macht in den Staat, maar de kerk mag niet zijn eene macht in den Staat op zijn terrein. De minister van financiën doet een beroep op aller samenwerking, waaraan hij steeds geloofd heeft en zegt, dat hij met zijne ambtgenooten volmaakt over eenstemt omtrent de grondbelasting. Er moet geen fixi- teit zijn van het bedrag, maar de grondbelasting moet zijn eene zakelijke belasting met fixiteit in de percen tage. Aan den heer Rutgers vroeg hij, of men de afschaf fing der door hem verlangde overgangsrechten uitslui tend zou kunnen leggen op het roerend vermogen De geheele zaak der belastinghervorming is slechts eene kwestie van gelijkmatigen druk te verzekeren. Sommigen hebben aangedrongen op overlegging van plannen, ande ren op stilzwijgen. Hij zegt, dat hij is als een schilder, die nog de laatste toetsen moet aanbrengen aan zijne schilderij en dit nog moet laten encadreeren. Wanneer het gereed zal zijn Hij zou zich zeer teleurgesteld ge voelen als de Kamer bij haar terugkeer in het begin van 1892 niet een belangrijk wetsontworp ter behande ling gereed vond. Dan is het tijd tot gemeenschappelijke en vertrouwensvolle samenwerking. Er is gesproken van een wedren. Geen wedren, maar een wedijver moet tus- schen de ministers heerschen om te trachten naar het welzijn van het gemeenschappelijk Vaderland door het leveren van goed werk. De minister van oorlog verklaarde omtrent de noodwet en de opneming van het beginsel van den persoonlijken dienstplicht nu niet te zullen uitwijden. Op de vragen van den heer Schimmelpenninck herhaalde hij, dat de regeering gezind is zoo spoedig mogelijk te trachten het hoogst gewichtige defensievraagstuk tot eene goede oplossing te brengendat daaraan met kracht wordt gearbeid en gestadig met dien arbeid zal worden voortgegaan. De heer K e r d ij k verklaart niet bedoeld te hebben scherpe kritiek op het regeeringsbeleid tegenover de so ciale kwestiën en evenmin aangedrongen te hebben op een departement voor den arbeid. Hij heeft alleen be toogd dat naarmate de belangstelling in de sociale kwestie toeneemt de vaststelling van een dergelijk de partement zou dienen te worden overwogen. Hij blijft hopen op overbrenging der inspecteurs van den arbeid naar hoofdstuk Waterstaat. Zijn betoog dat het werk plan der regeeringom het kiesrecht te regelen, gevaar kan loopenis niet weersproken. Hij rechtvaardigde daarna uitvoerig zijn aandrang tot kiesrechtregeling. Aan de regeering verzekert hijdat als hare homogeniteit mocht gebleken zijn door hare daden hij dit gaarne erkennen zalmaar zoolang kan hij niet komen tot het door den heer Hintzen uitgesproken vertrouwen. Wan trouwen koestert hij nietmaar wel heeft hij gemis aan voldoende gerustheid. Hij spreekt alleen van hoop en wensch. De heer Schimmelpenninck van der O ij e is bereid te wachten en aan te nemen wat hem wen- schelijk voorkomt. Hij zag echter gaarne, dat in de nood wet de grondslag gelegd werd voor het opnemen van den persoonlijken dienstplicht, waarop de regeering en de Kamer later zouden kunnen voortbouwen. De heer Poelman acht tusschenkomst van de regee ring noodig, nu hij zooveel ellende en achteruitgang gezien heeft bij den middelstand, bij winkeliers en hand werkslieden. Hij zag proletariërs onder de Rijksambte naren en de verstandelijk ontwikkelden en haalt daarvan voorbeelden aan. Is er nu geen middel om de zwakken te helpen? De krachtigen wat minder krachtig te maken, te effenen de ongelijkheden Ligt het niet op den weg van elke regeering daartoe mede te werken Worden de levensmiddelen van den minderen man niet te zwaar be last Zou een progressieve Rijksinkomstenbelasting zoo onmogelijk zijn Met den heer Borgesius wil hij omtrent regelingen op sociaal gebied niet verder gaan met be scherming op dat gebied. Hij is het eens met den heer Hintzen, dat te groote Staatsinmenging ongewenscht is. Gelijk recht geldt in Nederland, maar wanneer niet tevens gelijke macht wordt verleend, beteokent de eerste leuze niets. Ware het niet mogelijk door regeling van het grondbezit met hulp van den Staat een ieder te brengen tot bezit? Welstand gaat vooral in lageren stand met verhooging der zedelijkheid hand aan hand. Ten slotte wijst hij er op, dat als zijne staatkunde eene impressio nistische is, hij steun hoopt te vinden bij de heeren Bor gesius en Kerdijk, die blijkbaar geimpressioneerd zijn door den maatschappelijken toestanden ook bij de regeeringvan wie hij hooptdat ze een einde zal ma ken aan de Staatkunde »Geld wint geld en de anderen gaan te gronde." De heer Beelaorts van Blokland was door het betoog van den minister van binnenlandsche zaken niet overtuigd van het beginsel dat sluiting stuiting medebrengt. De heer van Houten blijft volhoudendat het van minder belang is dat het kiesrecht spoedig dan wel dat het goed tot stand kome. De heer K e r d ij k wil voorbereiding, hij afdoening reeds nu van zaken. Wat den heer Poelman betreft het gaat niet aan, hier vragen te stellen maar ze te beantwoorden. De heer A. van Dedem dringt aan op het pensio neeren van werklieden van Staatswege met hulp van de patroons. Hij handhaaft verder zijne meening, dat eene christelijke levensopvatting den meesten waarborg geeft voor de vrijheid. De heer Rutgers meent, dat de minister hem ge heel iets anders in den mond legde dan hij gezegd heeft. Hij heeft gezegd dan alleen met een belasting op het roerend vermogen te kunnen meegaan als de mutatie rechten afgeschaft worden. De heer T ij d e n s stelde daaropin verband met het door de heeren Kerdijk en Poelman aangevoerde, de volgende motie voor »De Kamer, van oordeel, dat uitbreiding van het kies recht, voor zoover de Grondwet die toelaat, is voor waarde van blijvende verbetering, verzoekt der regeering nog in dit zittingjaar of in het begin van het volgen de een daartoe strekkend wetsontwerp in te dienen." De heer Kenchenius zeide, dat het vorige minis terie voorloopig over de scheiding van Kerk en Staat moest zwijgen bij de vele belangrijke zaken, die te doen. waren terwijl verwerping van een ontwerp door de Eerste Kamer vrij zeker was geweest. Nu zijn de om standigheden geheel veranderd; er is eene liberale meer derheid en geen enkel katholiek in het ministerie, zooals in het vorigezoodat elke vrees voor tegenstand ver dwenen is. Met genoegen had hij den heer Poelman gehoord en^hij ondersteunde het denkbeeld van de heeren Heldt en Kerdijk om in de bestekken der"Rijkswerken een minimumloon voor de werklieden op te nemen. Ware nog hij minister van koloniën hij zou tegen het opnomen van die en van andere voordeelen voor de arbeiders in de bestekken geen bezwaar zien. Hij wil de regeering niet haasten bij de uitvoering van haar werkplan. Daar om is hij ook tegen de motie Tijdens. De regeering doet geen aannemerswerk. Men moet in hare aanvankelijke toezeggingen vertrouwen stellen. De heer de Meijier brengt hulde aan de redevoe ringen der ministers, die oprecht en eerlijk gezegd hebben te zullen nakomen hunne beloften, in de Troonrede en de stukken vermeld. Nu beeft de heer Tijdens ook ver trouwen in de regeering, maar zijne motie schijnt wan trouwen uit te spreken in de liberale partij. Deze regeering nu is voortgesproten uit die partij. Het uit spreken van het wantrouwen in deze treft dus ook de regeering. Hij zal aan dergelijke motie zijn stem niet geven en denkt er zelfs niet over. Den 1 voortzetting. Beroepstelling. De minister van binnenl. zaken heeft aan de Kamers medegedeelddat nog geruime tijd moet verloopen voordat de uitkomsten der beroepstelling het licht kunnen zien. De bewerking dier uitkomsten wordt belangrijk vertraagd, doordien vele telkaarten niet voldoende inge vuld waren. Een groot aantal kaarten moet dientenge volge ter nadere aanvulling t.erug gezonden worden. Bij kon. besluit van den 26 is de heer mr. J. S. D. van Doorn secretaris van curatoren der Rijks-Uni versiteit te Leiden, met ingang van 16 December, benoemd tot referendaris bij het departement van binnenl. zaken, met toekenning van eervol ontslag uit eerstgemelde betrekking. De minister van marine heeft den 28 een bezoek aan lJnmiden gebracht en is van daar naar Amster dam per stoomboot gegaan. Te Haarlem is een 17jarig kantoorbediende aan gehouden, die op het kantoor der gebroeders Eigee zich herhaaldelijk aan diefstal schuldig gemaakt had, na ope ning der brandkast door middel van een valschen sleutel. Het ontvreemde bedrag is ruim 500. De Maasbode is van gevoelen, dat in het district Tielwaar de heer mr. M. Tijdeman Jr., advocaat en schoolopziener te Bredavan liberale zijde staat tegenover den heer mr. M. baron Mackay geen en kele katholieke stem op laatstgenoemden candidaat kan worden uitgebrachtomdat deze zich voor de katho lieken onmogelijk heeft gemaakt, daar hij het hoofd was van het ministerie, dat zijn eigen ondergang, de verhef fing der liberalen en de bitterste verdeeldheid in heel het land verwekte. Hij had als president-minister de hoogste verantwoordelijkheid voor de legerwet en den moed om de katholieken op het bitterst te grieven en de zwakheid om in de zaak van Keuchenius voor dr. A. Kuyper oot moedig het hoofd te buigen. Gaf de heer Tijdeman ver klaringen, die hem niet geheel onmogelijk maakten, dan was er naar hare overtuiging niets tegen hem, al dadelijk te steunen. In verschillende landen hadden zich reeds sedert eenigen tijd commissiën gevormd voor de oprichting van een standbeeld van Columbus te Calvi op Corsica, waar hij geboren is, nu in 1892 drie eeuwen zijn verloopen sedert de ontdekking van Amerika. In Nederland is tbans mede eene hoofdcommissie opgetreden, waarvan leden zijnde heeren J. W. Brou wers van Bovenkerkmr. J. G. de Bruijnlid der Eerste Kamer; D. Oordes, president van de Kamer van Koophandel en dr. P. J. H. Cuypers, architect, lid van den raad, beiden te Amsterdam; jhr. mr. F. J. J. van Eijsinga, minister van staatdr. C. M. Kan, hoogleeraar in de aardrijkskunde aan de universiteit van Amsterdam, vice-pres. van het Aardr. Gen.; J. J. van Kerkwijk, lid van de Tweede KamerM. M. de Monchy pres. van de Kamer van Koophandel te Rotterdam; mr. A. Polak, pres. van den Ned. Journalistenkring; jhr. Otto Reuchlin, dir. der Ned.-Am. Stoomvaart-Mij.; P. G. J. van der Schrieck luit.-gen lid der Tweede Kamer, en A. 0. Wertheim, lid der Eerste Kamer. De pastorie der ned. herv. kerk te Castricum is voor afbraak in het openbaar verkocht voor 501 aan den heer Kramer te Schagen. De gemeenteraad van Wognum is teruggekomen op zijn besluit om eene dokterswoning te stichten. Met algemeene stemmen zijnherkozen tot hoofd ingeland van Drechterland de heer K. Houter Jz.; tot lid van het dagelij ksch bestuur van den polder Schel linkhout de heer J. Palenstijntot hoofdingeland do heer Jb. Ham en tot bestuurslid van den Binnen- en Boiten-Uiterdijk de heer K. Hoek Pz. De anti-rev. kiesvereeniging Nederland en Oranje te Amsterdam heeft den heer W. Hovij candidaat ge steld voor lid der Prov. Staten en den heer mr. F. J. M. A. Reekers voor lid van den gemeenteraad laatstge noemde na aanneming eener motie van den heer dr. A Kuyper, waarbij voor die candidaatstelling op den voor grond werd gesteld het beginsel van evenredige verte genwoordiging. De te Amsterdam gehouden Poppententoonstelling ten bate van het Herstellings- en Vacantie-oord voor is- raëlitische kinderen te Wijk aan Zee heeft zuiver 5609.835 opgebracht. De heer K. Groustra te Kdam is benoemd tot hoofd van school n°. 3 (meer uitgebreid lager onderwijs) te Sliedrecht. Voor het tweede gedeelte van het vergelijkend ex amen voor hoofd der Noorderschool te Wormerveer zijn teruggeroepen de heeren L. de Vries te Midsland op Terschelling, O. Broorsma te Oosterzee, T. IJpma te Andijk, W. Luynenbnrg te Apeldoorn, J. Bok te Oost knollendam, R. Meurs te Hcerhugowaard, T. Bran denburg en W. J. v. d. Bilt te Amsterdam. Aan den heer mr. AD. baron Mackayeervol ontslagen minister van koloniën, is een jaai'lijksch pen sioen van 4000 verleend. - De aandeelhouders in het waarborgfonds voor de te Amsterdam gehouden Chrysanthemum-tentoonstel ling behoeven niet alleen niet bij te dragen in de 25, voor elk der 120 aandeelen bepaald, maar ontvan gen voor elk aandeel 2,15 als dividend. Gedurende October is bij de Rijkspostspaarbank ingelegd f 1.089.285.805 en terugbetaald f 1.028.451.55s, zoodat op den 31 het gezamenlijk tegeod bedroeg f 23.207.449.965. In den loop dier maand werden 4200 nieuwe boekjes afgegeven r 1651 werden geheel af betaald, zoodat er aan het einde der maand f 312.907 in om loop waren. Het gaat den Langedijkers tot dusver beter dan de drie laatste jaren. De kool, roode en witte zoowel als gele, is flink van prijs; ook de uien worden goed be taald. Dat het zoo blijvo Een goed jaar is voor vele Langedijkers wel gewenscht. Ged. Staten van Noordholland hebben beslist, dat zij geene termen gevonden hadden, om de benoeming van den heer van Maanen tot gemeente-ontvanger van Monnikendam aan do Koningin-Regentes ter vernieti ging voor te dragen wegens strijd hetzij met de wet hetzij met het algemeen belang, waarna die heer als zoo danig den 21 beeëdigd is. De gemeenteraad van Monnikendam heeft den 21 burgemeester en wethouders gemachtigd met de directie over de wegen en vaarten tusschen de zes steden eene overeenkomst te sluiten tot overneming door die directie van de bediening harer draaibruggen te Monnikendam en te Broek tegen eene afkoopsom een bedrag van 3500 niet te boven gaande. De gemeenteraad van Schagen heeft den 24 be sloten, den heer J. P. Wagenaar aldaar te benoemen tot makelaar in roerende en onroerende goederen en te on dersteunen het verzoek der kamer van koophandel en fabrieken te Helder om den trein, die te 8 u. 30 min. des avonds uit Amsterdam vertrekt tot Alkmaar, te doen doorgaan tot don Helder, stoppende aan de tusschen- stations. Een voorstel van den heer P. Buis Jz., om na twaalf uren des nachts niet meer dan vier lantaarns te doen doorbranden, werd met 6 tegen 5 stemmen verwor pen. Het ophalen van asch en vuilnis en het schoon maken van straten on pleinen zal voor een jaar bij wijze van proef onder eigen beheer geschieden. Het volgende schrijven van de heeren van Nunen en Walter komt in de katholieke bladen voor Do ondergeteekenden, secretarissen der vergadering van katholieke leden der Eerste en Tweede Kamer, ge houden te 's-Gravenhage den 25 Nov. 1891, hebben de eer u mede te deelen, met machtiging aan dit schrijven publiciteit te geven, dat de grondslagen om te geraken tot eensgezindheid onder de katholieke Kamerleden in die vergadering zijn gelegd, zullende eene beslissing daarom trent in eene volgende vergadering worden genomen. Zij zijn er zeker van, de meening van al hunne ambt genooten uit te drukkenwanneer zij tot de geheele Katholieke Pers in Nederland het verzoek richten, elke polemiek over deze quaestie, en zoo mogelijk ook over andere twistpunten, althans voorloopig, te staken. De gemeenteraad van Utrecht heeft den 26 o. a. tot onderwijzer benoemd N. Hulst, thans onderwijzer te Helder. Den 26 is te Scheveningen overleden dr. J. van der Mandele, den 30 Mei 1847 te Egmond aan Zee geboren die na in 1870 den fransch-duitschen oorlog mede gemaakt te hebben zich te Scheveningen als ge neesheer vestigde. Den 27 des avonds is te Wormerveer overleden de wethouder, de heer Willem Honkoop. Den 21 des avonds zijn te Varik bij Tiel eene woning en schuur verbrand met de varkens en kippen en te Hoogeveen een perceel, bewoond door zes gezinnen. Bij kon. besluit van den 27 is de heer B. Reiger benoemd tot lid van het college van curatoren der Rijks- Universiteit te Utrecht. Den 27 is een schippersknecht uit Hoorn in de Overtoomsche vaart van het dek van een schip gevallen en verdronken hij laat eene vrouw met drie jeugdige kinderen na. Den 28 zijn den heer mr. B. M. H. Driessen bij zijn aftreden als wethouder te Amsterdam, zoo namens de raadsleden als namens de ambtenaren, verschillende geschenken aangeboden. De kantonrechter in het eerste kanton te Am sterdam heeft den 28 Charles Davenport (Sequah) schuldig verklaard aan onbevoegde uitoefening der ge neeskunst aldaar en, in aanmerking genomen, dat hij zich slechts 6 minuten niet door een geneesheer had laten bij staan, veroordeeld tot betaling van 25 boete. Don 30 is door aandeelhouders tot directeur der Nederl. Bank gekozen de heer L. C. van Heukelom en tot commissaris de heer jhr. mr. O. H. Backer. Bedankt voor het beroep bij do herv. gemeente te Melder door ds. P. Knuttel te Zaandijk. De heer P. H. Versteeg, predikant te St. Panera», heeft ook voor het beroep naar Bunschoten classie Amersfoort, bedankt. In het tijdvak tusschen de beide laatste volkstel lingen, 31 December 1879 31 December 1889 is de bevolking dor provincie IVoordholland toegenomen met 18.09 ten honderd. In 94 gemeenten dier provineie nam de bevolking toe, in de 40 andere daarentegen nam zij af. De sterkste toename was in de volgende gemeenten; Watergraafsmeer met 50.33 ten honderd Bussum met 46.25 Nieuwer-Amstel met 41.39 Diemen met 29.60 Haarlem met 26.79Hilversum met 26.5 Medemblik met 24.94; Zandvoort met 23.97 Sloten met 23.74; Weesp met 22.78 Amsterdam met 22,41 Kwadijk met 2194; Worwerveer met 21.93; Bennebroek met 20.94 en Wijk aan Zee en Duin met 20.93. Het gesticht Meerenberg vermeerderde met 34.24 °/0. In Alkmaar was de toename 15.29 °/0. De gemeenten, die het sterkste afnamen, warenSchoten met 25.73 ten honderd; Aven- horn met 18.35; Abbekerk met 17.36 Andijk met 14.32 Blaricum met 12.72; Westzaan met 11.99 en Schellink hout met 10.62. Tot lid van het dagelijkseh bestuur der banne Hoog- en Aartswoud is herkozen de heer Jb. Vil te Aartswoud terwijl tot hoofdingelanden gekozen zijn in plaats van wijlen den heer C. Sijpde heer J. Koorn Dz. to Aartswoud en in plaats van wijlen den heer P. Glas Sr., de heer Jb. Hartog te Hoogwoud. Tot voorzitter van den polder „de Kaag" onder Spanbroek is herkozen de heer C Klaver en tot hoofd ingeland de heer J. Helder beiden te Spanbroek. Stoomdr. v. Herms. Coster Zoon, Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 6