UIT SI1EBIË,
No. 137**.
JDrie en UTegentigste Jaargang.
1891.
ZONDAG
15 NOVEMBER.
DERDE BLAD.
Vrijwillige oefening in den
wapenhandel.
Onbestelbare JSrieven
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
1AIISCHE COHUM.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar/ 0,80; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,06.
Telefoonnummer s
Prijs der gewone Ad vertent iën:
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt nogmaal ter kennis van belanghebbenden dat er
gelegenheid zal worden gegeven tot vrijwillige oefe
ning in den wapenhandel aan personen van 17
jaren tot aan den militieplichtigen leeftijd, op de voor
waarden vermeld in de daartoe door den Generaal-
Majoor Bevelhebber in de eerste afdeeling opgemaakte
circulaire, aangeplakt aan het Stadshuis alhier en verder
ter gemeente-secretarie ter lezing liggende. Hij vestigt
de aandacht op die gunstige voorwaarden en noodigt hen,
die alsnog daaraan willen deelnemen voor belang
hebbenden uitzich zoo spoedig mogelijk ter ge
meente-secretarie aan te melden voor zooveel zij zulks
reeds niet gedaan hebben.
De Burgemeester der gemeente
AlkmaarAlkmaar
7 Nov. 1891. A. MACLAINE PONT.
verzonden in de 2e helft van October 1891
A. J. de Vlugt, Amsterdam, H. Heijmans, idem, Jon
kers, idem. A. de Jong, idem; Pastoor, Breskens; C. Sta-
venater, den Haag, L. Muller, idem; J. Smits, Haarlem:
G. Zoetelief, Ondkarspel; J. Burgmeijer, Petten.
Briefkaarten:
Jonkers, Amsterdam; Wed. van Brussel, idem; mevr.
de Lang Evertsen,
Brieven:
Amerika: P. Rush,
ITALIË. In het vervolg zijner te Milaan gehouden
rede zeide minister-president Di RudiniWij hebben in
ons midden het Pausschap, dat af en toe eene dreigende
houding aanneemt, maar beperkt is binnen de grenzen van
het geestelijk gezag door de wetdie het niet straffeloos
kan schenden. De eer vormt de kracht van Italië; beide
zullen zorgvuldig gehandhaafd worden. Ons land ont
breekt het niet aan den eerbied, dien het schuldig is aan
de vrijheid van geweten.
De voorzichtigheid raadt ons, ons in Afrika niet door
eene vermetele staatkunde te laten leiden. Hij geloofde
vast, dat de goede betrekkingen met Menelik spoedig
hersteld zouden worden. Versterking dier betrekkingen
zou den vrede in Afrika bevestigen.
Vervolgens zeide hij: «Met een sterk leger, eene mach
tige vloot en getrouwe bondgenooten zijn wij in staat
onze onafhankelijkheid te bewaren. Die macht moet ons
echter onze verantwoordelijkheid doen beseffen. Italië
moet zijn invloed gebruiken om den vrede te bevestigen
(50)
DOOR
I. M. DOMTO.f KlVMIiV.
Wel neen, kameraden, hij laat zich niet zoo spoe
dig verslaan, hij weet wat hij doet, zeker, zeker!...."
zeide de een.
Jelkine weet het beter dan hij!" merkte een ander
op verzoenenden toon aan. De beide partijen schenen tot
een toenadering bereid te zijn.
En bovendien, behalve dat hij zijn zaken even goed
weet als de ander, is hij véél handiger O, in alles
wat het vee betreft, vreest Kulikow niemand."
Hij evenmin."
Er is niemand, die hem evenaart."
Eindelijk werd het nieuwe paard gekozen. Het was
een mooi, jong, krachtig dier, dat in elk opzicht
onberispelijk mocht heeten. Nu begon men over den
prijs te onderhandelende eigenaar vroeg dertig roebels,
terwijl de gevangenen slechts vijf-en-twintig wilden ge
ven. Lang en ijverig werden de onderhandelingen voort
gezet, de een deed er wat af, de andere voegde er wat
bijtotdat de gevangenen ten slotte in lachen uit
barstten.
Neemt ge het geld uit uw eigen beurs?" zeide een
van hen.
Waartoe dient al dat onderhandelen?"
Wilt ge de schatkist bevoordeelen roept een ander
spottend uit.
Om het even, kameraden, het is ons aller geld."
Ons aller geld! Het blijkt al weer duidelijk, dat de
dwazen niet gezaaid behoeven te worden, die groeien
van zelf!"
Eindelijk werd de zaak voor acht-en-twintig roebels be
en dezen meer en meer te verzekeren." Hij hoopte, dat
God niet zou toelaten, dat een oorlog Europa bezoeke en
geloofde dat de vrede goed gewaarborgd is daar alle
staten zich laten leiden door groote voorzichtigheid en
gematigdheid.
De aaneensluiting van bevriende mogendheden behoefde
geene ongerustheid te wekken. Zij strekte slechts tot be
vestiging van het evenwicht, dat de vastheid van den
toestand waarborgde. Eene lange ervaring had aangetoond,
dat de verbonden van onzen tijd geen ander doel hebben
dan verdediging.
Door de vernieuwing der banden, die Italië aan Oosten
rijk en Duitschland hechten, geloofde de regeering een
staat van zaken bevestigd te hebben die zich van zelf
ontwikkelt uit de zucht van staatkundig herstel.
Sterk door ons recht, en bezig den bestaanden toe
stand te handhavenvooral in de Middellandsche Zee,
zijn wij in Europa een element van den vrede. Onze
goede betrekkingen met Rusland gaven onlangs aan de
publieke opinie een gevoel van veiligheid en vrede.
Ten aanzien van Frankrijk hebben wij steeds geijverd
argwaan en wantrouwen, die moeten ophoudenweg te
nemen.
VEKEEMGDE STATES. Volgens de landbouw-
verslagen zal de oogst van maïs waarschijnlijk zeer over
vloedig zijn en het gemiddelde verre overrtreffen. De
aardappeloogst zal in gewicht grooter wezen dan in de
twee laatste jaren. De katoenoogst zal niet aanzienlijk
zijndaar overvloedige regens en vorst de katoenplanten
verzwakt hebben. Vooral is dit in de meest noordelijke
katoendistricten het geval. October is echter gunstig ge
weest voor don pluk en de hoedanigheid is bijna overal
voortreffelijk.
TWEEUE EA9IEK.
Een wetsontwerp is ingediend tot onteigening voor
den aanleg eener straat onder Nieuwer-Amstelaanvan
gende aan den Overtoomschen weg, leidende van uit de
H. G. Kosterstraat in noordelijke richting naar de Nieuwe
Weteringstraat. Daardoor zullen de wijken dier gemeente
onderling worden verboden. De verbetering van dezen
toestand zal de uitoefening eener goede politiezorg be
vorderen.
Bij het onderzoek der voorgedragen bekrachtiging van
de provinciale belastingen werd algemeen in de afdeelingen
der Tweede Kamer de verwachting uitgesproken, dat de
regeering spoedig een ontwerp zou indienen, houdende al-
gemoene regels ton aanzien van provinciale belastingen.
Met het oog op den moeielijken financieelen toestand van
Friesland werd tegen het geven eener bijdrage in de kos
ten eener harddraverij bezwaar gemaakt, hetwelk even
wel niet gedeeld werd door sommige ledendie daarvan
voor de verbetering van het paardenras nut verwachtten.
klonken er werd den majoor rapport van gemaakt en
deze keurde den koop goed. Onmiddellijk werd er brood
en zout gebracht en de nieuwe bewoner in|triomf naar
de gevangenis geleid. Er was geloof ik "'geen enkele
dwangarbeider die hem niet den hals streelde of op den
rug klopte. Op denzelfden dag van zijn aankomst moest
hij water aanbrengen; al de veroordeelden sloegen hem
bij die bezigheid met nieuwsgierigheid gade. Onze° berijder
van den waterwagen, de dwangarbeider Roman, beschouwde
zijn dier met ongewone zelfvoldaanheid. Deze gewezen
landbouwer, die ongeveer vijftig jaar telde, was ernstig en
weinig spraakzaam, zooals bijna alle russische koetsiershot
scheen, dat het aanhoudende verkeer met paarden ernst
en waardigheid aan zijn karakter gegeven had. Roman was
dan ook kalm, vriendelijk voor ieder doch stilhij snoof uit
ein tabaksdoos, welke hem toebehoorde, en had sinds
onheugelijke tijden met de paarden van de gevangenis
omgegaan. Het paarddat pas gekocht was, zou nu
het derde zijn, dat hij verzorgde, sinds hij in het tucht
huis was De post van waterrijder kwam Romau recht-
tens toe en niemand zou er aan gedacht hebben hem dit
recht te betwisten. Toen Gnedko gestorven was, kwam
het bij niemand op, Roman van onvoorzichtigheid te be
schuldigen, zelfs de majoor deed dat niet, het was een
voudig Gods wil, en voor bet overige stond Roman als
een goed koetsier bekend. Het nieuwe paard werd weldra
ieders lieveling in het tuchthuis; hoe ongevoelig de gevan
genen ook mochten wezen kwamen zij hem vaak liefko
zen. Soms, wanneer Roman, van de rivier terugkomende,
de groote deur sloot, welke de onderofficier een oogen-
blik tevoren geopend hadbleef Gnedko onbewegelijk op
zijn geleider wachten, dien hij van ter zijde aanzag.
»Ga maar alleen voort!" riep Roman hem toe, en
Gnedko ging kalm verder tot aan de keukenwaar hij
weder stilstond om de koks en de kamerjongens af te
wachten, die daar emmers water kwamen putten. »Welk
een verstandig dier is die Gnedko!" riep men hem toe,
hij heeft zijn ton geheel alleen hier gebracht. Hij gehoor
zaamt, dat het een genoegen is om te zien!"
Ja, dat is waar, hij is slechts een dier en toch be-
Het christelijk-sociaal-congres, georganiseerd door
Patrimonium en het centraal-comité van anti-revolutio
naire kiesvereenigingenis den 9 des avonds in het
lokaal van den Werkenden Stand te Amsterdam
geopend met eene rede, door dr. A. Kuyper uitgesproken,
nadat de heer H. Pierson van Zetten de menigte, welke
geschat werd op ongeveer duizend mannen en vrouwen,
in het gebed voorgegaan was en haar een christelijk lied
had laten zingen. Deze rede, welke in druk verschenen
en verkrijgbaar is bij J. A. Wormser te Amsterdam
duurde twee uren.
Na het zingen van het bekende lied:
«Zij zullen het niet hebben, ons oude Nederland!"
werd de bijeenkomst met dankgebed gesloten.
Den 10 begonnen de zittingen met een bidstond, ge
leid door ds. W. H. Gispen te Amsterdam.
In de eerste sectie, waarin de sociale kwestie van
haar christelijk-religieuse zijde werd besproken onder
het voorzitterschap van den heer prof. dr. F. L. Rutgers,
besprak allereerst de heer dr. H. Bavinck de vraag
Welke algemeene beginselen beheerschen, volgens de H. Schrift,
de oplossing der sociale kwestieen welke vingerwijzing voor
die oplossing ligt in de concrete toepassing, welke deze be
ginselen voor Israël in het Mozaisch recht gevonden hebben 1
In de derde sectie werd de sociale kwestie van hare
staatkundige zijde behandeld onder leiding van den
oud-minister, den heer jhr. mr. A. F. de Savornin Loh-
man, die allereerst aan de orde van bespreking stelde het
rapport van den heer A. baron van Dedem over de vraag:
Wat vermag de Staat om de sociale misstanden op het ge
bied van den landbouw weg te nemen
Na uitvoerige bespreking werden, op voorstel van den
heer A. van Dedem, de volgende conclusiën bij acclama
tie aangenomen
1°. «Het. is een eisch der rechtvaardigheid den druk
der belastingen voor den landbouwenden stand te ver
minderen.
2°. «De Staat behoort niet alleen zorg te dragen met
het oog op de belangen van den handel voor deringen,
scheepvaartkanalen en waterwegenmaar ook en niet
minder met het oog op de belangen van den landbouw."
Daarna kwam aan de orde het door den heer mr. Th.
Heemskerk behandelde onderwerp«de wetgeving voor
het belastingwezen en de heffing van aecijnsen en in
voerrechten." Ook dit punt werd uitvoerig besproken.
Met medewerking van den Voorzitter stelde hij de volgende
conclusie voor, welke mede bij acclamatie aangenomen werd:
De Staat po ge niet door geheele ontlasting der minvermo
genden, maar door een stelselwaarbij zooveel mogelijk de
belastingen met inachtneming der draagkracht van de ver
schillende kringen der Maatschappij geregeld worden, de
rechtmatige verdeeling der lasten te bevorderen en de werk
zaamheden des volks in goede richting en tot gezonde ont
wikkeling te leiden
Te Krommenie is een perceel aangekocht ten
dienste van een te vestigen postkantoorwaarschijnlijk
met daaraan verbonden telegraafkantoor.
De Rijksmiddelen hebben over October f 13.016.354
opgebracht tegen f 11.806.338 in October 1890 en over
•rijpt hij wat men hem zegt."
BravoGnedko
Het dier schudde dan met het hoofd en snoof, alsof
hij de loftuitingen hoorde en waardeerde; een der ge
vangenen nu bracht hem brood en zouten .na dit ge
nuttigd te hebben schudde hij andermaal met het hoofd
als wilde hij zeggen: «Ik ken je, ik ken je! Ik ben een
goed paard en gij zijt een braaf mensch!"
Gaarne onthaalde ook ik Gnedko op brood. Ik vond
er een zeker genoegen in zijn mooien kop te bezien en
met mijn hand zijn warme, dikke lippen aan te raken,
welke mijn kleine gaven gretig tot zich namen.
Onze gevangenen hielden bijzonder veel van dieren en,
wanneer men het hun had toegestaanzouden zij de ka
zernen met tal van vogels en huisdieren bevolkt hebben.
Welke bezigheid zou het onbeschaafde karakter van
de veroordeelden beter kunnen verzachten en veredelen
Doch dat was niet veroorloofd. Noch het reglementnoch
de ruimte veroorloofden dat.
Toch waren er in mijn tijd eenige dieren in de ge
vangenis. Behalve Gnedko hadden wij honden, ganzen, een
bok Waszkaen een arend, die slechts korten tijd bleef.
Onze hond waszooals ik reeds gezegd heb Scharik,
een goed, verstandig dier, waarvan ik veel hield, doch
aangezien het volk eenmaal den hond voor een onrein
dier houdt, waaraan men geen bijzonderen aandacht moet
schenken lette niemand op hem. Hij was gewoonlijk in
de gevangenis, sliep in den hof, leefde van het afval
uit de keuken en wekte in geen enkel opzicht de gene
genheid der gevangenen op, die hij toch allen kende en
als zijn meesters beschouwde. Wanneer de manschappen,
die dienst hadden, van hun werk huiswaarts keerden,
liep hij ijlings op den uitroep: «Korporaal!" naar de
groote poort en begroette hen vriendelijk kwispelstaar
tend en zag ieder in de oogen, als verwachtte hij een
liefkozing van hen; doch gedurende vele jaren werd
zjju voorkomendheid niet beantwoord, en liefkoosde
niemand hem, behalve ik, waarom hij mij dan ook een
bijzondere genegenheid toedroeg. Ik weet niet meer op
welke wijze wij een anderen hond, Belka, kregen; den