Nieuwjaarswenschen.
,EAN T."
No. 150.
Brie en Negentigste Jaargang»
1891.
AA 0 E 8SDA O
16 DECEMBER.
van Nieuwjaarswenschen,
a 25 cents a contant,
van 1—5 regels.
Onbestelbare Brieven
Buitenland.
FEUILLETON.
In liet nummer van den Oudejaars
avond, Donderdag den 31 December, zal
weder gelegenheid bestaan tot het plaatsen
DE UITGEVERS.
5
Roman uit het Berlijnsche leven,
ALKMAARSCHE (01 RAAT
Deze Courant wordt lMnsdag-, Wonderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers f 0,0G.
Telefoonnummer: 3.
Prijs der gewone Advertentlën:
Per regel ©,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
verzonden in de 2e helft van November 1891
P. Commandeur, Amsterdam J. Rummelkamp, idem;
P. Gildenhuis, Geertruidenberg Blok Groningen J.
van der Gum, Willeskoop.
Van Bergen:
H. Kroeze Amsterdam.
Van Grootschermer:
K. Paetholtz, Schagen.
Van H e i 1 o o
W. Muller, Amsterdam.
Van Rustenburg:
J. Voet, Tutjehorn.
BELOIE. De minister van buitenl. zaken hoeft
den 11 de nieuwe handelsverdragen bij de Kamer inge
diend, die besloten heeft ze te laten drukken.
EVEELASD. De benoeming van den heer Dnfferin,
indertijd gouverneur-genaal van Canada en onder-Koning
van Indië tot gezant te Parijs ter vervanging van nu
wijlen den heer Lytton is door de Koningin goedge
keurd. Te Parijs is men met deze benoeming algemeen
tevreden.
Bij het den 11 gehouden feestmaal der afgevaardigden
ter conferentie voor de hervorming van den landbouw
hield de heer Gladstone eene belangrijke redevoering
waarin hij do noodzakelijkheid betoogde, om den toestand
der landelijke bevolking te verbeteren en hare ver
plaatsing naar do steden te voorkomen. Hij was voor
vermeerdering van het aantal parlementsleden die met
den landbouw bekend waren, zonder dat evenwel voor
de candidaten verkiezingskosten moesten besteed worden.
Hij bepleitte eene meer rechtvaardige verdeeling der
gemeentelijke belastingen en wijziging van de bestaande
wetwaarbij aan boerenarbeiders vergund zou worden
vereenigingen te vormen, om te trachten loonsverhoo
ging te verkrijgen.
FRAAKRIJK.
Senaat. Met 211 tegen 57 stemmen is den 9 eene
motie van vertrouwen uitgesproken in de verklaringen
der regeering bij gelegenheid van de behandeling van
de verhouding tusschen Kerk en Staatdoor de hande
lingen der bisschoppen in den laatsten tijd aan de orde
gebracht. Den 10 is met 223 tegen 3 stemmen besloten,
de rede door den president-minister den vorigon dag
gehouden, in alle gemeenten des lands te doen aanplakken.
Het lijk van wijlen dom Pedro is den 10 uit Parijs
aan de spaansche grens aangekomen en met alle eerbe
wijzen ontvangen. Den 11 kwam het te Madrid.
Hamer. Den 10 is de begrooting van marine onver
anderd aangenomen. Den 11 werd behandeld de interpellatie
van don heer Hubbard over de houding der bisschoppen.
Deroulède achtte beraadslaging onnoodig. Zij zon alleen
in staat zijn om verdeeldheid to brengon in het land.
Hij pleitte voor de handhaving van het concordaat. Zijn
voorstel, om de zaak niet te behandelen, werd verworpen
met 74 tegen 133 stemmen. Daarop nam Hnbbard het
woord om de houding der bisschoppen te veroordeelen. Hij
drong aan op krachtiger beteugeling der bisschoppen en
stelde eene motie van orde in dien geest voor. Minister do
Fallières zeide, dat hij steeds geestkracht had betoond. Niet
de geheele geestelijkheid had aan de bekende beweging deel
genomen. (Luid protest). Hij trachtte de houding van
den bisschop van Bordeaux te rechtvaardigen (beweging)
en las een brief voor, waarin de bisschop zijne houding
verdedigde. Hierop ontstond een onbeschrijfelijk leven en
het gelakte den Voorzitter niet, de orde te herstellen.
Het rumoer nam integendeel steeds toe. Bisschop Preppel
werd tot de orde geroepen en de heer de Cassagnac
hield dreigende gebaren tegen den Voorzitter Tot dit
rumoer heeft vooral bijgedragen het door den Voorzitter
gegeven antwoord op eene vraag van een der leden of
de minister van eeredienst aan de vrijmetselaars een
gelijk verbod had doen toekomen als aan den bisschop
van Bordeaux dien hij verboden had eene vereeniging
op te richten met het doel, het herstel der wereldlijke
macht te bevorderen dat hij tot de vrijmetselaars
behoorde en dat vrijmetselarij langen tijd toegestaan was
door Pans Pius JX, die zelf vrijmetselaar was. Tegen
dit gezegde werd door verschillende leden geprotesteerd.
Den 12 verkeerden de leden weder in zeer opgewonden
stemming. De bespreking over de motie Hubbard ein
digde daarmede, dat de Voorzitter acht verschillende
motiën van orde voorlas. Daaronder was er een van
bisschop Preppel om tot de eenvoudige orde van den
dag over te gaan, doch deze werd met het opheffen der
handen verworpen. Daarna kwam in stemming de motie
van den heer Hnbbard, welke verworpen werd met 346
tegen 104 stemmen. Minister de Freijcinet verklaarde
zich te vereenigen met de motie van den heer Rivet,
luidende «De Kamer, overwegende, dat de jongste be
toogingen van een deel der geestelijkheid den maat-
schappelijken vrede in gevaar konden brengen en dat
die handelingen eene ernstige schending zijn van de
rechten van den Staatdoch vertrouwende in de ver
klaringen der regeering en er op rekenende, dat zij de
noodige maatregelen zal nemen om aan allen eerbied
2) DOOR
PAIT1. LINBAI.
Onder hunne burenhunne meer intieme kennissen
en vrienden, die in het midden van den zomer en vooral
in den herfst voor het jachtseizoen een langer of korter
bezoek aan Ment.hin brachten, was er niemand, die voor
Juliane paste. Het vermogen van Jnliane was alles be
halve aanzienlijk het was op verre na niet voldoende
om het door vorstelijken overvloed vertroetelde en ver
wende meisje in staat te stellen, uit eigen middelen hare
levenswijze ook maar eenigszins op denzelfden voet voort
te zetten. Zij was alles behalve practiseh, en kende de
waarde van het geld volstrekt niet. Het was zelfs te
vreozen dat zij ietwat naar hare moeder aardde die
buitengewoon spilziek was geweest. Dientengevolge stond
ook de rijkdom aan juweelen en kantdien Juliane
geërfd had in volstrekt guene verhouding tot het ver
mogen, dat hare ouders haar hadden nagelaten.
Do voorliefde voor kant had Jaliaue onbetwistbaar van
hare moeder geërfd, en bij het kind had zich die neiging
nog in grnoter mate geopenbaard. Bij de jonge gravin
was het haast eene manie geworden. Op den leeftijd
waarop andere meisjes nog met poppen spelen speelde
Juliane reeds met hare kanten, en zij kon zich niet
verzadigen aan den aanblik van den kunstigen en ken
rigen arbeidvan de talloozeals spinrag zoo fijne
draadjes van het netaan den aanblik der patronen
die nu volgens strenge ornamentiekdan wepr in zeld
zaam schilderachtige willekeur los en Inchtig geteekend
waren. Voor alle andere handwerkjes koesterde zij de
diepste minachting. Telkens en telkens had zij hare tante
Karola gesmeekthaar toch de kunst van kantkloppen
voor de wet in te boezemen, gaat over tot de orde van
den dag."
Dezo motie werd met 243 tegen 223 stemmen aange
nomen en de zitting onder levendige opwinding opgeheven.
ITAIiIE. De president-minister Di Rudini heeft den
10 in de Kamer op eene vraag omtrent de betrekkingen van
Italië en de Vereenigde Staten geantwoord, dat hij akte
nam van de vriendschappelijke uitdrukkingen in de
jongste Boodschap van president Harrison voorkomende.
Hij" hoopte, dat de nog aanhangige kwestio spoedig nit
den weg gernimd zou worden
Kort nadat de stoomboot Calabria van de italiaansche
stoomvaartmaatschappij den 12 des ochtends de haven
van Genua had verlaten, sprong een stoomketel. Van
de 33 aan boord zijnde personen werden slechts 12 door
eene andere boot gered.
OOSTENRIJK-KON E ABI JE. De commissie
der hongaarsche Kamer van afgevaardigden, belast met
de behandeling der oeconomische vraagstukken, maakte
den 12 een aanvang met de beraadslaging over de han
delsverdragen. De minister van koophandel verklaarde,
dat de regeering de gesloten verdragen beschouwde als
een aaneengesloten geheel, waarin geene verandering mocht
gebracht worden, waarom de commissie besloot, onmid
dellijk tot de beraadslaging over te gaan.
ZWITSERLAND. De bondsvergadering komt 20
Januari bijeen ter behandeling van de handelsverdragen
met Duitschland en Oostenrijk.
VEKEENIGBE STATEN. Den 8 des avonds
geraakte te Louisville eene papierfabriek in brand
waarbij 16 menschen in de vlammen omkwamen. Te
half vier des ochtends terwiji de brandweer nog aan
wezig was, ontstond in een belendend gebouw eene ont
ploffing vermoedelijk door het smelten eener gaspijp
door de hitte van den brand. Het huis stond in een
oogwenk in vlam en stak verschillende andere perceelen
mede aan. Bij het blnsschen stortte een mum in
waaronder acht spuitgasten bedolven werden; vier hunner
werden dood te voorschijn gehaald. Te 8 uren des mor
gen geraakte een kruidenierswinkel in brandop de
vierde verdieping waarvan ongeveer 40 meisjes aan het
werk waren die niet langs de trap konden vluchten.
De verschrikte meisjes vertoonden zich, om hulp roepende,
aan de vensters on velen sprongen op een plat bij de
tweede verdieping, van wie verscheidene een arm of een
been braken. Vijf meisjes, die den sprong niet durfden
wagenkwamen in de vlammen om. Verder sloeg de
brand over op een groot vuurwerkmagazijndoor de
aanhoudende ontploffingen werd de brandweer toen nog
meer bemoeielijkt Eindelijk kwam het rijtuig van den
bevelhebber der brandweer in botsing met een wagen,
waardoor het omsloeg en hij zoo hevig tegen den grond
geslagen werd, dat hij ernstig gekwetst werd. Aan den
onder-bevelhebber overkwam een dergelijk ongeval. De
schade werd op ruim 1,800,000 geraamd.
te laten leeren, en zij had haar zoo lang met die vra:
vervolgd totdat de goedhartige vorstin haar op haren
zestienden verjaardag eene kantklopster in levenden lijve,
die men nit Brussel had laten komen, ten geschenke gaf.
Jnliane was overgelukkig. De belgische kantwerkster
werd hare beste vriendin.
Urenlang zat Julianedag in en dag uitover het
kantkussen gebogen en bleek znlk een ijverig, leergierig
en handig leerling te zijn, dat hare onderwijzeres er bij
zonder mee in haren schik was. Na een half jaar keerde
het belgische meisje rijk begiftigd naar haar land terug
Zij kon de gravin niets nieuws meer leeren, haar verder
te bekwamen liet zij aan den tijd en aan geduldige
oefening over.
En, hoe zonderling 1 het levendige, ruslelooze meisje,
dat het in den regel geene vijf minuten op hetzelfde
plekje kon uithouden en altijd rondfladderde, was als het
blad van eenen boom omgekeerd zoodra zij het klop
kussen maar vóór zich had en met hare sierlijke smalle
vingers de stokjes heen en weer wierp en de fijne
draadjes in- en aan elkaar knoopte. Zoo kon zij uren
achtereen blijven zitten
Door hare onvermoeide volharding en hare bekwaam
heid had zij het langzamerhand buitengewoon ver in
hare kunst weten te brengen en allerliefste werkjes ge
maakt. Daarbij had zij van lieverlede ook eene grondige
kennis van kant verworven. Zij bezat alle werken die
over kant handeldenen bad ze ernstig bestudeerd
In de geschiedenis der kanten, in de kennis der soorten
en patronen was zij zoo goed thuis als iemand van het
vak. De spotternijen van haren oom, die haar wegens
deze eigenaardige liefhebberij dikwijls in het ootje nam
liet zij zich geduldig aanleunen.
«Als ik soms geenen man moeht krijgen", zeide zij
vroolijk, »dan heb ik ten minste iets geleerd, waarmee
ik mijn brood kan verdienen."
«Zeker stemde de vorst toe. «Als ge er nog wat bij
leert en heel vlijtig zijt, dan knnt ge het misschien wel
zoover brengen, dat ge eon mark of vijf, zes in de week
verdient. En heel veel meer hebt gij niet noodig voor
uwe handschoenen."
Eenen man krijgen 1 Jnliane had in scherts geuit
wat haar oom en tante in de laatste weken en maanden
reeds zoo menigmaal ernstig hadden bepraat. En nog
dienzelfden avond werd het besluit genomen, dat ditmaal
Karola an Jnliane den vorstdien de zitting van het
Heerenhuis naar Berlijn riep, zonden vergezellen.
Jnliane maakte in de aristocratische salons en ook aan
het hof door hare bekoorlijkheid en geestigheid werkelijk
opgang. Tal van bewonderaars fladderden om haar heen,
doch onder al die jonge cavaliers die met haar door
de zaal zwierden en in de pauzen van den dans bijster-
veel schik hadden in de frischheid en snedigheid harer
antwoordenwas er geen enkele die haar mot meer
ernstige plannen scheen te naderen. Men vond de kleine
gravin «pikant", «fesch", «schneidig" wat men maar
wilde, doch het vrijwel bekende feit, dat de nicht van
den zeer rijken vorst Von Eyckhof zelve geen vermogen
had, was oorzaak, dat de jongelieden die haar het hof
maakten tot op eene zekere hoogte iets teruggetrokkens
in hnnne houding deden blijken, wat den vorst en zijne
echtgenooto vrij bekommerd en de trotsche Juliane toor
nig maakte. Zij verborg hare gevoelens niet, en door de
ongedwongenheid en de scherptewaarmee zij gewoon
was zich uit te drukken, verwierf zij zich in hare kringen
weldra den naam van wel eene geestige, maar nu niet
bepaald beminnelijke jonge dame te zijn. De jongere
heeren trokken zich spoedig al meer en meer terug zij
wareü "Bepaald bang voor «het kleine, zwarte duiveltje",
gelijk men haar noemde.
Jnliane vond dit uitstekend. Zij had steeds met voor
liefde het gezelschap van meer bejaarde en rijpe mannen
opgezochten altijd beweerd dat zij in den omgang
met jougelui dommer werd, dat alles wat zij van dezen
te hooren kreeg haar niets kon schelen, en dat zij nooit
wist wat zij hun moest aut,woorden.
Veel liever praatte zij met graaf Albreoht von Iseneck,
dien zij op het eerste bal te Berlijn bij baron von Hedders-
dorf had leeren kennen en in den loop van den winter
op bijna alle partijen, die zij bezocht, had ontmoet,
veel liever met dezen verstandigen en pittigen man, dan
met al die jonge gekken, die haar met hunne flauwe, alle—