IT SIBERIË. No. 144. Drie en Negentigste Jaargang. 1891. WOENSDAG 2 DECEMBER. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. EIÏÏÏ^IÏLAD. PAHIJSCHE BRIEVEN. FEUILLETON. Binnenland. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar/ O,SOfranco door het gebeele rijk j 1,—. De 3 nummers f 0,06. Prijs der gewone Advertenttën: Per regel j 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. XCVI. De afgeloopen week was vrij druk bezet, doch voor zeker hield geene enkele gebeurtenis zoozeer het publiek bezig als de veroordeeling van Mgr. Gonthe-Sonlard aartsbisschop van Aix, en uit den chaos van couranten artikelen is het bijna niet mogelijk zich eene persoonlijke meening te vormen. Lezen wij bladen als Figaro, Gaulois. Autorité en andere, dan hellen wij over tot de meening, dat de aartsbisschop gelijk heeft, doch komen wij dan aan de republikeinsche organen République fran§aise Estafette, Jour, enz. enz., dan geven wij den prelaat weder ongelijk. Ik zal dus maar zoo vrij zijD, en geene partij kiezenmaar liever eenvoudig de voornaamste feiten van dit sensatieproces onder de oogen mijner lezers stellen, er slechts bijvoegende, dat bijna alle gematigde lieden, zoowel onder de conservatieven als onder de re publikeinen, het betreuren, dat de zoo gewenschte goede verstandhouding tusschen kerk en staat door dit proces vele stappen achterwaarts maakte. Laat ons even bij de redenen dier vervolging stilstaan Nog liggen de gebeurtenissen te Rome versch in het geheugen een jong pelgrim, die misschien niet eens een franschman is, beging de fout Italië's vorst Ie beleedigen, en onmiddelijk stelde het italiaansche gepeupel alle fransche pelgrims voor dit feit verantwoordelijk. De toenadering, waarvan Frankrijk blijk gaf, door de feesten ter eere van Garibaldi, werd te Rome beantwoord met den kreet »Weg met Frankrijk, leve Sedan." De fransche minister van justitie en eerediensten, de heer Fallières, zond hierop aan alle fransche bisschoppen eene circulaire om hen uit te noodigen zich voor een oogenblik van alle deelneming aan de pelgrimstochten te onthouden. De aartsbisschop van Aix beantwoordde deze circulaire met een zeer kras- n brief, welke door de dagbladen werd openbaar ge maakt, en in welken brief o. a. de volgende zinsneden voorkomen «Wij hadden uwe uitnoodiging niet noodig, noch voor >het verledenenoch voor heden, en niets geeft u het >recht ons die in de toekomst te doen wij weten hoe »wij ons te gedragen hebben Gij hadt wel iets beters te doen dan u te haasten ons >een brief te schrijven, welke een treurige en afschuw- >lijke onzin is «Wij zijn vernederd door de treurige gebeurtenissen >in Italië en in Frankrijk, waar de heerschers van den >dag geene enkele gelegenheid laten voorbijgaan om den >katholieken godsdienst aan te vallen en te beleedigen >De vrede is somtijds op uwe lippen, doch de haat en >de vervolging blijken steeds uit uwe daden, omdat de vrijmetselarijdie oudste dochter van Satan u regeert >en beveelt." Het was natuurlijk niet mogelijk, dezen brief onopge- (58) DOOK I. 51. DOSTOJEWIHT. Deze zelfde Gkof zond ons, Bski en mij, als schrij ver naar zijn bureau want hij hield van de adellijke bannelingen. Na zijn vertrek bleef onze toestand nog dragelijk, doordat een der genie-officieren ons veel gene- nheid betoonde. Gedurende eenigen tijd schreven wij rapporten overwat ons schrift veel verbeterde, tot- t er plotseling bevel kwam, ons tot onze vorige werk zaamheden terug te doen keeren. Wij betreurden deze verandering niet al te zeer, want wij waren het kopieer werk moede. Twee jaren lang was ik, aanhoudend met B—skiin de verschillende werkplaatsen bezig. Wij spraken dan over onze hoop op de toekomst, onze inzich ten, onze meeningen, enz. Die van den uitstekenden Bski waren hoogst zonderlinger zijn zeer ontwikkelde men- schen wier denkbeelden buitengewoon paradoxaal zijn ®aar zij hebben er zooveel voor geleden en verdragen lat het wreed en bovendien onmogelijk zou zijn hen daar van af te brengen. eB-ski duldde geen tegenspraak en beantwoordde die gewoonlijk zeer heftig. Misschien had bij wel gelijk op sommige punten zelfs meer dan ik, loeh plotseling moesten wij scheiden wat ik diep be treurde want wij hadden reeds verscheidene denkbeel- len gemeen. Met de jaren werd Mtski hoe langer zoo droeviger somberder. De wauhoop drukte hem ter neder. Ge barende den eersten tijd van mijn opsluiting was hij mededeelzamer, liet hij meer zien wat er in hem omging. Toen ik kwamhad hij zijn tweede jaar dwangarbeid achter zich. Aanvankelijk stelde hij veel belang in alles wat ik hem kon mededeelen want hij wist niets van merkt te laten voorbijgaan, en de aartsbisschop zag zich j.l. dinsdag veroordeelen tot drie duizend francs boete De verdediging van den heer Gonthe-Sonlard, door hem zeiven voorgodragen, was vrij kalm en bescheiden, daar entegen was zijn advocaat bijzonder heftig, en was zijn taal niet geschikt om de rechtbank tot toegevendheid te stemmen. De straf op zichzelve is echter gemakkelijk te dragen, vooral omdat dadelijk na de veroordeeling de Figaro in zijne kolommen de gelegenheid openstelde voor hef publiek om die boete voor den aartsbisschop te be talen. De Figaro vroeg n.l. onmiddelijk 5000 frcs. voor de armen van het bisdom Aix, en in één dag was de lijst volteekend. De Figaro zelf gaf 500 frcs., de Gaulois 250, Paul de Gassagnac 500, een getrouw abonné 1000, de graaf de Franqueville evenzoo 1000, enz. enz. Daar echter Figaro met deze lijst eene onwettige handeling beging, zoo zal het blad wellicht vervolgd worden, want het is verboden op zulk een wijze de kosten van een proces en de veroordeeling te betalen. Laat ons hopen, dat deze zaak niet nog een staart hebbewant de aartsbisschop geeft eene brochure uit getiteld «Mijn proces mijne advocaten" welk boekje ook nog wel aanleiding tot een proces kan geven. Wij stonden echter reeds lang genoeg bij deze zaak stil, en willen eens een blik werpen buiten Parijs, voornamelijk op Neuilly. Daar had de politie eindelijk eene goede vangsten hield eene geheele bende van dieven en moordenaars aandie er eene specialiteit van maakten de lieden te worgen en te bestelen. Eu ten bewijze dat het wel noodig was, de omstreken van Parijs van deze booswichten te verlossen, behoeven wij slechts de sta tistiek na te gaan dan vinden wij voor de eerste zes maanden van het loopende jaar 2869 misdrijven van welke op rekening van Neuilly komen 107 aanrandingen, 57 vechtpartijen en 149 diefstallen. De bende die ditmaal werd aangehouden, bestaat niet uit enkel lage dieven, hot zijn veeleer verfijnde booswichtenbijna allen zijn thans achter slot een tiental mannen en vier vrouwen, doch iederen dag komt een nieuw misdrijf aan het licht en wordt een nieuwe dief aangehouden. De hoofden zijn de gebroeders André, twee gewezen bankiers, oplichters en aartsschelmen, die aan hunne metgezellen de gelegenheden aanwezen, waar wat te halen viel. Een ander, Michot genaamd, is een ondernemer van begrafe nissen en is medeplichtig aan een moord, waarvan Gau- dissart en Ivorel de daders zijn. Deze Michot had een commanditairen vennoot, den heer Binder, en had een middel gevonden spoedig rijk te worden. Hij liet zijne makkers inbreken, en zijn brandkast openmaken, met het doel, dat hij, Michot, dan als een slachtoffer tegenover zijn vennoot kon staan, en zoodoende bet geld niet be hoefde terug te geven. Ivorel en Gaudissart maakten teekeningen en gedichten en de laatste vooral ging door voor een zeer fatsoenlijk jongmensch van godsdienstige gevoelens en met een goedig, medelijdend hart. Hij was echter slechts een groot huichelaar, zooals zijne talrijke misdrijven, vergezeld van geweld en moordduidelijk aantoouen. Eene nieuwigheid op het gebied der geïllustreerde tijd hetgeen er in de maatschappij daarbuiten voorvielhij vroeg mij naar alles, luisterde aandachtig, was bewogen, doch langzamerhand keerde hij meer en meer tot zich zelf in en deelde hij mij zijn gedachten over geen enkel punt meer mede. De gloeiende kolen werden met asch bedekt. En toch werd hij hoe langer hoe meer verbit terd. i>Je hais ces brigandszeide hij telkens van de gevangenen sprekendedie ik reeds had leeren ken nen en mijn pogingen om hem gunstiger voor hen te stemmen leden alle schipbreuk. Hij begreep mij niet en hoewel hij het soms met mij eens werdherhaalde hij den volgenden dag weder afgetrokken tJe hais ces bri gands." (Wij spraken vaak Fransch met elkaar, om welke reden een opzichter van het werkde geniesol daat Dranischnikow ons God mag weten waarom chirurgijnsleerlingen noemde). M—tski werd eerst levendig, wanneer hij over zijn moeder sprak. «Zij is oud en ge brekkig," zeide hij, «zij heeft mij meer dan iets ter wereld lief en ik weet zelfs niet of zij nog in leven is. Wan neer zij verneemt, dat ik geslagen ben M—tski was niet van adel en had voor zijn verbanning een lijfstraf ondergaan. Wanneer hij daaraan terugdacht, knarse tandde hij en kregen zijn oogen een vreeselijke uit drukking. Op het eind van zijn gevangenschapliep hij bijna altijd alleen heen en weder. Op zekeren dagte gen den middag, werd hij bij den kommandant geroepen, die hem vriendelijk ontving. Wel Mtski, wat hebt ge van nacht gedroomd vroeg hij hem. Toen hij aldus tot mij sprak voer een huivering door mijn leden," vertelde Mtski ons later «het was alsof mijn hart doorboord werd." Ik heb gedroomddat ik een brief van mijn moeder kreegantwoordde hij. Meer dan datveel meerhernam de komman dant. «Gij zijt vrij. Uw moeder heeft een verzoekschrift tot den keizer gerichten daarop is gunstig beschikt. Ziehier haar briefen daar ligt het bevel om u in vrijheid te stellen. Gij kunt het tuchthuis onmiddellijk verlaten." schriften is de Figaro-Graphic, een algemeen overzicht gevende van de geïllustreerde pers van de twee wereld- deelen Europa en Amerika. Twee dagbladen, de Figaro in de rue Drouot en Petit Parisien op den grooten Boulevard hebben hier elk eene fraaie zaal waar zij photograpbiën, telegrammen teekeningen tijdschriften modejournalen enz. enz. tentoonstellen, en welke zaal zij hunne «Salie des dépêches" noemen. Zulk eene zaal is voor ieder toegankelijk doch niet ieder heeft den tijd er heen te gaan en ook kan deze «Salie" niet teveel menschen tegelijk bevatten. Om nu aan al zijne lezers een denkbeeld te geven van do schoonheden, die in zijne «Salie des dépêches" te bezichtigen vallen, heeft Figaro een geïllustreerd bijblad uitgegeven, hetwelk inderdaad zeer aardig is. Daar zien wij bijdragen uit Kladde ra- datsch" van Berlijn, uit «Harpers Weekly" van Nieuw- York daar groet de komische «Punch" den engelschen kroonprins ter gelegenheid van zijn 50 geboortedag en toont eene penteekening uit dien tijd ons den lateren veldmaarschalk de Moltke als student in het jaar 1833. De tweede bladzijde bevat alleraardigste teekeningen uit de «Fliegende Blatter" van München en uit «Punch" en «Piek me up" van Londen. De derde bladzijde toont ons de schipbreuk van den driemaster «Bienvenue" te Sandgate op de engelsche kust, teekeningen uit «Ueber Land und Meer" (Berlijn) en uit Illustrated London News, en twee oude prenten, dagteekenend van het eerste keizerrijk en van de restauratie, en geeft de laatste blad zijde ons een overzicht over de nieuwste modes. Ten slotte met een enkel woord nog de mededeeling, dat de heer Alleoli nog niet is teruggevonden. Parijs, 28 November 1891. J. M. T. DUITSCHIiAWD. De twee chefs van een groot uitvoerhuis in uurwerken Paarmann en Cohn hebben zich den 30 des nachts te Berlijn in hun kantoor dood geschoten, waarschijnlijk wegens groote verliezen aan de beurs. De Eerste Kamer heeft den 30 hare werkzaamheden hervat. De voorzitter bracht een woord van hulde aan het sedert de laatste vergadering overleden lid, den heer M. H. Insinger. De heeren mrs. E. N. Rahusen en H. J. Kist, nieuw verkozen leden, werden toegelaten. Bij Onderdendam is de vlasfabriek van de heeren Bosch en Conig afgebrand. De openbare verhuring van de landerijen der ned. herv. gemeente te Oudorp heeft 2243 opgebracht,, zijnde 162 minder dan drie jaren geleden. Den 30 is te 's-Gravenhage voor wiskunde 1. o. art. 65 de heer Schiphuijs te SBoorn geslaagd. Den 30 zijn te Hoorn als leden der kamer van koophandel en fabrieken herkozen de heeren Dalmeijer, Kloppenburg en J. Schuitterwijl herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren Jonas de Vries en Kernkamp. Drie en dertig kiezers waren opgekomen. Bleek en ontdaan kwam hij tot ons terug, zonder zich het gelukdat hem te beurt was gevallen goed te kunnen voorstellen. Wij wenschten hem gelukwaarop hij ons met zijn koudebevende vingers de hand drukte. Verscheidene dwangarbeiders kwamen hom eveneens hun gelukwenschen aanbieden zij verheugden zich blijkbaar in zijn lot. Hij werd kolonist en vestigde zich in onze stad, waar hem korten tijd later een betrekking gegeven werd. Vaak bezocht hij de gevangenis en deelde ons dan zooveel mogelijk van de buitenwereld medevooral het politieke nieuws boezemde het hem meeste belang in. Behalve de vier Polen, staatkundige veroordeelden, over wie ik reeds gesproken hebwaren er nog twee zeer jeugdige die slechts voor korten tijd verbannen waren. Zij konden niet op veel ontwikkeling bogen, doch zij be zaten een eerlijk hart en een oprecht gemoed. Een ander, Aschukowiki, was al te eenvoudig en had niets bijzon ders terwijl Bmoen reeds bejaard man een aller- ongunstigsten indruk op ons maakte. Ik weet niet waarom hij verbannen was, niettegenstaande hij de reden daarvan gaarne verteldedoch hij was oen bekrompenonbe schaafd mensch die de gewoonten en denkbeelden van een «parvenu had. Hij bezat niet de minste ontwikkeling en stelde slechts belang in zijn handwerk. Hij was schilder en in zijn vak uiterst bekwaamonze chefs hoorden weldra van zijn talent spreken en nu riepen al de inwo ners der stad de hulp van Bm in, om de muren en de plafonds van hun kamers te versieren. Binnen twee jaar had hij bijna al de kamers van de ambtenaren be schilderd die hem zijn werk ruim betaalden, zoodat hjj tamelijk goed leven kon. Men liet hem met drie van zijn kameraden samenwerkenvan wie twee zijn vak uitste kend leerden een van hen Tschewski schilderde bijna even goed als hij. Onze majoordie een huis van den staat bewoonde, liet Bm bij zich komen en beval hem de muren en de plafonds der vertrekken te versieren waarvoor deze zich zooveel moeite gaf, dat de kamer van den gouverneur-generaal in vergelijking van die van den majoor niets beteekende. Uiterlijk was het huis oud en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 1