feuilleton. UIT SIBERIE. No. 145*. Drie en Negentigste Jaargang. 1891. Y R IJ 1) A TWEEDE BLAD. Amsterdamsche Brieven. 4 DECEMBER. I. M. dostojewska. SCHE Ol llWT. Deze Courant wordt IMnsdag-, Donderdag- en Katerdagavond nitgegeven. Abonnementsprijs pei 3 maanden voor Alkmaar O,«O; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,00. Prijs der gewone Advertentlën Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer3 LIV. Getrouw aan onze belofte, willen wij ditmaal onzen briof beginnen met enkele mededeelingen aangaande het prostitutie-wezen in Amsterdam. Wij kunnen onzen lezers verzekeren dat wij hiertoe niet zijn overgegaan dan na zeer ernstige overwegingwaarbij de gedachte dat het doodzwijgen van kwaad het voortwoekeren daar van al te gemakkelijk maaktten slotte den doorslag heeft gegeven. Op het gebied van ontucht bekleedt Amsterdam on der alle steden van Europa een beschamenden rang. De Parijsche bevolking moge steeds aangehaald worden als een voorbeeld van wuftheidde Londensche als eene wel is waar christelijke maar daarom niet minder verdor- venetoch geeft een avondwandeling in die beide centra van verkeer niet de tooneelen te aanschouwen, welke helaasin Amsterdam bij menigte te vinden zijn. Los heid van zeden moge ook in Duitschland met onbekend zijn en den Keizer genoopt hebben tot het slingeren van een banbliksem naar het hoofd dergenendie deze m de hand werken, maar gansche wijkeu en stadsgedeelten met een overheerschende bevolking van prostituéeszoo als Amsterdam die bezitkan Berlijn niet aanwijzen. Ja wat nog sterker is men zal moeite hebben om in Nederland's hoofdstad buurten aan te wijzendie ge heel verschoond zijn gebleven van het geslachtdat zijn bestaan in ontucht zoekt. Het centrum der stad is daar door geheel verkankerd, maar menigmaal moest, schrijver dezer regelen in aanzienlijke buitenwijken ervaren, dat ook daar het kwaad, zij het dan ook op voornamer voet, bedreven wordt. En in buurten als de Pieter Jacob-straat met hare klopjeshuizen moet de zonde van het overspel op een gansch eenige wijze heerschen, zoodat er schat ten te verdienen zijnals men daarvan beschrijvingen in Frausche bladen geven wil. Dat is echter een levens gevaarlijk werk, dat men alleen volvoeren kan als werk man vermomd en dat een noodlottig uiteinde hebben zou indien men zijn waren stand verried. Vanwaar die ontzettende voortwoekering van het be drijf der schande? Het komt ons voor, dat de stedelijke regeering daarvan voor een groot deel de schuld te dra gen heeft. Vooral onder burgemeester Van Tienhoven waren de ongeloofelijkste brutaliteiten van dames van verdachte zeden geoorloofd, 't Scheen wel dat men langzamerhand terugkeerde tot den tijd van voor om streeks dertig jaren, toen men in straten als de bpui- straat letterlijk werd vastgehouden en het sirenengezang uit ramen van sommige buurten zoncjer eenigen schroom weerklonk. Hier hadden de comtnissionnairs in prosti tuées want in deze wordt geheel dezelfde handel ge dreven als in wijnen en linnengoed een prachtig ter rein tot plaatsing van hunne slachtoffers. Op die wjjze zijn dan ook voortdurend buitenlandsche meisjes in Ne derland geïmporteerd, waar zij nu ook reeds een harde concurrentie hebben te voeren. Toezicht wordt op haar volstrekt niet uitgeoefend. Aan een geneeskundig onder zoek hebben zij zich niet te onderwerpen, thuis zittende mogen zij, mits zij haar drempel niet overschrijdende voorbijgaande heeren op allerlei wijzen lokken en als zy I zich in waudelkostuum steken wordt t haar niet, ver boden de mannen van hare gading op straat aan te spreken en hendie zwak in hunne schoenen staan met lief-gemeene woorden te overreden om met haar mee te gaan. Heette 't vroeger, dat de Kalverstraat alleen 's avonds niet meer toegankelijk was voor fat soenlijkealleen loopende dames, tegenwoordig wemelt 't daar ook des middags reeds van juffrouweu cue de oogen niet neerslaan voor de brutaalste blikken van ^Met de komst van den heer Vening Meinesz schijnt 't weldat der ongebondenheid remschoenen zullen aan gelegd worden eu deze zich in het vervolg meer zal moeten bepalen tot daarvoor aangewezen buurten. In de laatste avonden zijn herhaaldelijk vrouwen opgepakt die tot oro-ernis van het beschaafde publiek met onreine bedoe lingen op straat rondzwierven; uit het buitenland hier heen gebracht, zal men haar weder over de grenzen zetten. Sommige adames" op kamers, dio al te ltn4" ruchtig waren in het lokken van mannelijke voorbij gangers, hebben nu een politie-agent voor haar deur crekrecen, die haar met proces-verbaal dreigt, indien zij zich niet wat kalm houden. Als op deze wijze wordt voortgegaan, dan bestaat de kans, dat er ten minste nog eenmaal eens een tijd zal aanbreken waarop er met lauwer Aegen en straatjes bestaan, die zich geheel buiten de invloedssfeer van den Hermandad bevinden en waarin geen «smeris" zooals de amsterdamsche volksbenaming voor een politieagent luidt - een voet zou durven zetten Eenmaal door de medici uitgemaakt zijnde, dat totaal verbod der prostitutie zeer ongewenschte gevolgen na.zich sleepen zou, dient men zich daarbij neer te leggen. Maar daarom mag men toch nog met evenveel recht eischen dat de schande zich niet in al haar naaktheid op onze openbare wegen vertoont en dat alle pogingen om oner varen meisjes de eerste schrede op het pad der zonde te doen zetten streng gestraft worden Dit laatste punt laat nog veel te wenschen over. Zoo hoorden wij in eene vergadering der Amsterdamsche afdeeling van de Ver- eemging Middernachtszending" meedeelenhoe een duitsch°meisje naar Amsterdam was gelokt om «voor/ 60 per maand te zingen in een klein gezin", welk «klem gezin", bleek te bestaan uit een slecht befaamd calé chantant, waaruit zij evenwel nog juist bijtijds door een middernachtszendeling werd gered. Ziet, zulk een bedrijf behoorde als een zware misdaad aangemerkt te worden en waar lichamelijk letsel tot jaren en maandengevan genisstraf aanleiding geeftmoest moreele vernietiging niet minder zwaar getroffen worden. Dienstmeisjes _van buiten mogen wel op haar hoede zijn bij het schrijven op advertentiën uit Amsterdam, want bij tientallen zijn hare zusteren op die wijze in den poel der diepste ellende gestort. Zelfs dochters van predikanten en onderwijzers hebben tot haar schade moeten ondervinden, boe onver antwoordelijk het is, lichtvaardig te gelooven in de goede trouw van opstellers van annonces. Op de bewuste ver gadering der «Middernachtszending" werd o.a. door den president, den heer J. Mulder, geschetst, hoe t was gegaan met, vijf door en door nette meisjes uit Groningen. Een koppelaarster daar ter stede had haar een behoorlijk adres opgegeven, waar zij meenden, een goede betrekking te zullen krijgen. Des morgens kwamen zij met clo nachtboot aan', vanwaar zij werden afgehaald door eene vrouw, die haar naar een berucht perceel^ op het Droog bak bracht. Stelt u de ontzetting dier onschuldige meisjes voortoen zij bemerktendat zjj 1°^"°°^ waren geworden van Klaasje Zevenster. Gelukkig in Groningen door de familie al spoedig onderzoek was cedaan naar de betrouwbaarheid van het amsterdamsche adres waarvan hot resultaat was dat een der moeders nog juist bijtijds in het huis der schande aankwam om de meisjes voor een diepen val te bewaren Dat het heel wat moeite kostte, om de bedreigde slachtoffers uit de hauden der waardin te krijgen zal men nog beter begrijpen als men weet dat huizen van ontuchtcafé c'nantant's en dergelijke inrichtingen voor de poitie grootendeels afgesloten domeinen zijn. Daar zwaait alleen de waard of de waardin den schepter die met zelden een tuchtroede is voor hunne ondergeschikten. Ml - handeld worden deze als hare bekoorlijkheden met ge- noec harten in lichtelaaie zetten en zij hunne slachtoffers niet0 genoeg geld weten af te troggelen. Met%emis aan macht der politie hebben de leden van de Midder nachtszending ontzaglijk te tobben, want daardoor wordt 't hun zoo moeielijk gemaaktonschuldig gevange te redden uit de klauwen harer belagers. Is wel treurig, maar den bordeelen is 't nog maar al te dik wijls vergund er een rechtspraak op eigen hand op na te houden en men behoeft niet te vragen, hoe doodend dat is voor de zedelijkheid. Veel blijft er derhalve in Amsterdam nog te doen, eensdeels ter beperking van het aanmatigend optreden van zoo diep gezonkenen, anderdeels ter bescherming van de blanke slavinnen. In Neerland's hoofdstad waar de overheid de schooljongens laat baden en des werkmans leven tegen ongelukken verzekert, mag ook het prostitutie vraagstuk wel eens onder handen genomen worden. Daarmede was misschien wel eer in te leggen voor den heer Gerritsen, dien roervink onder de raadsleden, die indertijd deze zaak reeds op het tapijt heeft gebracht, maar daarmee niet verder is voortgegaan. In een ander opzicht heeft hij daarentegen dezer dagen wel weer van zich doen spreken. Onlangs lichtte hij namelijk een schrijven van den volgenden inhoud tot den gemeente raad«Bij het ondergaan verhoor voor de Staatscommissie, benoemd tot verzameling van gegevens voor de kennis van de maatschappelijke toestanden der arbeiders enz. zijn door mij ook mededeelingen gedaan omtrent de toestanden van arbeiders in dienst dezer geraente. Daarbij zijn tevens door mij eenige schriftelijke gegeve s verstrektdie het resultaat zijn van een onderzoek bij (59) DOOR IX. DE VLUCHT. Korten tijd nadat de majoor zijn ontslag had moeten nomen vonden er groote veranderingen in onze gevan genis plaats. De dwangarbeid werd opgeheven en ver vangen door een tuchthuisstraf op militaire leest geschoeid, zooals men die ook in russische gevangenissen vindt. Bij gevolg werden de bannelingen van de tweede categorie er niet meer heen gezonden, want deze mocht alleen uit militaire gevangenen bestaan, dat is te zeggen uit dege nen die hun burgerrechten behielden. Deze waren ge wone soldaten, die alleen een lijfstraf ondergaan hadden en slechts voor korten tijd (hoogstens zes jaar) werden opgesloten; was hun straftijd eenmaal verstreken, dan keerden zij evenals vroeger als gewoon soldaat naar hun batZii'°dietewee'r tot hun oude fouten vervielen, werden tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld. Tot dusverre hadden wij in onze gevangenis een militaire afdeeling gehad, eenvoudig omdat men niet wist waar de soldaten ingekwartierd moesten worden. De uitzondering werd daarop regel. Wat voorts de burger-dwangarbeiders be treft die al hun rechten verloren hadden, gebrandmerkt en kaal geschoren waren, zij moesten in de gevangenis blijven, totdat hun straftijd geheel verstreken wasdaar er geen nieuwe bijkwamen en de oude allengs in vrijheid werden gesteldzou er zichna verloop van tien jaar, geen enkele dwangarbeider meer bevinden. De bijzondere afdeeling werd eveneens in stand gehouden; van tijd tot tijd kwamen er nog militaire misdadigers, die, in afwach ting dat er in oostelijk Siberië met den dwangarbeid een begin zou worden gemaakt, bij ons vertoefden. Onze levenswijze werd niet veranderd. Het werk de tucht alles was als te voren alleen was hot bestuur, het beheer veranderd en meer samengesteld geworden. Een hoofd officier, kommandant van do compagnie, was als chef van de gevangenis aangewezen onder zijn bevelen stonden vier luitenants, die ieder op hun beurt de wacht hadden. De invaliden werden weggozonden en door twaalf onder officieren en een opzichter uit het tuighuis vervangen. De afdeelingen der gevangenen werden andermaal m tienen gesplitst en daaruit de korporaals gekozen, die zooals van zelf spreektniet de minste macht bezaten. Akim Akimytsch behoorde onder hen. Deze nieuwe in richting werd, evenals de geheele gevangenis, aan den kommandant toevertrouwd; verder werden de verande ringen niet uitgestrekt. Aanvankelijk waren de veroor- deeïden ontevreden, doch toen zij zagen, dat alles zijn gewonen gang ging, spraken zij er niet meer over en vlood ons leven weer als vroeger henen. Wij waren ten minste van den majoor bevrijd ieder haalde ruimei adem en kreeg meer moed. De schrik was verdwenen ieder onzer wist, dat, in geval van nood, hij het recht had zich bij zijn chef te beklagen en men hem een vergissing daargelaten, niet kon straffen, wanneer hij gelijk had. Niettegenstaande wij thansin plaats van invaliden onder officieren hadden, bleef men brandewijn binnensmokkelen. Onze onderofficieren waren over het algemeen bezadigde eerlijke menschen, die hun toestand begrepen; enkele slechts wilden ons in den beginne als soldaten behandelen en het ons moeilijk maken, doch weldra zagen zij het dwaze hiervan in. Zijdie te veel tijd noodig hadden om de gebruiken van onze gevangenis te leeren begrijpen, werden door onze dwangarbeiders zelf ingelicht. Hierover werden allerlei geruchten verspreid; men verleidde bijv. een onderofficier met brandewijnliet hem teveel drinken en later, als hij weer nuchter was, verklaarde men hem duidelijk, dat, nu hij met de gevangenen gedronken had, hij bijgevolg.... Het eind was, dat de ondeiofficieren den brandewijnhandel oogluikend toelieten. Evenals de invaliden gingen zij naar de markt en brachten voor de Gevangenen wittebrood vleesch in één woord alles mede wat zij zonder gevaar binnen konden smokkelen; zoo kon ik dan ook eigenlijk niet begrijpen waarom alles veranderd was en waarom de gevangenis een militair tuchthuis geworden was. Dit geschiedde twee jaar voor mijn vertrek; zoo moest ik dus nog twee volle jaren onder dat nieuwe bestuur levenMoet ik den geheelen tijd welken ik in do gevangenis heb doorgebracht, m deze herinneringen beschrijven? Neen. Wanneer ik geregeld alles wat ik gezien hebvertelde kon ik het aantal van deze hoofdstukken verdubbelen, ja verdrievoudigen doch een dergelijke beschrijving zou te eentonig zijn. Alles wat ik zou vertellenzou op den inhoud van de vorige hoofdstukken nederkomen, eu de lozer heeft, door die te volgen, zich eeds een denkbeeld van het leven der dwangarbeiders van de tweede afdeeling gemaakt, heb getracht onze gevangenis en mijn leven op nauw keurige, aangrijpende wijze te schetsen. Ik weet niet ot ik mijn doel bereikt hebik kan zelf niet over rnpn werk oordeelen, doch ik geloof, dat ik thans kan eindi gen. Door mij in al die oude herinneringen te verdiepen, wordt ook mijn hart weer met de oude smart vervuld. Overigens kan ik mij niet, alles wat ik gezien heb, her inneren de laatste jaren zijn uit mijn geheugen gewischt; ongetwijfeld heb ik veel vergeten. Wat mij echter duide lijk voor den geest staat, is, dat die jaren langzaam en droevig zijn heengevlodendat de dagen eindeloos en vervelend waren ook herinnerde ik mij den vungen wensch, dat mij de kracht zou gegeven worden te wachten en te hopen. Eindelijk kreeg ik weer moed: ik kon weer wachten. Ik telde eiken dag. Toen ik er nog duizend in de gevangenis moest doorbrengenwas ik ge lukkigden volgenden dag tot mijzelf te kunnen zeg gen dat er mij nog slechts negen honderd negen-en-ne- wentig en geen duizend meer waren overgebleven. Gok herinner ik mij, dat, ofschoon door honderden kamera den omringd, ik mij zeldzaam verlaten gevoelde en eindigde met in diezelfde eenzaamheid een zeker genoegen te vinden. Te midden van al de dwangarbeiders in afzon-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 5