij de dienstdoende schutterij te Haarlem
en benoemd bij die schutterij, tot len luitenant de heer
E. P. dn Rieu, thans 2e luitenant; tot 2en luitenant de
heer mr. E. A. A. S. van Stralen, thans 2e luitenant
la suite en tot 2en luitenant a la suite de heer W. O.
L. Bronsveld, thans schutter en K. J. Blok van Laer.
Op de St. Maartenspaardenmarkt te Utrecht waren
den 9 1022 paarden en veulens aan de lijn gebracht.
De handel was redelijk met veel biunen- en buiteniand-
sche kooplieden.
Den 9 des avonds omstreeks elf uren is te Assum,
gemeente Uitgeest, de door den bloemkweeker J. Smit
bewoonde woning afgebrand. Huis en inboedel zijn ver
zekerd.
Bij kon. besluit van den 9 is met ingang van
1 Juni 1892 aan den heer A. A. Sprenger op zijn ver
zoek eervol ontslag verleend als onderwijzer bij den
cursus tot opleiding van gymnastiekonderwijzers te
Haarlem.
Den 9 is te Nijmegen een stukadoor bij een in
aanbouw zijnd gebouw van eene aanzienlijke hoogte ge
vallen en te recht gekomen op een ijzeren hek, tenge
volge waarvan hij een dijbeen en eenige ribben brak,
zoodat hij in hoogst zorgwekkenden toestand verkeerde.
Den 9 is te Wildervank de boeeenbehuizing van
den heer Koenen, bewoond door den landbouwer K. Brou
wer, afgebrand; drie koeien kwamen in de vlammen om.
Den 9 des nachts is een postconducteur onder de
gemeente Oosterbeek van de in volle vaart zijnde stoom
tram gevallen en zoo ernstig- verwond dat men voor
zijn leven vreest.
De gemeenteraad van 's-Gravenhage heeft den 10
met 19 tegen 18 stemmen aangenomen het voorstel van
burgemeester en wethouders tot aanleg van een scheep
vaartkanaal voor 3.000.000 van de Trekvliet naar de
Loosduinsche vaart.
Den 10 zijn te Amsterdam voor de vrije- en
orde-oefeningen van de gymnastiek vijf van de 12 can-
didaten geslaagd, waaronder C G. Dekker tellpendam,
B. Fransz te Beemster en A. Starreveld te Schel-
linklioutden 11 zeven van de 12, waaronder, be-
DE DIEREN VAN HET TUCHTHUIS.
De aankoop van Gnedko, een bruin paard, welke kor
ten tijd later plaats vond, was een veel aangenamer en
belangrijker afleiding voor de gevangenen dan het bezoek
van den generaal, waarover ik zooeven gesproken heb.
Wij hadden in de gevangenis eon paard noodig om water
te halen en allerlei onreinheden weg te brengen. Een
der gevangenen moest het verzorgen en het natuur
lijk ondor geleide ook berijden. Ons paard had des
morgens en des avonds tamelijk veel te doen het was
een goed, doch reeds versleten dier, dat dan ook al lan
gen tijd dienst deed. Op zekeren morgen, den dag voor
St. Petrus, viel Gnedko, onder het voorttrekken van een
ton water, plotseling neder en stierf na verloop van en
kele oogenblikken. Men betreurde hem algemeen al de
gevangenen schaarden zich rond hem om dit zonderling
sterfgeval te bespreken. Zij, die bij de cavalerie gediend
hadden de Zigeuners paardenartsen en meer anderen
legden veel kennis over paarden in het algemeen aan
den dag en geraakten met elkander in twistdat alles,
echter, wekte de levensgeesten van onzen Gnedko niet
weder op, die, met een gezwollen buik, dood lag uitge
strekt. Ieder rekende het zich tot een plicht hem even
met don vinger aan te raken. Eindelijk werd de majoor
met het door God's wil voorgevallene in kennis gesteld,
en deze besloot onmiddelijk een ander paard te koopen.
Op St. Petrus, vroeg in den morgen, na de mis, toen
al de gevangenen bij elkander waren, werden er eenige
paarden ter bezichtiging in den hof geleid. De keuze van
een paard werd aan de zorg der veroordeelden toever
trouwd, onder wie zich waie kenners bevonden; boven
dien zou het moeilijk geweest zijn twee honderd vijftig
mannen te misleiden, die zich jarenlang met den paar
denhandel hadden beziggehouden. Er kwamen zigeuners,
Kirghizenpaardenkoopers en burgers. Met ongeduld
verbeidden de gevangenen de verschijning van elk nienw
paard en waren evenals kinderen, uitgelaten vroolijk.
Wat hen voornamelijk streelde wasdat zijevenals
'diegenen welke in het bezit van hun vrijheid waren
halve één uit Alkmaar, A. Smit te HellooJ. Klok
man te Zaandam B. Rosier te Wormerveer en
L. van der Ploeg te Helder.
Den 10 heeft de burgemeester van 's-Hertogenbosch
eene proclamatie doen afkondigenwaarin aan de be
volking kennis wordt gegevendat de weder voorko
mende samenscholingen ernstig zullen worden verhinderd
en zoo noodig uiteengedreven. De maréchaussée is op-
geëischt, om zoo noodig aan de uitvoering van dat bevel
kracht bij te zetten.
De arr. rechtbank te Rotterdam heeft den 10 den
oud-notaris v. d. H. te Schiedam veroordeeld tot één
jaar gevangenisstraf.
Tot onderwijzer aan de christelijke school te
Monnikendam is benoemd de heer J. Waaijer.
De gemeenteraad van Leeuwarden heeft aan den
heer dr. Vitus Bruinsma, op zijn verzoek, wegens ge
zondheidsredenen eervol ontslag verleend als leeraar
aan het gymnasium met ingang van 1 Januari 1892.
Het ongeplaatste deel der 3 '/2 pet. geldleening van
de gemeente Oudenbosch van 115,000, groot 41500,
is gegund aan den heer W. Laane te Rozendaal voor
10000 a 98 pet. en 31500 5 97 pet.
De centrale anti-revolutionaire kiesvereeniging in het
district Gouda heeft tot candidaat voor de Tweede Kamer
gesteld den heer mr. D. P. D. Pabius, hoogleeraar aan
de Vrije Universiteit en lid van den gemeenteraad te
Amsterdam die voor deze candidatuur bedankt heeft.
Aan de regeering is gevraagd, hoe zij denkt te
voorzien in het dreigend plaatsgebreknu hot Rijks
krankzinnigengesticht te Medemblfk gevuld is.
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft onlangs een
27jarigen werkman aldaar, die zijne vrouw en zijn een
jarig kind aan hun lot had overgelaten, nadat hij het
huisje, waarin hij met zijn gezin woonde, voor afbraak
verkocht en den inboedel te gelde gemaakt had, om met
het ontvangen geld elders zijn intrek te nemen, in hooger
beroep, met vernietiging van het vrijsprekend vonnis der
arr. rechtbank te Heerenveen, veroordeeld tot 4 maanden
gevangenisstraf en de kosten, zoo noodig te verhalen bij
lijfsdwang voor ten hoogste ééne maand.
Voor de vacante onderwijzersbetrekking aan de
openbare school te Uitgeest hebben zich 12 sollicitan
ten aangemeld.
Winkel's fanfarekorps, onder leiding van den heer
A. Egrnond, gaf den 8 een goed geslaagd concert in de
kolfbaan van den hoer vau Hoolwerlf te Oiuie-Alerlorp
jammer genoeg voor een niet talrijk opgekomen publiek.
Hot jeugdige korps, dat dezen zomer op hot concours te
Wormerveer reeds de zilveren medalje behaalde, gaat
onder de leiding van zijnen bekwamen directeur zeker
eene schoone toekomst tegemoet. Voor hetgeen het hier
ten gehoore gebracht heeftverdient het inderdaad een
woord van lof. Moge een volgend maal een talrijker pu
bliek van dergelijken genotvollen avond gebruik maken.
Den 11 geraakte ten gevolge van den hevigen
wind C. E., in dienst bij P. K., kastelein te Limmen,
bij het sluiten, tusschen de groote staldeuren bekneld,
tengevolge waarvan hij een paar uur later is overleden.
Bij den storm van [den 11 is te Haarlem een
boom op de Nieuwe Gracht, tegenover de kazerne, om
gewaaid en tegen een ledig huis gevallen dat door den
val aan het dak en den voorgevel zwaar beschadigd
werd. Te 's-Gravenhage is een gedeelte van de kroon
van den Jacobstoren afgewaaid. De telegrafische gemeen
schap werd, vooral voor het noorden des lands, op ver
scheidene plaatsen geheel afgebroken,
Ten gevolge van den hevigen wind stortte te Cas-
trieum een boet in van J. K., met het gevolg, dat de
eigenaar er onder geraakte, die een been brak en aan
het hoofd verwond werd.
Marktbericht van Schagen.
SCHAGEN 12 Nov. Aangevoerd 16 paarden f 30 a
140, 6 stieren f 50 a 100, 165 geldekoeien f 90 a 260
50 kalf koeien f 160 a 250, 90 vaarzen f 80 a 140,
120 hokkelingen f 25 a 6022 nucht. kalveren f 8
a 25 25 rammen f 20 a 30 420 schapen f 12 a 29
170 lammeren f 12 a 18,40 magere varkens f 7 a
11 50 biggen f 2,50 a 4,boter per kop f 0,65 a
0,70 kipeieren f 6 a 6,50 per 100.
een paard konden koopen als het ware voor zich zelf,
alsof het geld uit hun zak kwam. Drie paarden werden
voor- en wederom weggebrachtalvorens zij het over
den aankoop van het vierde eens waren. De paarden
koopers sloegen met zekere verbazing en schuchterheid
de soldaten gade, die hem begeleidden. Twee honderd
geschoren gebrandmerkte en geketende mannen waren
wel geschikt om eerbied in te boezemen, vooral nu zij zich
in hun eigen omgeving bevonden, waartoe nooit iemand
doordrong. De onzen waren onuitputtelijk in listen
welke hen de waarde van het paard, dat voorgebracht
werd, moesten doen kennen zij onderzochten en betastten
het met zooveel ernst en zorg, alsof de welvaart der ge
vangenen van den koop van dat dier had afgehangen.
De Circassiers sprongen zelfs op den croupe van het paard,
en spraken, met schitterende oogen, vol vuur in hun on-
verstaanbaren tongval, terwijl zij hun witte tanden lieten
zien en de wijdgeopende vleugels van hun krommen neus
trilden. Er waren russen die een levendig belang in
hunne gesprekken stelden het was alsof zij in hun oogen
wilden lezen zij begrepen de woorden niet, welke hun
kameraden wisseldendoch men kon ziendat zij uit
de uitdrukking van hun gelaat wilden raden of het
paard al dan al niet goed was. Den vreemden toeschou
wer moet zulk een angstvallige opmerkzaamheid aller
zonderlingst toegeschenen hebbenwant welk belang
kon een dwangarbeider, en vooral een versufte, in zich
zelf gekeerde dwangarbeider, die zelfs tegenover zijn an
dere kameraden geen woord had durven uiten, welk be
lang, zeg ik, kon hij er bij hebben of men het eene of
het andere paard kochthet was als werd het voor hem
gekocht, als ware het hem niet onverschillig of men
dit of een ander koos. Behalve de Circassierswaren
de zigeuners en de gewezen paardenkoopers degenen
die het hoogste woord mochten voeren. Er vond een
soort tweegevecht plaats tusschen twee dwangarbeiders
de zigeuner Kulikoween voormalig paardenhandelaar
en paardendief en iemanddie uit roeping zieke paarden
behandelde, een slimme, Siberische boer, die, korten tijd
geleden tot dwangarbeid veroordeeld, er in geslaagd was
Aan de regeering is f 10000 subsidie gevraagd tëu
behoeve van de internationale sport- en paardententoon-
stelling te Scheveningen.
Aan het dagelij ksch bestuur der Yereeniging »Het
Ned. Rundvee-Stamboek" is de volgende »open brief'
gericht door het bestuur der vereeniging »Het frlesch
rundvee-stamboek''
Met groote belangstelling namen wij kennis van uwe
poging om door middel der pers, u te rechtvaardigen
ten aanzien der bezwaren, die onze vereeniging tegen
uwe wijze van werken in Friesland heeft ingebracht.
Uwe handeling om ons verschil voor de rechtbank der
openbare meening te brengen, verdient inderdaad waar
deering. Voor eene goede uitspraak behoort echter de
hoofdgrief duidelijk in hot licht te worden gesteld, en
gij, mijne heeren! zult moeten erkennen, dat deze in
uw uitvoerig betoog, meer handig dan juist, is wegge
laten.
Al uwe overige grieven en ondergeschikte bijzonder
heden die het hart der zaak niet rakenlaten wij
voor het oogenblik ter zijde.
In de verste verte is niet door ons beweerd, dat eige
naars van vee, die dit in uw stamboek doen inschrijven,
verplicht moeten worden dit niet te verkoopen, maar wij
keuren af de gelegenheid die uw bestuur geeft om vee,
dat reeds aan buitenlanders is verkocht, even vóór den
uitvoer in uw stamboek te doen inschrijven, teneinde het
voor stamboek- of eigenlijk rasvee in het buitenland te
doen doorgaan en blijven met klem onze stem verheffen
tegen de inschrijving van dat verkochte vee ten name
van personen, die verklaren geen lid uwer vereeniging te
zijn of te willen zijn.
Bewijzen dat dit werkelijk gebeurt zijn te over in
onze handen.
De heer T. Yelstra, wonende op de villa Baens end",
onder Leeuwarden, de inspecteur onzer Vereeniging, de
heer S. J. Wiersma te Wieuwerd, de heeren H. de Waard
te Bozum en P. L. de Boer te Rauwerd, b.v. verklaren
geen lid uwer vereeniging te zijn geen vee in uw stam
boek te hebben doen inschrijvenen toch is, blijkens
de 16e afl., vee te hunnen name geboekt (Zie nos. 1791,
1789 der stieren, nos. 8377, 8366 tot 8369 der koeien),
de laatsten nog wel met vermelding, dat zij door den eige
naar zouden zijn gefokt, ofschoon hot slechts handelskoeien
waren die hij als handelsman tijdelijk bezat. De beide
eerstgenoemden hebben dit mondeling verzekerd terwijl
de beide laatstgenoemden dit verklaren bij de hieronder
afgedrukte brieven.
Nu moge uw bestuur dergelijke handelingen regel
matig vinden, naar onze opvatting zijn deze inderdaad
niet wel overeen te brengen met het begrip van goedo
trouw.
Wat toch is het geval
De grondbezitter in Duitschland verlangt stamboekvee,
omdat dat vee zekerheid biedt tot overbrenging zijner
goede eigenschappen op de afstammelingen. Zijn commis
sionair koopt echter geen stamboekvee, daar hij dit goed-
kooper kan bekomendoch laat het na den koop
voor zijne rekening in uw stamboek inschrijven,
om het bij zijn lastgever voor stamboekvee te doen
doorgaan.
Op die praktijken hebben wjj in den beleefdsten vorm
uwe aandacht gevestigd bij ons schrijven van 28 Fe
bruari j.l.
Eerst na uw hooghartig antwoord is de zaak be
handeld in het artikel Is dit misleiding nadat n
officieus van den inhoud en het voornemen tot plaatsing
mededeeling werd gedaan, teneinde u vooraf nog de ge
legenheid te openen, aan onze bezwaren tegemoet te
komen.
Nu daarvan geen gebruik werd gemaakt, spreekt het
van zelfdat de gevolgen der openbaarmaking van het
misbruik voor uwe rekening komen.
Schade doet de zaak aan den goeden naam van ons
vee buiten kijf, echter niet de openbaarmaking, maar
het misbruik zelf. Liet men het voortwoekerenook
het vertrouwen dat onze Vereeniging niet het minst in
Kulikow's praktijk in de stad machtig te worden. Ik moet
nog opmerken, dat de paardenartsen uit de gevangenis,
niettegenstaande zij geen diploma bezaten, zeer gewaar
deerd werden en dat niet alleen de burgers en de koop
lieden maar ook de hooggeplaatste ambtenaren uit de
stad zich tot hen wendden wanneer hun paarden ziek
werden en hun dus boven de geëxamineerde paarden
artsen de voorkeur gaven. Tot aan de komst van Jelkiu,
den siberischen boer, had Kulikow veel praktijk gehad,
waarvoor hij de bewijzen van .dankbaarheid in klinkende
munt ontving en hij had geen mededinger. Hij ging als
een ware zigeuner te werk, misleidde en bedroog wien
hij maar kon want hij verstond zijn vak niet half zoo
goed als hij wel voorgaf. Zijn buitengewone inkomsten
hadden een soort van aristocraat, te midden van de ver
oordeelden van onze gevangenis, van hem gemaaktmen
luisterde naar hem, gehoorzaamde hem, terwijl hij zelf
weinig sprak en zich slechts bij enkele gelegenhedeu liet
hooren. Hij was een groote dwaas, die echter over veel
energie beschikte, hij was van meergevorderden leeftijd,
zeer knap van uiterlijk en bijzonder ontwikkeld. Tot ons,
adellijken, sprak hij met buitengewone beleefdheid, daarbij
echter niets van zijn waardigheid afleggende. Ik ben
overtuigd dat wanneer men hem, behoorlijk gekleed
onder den een of andere adellijken titel in een der clubs
van de hoofdstad had binnengeleid, hij zijn rang zon
hebben opgehouden, whist gespeeld en als een man van
gewicht gesproken zou hebben, hoewel hij ook geweten
zou hebben te zwijgen, wanneer dit noodig wasden
geheelen avond zou niemand bespeurd hebben dat die
graaf een eenvoudige landlooper was. Waarschijnlijk had
hij veel gezien, doch zijn verleden was ons ten eenen-
male onbekendthans behoorde hij tot de bijzondere
afdeeling. Zoodra Jelkin bij ons kwam, taande Kulikow's
roem als paardenarts merkbaar. Binnen twee maanden
maakte de Siberiër hem bijna al zijn klanten in de stad
afhandig, doordat hij in zeer korten tijd de paarden
genas, welke Kulikow ongeneeslijk had verklaard en
waarvan de geëxamineerde paardenartsen de behandeling
reeds lang hadden opgegeven. Deze boer was tot dwang-