UIT SIBERIË.
No. 139.
Drie en Hfegentigste Jaargang.
1891.
VRIJ DA Cr
20 NOVEMBER.
Officieel Gedeelte.
Stads-V roed vrouwen.
Alkmaarsche
IJzer- en Metaalgieterij.
Gemeenteraad.
FEUILLETON.
ALKMAARSCHE COIR A AT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar/' O.SO; franco door bet
geheele rijk 1,
De 3 nummers O,O®.
Telefoonnummer3
Prijs der gewone Advertentlën:
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs, COS-
TER ZOON.
Burgemeester en Wethouders van ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat zij, tenge
volge van de ongesteldheid van mej. C. C. BESlJN
waardoor deze verhinderd is de betrokking van stads-
vroedvrouw in do wijken C, D en F waar te nemen,
aan mej. Cr. HoIiDER, voorloopig gevestigd ten
huize van mej. C. C. Besijn, aan het Luttik-Oudcrp,
van af heden opgedragen hebben de waarneming van de
betrekking van stads-vroedvrouw in die wijken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
18 Nov. 1891. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat de heer C. J. VAN
SPALLdirecteur der Alkmaarsche IJzer- en Metaal
gieterij, zich tot den gemeenteraad gewend heeft met het
verzoek hem in eigendom af te staan, ten behoeve van
de vergrooting dier fabriekeen stuk gemeentegrond
achter de bestaande gieterij, ter breedte van 20 Meters
en ter diepte tot den waterkant, uitmakende ongeveer
760 centiaren, deel uitmakende van het tot den open
baren dienst bestemde perceel, kadastraal bekend in
sectie B onder No. 3117, als stadswal. Zij, die bezwa
ren mochten hebben tegen het onttrekken van dien
grond aan den openbaren dienstworden verzocht die
bezwaren kenbaar te maken aan den gemeenteraad vóór
1 December 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
18 Nov. 1891. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
No. 13. WOKVSOAO 18 \OYII.1111 Kit 1891.
Voorzitter de Burgemeester A. Maclaine Pont.
Tegenwoordig 16 leden. Afwezig de heer B. Preijer
wegens een ongemak aan de voet.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna
1. de notulen der vorige vergadering gelezen en goed
gekeurd worden. De Voorzitter deelt op verzoek
van d«n heer Preijer mede, dat hij met zijne vraag, aan
het slot der laatste vergadering omtrent de schoorsteenen
gedaanalleen bedoeld had de schoorsteenen in het
Stadshuis.
2. Deelt de Voorzitter mede, dat
a. burg. en weth. ten behoeve van de gemeente Alkmaar
aangekocht hebben het alphabetisch register op
de Gemeente-Stem, weekblad, aan de belangen van de
gemeenten in Nederland gewijd, over de jaren 1851-1887,
(53)
DOOK
1. .11. DOSTOJEWSKY.
Ik heb reeds gezegd, dat ik mij eindelijk aan mijn toe
stand gewende, maar dat ^eindelijk" was met moeite en
langzaam verkregen. Ik had inderdaad ongeveer een
jaar noodig om aan de gevangenis gewoon te raken en
ik zal dat jaar altijd als het afschuwelijkste van mijn leven
beschouwendaarom heeft het zich tot iu zijn kleinste
bijzonderheden zoo diep in mijn geheugen gegrift. Ik
geloof zelfs, dat ik mij elk uur daarvan herinner Ook
heb ik gezegddat de andere gevangenen zich evenmin
aan hun leven konden gewennen. Gedurende dat geheele
jaar, vroeg ik mij af, of zij werkelijk zoo kalm waren
als zij wel schenen te zijn. Die vraag hield mij leveudig
bezig. Zooals ik hierboven reeds heb opgemerkt, gevoel
den al de gevangenen zich vreemd in de gevangenis zij
waren er niet tehuis veeleer was het of zij er zich even
als in een herberg, slechts tijdelijk bevonden. Deze man
nen die voor hun geheele leven verbannen waren
schenen, de een op neerslachtige, de andere op droevige
wijze over de een of andere onmogelijkheid te peinzen.
Die voortdurende onrust, welke zich ternauwernood ver
ried doch welke men niettemin kon opmerkenhun
vurige, ongeduldig verbeide verwachtingen die zij ondanks
zich zeiven toonden, doch die zoo onverwezenlijkbaar wa
ren dat zij aan ijlhoofdigheid deden denken dat alles
gaf zulk een buitengewoon karakter aan dat oord, dat al
zijn oorspronkelijkheid misschien alleen in deze bijzon
derheden bestond. Bij het binnenkomen reeds gevoelde
men, dat er buiten de gevangenis niets dergelijks bestond.
Hier droomde ieder de zonderlingste droomen, dat viel on
middellijk in het oog, ieder was ten prooi aan een overge-
dat tijdelijk verkrijgbaar was gesteld tegen den oor-
spronkelijken aanbiedingsprijs van f 8, in plaats van
den na dien tijd verhoogden prijs van f 10;
b. door burg. en weth. met den Staat der Nederlanden
op 10 November, behoudens goedkeuring
hij de wet, aangegaan en geteekend is de overeenkomst
tot regeling van de zaken der Cadettenschoolmet
inachtneming van de bepalingen, vastgesteld bij raads
besluit van 29 Juni geheim en 1 September 1.1.;
c. op 12 November de overdracht plaats gehad heeft van
het door de gemeente van den heer W. F. G. L.
Gouwenotaris alhier aangekochte terrein in den
stads-hont, genaamd Middeuhout, en op 16 November
de op dat terrein staande vruchtboomen enz., voor
zoover zij bij de gemeente zelve niet gebruikt konden
worden, verkocht zijn voor 59.10;
d. op 16 November de bij den storm op 11 November
om- of stukgewaaide boomen in het openbaar verkocht
zijn voor 126.25.
Voor kennisgeving aangenomen.
Zijn medegedeeld de sedert de vorige
vergadering i n g e k o m e n s t u k k e n.
Van Ged. Staten.
3. Brief ten geleide van het goedgekeurde suppletoir
kohier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen,
dienst 1891.
4. Brief ten geleide van het goedgekeurde raadsbe
sluit tot het voldoen eener schadevergoeding van f 25
aan den pachter van de Sluis aan de Zes Wielen nit den
post voor de onvoorziene uitgaven der gemeente-begrooting
voor 1891.
Nos. 3 en 4 voor kennisgeving aangenomen.
5. Rapport van burg. en weth. op het verzoek van
de bewoners van de Wognumsche Buurt, om straatver
lichting langs den Bergerweg van Hemesath tot aan den
spoorweg. Inwilliging van dit verzoek zou eeue uitgaaf
van f 400 voor aanleg in eens en van 37,50 per jaar
ten gevolge hebben. Er ligt in dezen weg geen buizen
leiding het leggen dier leiding kost 325. Zou de
verlichting werkelijk nut doen, dan zouden op dien weg 3
lantaarns geplaatst moeten worden. Iedere lantaarn kost
25, dus drie stuks 75. Voor verlichting wordt 12,50
per jaar en per lantaarn betaald, alzoo voor 3 lantaarns
f 31.00. Die uitgaaf achten burg. en weth. veel te hoog
voor de verlichting van een weg, langs welken niemand
woont, waardoor geen vooruitzicht bestaat van het ver
krijgen van particuliere gasverbruikers en waar geen
gevaar bestaat, getuige het reeds in de zitting van 4
dezer aangehaalde feit, dat daar nimmer een ongeluk
gebeurde. Aan de andere zijde van den spoorweg is
het gevaar voor het verkeer naar hunne opvatting on
eindig grooterdoch daar zou de verlichting toch geen
dienst doen. Afgescheiden dus van het hoofdbezwaar,
dat in de zitting van den 4 dezer door den burgemeester
tegen deze gevraagde uitbreiding der straatverlichting
werd aangevoerd, namelijk de capaciteit der gasfabriek,
in verband met de voortdurende uitbreiding der straat
verlichting, zoover buiten de kom der gemeente en met
het oog op het grooter gasverbruik, dat in de eerste jaren
voelige, zenuwachtige aandoening en door dat aanhoudend
peinzen vezkreeg het mcerendeel der dwangarbeiders een
somber, droefgeestig voorkomen en een ziekelijk uiterlijk.
Bijna allen waren weinig spraakzaam en zeer prikkelbaar
ongaarne uitten zij hun geheime verwachtingen. Daarom
minachtten zij oprechtheid en eenvoud. Hoe onmoge
lijker de verwachtingen waren, des te meer erkende de
gevangene zelf, dat zij nimmer te verwezenlijken zonden
zijn en verborg hij ze in zijn binnenste, zonder hen even
wel te kunnen opgeven. Schaamden zij zich er dan voor
In bet karakter van den Rus ligt zooveel vastbesloten
heid, zooveel eenvoud en zooveel spotlust met de gebre
ken van zijn eigen persoon Misschien was het de
ootevredenheid met zich zelf, welke hen in den dage-
lijkschen omgang zoo onaangenaam maakte en hen de
andere gevangenen met zulk een spottende wreedheid
deed behandelen. Wanneer een van hen die eenvoudi
ger of ongeduldiger was dan de anderen, openlijk onder
woorden bracht, wat ieder voor zich dacht en zich in
de wereld van hun luchtkasteelen waagden, werd hij met
spotternij bejegend. En toch waren zijn heftigste aan
vallers juist die, welke hem in hun dwaze hersenschim
men en onzinnige droomerijen nog verre overtroffen.
Ik heb reeds gezegd, dat de eenvoudige, oprechte gevan
genen bij ons als groote domooren beschouwd werden
voor wie men slechts minachting koesterde. De dwang
arbeiders waren zoo bitter en zoo lichtgeraaktdat zij
hen die opgewekt waren en geen eigenliefde bezaten
verfoeiden. Behalve deze onschuldige praterskonden
de overige veroordeelden in goede en slechte iu vroo-
lijke en droefgeestige verdeeld worden. De laatste vorm
den het meerendeelwanneer er bij toeval een onder
hen was die spraakzaam genoemd kon worden, was het
altijd een doortrapte lasteraar of een afgunstige, die zich
met de zaken van anderen inliet zonder iets van zijn
eigen gevoelens aan den dag te leggen; immers, dat was
geen gewoonte, geenjgebruik. En wat den goeden betreft
deze waren slechts iu kleinen getale aanwezig zij wa
ren vreedzaam en verborgen hun verwachtingen onder
een diep stilzwijgen; zij hadden meer vertrouwen in hun
te wachten is, zijn burg. en weth. tegen de inwilliging van
dit verzoek gestemd. Zij verwijzen don raad bij deze
gelegenheid naar het in do Gemeentestem van 16 dezer
No. 2091 gegeven antwoord op de vraag »of het aan
burg. en weth. of aan den raad staat om te bepalen
hoeveel straatlantaarns zullen worden geplaatst en in
welke maanden en op welke uren van den avond en den
nacht deze zullen moeten branden dat »straatver-
lichtiug behoort tot de bij art. 179, lett. li der gemeente
wet aan burg. en weth. opgedragen zorg voor de bruik
baarheid enz. der openbare wegen. De hier bedoelde
bevoegdheid behoort dus aan burg. en weth." Met deze
opvatting stemmen burg. en weth. geheel in.
Ter lezing gelegd,
6. Brief van de commissie van toezicht op het mid
delbaar onderwijs daarbij de heeren G. J. Bosman en
Th. van Spall aanbevelende voor lid der commissiein
plaats van den heer C. T. Hackstroh, met 31 December
a.s. aftredende niet herkiesbaar.
7. Brief van de commissie van toezicht op het ste
delijk museum, daarbij de heeren J. Masdorp en C. Graft-
dijk aanbevelende voor lid der commissie in plaats van
den heer J. Masdorp, met 31 December a.s. aftredende
doch herkiesbaar.
8. Brief van regenten van het burgerweeshuis, daarbij
de heeren mr. F. F. Karseboom en S. de Lange P.Bz.
voor regent aanbevelende, in plaats van den heer H. J.
Vonk, aftredende, die niet voor herkiezing in aanmer
king wenscht te komen.
Nos. 6, 7 en 8 ter lezing gelegd.
9. Brief van Dijkgraaf en Heemraden van de Scher-
meer daarbij mededeelende, dat zij voornemens zijn om
den straatwegliggende op den omringdijk van den
polder tussehen de Roobrug en de brug bij Schermerhorn,
ter lengte van ongeveer 300 meters te veranderen in
een grintweg met paardenpad, op grond dat de aanslui-
tendo wegen op dien dijk allen op gelijke wijze zijn
aangelegd en behard. Daar de bestrating van den weg
van Alkmaar naar Schermerhornwaarin hot in een
grintweg met paardenpad te veranderen gedeelte op
den omringdijk begrepen is, indertijd tot stand gekomen
is door de geldelijke hulp van de gemeente Alkmaar
meent het bestuur zonder 's raads goedkeuring niet tot
die wijziging te mogen overgaan.
Gesteld in handen van burg. en weth. om bericht
en raad.
10. Brief van de leeraren aan de burgeravondschool
P. C. Bakker, K. Bakker Dz. en R. E. J. Roeterink
houdende dankbetuiging voor de hun in de vorige raads
vergadering toegestane gratificatie.
Voor kennisgeving aangenomen.
Alkmnarselie IJzer- en Metaalgleterij.
11. Verzoek van den heer G. J. van Spall, directeur
der Alkmaarsche IJzer- en Metaalgieterij, om hem ten
behoeve van eene vergrooting dier fabriek in eigendom
af te staan een gedeelte gemeentegrond, gelegen achter
de bestaande gieterij, ter breedte van 20 el en ter diepte
tot den waterkant, uitmakende ongeveer 760 centiaren,
zooals op eene overgelegde sitnatie-teekening is aange-
hoop op de toekomst dan de sombere dwangarbeiders.
Toch schijnt het mij toe, dat er uog een andere categorie
van bannelingen was: de wanhopigen. zooals de grijsaard
van Starodub doch zij waren niet zeer talrijk.
Uiterlijk was deze ongelukkige, oude man kalm, doch
nit zekere bijzonderheden mag ik afleiden dat zijn
Z' delijken toestand ondragelijk, afschuwelijk moet geweest
zijn; hij had slechts één toevluchtéén troost hot gebed
en de overtuiging, dat hij een martelaar was. De dwang
arbeider over wien ik tevoren reeds gesproken heb
die altijd in het lezen van den bijbel verdiopt was en
later krankzinnig werd, toen hij met een steen in de hand
den majoor aanviel, was waarschijnlijk ook een van hen,
die alle hoop verloren hadden; daar het onmogelijk is
om zonder hoop te leven, zocht hij den dood in een
vrijwillig martelaarschap. Hij verklaarde dat hij zich
op den majoor geworpen had, zonder den minsten wrok
tegen hem te gevoelen, alleen om te lijden. Wie weet
welk zielkundig proces er in hem had plaats gevonden?
Geen enkel mensch leeft zonder het een of andere doel
en zonder een poging om dat te bereiken. Zijn het doel
en de hoop eenmaal verdwenendan maakt de angst
vaak een monster van den menschOns aller doel
was de vrijheid en de bevrijding nit de gevangenis.
Hoewel ik getracht heb onze gevangenen in verschil
lende categoriën te verdeelen, is het onmogelijk hen al
len daaronder te rangschikken. De werkelijkheid is zoo
veelzijdig, dat zij aan de meest vernuftige ontleding van
de gedachte ontsnapt, zij duldt geen juiste, afgepaste ver
deeling
De werkelijkheid streeft altijd naar verbrokkeling, naar
oneindige afwisseling. Ieder onzer had zijn eigen, inner
lijk, persoonlijk leven buiten het officiee'le leven volgens
de reglementen.
Doch zooals ik reeds gezegd heb, in den beginne van
mijn opsluiting kou ik de diepte van dat innerlijke leven
niet doorgronden, want al zijn uiterlijke kenmerken grief
den mij en vervulden mij met een onuitsprekelijke droef
heid. Somtijds baatte ik die martelaarsdie evenveel leden
als ik, vaak ook benijdde ik hen, omdat zij te midden.