Buitenland. Binnenland. eens werkelijk besloot, zijn zetel naar het buitenland te verplaatsen. Parijs, 13 November 1891. J. M. T. BEEQIE. De Kamer heeft den 13 op voorstel van den minister-president Beernaert besloten, onmiddellijk na de vacantie in Januari over te gaan tot de behandeling der grondwetsherziening. Een met 2000 P. dynamiet geladen vaartuigdat in den storm van den 12 te Duinkerken losraakte en in zee dreef is gevonden en naar Ostende gebracht. DIJlTSCHIiAAp. In de Koning Ludwigs-mijn zijn den 12 elf mijnwerkers omgekomen en twee gekwetst tengevolge van eene ontploffing. E (il'Ji.l li. In de afgeloopen maand October wer den aan de veemarkt bij Londen 67377 schapen en lam meren aangevoerd tegen 90462 in 1890. Daarvan kwamen uit Noorwegen 3827 tegen 13881, Denemarken 27781 tegen 57443, Nederland 32300 tegen 11667 in October 1890. Te South-Molton is de aanhanger van Gladstone, Lam bert, tot lid van het Lagerhuis gekozen met 4222 stem men tegenover den candidaat der unionisten, Bulier, die 3010 stemmen verkreeg. De gekozene vervangt den unio nist Lymington, die lid van het Heerenhuis is geworden. FRAKKBIJH. Kamer. Den 16 is het door den Senaat aangeboden wetsontwerp betreffende het recht op gezouten vleesch met 377 tegen 128 stemmen goedgekeurd. ITAEIE. De nationale tentoonstelling is den 15 te Palermo in tegenwoordigheid van de koninklijke familie, alle burgerlijke en militaire autoriteiten en eene talrijke menigte geopend. De minister van landbouw gaf in eene lange rede een overzicht van den belangrijken stoffelijken en economischen vooruitgang van Italië. SEAAJE. De ministerraad heeft de volgende be sluiten genomen lu. de vlottende schuld, die de Bank van Spanje bij de schatkist heeft, zal niet worden vermeerderd 2°. er zal gezocht worden naar middelen om aan de Bank het aan de schatkist geleende geld terug te betalen; 3°. aan de Bank zullen gemakken worden verleend om het haar mogelijk te maken, haar metaal-voorraad te vermeerderen. De regeering zou verder besloten hebben een deel van de troepen naar huis te zenden, ten einde de staatsuit gaven te verminderen. ©OSTEARIJH-HOAGARIJE. Graaf Ziehy, voor zitter van de hongaarsche delegatie, heeft den 11 in zijne, naar jaarlijksch gebruik tot den Keizer gehouden redevoe ring getuigenis afgelegd van trouw en toewijding jegens den souverein, en de ingenomenheid der delegatie betuigd met het feit, dat de internationale strijdpunten sedert verleden jaar geen ernstiger karakter hadden aangenomen. Hij zeide verder, dat de handelingen van rustverstoorders ten op zichte der sociale moeielijkheden met voorzichtigheid doch tevens met geestkracht moeten bedwongen worden. Hij verheugde zich over het behoud der vriendschappe lijke betrekkingen van Oostenrijk met zijne bondgenooten want daarin lag de beste waarborg voor de handhaving van den vrede. Hij hooptedat de kwestie der militaire strijdkrachten zou worden opgelostzonder verbreking van het evenwicht op de Staatsbegrooting. Bij de ontvangst der delegatie zeide de Keizer; Ik kan met voldoening verklarendat wij zeer vriendschap pelijke betrekkingen met alle mogendheden onderhouden. Wij zijn het met onze bondgenooten hierover volmaakt eens, dat de handhaving van den vrede te beschouwen is als de beste waarborg voor het geluk en de welvaart der volken. Mijne regeering verliest dat doel niet uit het oog eu wij ontvangen van alle europeesche kabinet ten verzekeringen van gelijke vredelievende strekking. Men is er, wel is waar, nog niet in geslaagd, alle gevaren te verwijderen, welke de staatkundige toestand in Europa aanbiedtnoch een einde te maken aan de wapeningen die overal plaats vindenmaar daar de behoefte aan vrede zich eenparig en algemeen doet gevoelenis het geoorloofd te verwachtendat men zal eindigen met den vrede te handhaven. Moge het mij gegeven zijn, aan mijn volk te verkondigen, dat de bezorgdheid over de tegenwoor dige drukkende lasten en over de gevaren, die den vrede bedreigen, een einde heeft genomen. Hij besprak daarna de voorstellendie aan het onderzoek der delegatie on derworpen zouden worden, en zeide: Mijne regeeringen hebben alleen gevraagd de onontbeerlijke kredieten ten be hoeve van leger en vloot, maar zij waren genoodzaakt zeer belangrijke uitgaven ten behoeve van het leger in Bosnië en de Herzogowina uit te stellen. Gestadig gaan die provinciën vooruit en voor het volgend jaar zullen de ontvangsten aldaar de uitgaven dekken. De regeering heeft besloten streng toezicht te doen houden op de grens naar den kant van Rusland door de gendarmerie van Gallicië en Bukowina, welke met 650 man zal worden versterkt. RESIiAIV'D. Den 9 is de zilveren bruiloft van den Keizer en de Keizerin overal in het Rijk door dank diensten kerkelijk gevierd. Het echtpaar woonde te Li- vadia een bijzonderen kerkdienst in de kapel van het paleis bijwaarbij de leden der familie en de gasten, o.a. de Koning en de Koningin van Denemarken, tegen woordig waren. Op uitdrukkelijk verlangen van den Kei zer zijn de voor hem bestemde feestgaven in geld aan geboden welk geld besteed zal worden tot leniging van den nood in vele districten. Te Kazan en in andere districten breidt de typhus, ofschoon niet van de kwaadaardigste soort, zich meer en meer uit. Ook ontstonden volgens de engelsche bladen in sommige districten ongeregeldheden. Da door den hon ger tot wanhoop gebrachte menschen beginnen een roo- versleven te leiden. Het Dagblad van St. Petersburg bespreekt het ge deelte van de rede van den Keizer van Oostenrijk, waarin de wensch en de hoop uitgesproken worden dat de gevaren van den staatkundigen toestand in Europa zul len worden weggenomen en dat de lasten, die de be dreigde vrede oplegt, een einde zullen nemen. Het blad merkt op, dat deze wensch en deze hoop overal gekoes terd zullen worden, waar terecht het handhaven van den europeeschen vrede met erkenning van de bestaande wettige belangen beschouwd wordt als de zekerste waar borg voor het geluk en de welvaart der volken. Generaal baron Kaulbars, het hoofd van den genera- len staf bij het 6 legerkorps te Warschau, is tot hoofd van den generalen staf in Finland benoemd. Bij keizerlijk besluit is thans ook voor Finland geldig verklaard het verbod op den uitvoer van die landbouw- voortbrengselen, waarvan de uitvoer ook in andere dee- len van het Rijk verboden is. VEREE1VIGDE STATE1Ï. Den 12 is de nacht trein van Chicago naar Milwaukee waarmede geregeld geldswaarden worden verzonden, door dieven overvallen en geplunderd. Met den revolver op de borst dwongen zij het machinopersoneel den trein tot staan te brengen. Het portier van het postrijtuig deden zij door dynamiet springen. Het gelukte hun niet twee kisten, geldswaarden inhoudende te openen. Deze kisten werden later onge opend langs den weg gevonden. Zij hebben ongeveer 12500 als buit kunnen mede nemen. Den 11 is te Chicago eene zeer opgewonden bijeenkomst gehouden ter eere van de nagedachtenis der op 11 No vember 1887 aldaar terecht gestelde anarchisten. Aan den eisch der politie, die binnen kwam, toen de houding der menigte een dreigend karakter begon aan te nemen, om de amerikaansche vlag op de estrade te plaatsen, te midden van de aldaar aanwezige roode banieren, werd ten slotte toch voldaan. President Harrison ontving den 14 den chileenschen gezant, den heer Moutt, tot het overhandigen zijner ge loofsbrieven. Deze verklaarde, dat het doel zijner zending was, de betrekkingen van vrede en vriendschap te onder houden. Harrison antwoordde hem dat, naar hij hoopte, zijne aanstelling strekken zou tot bevordering der ver standhouding en leiden zou tot spoedige regeling der tusschen beide landen aanhangige diplomatieke vraag stukken op billijke en eervolle voorwaarden. Hij twijfelde er niet aanof zoowel de tegenwoordige als mogelijk toekomstige verschillen tusschen de Vereenigde Staten en Chili zouden eene rechtmatige oplossing vinden. niemand zag en alleen waande te zijn, waagde hij het zijn schuilhoek te verlaten en herhaaldelijk ongeveer twaalf pas langs do heining hinkend afteleggen en weder terug te keeren, juist alsof hem een gezondheidswandeling was voorgeschreven. Zoodra hij mij bespeurde, trachtte hij zoo snel mogelijk zijn plaats te bereiken en, den kop achterwaarts geworpen, den bek geopend en met op staande veer en, scheen hij zich tot den strijd voortebe- reiden. Of ik hem al liefkoosde, ik mocht er niet in slagen hem tam te maken hij beet en krabde, zoodra men hem aanraakte, nam geen enkele maal het vleesch, dat ik hem aanbood, en zag mij, zoolang ik bij hem bleef, met zijn toornigen blik aan. Eenzaam en wrokkig wachtte hij den dood af, steeds ieder wantrouwende en met niemand vrede willende sluiten. Eindelijk herinnerden de gevangened zich zijner weer eens en legden zij een onverwachte genegenheid voor hem aan den dag. Zij kwamen zelfs overeen hem de vrijheid weer te geven. «Wanneer hij toch sterven moet, mag hij ten minste in vrijheid sterven zeide een hunner. Dat is zeker, een vrije en onafhankelijke vogel, als hij, zal zich nooit aan de gevangenis gewennen," voegde een ander er bij. Hij lijkt niet op ons," zeide een derde. Wel, hij is een vogel, terwijl wij menschen zijn." De arend, kameraden, is de koning van het wond. begon Skuratow, doch op dien dag luisterde niemand naar hem. Op zekeren namiddag, toen de tamboer het hervatten van den arbeid aankondigde, werd de arend opgenomen en, daar hij zich wilde verdedigen, zijn bek vastgebon den. Daarop werd hij buiten de gevangenis gebracht en op den wal nedergezet de twaalf dwangarbeiders, die hem begeleid hadden, waren niterst nieuwsgierig om te weten waar de arend heen zon gaan. Zonderling, zij waren allen zoo verheugd, alsof zij zeiven de vrijheid hadden herkregen. Dat ondankbare dier, men wil hem goeddoen en toch bijt hij zeide degeen, die hem vasthield en het 0ndeugende dier bijna teeder aanzag. Laat hem vliegen, Mokitha!" Hij kan zich niet in zijn gevangenschap schikken. Geef hem de vrijheid, de volle vrijheid weder Van den wal af werd hij in de steppen geworpen. Het was op het eind van den herfst, een gure, koude dag. De wind streek over de kale steppen en zuchtte in het dorre, gele gras. De arend vloog in een rechte lijn weg, met zijn gewonden vleugel klapwiekend, als was hij ge haast om ons te verlaten en zich aan onze blikken te onttrekken. Aandachtig volgden de dwangarbeiders hem, zoover het oog reikte. Ziet gij iiem nog vroeg een van hen, in gedach ten verzonken. Hij ziet niet om voegde een ander er aan toe. «Hij heeft zelfs niet eenmaal omgezien!" Dacht gij soms, dat hij ons zou komen bedanken Dat doet de vrijheid. Hij heeft gevoelt, dat hij vrij was." Ja, juist, de vrijheid Wij zullen hem niet meer terngzien, kameraden." Wat doet gijlieden daar nog? Voorwaarts, marsch riepen de soldaten, die ons begeleidden, en allen begaven zich met langzamen tred naar het werk. VII. DE GRIEF. Aan het begin van dit hoofdstuk rekent de uitgever der Herinneringen van wijlen Alexandor Petrowitch het tot zijn plicht den lezer de volgende mededeeling te doen In het eerste hoofdstuk van de Herinneringen uit het Doodenhuis, is er met een enkel woord over een vader moorder, een adellijke van geboorte, gesproken die als een voorbeeld van ongevoeligheid werd genomen om aan te toonen op welk een onverschillige wijze de veroordeel den over de door hen begane misdaden spraken. Ook is er gezegd, dat hij voor het gerecht zijn schuld niet heeft willen bekennen, maar dat, dank zij de inlichtingen van personen, die met de bijzonderheden van zijn levenege- BRAZIEIE. De gouverneur van de provincie Rio Grande do Sul Castelho is ontslagen. De Staat wordt nu door een voorloopig bewind bestuurd en de telegraaf staat onder onmiddellijk toezicht van de regeering. Volgens de laatste berichten zouden de oproerlingen in die provincie meester van den toestand zijn en de troepen met de bevolking gemeene zaak maken Tweede Hamer. De afdeelingen hebben gokozen tot rapporteurs over de Borneo-overeenkomst, de heeren Bool, v. Bijlandt, Geetsema, Boreel van Hogelanden en Brantsen van de Zijp over de afwijkingswetten voor de heffing der plaatse lijke belastingen en de begrooting derLands-drukkerij, de heeren Levy, Kerdijk, Huber, Ferf en Zaaijer; over de wets ontwerpen tot wijziging der militie- en schutterij wetten, de heeren Rutgers van Rozenburg, Land, Schimmel - penninck v. d. Oye, Van der Feltz en Guyot; over de leeningswet de heeren Hartogh, Mees, van Delden, Roëll en Veegens. Te "Vlieland is den 11 een bootje met drie per sonen omgeslagen waarvan slechts één gered is kunnen worden. Den 12 is te Amsterdam eene vergadering van christelijke patroons gehouden waar, na langdurige be spreking door ruim 300 personen uit verschillende deelen van Nederland een besluit genomen werd, waarin de wenschelijkheid van de oprichting eener Nederl. Pa- troonsvereeniging werd uitgesproken. Een honderdtal patroons traden dadelijk toe. Den 13 is te Doornspijk een huis, schuur en hooi berg afgebrand. Ongeveer 10000 P. hooi, 50 vim zaad en drie varkens verbrandden. Te Veendam zijn de ouders van een jong aardap- pelschipper, die bij hem aan boord liefderijk verpleegd werden, op den 13 en 14 eenige uren na elkander overleden aan de gevolgen van vergiftiging door het ge bruik van thee, die verschimmeld was. Den 14 is de bouw eener fabriek van verduur zaamde levensmiddelen met aanverwante kantoorlokalen, magazijnen ketelhuis enz. te Beverwijk, geraamd op 31080, voor den heer W. Sepp, gegund aan den laagsten inschrij ver, den heer V. Ph. Braun aldaar, voor f 28770. Er waien zestien inschrijvers. Den 14 zijn de voorstellingen in het circus Carré te Amsterdam weder aangevangen. De gemeenteraad van Groningen heeft den 14 be sloten tot invoering eener beursbelasting. Den 14 is van de werf der koninklijke maatschappij de Schelde te Vlissingen met goed gevolg te water ge- loopen het voor het departement van koloniën gebouwde stalen schroefstoombootschip Sumbawa type Ceram, ten dienste van de indische militaire marine. Dit is het eerste stalen schroefstoomschip dat bij wijze van proef voor Indië gebouwd is. Den 14 is te Koegras gemeente Helderdoor een onbekende oorzaak verbrand met den geheelen voor raad hooi en verdere veldgewassen de woning van den heer Kruijerbewoond door den landbouwer P. Tromp. Alles was verzekerd. Bij kon. besluit van den 14 is de kapitein T. M. Keyser, plaatselijk adjudant te Amsterdamop pen sioen gesteld en het bedrag daarvan op f 1560 's jaars bepaaldtot zijn opvolger is benoemd de kapitein J. Stork, van het 6e regiment infanterie. Den 14 is te Amsterdam in den ouderdom van 51 jaren overleden do heer mr. P. A. Brugmans, o. a. advocaat der gemeente Amsterdam, evenals zijn vader en grootvader, en lid der Prov. Staten van Noordholland. Den 15 hield de rederijkerskamer «Oefening Vol maakt" te Westgraftdijk hare eerste openbare ver gadering in dit saisoen. Opgevoerd werden: «Twee Zusters", tooneelspel in 5 bedrijven, en tot nastukje «Gesmokkeld", kluchtspel in één bedrijf door W. Mets. Beide stukken liepen flink van stapel. Den 15 is het eerste nummer verschenen bij den uitgever H. A. Stadermann te Enkhuizcn van een Vlie gend blad, Nieuws- en Advertentieblad voor Enkhuizen en omstreken. De gemeenteraad van Maastricht heeft den 14 een adres aan de Koningin-Regentes ingediend, waarin ver zocht wordt iutrekking van het besluit tot garnizoens vermindering. Ook uit de burgerij worden adressen in dien zin verzonden. schiedens bekend waren zijn schuld boven allen twijfel verheven was. Deze personen hadden aan den schrijver der Herinneringen medegedeeld, dat de de schuldige een zeer slechten levenswandel had geleid, veel schulden had gemaakt en ten slotte zijn vader vermoord had om des te spoediger in het bezit van diens erfenis te komen. Bovendien vertelde men in de stad, waar deze vader moorder vroeger als officier gediend had, zijn geschie denis op dezelfde wijze, waarvan de uitgever dezer bladen nauwkeuring kennis heeft genomen. Eindelijk werd het gerucht verspreid, dat de moordenaar, zelfs in de gevan genis, altijd vroolijk en opgewekt was, dat hij verder een onbesuisd, lichtzinnig, doch ontwikkeld man genoemd kon worden, en dat de schrijver dezes nooit opmerkte, dat bij bijzonder wreed was, waaraan hij nog toevoegde «Zoodat ik hem nimmer schuldig verklaard zou hebben Eeuigen tijd geleden heeft de schrijver der Herinnerin gen uit Siberië de tijding ontvangen, dat deze misdadi ger onschuldig was en dat hij dus gedurende tien jaren dwangarbeid heeft verricht, zonder die straf in het minst verdiend te hebben, daar zijn onschuld door hooger hand erkend is. De ware schuldigen waren ontdekt en hadden bekend, zoodat de ongelukkige zijn vrijheid teruggekregen heeft. De schrijver betwijfelt deze autenthieke mededee- lingen in geen enkel opzichtj Het is overbodig hier nog iets bij te voegen. Waarom uit te weiden over het tragische van dit feit Dit spreekt slechts al te luid voor zich zelf. Wij meenen dan ook, dat, indien dergelijke dwalingen mogelijk zijn alleen die mogelijkheid reeds een nieuw, treffend gezichtspunt aan ons verhaal toevoegt en dat zij de tooneelen van de Herinneringen uit het Doodenhuis slechts voltooid en kenschetst." Laat ons thans voortgaan Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 2