Nieuwj aarswenschen. No. 152. Drie en lUegentigste Jaargang. 1891. ZONDAG 20 DECEMBER. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. EERSTE BLAD. van Nieuwjaarswensclien, 25 cents a contant. Wegens de Kerstdagen zal de courant van Zon dag, den 27, niet verschijnen. DE UITGEVERS. Binnenland. In het nummer van den Oudejaars avond, Donderdag den 31 December, zal neder gelegenheid bestaan tot het plaatsen ran 1—5 regels. DE UITQEVERS. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Com ant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het geheole rijk j 1, De 3 nummers f ©,©6. Prijs der gewone Advertentlën: Per regel j ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer "'V ITAUIE. In do Kamer hoeft de minif-ter-presidont Di Rudini den heer Imbriani verzocht, naar aanleiding van zijne interpollatie, niet aan te dringen op uitingen betreffende de diplomatieke betrekkingen tusschen Italië de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, aangezien hij daarop niet zou kunnen ingaan. Toen de heer Im briani toch bleef aandringen, heeft de Kamer geweigerd, over deze zaak verder van gedachten te wisselen. OOSTEAKIJK-HOACiAUIJE. In de oostenrijk- iche Kamer heeft de heer Gregr den 16 verklaard, dat de Jong-Czecben tegen de begrooting zullen stemmen. De vroegere regeeringen, zeide hij, vertrapten het czechische volk met klompen de heer Taaffe daarentegen geeft ichoppen met verlakte bottines Den 17 heeft de minister van financiën verklaard zich namens de regeering aan sluiten bij de woordenden 16 uitgesproken door prins Schwarzenberg om zijne verontwaardiging te ken nen te geven over de wijze, waarop genoemde afgevaar- ligde de vaderlandslievende gevoelens der oostenrijkscbe bevolking gekrenkt heeft. Na goedkeuring der krediet- vetten voor het departement van financiën bij dorde tzing is de Kamer tot 8 Januari uiteengegaan. ZWTTSERIiAHTD. De Bonds vergadering heeft den 17 let ontslag van haren president, Welti, aangenomen en met van de 183 stemmen den conservatief Zemp nog voor 1891 gekozen. Deze verklaarde de benoeming aan te nemen, b zullen trachten het in hem gestelde vertrouwen waardig «zijn en te meenen. dat het land de algemeene belaugen loven de partijbelangen zou stellen. De radicale heer .sen van Zürich is met 165 stemmen tot president Ier Confederatie voor 1892 gekozen. ZUID-AFRIKA. Den 17 hebben tienduizend Boeren li vele engelschen te Paardenkraal den verjaardag van vrijheidsverklaring van den Transvaal herdacht. TWEEDE KADER. Avondzitting van den 16. Regrooting van Oorlog. De heer van VI ij men komt op tegen het voort- larend uitgeven van zoovele gelden voor het onbezielde dementzooals geschutterwijl de eisehen voor het bezielde element ter zijde worden gesteld. Verbetering ier bezoldiging en pensioenen is vooral bij de infanterie icodzakelijk. Ter voorkoming dat het officierenkorps »n oude-mannenhnis wordtdient de bezoldiging gere- 1 te worden in evenredigheid der bevordering en leter pensioen toegekend te worden. Eene tweede telenr- itelling betreft de afschaffing van den majoorsrang. Daarna behandelt hij het dneldat eene verouderde in stelling is en met de rede strijdt. Hij wenseht de wet Tan 1851 zoodanig te wijzigen, dat een officier, die [eduelleerd heeft, ontslagen worde of wel dat het straf- letboek geheel op hem worde toegepast. Aanstelling 'in een opperbevelhebber in tijd van vrede zon onstaat- hmdig zijn maar noodig is hetdat in vredestijd aan (enige generaals worde medegedeelddat zij in oorlogs voor het opperbevelhebberschap in aanmerking kun- len komen. Hij zon zooveel mogelijk de gehnwde onder- fficieren in de onmiddellijke nabijheid der kazernes lillen doen wonen. Hij dringt aan op steun daar waar (en Militair Tehuis is. Ten slotte hoopt hijdat de minister de formule zal 'eten te vinden voor eene nationale defensiewet. De heer van Velzen behandelt uitvoerig de kwestie ran het schenken van sterken drank in de cantines, als in »nw verband staande met de verbetering van bet kazerne- n. Hij hooptdat de minister in deze kwestie ook (ene oplossing zal vinden. De heer Mutsaers verklaart, dat hij niet zal mede werken om dezen minister ten val te brengen. Tot dusver stelt hij vertrouwen in hem wegens zijne toezeg gingen tot regeling der levende strijdkrachten zonder te zware lasten. Verder dringt hij aan op het brengen van nog meer verbeteringen in het kazerneleven en zet de noodzakelijkheid uiteen van keuring van stoffen voor kleediug van den soldaat. De heer Lovyssohn Nor man besprak de positie van officieren der zee- en landmachtdie lid der Staten- Generaal zijn, naar aanleiding van het met den heer Land gebeurde op het zondenregister der vorige regeering de gewichtigste postomdat daarmede geschonden is de zelfstandigheid van de Volksvertegenwoordiging. Deze zaak moet zoodanig geregeld worden dal. een kamerlid niet afhangt van de gunst of onguust van een minister. De heer Löben Seis kan den minister niet bestrij den zoolang hij eene nationale regeling der defensie voorbereidtal kan hij hem niet steunen. Doch dan moet ook blijken dat ook op administratief gebied de minister niet op gevaarlijke wijze ingrijpt in bestaande legerinstellingen. Daarna behandelt hij verschillende zaken, waarvan hij regeling wenschelijk acht, zooals voorschriften om spiorwegbruggen spoedig te doen springen, regeling van den staat van oorlog en beleg der militaire inun- datiëu enz. De heer Sehaepman ontkent den minister te hebben aangespoord tot overijling bij de algemeene beschouwin gen. Hij heeft toen lucht gegeven aan zekere verwon dering over de houding van sommigen in het logervraag- stuk maar van pressie heeft hij zich geheel onthouden. Nu de zaak der legervorming ter sprake is gekomen verklaart hij onbewimpeld den minister aan te sporen zich langzaam te haasten. Hij verwacht, dat de minister niet zal aarzelen zijn vollen plicht te doen en de leger vorming niet zal laten rustenovertuigd dat die niet verschoven kan of mag worden. Hij zet de hem daartoe leidende redenen uiteen en zegt ten slottedat hij den vorigen minister om zijn karakter en moed gewaardeerd heeft en na behoeft deze minister z. i. niet onder te doen in die eigenschappen bij zijnen voorganger. (Bravo links.) De heer C 1 e r c x dringt aan op bezadigd te werk te gaanniet te veel toe te geven aan militairen aan drang en op verbetering van den toestand der militaire paardenartsen. De heer Guyot vraagt, of de minister spoedig ver betering zal brengen in de verhouding der bevelvoering in het leger. De heer K e r k w ij k vindt het verkeerd, dat soldaten als figuranten dienst doen bij optochten en in comedies. In Frankrijk is dat verboden. De minister ziet de moeielijkheid in voor een minister 3'/2 jaar Kamerlid te zijn. Men werpt hem veel voor de voeten wat hij vroeger heeft gezegd. Hij dreef indertijd, maar als minister ziet men vaak pas de moeielijkbeden, die men van de groeue banken niet zag. Hij neemt het den heeren niet kwalijk, dat zij drijven. Want hij zon ook kunnen inslapen. Daarna beantwoordde hij de verschillende sprekers en werd overwegiug van ver schillende pnnten toegezegd. Hij is persoonlijk tegen het duel, maar eene afzonderlijke wet is ounoodig; de strafwet verbiedt het en daarmee is het uit. Het verlof is van gunstigen invloed op het straffen van dronkenschap. Hij erkent hoe minder sterken draak men drinkt, hoe beter, maar van hem is geen verbod te wachten. Hij is geen voorstander van het dragen van wapenen buiten dienst, maar dat hangt samen met uniform verandering. Gaarne wil hij overwegen of het wenschelijk is, soldaten met korte verloven to verbieden met wapenen om te gaan. Hij ziet zooveel kwaad niet in het optreden van soldaten als figurantenmits ze maar niet gedwongen worden. Voor de vrijwillige oefeuingen is geen enkel geweer uit een regementsmagazijn afgestaan. Zij komen alle uit den grooten wapen voorraad uit do magazijnen te Gorkum en Dordrecht. De algemeene beraadslaging werd gesloten. Den 17 werd door de heeren van Houten en van Kerkwijk aangedrongen op zuiniger en een voudiger inrichting van het Militaire Huis der Koningin. Nadat de minister van oorlog verklaard had dat de regeering zich aan de bestaande organisatie hiold, stelde de heer van Kerkwijk als amendement voor, den post met 3000 te verminderen met het doel nu het aantal adjudanten op 7 te beperken. De heer Brantsen van de Zijp verklaarde namens deanti- rev. partijdat zij tegen het amendement zon stemmen, omdat zij met vol vertouwen aan H. M. wensehte over te laten het tijdstip en de gelegenheidwaarop H. M. de organisatie van haar Militaire Huis zal willen ter hand nemen. De heer van derFeltz zou tegen stemmen; hij deelde niet het gevoelen van den heer van Houten, dat de Koningin omdat zij vrouw isgeen Militaire Staf zou behoeven Dit zou ook niet strooken met de waar digheid der Koningin. Een Militair Hnis is in alle euro- peesehe Staten gebruikelijk. Aan H. M. wil hij de be- slissiug overlaten, of het met Hare waardigheid kan over eenkomen een kleiner organisatie aan het Militaire Huis te geven. De heer van der Kaay merkte op, dat de zaak geen stap verder wordt gebracht, welk het lot van het amen dement ook zij. Er heerschte misverstand. Hij vroeg, ot de minister niet alsnog de verzekering kan geven daf hij de woorden van den heer van Houten nader zal over wegen on een principieele beslissing te dezer zake voor de Kamer zal voorbereiden In dat geval zal hij tegen het amendement stemmenanders zon hij er toegebracht kunnen worden het amendement aan te nemen. De minister van oorlog verklaarde volstrekt geen gemis aan deferentie jegens de Kamer te hebben bedoeld. Hij blijft nog altijd het amendement ontijdig achten, maar verklaarde, dat het de plicht van elke re geering is om hier ernstig behandelde zaken in gezette overweging te nemen. Daartoe heeft hij nog niet kunnen komen. Waar zulke zoo groote zaken ons bezig honden was toch zulk eene kleine besparing niet dringend. Dit maakt hem een weinig kregelig in zijnen toon. Het amendement werd verworpen met 69 tegen 17 stemmen van de heeren van Kerkwijk, Smit, Pyttersen, Zaayer, Ferf, Virnly, Kielstra, PoelmanHeldt, Zijlma, Lieftinck, Borgesius, Schepel, Tijdens, Zijp, De Kanter en Hartogh. De heer T ij d e n s besprak den steeds achteruitgaan- den aankoop van inlandsche paarden voor de remonte. De minister, die gunstig oordeelt over de paarden fokkerij in het oostelijk deel van de provincie Groningen, heeft van den chef der remonte-commissie vernomen, dat, terwijl in 1886 nog 66 paarden waren aangekocht, in den laatsten tijd in het noorden minder zijn aangekocht, omdat de paarden van daar meest allen telenrstelliugen hebben opgeleverd in het gebruik en meerendeels onge schikt blekeu voor de artillerie. Hij wil gaarne de re monte nit het binnenland aanvallen, maar dat is eene kwestie van veel geduld. Hij hoopt, dat in volgende ja ren meer inlandsche paarden kunnen worden aaugekocht- In Noordbrabant zijn laatstelijk 22 paarden aangekocht- De heer van Löben Seis achtte het ter bevorde ring van de landbouwbelangen beter, dat het subsidie van f 10000 voor de paardenfokkerij naar binnenl. zaken werd overgebracht, welk gevoelen door den heer Smeenge bestreden werd. Cadettenschool. De heer Dobbelman vraagt bij art. 129bis (bouw van de Cadettenschool te Alkmaar) nadere inlichtingen omtrent de voorwaarden, onder welke de bouw van deze school zal ondernomen worden. Het is niet zeker, dat de raming voldoende zal zijn. Hij geeft daarom in overweging dezen post voorloopig voor memorie uit te trekken, ook in verband met de vraagof de vestiging te Alkmaar wel wenschelijk zal blijken. De minister antwoordde dat de plaats van ves tiging bij kou. besluit van 18 Juli 1891, den Raad van State gehoordonder de vorige regeering bepaald is. Ook een overeenkomst met Alkmaar vond hij bij zijn optreden. Voigens die overeenkomst zon Alkmaar het bou wen der school betalen en zon op de begrooting van oorlog f 7500 gedurende 40 jaren gebracht worden, om aan Alk maar terug te geven. Dit zon eene vermomde leening op voor Alkmaar onerense voorwaarden geweest zijn. Daarin heeft de minister verandering moeten brengenvandaar het uitgetrokken begrootingscijfer, waarbij overwogen is, dat men de kosten desnoods over eenige jaren kan verdeeleu. Op- Nijmegen is niet de keus gevallen, omdat die gemeente minder voordeelige voorwaarden aanbood, terwijl Alk maar zich door niet minder gezonde ligging aanbeval. Do heer Dobbelman stelt alsnu voor. den post al dus te lezen het bouwen van een cadettenschool, na af trek van het aandeel in de kosten door de gemeente waar de school zal worden gevestigd, te dragen memorie.'' De heer Smeenge zegt, dat de commissie van rap porteurs niet eenstemmig is in haar oordeel omtrent het amendement. Het kon. besluit moet worden geëerbi -digd, maar de minister is eenigszins de schuld van de bespreking, omdat hij in de stnkken een wetsontwerp had aange kondigd voor de goedkeuring der overeenkomst. De minister achtte zich werkelijk daartoe verplicht, maar thans betreft het slechts eene bijdrage van Alkmaar voorloopige uitvoering van den algemeenen bestaars- maatregel Het amendement werd verworpen met 68 tegen 18 stemmen van de heeren Walter van de VeldeHarte Smits van Oijen BahlmannA. van Dedem de Ram van BerckelG. van Dedem Mutsaers Travaglino Clercx, flaffmaus, van der Borch, Mackay, Dobbelman van Nnnen en van der Sehrieck. Bij art 66 10000 aan de vereeniging »Tronw aan Vaderland en Koning" stelde de heer T ij d e n s verhooging voor tot f 100,000 en de heer Lieftinck tot 25,000. Nadat de minister zich tegen beide amendementen ver klaard had, omdat de regeering de particuliere liefdadig heid wel wilde steunenmaar niet te ver mocht gaan trok de heer Tijdens zijn voorstel indat van den heer Lieftinck werd verworpen met 59 tegen 23 stemmen. De oorlogsbegrooting en de vestingbegrooting werden zonder hoofdelijke stemming met algemeene stemmen goedgekeurd. Den 18 stelde de heer Schepel bij de begrooting van waterstaat zijne vroeger ingetrokken motie betrek kelijk de instelling van een ministerieel departement van landbouw weer voor. Hierover zal later beraadslaagd, worden. Zooals steeds, werden tal van punten besproken. Uit-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 1