Buit enland. Binnenland. Begroot in g binnen 1. zaken voor 189 2. RELGIE. De minister van staatde heer Woeste, heeft op ingeving van koning Leopold eene brochure ge schrevenwaarin met nadruk opgekomen wordt tegen de beweringen der fransche pers, dat koning Leopold een geheim verdrag met Duitschland zou gesloten hebben. Hij haalt een menigte stukken en feiten aan ten bewijze dat België zich alleen ten doel stelt, vriendschappelijke betrekkingen met alle mogendheden te onderhouden. Elke samenwerking van België met eene vreemde mo gendheid is onmogelijk. De regeering heeft voor de voltooiing der nieuwe forten van de Maas een nieuw krediet van 13.700.000 frcs. aangevraagd. In de memorie van toelichting wordt gezegd, dat er nu verder wel geene onvoorziene uitgaven meer te wachten zijn. Tot nog toe is 57.900.000 frcs. uitgegeven. OUITSCHIiAXD. Aan den Rijksdag is de staats- begrooting over 18921893 toegezonden sluitende met 1,222,416,597 Mark aan inkomsten en uitgaven, waarvan 991,683,030 aan doorloopende en 230,733,567 aan uit gaven voor eens. De gewone uitgaven bedragen 28,910,466 meer dan in het vorige jaar, de inkomsten 23.997,912 meer. Tot dekking van het verschil moeten de bijdragen der verschillende Bondsstaten met 4,912,554 worden ver hoogd. Tot bestrijding van deze uitgaven moet de lee ning van dit jaar tot 146,000,000 M. worden verhoogd. Voor het leger zijn de loopende uitgaven 4,338,556 M. hooger, voor de marine 3,248,282 M. booger. De uitgaven voor eens voor het leger bedragen 39,190,331 M., die voor de marine 17,426,000 M., de buitengewone voor het leger 102,203,822, voor de marine 32,406,500. Het be drag aan buitengewone middelen, dat vereischt wordt, is 158,958,822 of 67,127,994 meer dan in het vorige jaar. Rijksdag. Den 17 werd de zitting geopend met eene toespraak van de voorzitter, gewijd aan de nagedachtenis van den Koning van Wurtemberg. Daarna herdacht hij de overledene leden van den Rijksdag. Daarna ving de eerste beraadslaging aan over het ont werp ter wering van den slavenhandel. Op eene vraag van prins Arenberg over hot dulden of bevorderen van den slavenhandel door duitsche ambtenaren, waarvan de bladen melding gemaakt hadden, antwoordde de direc teur van het koloniale departement, dat deze berichten geheel uit de lucht gegrepen waren. Het ontwerp werd naar eene commissie van veertien leden verwezen. FKASikKI.Ik, De burgemeester van Algiers heeft de ingezetenen bij openbare bekendmaking opgeroepen om te illumineeren en met de russische en fransche kleuren te vlaggen, ter eere van de op den 16 bepaalde ontvangst van de officieren der in de haven liggende russische oorlogsschepen Uit Atrecht wordt gemeld, dat een visscherssmak uit Berck aan zee bij den storm op den 12 vergaan isde gezagvoerder, vijftien man en een jongen verdronken. Den 15 werd te Lens eene bijeenkomst gehouden van 120 mijnwerkers-afgevaardigden onder het voorzitter schap van het kamerlid Basly, waar de vraag behandeld zou worden, of men al niet tot eene algemeene werk staking zou overgaan. Basly was er tegen en stelde voor, eene delegatie aan den minister-president te zenden, om de grieven der mijnwerkers aan de regeering uiteen te zetten. Hij herinnerde aan de indiening van een wets ontwerp ter instelling van eene kamer van Arbeid, half uit patroons en half uit werklieden bestaande, en oor deelde, dat men verstandig zou doen met de beraadsla ging te verdagen. Na langdurige besprekingen werd eene commissie van tien leden benoemd om naar Parijs te gaan daarna ontstond levendig verzet tegen die beslis sing en werd met 48 tegen 46 stemmen tot werkstaking besloten. De voorzitter verklaarde in dat besluit te be rusten en beloofde in de kamer aan de regeering inlich tingen te zullen vragen over den toestand der mijnwerkers in het departement Pas de Calais. Den 16 bedroeg het aan tal werkstakers in het kolenbekken Lens 15200 op de 24260. Alles was rustig. dat zij nimmer hun aandacht aan het noodzakelijke, het belangrijke wijden, doch in plaats van recht op hun doel aftegaan zich altijd tot kleine bijzonderheden bepalen wat hen in het verderf stort. Doch het volk begrijpt hen en juist daardoor vreest het hen. Met een enkel woord zal ik vertellen wat het woord grief" beteekent. Eenige dwangarbeiders waren juist door een sgrief" verbannen dat waren de meest opgewonden menschen onder anderen een zekere Martinow die vroeger bij de huzaren had gediend en die hoe heftigopvliegend en prikkelbaar hij ook was, niet minder eerlijk en waarheids- lievend genoemd kon worden. Voorts, Wassili Antonow, een eenigszins koel en toch ook heftig mensch met een hoogmoedigenspottenden lach en een trotschen blik doch eveneens zeer braaf en waarheidslievend en boven dien zeer ontwikkeld. Doch ik kan niet bij allen stilstaan, er waren er zoovele; Petrow mengde zich in alles,sprak weinig doch was schijnbaar zeer opgewonden en behoorde onder de eersten, die de gevangenis verlieten om zich in den hof optestellen. Onze sergeant, die de bezigheden van sergeant-majoor vervuldekwam verschrikt aanloopen. Nadat zij zich allen vereenigd hadden verzochten de dwangarbeiders hem beleefd aan den majoor te zeggen, dat de gevangenen hem wenschten te spreken om hem over zekere punten te ondervragen. Achter den sergeant volgden al de zieken, die zich aan de andere zijde, tegenover de dwangarbei ders, plaatsen. De boodschap, welke zij zooeven aan den sergeant hadden opgedragen, was zoo buitengewoon, dat deze met schrik vervuld werd toch durfde hij er zich niet aan onttrekken wantindien de dwangarbeiders allen als één man opstonden, mocht God weten wat er gebeuren kon. Al onze chefs waren weinig moedig tegen over de gevangenen, doch zelfs, wanneer er niets buiten gewoons voorviel en de dwangarbeiders zich bedachten en weer uiteen gingen, moest de sergeant niettemin het bestuur waarschuwen en mededeelen wat er geschied was. Bleek en bevend van angstbegaf hij zich oumid- dellijk naar den majoorzonder ook maar te beproeven -de ontevredenen tot andere gedachten te brengen. Hij Kamer. De heer Basley heeft den 19 de regeering geïnterpelleerd over de werkstakingen in de departemen ten Het Noorden en Nauw-van-Calais. Hij wees op het stelselmatig verzet der mijn-maatschappijen tegen de vorderingen der werklieden en stelde voor, krachtens de wet van 1810, de mijnen der twee bekkens onder staats beheer te stellen. De minister van openbare werken, de heer Yves Guyot, bestreed de beweringen van den heer Basley. De minister-president, de heer de Freycinet, verklaar de dat de regeering niet tusschenbeiden kan komen, door voedsel te geven aan zekere verwachtingen betref fende de loonkwestie. Hij was voorstander der vast stelling van den arbeidsduur. Ten slotte stelde hij voor, dat de Kamer de zaak aan de zorg der regeering zou overlaten en vroeg eene motie van vertrouwen. Met 354 tegen 107 stemmen werd eene motie van orde aangenomen, waarin het vertrouwen in de verklaringen der regeering werd uitgedrukt. STOORWEGEHf. Van de 114 verkiezingen voor het Storthing zijn er 98 afgeloopen. Er zijn 26 leden der rechterzijde, 58 der linkerzijde en 14 gematigden geko zen. De linkerzijde, waartoe het ministerie Sleen behoort, heeft dus de volstrekte meerderheid. OOSTEARIJK-HOAGAR1JE. Graaf Kalnoky heeft den 16 aan de commissie voor buitenlandsche zaken der oostenrijksche delegatie verklaard, dat er geene tegenspraak hoegenaamd is tusschen de troonrede en zijne den 14 gegeven omschrijving van den toestand. Vervolgens verklaarde hij, dat het Drievoudig Verbond de spil is van den tegenwoordigen toestand. Het wordt gesteund door alle mogendheden die den status quo wenschen te handhaven. Hij ontkende, dat Oostenrijk- Hongarije een begeerigoog zou hebben geslagen op Salonika. In de hongaarsche delegatie heeft de minister van koophandel den 16 medegedeeld, dat het handelsverdrag met Duitschland gereed was, op de formuleering der ar tikelen na. Het verdrag met Italië zou den 18 worden geteekend. De hervatting der onderhandelingen met Zwitserland was onmiddellijk te verwachten en deze zou den, naar hij hoopte, spoedig slagen. De drie verdragen moesten in het begin van December geteekend worden, daar deze in Januari in werking moeten treden. De minister van oorlog verklaarde den 18 aan de leger- commissie dat geene nieuwe versterking der artillerie beoogd werd. PORTUGAL. Bij de op den 15 te Lissabon gehou- deD gemeentelijke verkiezingen zijn de republikeinen die bij eene vorige verkiezing do overwinning behaalden, met groote meerderheid geslagen. Den 18 brachten de Koning en de Koningin voor het eerst sedert de troonsbestijging een bezoek aan Oporto, alwaar zij tot den 30 blijven. De ontvangst was schitte rend de straten waren rijk versierd. Tweede Hamer. Verlenging der arbeids-enquête. Bij het afdeelings-onderzoek van het wetsontwerp tot verlenging van den termijn, gedurende welken de wet van 19 J a nuar i 1890 van kracht blijftwerd hulde gebracht aan de enquête-commissie maar toch opgemerktdat het onderzoek niet altijd met de uoodige objectiviteit werd geleid. Gevraagd werd of de regeering voornemens is aan die commissie op te dra genook den veldarbeid in haar onderzoek op te nemeD. Omtrent de wenschelijkheid der uitbreiding van de taak der commissie ook tot den veldarbeid werd echter zeer verschillend gedacht. Sommigen verklaarden zich daar sterk voor, anderen meenden, dat het niet tot de ge- wenschte uitkomsten zou leiden, daar de toestanden, in de verschillende deelen des lands vooralzeer uiteen- loopen. Voorts werd ook de tegenwoordige samenstelling der enquête-commissie voor een landbouw-onderzoek niet geschikt geacht. Sommige leden achtten de voorgestelde verlenging van 6 maanden te kort voor hetgeen nog on- zag wel dat deze er geen genoegen in zouden vinden met hem te redetwisten. Zonder in het minst te begrijpen wat er voorviel voegde ik mij bij hen. (Eerst later vernam ik de bijzon derheden van deze geschiedenis). Ik dachtdat wij ge monsterd zouden wordendoch de soldatendie ons altijd begeleidden en de sterkte moesten nagaan, niet bespeurende zag ik verbaasd om mij heen. Hun aller gelaat was bewogen zelfs wanhopendsommigen zagen doodsbleek. Sprakeloos en in gedachten verdiept, schenen zij te bedenken wat zij den majoor moesten zeggen. Ook merkte ik op, dat verscheidene onder hen mij eerst ver baasd aanzagen en zich voorts onverschillig van mij afwendden. Zij vonden het blijkbaar zonderling dat ik mij bij hen had gevoegd, want, dat ik op mijn beurt aan hun beklag zou willen deelnemen, konden zij niet ge- looven. Met een vragenden blik wendden zij zich ander maal naar de plaats, waar ik stond. Wat komt gij hier doen zeide op ruwen, luiden toon Wassili Antonow, die, op eenigen afstand van de anderen, naast mij stond en mij altijd uiterst beleefd met u had toegesproken. Ik zag hem verbaasd aan, mij alle moeite gevende om te begrijpen wat dat beteekendetoen vermoedde ik, dat er iets buitengewoons in onze gevangenis omging. Wel ja, wat heb je hier te maken ga naar de kazerne," zeide een jong man, een militaire dwangar beider, dien ik tot dusverre nog niet kende, doch die een zeer kalm mensch scheen te zijn. Het raakt je niet." Zij vereenigen zich allen hier," antwoordde ik; worden wij dan niet gemonsterd Hij is er ook bij komen staan riep een der ban nelingen. Vliegenklap voegde een ander mij met onuitspre kelijke minachting toe. Deze nieuwe bijnaam deed ieder schaterlachen. De keuken staat bij hem hoog aangeschreven riep een derde spottend uit. Zij hebben overal een paradijs, die groote heeren. Wij zijn in de strafgevangenis, niet waar welnu, en toch koopen zij wittebrood en biggetjes, net als de groote derzocht moet worden. Afgescheiden daarvan wenschte men evenwel te vernemen of de commissie, bij aanneming van dit wetsontwerp, op 1 Juli 1892 gedefungeerd heeft, ook in den zin, dat zij geen verslag meer kan uitbren gen dan wel of op dat tijdstip alleen hare speciale be voegdheden van het onderzoek ophouden en haar bestaan niettemin bij kon. besluit zal kunnen verlengd worden opdat het uitbrengen van een eindverslag met bepaalde conclnsiën mogelijk zou worden. Do wenschelijkheid werd betoogd dat de commissie nu reeds afzonderlijke conclnsiën over verschillende afgeworkte onderdeelen zon uitbrengen. Ook werd gewezen op het nut van registers of klappers der omvangrijke verslagen en geklaagddat aan de nieuwe leden der Kamer slechts de sinds Sep tember verschenen verslagen zijn verstrekt. Aan het regeerings-antwoord omtrent deze begrooting worden nog de volgende bijzonderheden ontleend De juistheid der beslissingin zake de w i k- en weegloonen genomen, in het midden latende, vindt de minister tot dusverre geene aanleiding om toepassing art. 236 2e lid der gemeentewet voor te stellen. Bij voordrachten omtrent burgemeestersbe noemingen wenscht hij alleen om gewichtige rede nen in het belang der gemeente zelve af te wijken van het voorschrift van art. 61 le lid der gemeentewet. Omtrent de grensregeling tusschen Amsterdam en Nieu- wer-Amstel zal het overleg met Ged. Staten worden op gevat. Aan Ged. Staten van Znidholland zijn nadere in lichtingen gevraagd omtrent de voorbereide grensregeling tusschen Leiden en omliggende gemeenten. Er zijn geene gemeenten in ons land waar het ge bruik van rijwielen op alle openbare wegen bij plaatse lijke verordening verboden is. Art. 17 der wet van 4 December 1872 moet, naar de meening der regeeringals eene heilzame bepaling ter be vordering der koepokinenting blijven bestaan. Daarbij moet zij zoo mogelijk, trachten te bevorderen, dat de inëntingen worden verricht met door de weten schap geboden zorg en behoedzaamheid. De tegen de in- ënting geopperde bezwaren kunnen daardoor voor een groot deel worden opgelost. Terecht is opgemerkt, dat behoud der inenting van schoolgaande kinderen aan de goede werking van den leerplicht niet in den weg be hoeft te staan. De regeering hoeft geene klachten ontvangen over schade, door ingezetenen van Stad- en Ambt-Almelo geleden ten gevolge van het epidemisch verklaren van de pokken. In beginsel is de minister niet tegen het denkbeeld ge kant om vrijheid tot lijkverbranding toe te staan. Daarbij zouden echter afdoende waarborgen zijn in het leven te roepen tegen bezwaren van verschillenden aard. Ook naar aanleiding van de beraadslaging in het gedu rende dezen zomer te Londen gehouden Congres voor hygiène acht hij nader onderzoek omtrent de daartoe voor te schrijven maatregelen noodzakelijk. Nu bij de gemeentebesturen in het algemeen weinig opgewektheid schijnt te bestaan tot regeling van het toezicht op melk en andere levensmiddelen, wordt tusschen verschillende departementen overlegd wat de regeering zou kunnen doen ter voorkoming van de daaruit voor de volksgezondheid voortdurende gevaren. Overtuigd van de noodzakelijkheid om het ambachts- onderwijs te steunenstelt de regeering alsnog voor, om oene som van 36.200 op de begrooting te brengen als subsidie voor de Ambachtsschool te Groningen (ƒ6500), de praktische Ambachtsschool te Leiden 6000), de Ambachtsschool te Rotterdam 10000), die te Leeu warden 5000) en die te Haarlem 6500 jaarlijks en 2200 in eens). Verder wordt uitgetrokken ƒ3500 voor jaarwedde voor den nieuw aan te stellen inspec teur van het midd. onderwijs in het bijzonder belast met het toezicht op het landbouwonderwijs. In onderzoek is eene regeling om kosteloos jongelieden aan Rijks Hoogere Burgerscholen toe te latenen de wenschelijkheid tot verandering van de inrichting van het onderwijs aan de Rijks-Landbouwschool. De minister zal er naar streven de gewijzigde sc ho o 1- lui I Hebt gij geen afzonderlijk voedsel Waarom komt gij dan hier Uw plaats is niet hier," zeide Kulikow eenvoudig, terwijl hij mij bij de hand nam en mij uit de gelederen deed gaan. Hij zelf was zeer bleek, zijn zwarte oogen schitterden en hij had zijn lip aan bloeden gebeten, want hij be hoorde niet tot hen, die de komst van den majoor koel bloedig afwachtten. Ik zag Kulikow gaarne onder zulke omstandigheden, dat wil zeggen, wanneer hij zich in al zijn goede en kwade eigenschappen moest toonen. Hij poseerde, maar hij handelde bovendien ik geloof zelfs, dat hij met een zekere sierlijke waardigheid den dood zou zijn ingegaan. Op dat oogenblik, toen ieder mij onverschillig en onbe leefd behandelde, was hij dubbel beleefd tegenover mij, niettegenstaande hij een beslisten toon aansloeg, welke in het minst geen tegenspraak duldde. Wij zijn hier geheel voor onze zaken, Alexander Petrowitsch, waarmede gij u niet moet inlaten. Gaat waarheen ge slechts wilt, wacht.... de uwen zijn in de keuken, gaat daar ook heen." Daar zitten zij warm." Door het geopende venster bo.-peurde ik onze Polen, die zich met nog andere dwangarbeiders in de keuken bevonden. Verlegen trad ik binnen, vergezeld door hun gelach, gevloek en eigenaardig geluid, dat in de ge vangenis het uitfluiten verving. Het bevalt hem hier niet.... Pak hem!...." Sinds mijn komst in de gevangenis was ik nog nooit zoo diep gegriefd. Het was een uiterst pijnlijk oogen blik, doch ik had het kunnen verwachten, de gemoede ren waren zeer opgewonden. In het aangrenzend vertrek ontmoette ik Twski, een adellijk jonkman, niet zeer ontwikkeld, doch flink en edelmoedig van karakter voor hem maakten de dwangarbeiders een uitzondering in hun afkeer van de adellijke gevangenen zij koesterden bijna genegenheid voor hem. Elk zijnor bewegingen kenmerkte hem als een moedig, sterk man. Wordt vervolgd,)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 6