Kanaal door Westfriesland. zal de commissie voor den winter van 1892/3 gereed zijn met het aanschaffen der middelen. De handel van Amsterdam, van geheel Nederland en de naam van het Noordzeekanaal vorderen spoedig handelen. Do m i n i s- ter van waterstaat achtte spoedige beslissing wel noodig. Het geldt hier een kanaal in verbinding met de open zee waarvan het openhonden van meer belang is dan het bevaarbaar honden van binnenkanalen dat geen nnt heeft. De kanalen in verbinding met de zee moeten dus in de eerste plaats van Rijkswege open ge- honden worden voor zoover zij niet door de natuur gelijk de Rott waterweg, open gehouden worden. Men moet vooral het oog houden op de mededingende bui- tenlandsche havens. Bremerhaven wordt door de natuur open gehouden te Hamburg wordt de haven door de stad met ijsbrekers open gehouden; het bevaarbaar houden der Schelde bij Antwerpen is wel degelijk als een Rijks belang beschouwd. Br is naar zijne meening bij het Noordzee-kanaal zonder twijfel een Rijksbelang betrokken. Daarna licht hij uit een technisch oogpunt de onmoge lijkheid der ijsopruiming toe hij wijst er opdat de heer Conrad, als inspecteur van den waterstaat, een zeer gunstig rapport heeft uitgebracht over de ijsbrekers. Uitstel zou de minister dan ook zeer betreuren, wil de ijsbreker reeds in den volgenden winter werken. En werkelijk zullen de belanghebbenden naar eveurodigheid in de kosten bijdragen. Hij verwacht dan ook goede uitkomsten van den ijs- breker bij ijsbezetting. En daarom dringt hij ten zeerste op de aanneming van den post aan. De heer Conrad was niet van plan aan deze bespreking deel te nemen, maar acht zich verplicht den minister te doen opmerken datwanneer hij zich op hem beroepthij niet meer is inspecteur van den waterstaatdoch afge vaardigde van 's-Gravenhage. Aangezien hij echter in den afgeloopen winter de ondervinding opgedaan heeft dat het Noordzee-kanaal door voortdurend bevaren zeer goed is open te houden, mits de bevaring geregeld plaats hebbe zoo heeft hij tegen dit voorstel alleen het bezwaar, dat men het kanaal slechts met één ijsploeg wil openhonden. Dit is naar zijne meening onvoldoende. Had men er 3, het ware iets anders. Maar hij betwijfelt of met de voorgestelde middelen het kanaal 's winters be vaarbaar is te maken. De heer van G ij n deed nader uitkomendat de commissie niet tegen het verleenen van hulp aan Am sterdam is, maar grondig onderzoek noodig acht, waar voor in het aanstaande voorjaar gelegonhoid kan worden gegeven. Zich aansluitende bij den heer Conrad, merkte hij nog opdat deze zaak niet te vergelijken is met buitenlandsche havens. De heer Rutgers meent, dat het Noordzee-kanaal, zoo het open gehouden moet worden door den Staat als exploitant van dien waterweg, open gehouden dient te worden. En nu komt de Staat er werkelijk goedkoop af, wanneer dit plan tot stand komt. De Vereen iging, die zich hiermede zal belasten, is ten volle berekend voor hare taak. Het bezwaar van den heer Conrad dat één broker niet voldoende is, mag de Kamer niet weerhouden het geld toe te staan; dit is een bezwaar in de uitvoe ring. Er is haast bij de zaak want wordt het volgend jaar het kanaal niet open gehouden dan zal de goede naam van het Noordzee-kanaal schade lijden. De heer Conrad houdt voldat het kanaal niet anders dan met drie flinke ijsploegen is open te houden. De heer V i- r u 1 y gaat met het regeeringsvoorstel mede waar een man als Conrad zegt, dat er mogelijkheid bestaat om het kanaal open te houden (die hij betwijfelde). Dan vereischt het belang èn van het algemeen èn van den handel èn van Amsterdam de proef te wagen. De heer V rol ik verdedigde het voorstel. Niets mag verzuimd worden om onze havens te doen beantwoorden aan hare bestemming bij de ontwikkeling op handelsge bied. De ijsopruiming staat ook in rechtstreeksch verband met het spoorwegverkeer, want opstopping van ijs geeft ook opstopping van spoorwegverkeer. Ijsopruiming is dus van groot belang voor geheel het land en den handel, vooral met het oog op het buitonland. Nadat de heer van G ij n medegedeeld had, dat de commissie herhaaldelijk met den minister de zaak besproken had en zij gemeend had de Kamer in dezen drukken tijd niet met een sectie-onder- zoek te moeten lastig vallen, waarvan de heer Rutgers haar een verwijt gemaakt had en men bij het uitbrengen zijner stem wel moest denken aan het gezegdezien eten doet eten had de verwerping van den post plaats. Den 19 besprak de heer G u y o t de veiligheid der scheepvaart. Hij wenschto een verplicht onderzoek der schepen door deskundigen; verplichting voor de assurantie maatschappijen om onverwijld aan het departement van waterstaat kennis te geven van ongevallen, aan schepen overkomen; Btrenger onderzoek naar de bekwaamheid van stuurlieden en machinisten der koopvaardijschepen en het nemen van maatregelen, die de Reddings-maatschappijeu nog beter aan haar doel zullen doen beantwoorden. De heer van Karnebeek betwijfelde, of men aan het departement wel voldoende op de hoogte is om met kennis van zaken te beoordeelen, wat met betrekking tot het buitenland gedaan kan worden tot bevordering onzer oeconomi8che toestanden. De hoer Lieftinck vroeg, of de minister het oirbaar aohtte oene afzonderlijke af- deeling voor den landbouw bij zijn departement te ves tigen volgens hem de eenige manier om aan de land bouwbelangen recht te doen geschieden. De heer H e n- Hij had het immers gezegd Hij begreep niet hoe/jzij er nog aan kon twijfelen. »Maar het is heer zoo heerlijk," vervolgde de jonge gravin onbevangen »Laten wjj nog eoue week hier blij ven 1 Eene huwelijksreis maakt men slechts ééns niet dikwijls in het leven 1" verbeterde zij haar onhandig ge zegde snel. »En de staat zal zich wel acht dagen zon der u weten te behelpen als het wezen moet." »Wij gaan naar huis 1 Het kan niet anders," ant woordde de graaf bedaard. Juliane zweeg. Zij was in het eerst wel ietwat uit haar humeur, doch daarna dacht zij aan het genot, dat haar nieuwe huis in Berlijn haar zou schenken en al spoedig babbelde en lachte zij weer even opgewekt als anders, neuriede een liedje en gaf hare kamenier de noodige bevelen. Den volgenden dag reisden zij naar Berlijn terug. Wordt vervolgd. nequin besprak de inrichting van het landbonwverslag, op de wijzigiug waarvan hij aandrong. De heer van Houten bestreed den wensch van den heer Lieftinck. Men zou dan ook voor andere onderwerpen afdeelingen kunnen vragen. Dit zou aanleiding geven tot vermeer dering van ambtenaren zonder geëvenredigd nut. 't Beste isdat de Staat zich zoo min mogelijk met al die particuliere aangelegenheden bemoeit. De heer B o r g e- sius wenschtdat de minister gevolg gaf aan het ver langen tot instelling van een landbouwraad en drong aan op de spoedige indiening van een wetsontwerp in het belang van de veiligheid en gezondheid van arbeiders in fabrieken en werkplaatsen. (Tegen dezen laatsten wensch kwam de heer Mutsaers op als te vroeg). Verder drong hij aan op wjjziging der wetgeving op de naam- looze vennootschappen De minister van water staat beloofde onderzoek naar de verschillende ter sprake gebracüte wenschen. De administratieve bemoeiin gen voor den landbouw waren niet zoo groot, dat daar voor eene afzonderlijke afdeeling noodig was. Mocht dat later noodig zijn, dan zal hij er zeker toe overgaan De regeering wil wel medewerken tot het instellen van een landbouwraad, doch op welke wijze dit moet geschieden, weet hij nog niet. Voor eene behoorljjke inrichting van het algemeen landbonwverslag zal zorg worden gedragen. Het nemen vau maatregelen in het belang der veiligheid in de fabrieken is wenschelijkdoch hier moet met voorzichtigheid te werk worden gegaau. De beer Reekers, die de som van 12.500, aange vraagd voor de bevordering van den zalmrijkdom der rivie ren, terug gebracht wenschte te ziqn tot het vroegere cijfer van 15.500, omdat hij zich niet kon vereenigen met het denkbeeld om het subsidie aan onze nederlandsche vis- scherijen te onttrekken en dit te geven aan vreemde lingen, verklaarde voor dit jaar daarin te zullen berusten, nadat de minister en de heer Zaaijer dit gevoelen bestreden hadden. De minister verklaarde, dat het poten van zalmen volgens het eenstemmig oordeel der deskundige raadgevers beter en goedkooper in het bui tenland geschiedt. De minister beloofde den heer Heldt, de door hem ter sprake gebrachte verbetering van het lot van het vaste personeel van bedienden bij het ijkwezen te zullen overwegen en den heer Farncombe Sanders, een onderzoek te zullen instellen naar de bruikbaarheid van het post- en telegraafkantoor te Haarlem De heer Harte besprak de noodzakelijkheid om den telefoondienst wettelijk te regelen en vroeg, of de weldra afloopende concessie van de Ned. Bell Telefoonmaat schappij ongewijzigd zou worden verlengddaar deze maatschappij gebruik en misbruik maakte van hare macht en te veel geld eischte voor het gebruik harer lijuen. De minister, die vroeg of de heer Harte de gevolgen van de exploitatie van het intercommunaal verkeer door den Staat wel overwogen had want dat de praktijk bewezen haddat er weinig gebruik van gemaakt werd, zoodat de hooge kosten lang niet gedokt kunnen worden verklaarde zich bereid nader de zaak te zullen overwegen toen de heer Harte op zijnen wensch bleef aandringen. De begrooting werd met algemeene stemmen aange nomen. Na aanneming van een paar wetsontwerpen tot verhooging van begrootingen ving de beraadslaging over het hoofdstuk Koloniën aan. Op eene vraag van den heer Beelaerts antwoordde de minister, dat de re geering den 2 December van den Gouverneur-Generaal een telegram ontvangen had inhoudendedat de gou verneur van Atjeh zijn ontslag gevraagd had wegens verschil van gevoelen. Meer wist hij niet. De heer Keuchenius vroeg, wat bedoeld was met de woorden in de Troonrede dat er gestreefd zou worden het be stuur van Ned. Indië te doen beantwoorden aan de eischen des tijds. Hij vroeg naar 's ministers voornemen ten opzichte van de koffie en het opium en gaf zijne bevreemding te kennen over de paragraaf in de Troonrede betreffende Suriname, waarin hij eene af keuring zag van het gedrag van den afgetreden gouverneur Lohman, dien hij overigens verdedigde. De minister ontkende dit laatste. Met de uiting t eischen des tijdsbedoelde hij betere bestuursinrichting, decentralisatie, denkbeelden, ook door den heer Keuche nius gehuldigd al toonde hij daarvan niet de vruchten tijdens zijn bewind. Ten aanzien van do koffie had hij nog geen besluit genomen. Ten opzichte van het opium was hij niet werkeloos; dit bleek uit do stukken. Elak- kelooze invoering der regie wilde hij niet Na aanneming der begrooting voor Suriname zonder beraadslaging en goedkeuring der conclusiën op de adressen omtrent den beweerden invloed van den oud gouverneur Lohman op rechterlijke uitspraken en be trekkelijk de uitzending van rijst van hier naar Suriname op verzoek van denzelfden gouverneurwerd de be grooting van koloniën met algemeene stemmen goed gekeurd. Wordt vervolgd. Den 18 hield de heer W. Kloekehoofd eoner school te Schagen te Spanbroek eene zijner voordrachten om propaganda te maken voor de Westfriesche Kanaal maatschappij. Hoewel het weder gunstig was, waren slechts 24 belangstellenden opgekomen zoo schrijft men ons hetwelk te betreuren is want de degelijke wijze waarop de inleider zijne zaken uiteenzettewas een flink publiek overwaardig. De spreker begon met er op te wijzen dat do kwestie eener kanaalverbinding tusschen Enkhuizen en Schagen dateert van vóór jaren wat derhalve een bewijs is, dat men er al sedert gerui- men tijd behoefte aan heeft gevoeld. Het doel van de onlangs opgerichte Kanaalmaatschappij is daarom ook het bevorderen der scheepvaart binnen den Westfriescheu omringdijk. Er kan in Westfriesland meer worden ver diend dan tegenwoordig en het eenigedat daarvoor noodig is is een uitmuntende waterweg in verbinding met het Groot Noordhollandsch Kanaal. Onze handel heeft behoefte aan scheepvaart. Beschouwen we daartoe den staat der bevolking van de volgende steden 1865 1880 1890 Alkmaar 11308 12808 (pl. 13l/2 °/0) 15707 (pl. 223/5 °/0) Enkhuizen 5473 5763 (pl. 5*/s °/o) 6330 (pl. 9*/5 °/0) Hoorn 9382 10012 (pl. 6% °/0) 11033 (pl. lü'/s °/o) Medemblik 2172 2211 (pl. l4/s °/0) 2844 (pl. 30»/5 °/o) Formerend 4577 5023 (pl. 94/a °/0) 5549 (pl. 102/5 Schagen 2519 3184 (pl. 26'/2 °/0) 3110 (min2'/, 0/0) Het blijkt dan, dat Schagen en Alkmaar van 1865 1880 het sterkst zijn vooruitgegaan in bevolkingwat klaarblijkelijk het gevolg was van de opening der spoorlijn N ieu wediepA msterdam. Schagen ging meer vooruit dan Alkmaar niettegen staande laatstgenoemde plaats toch door hare ligging aan het Groot Noordhollandsch Kanaal in meer gun stige omstandighedon verkeerde dan Schagen, welk vlek een centrum voor den veehandelnu echter kwijnt door gebrek aan goede verkeerswegen. Toch heeft zich Schagen in dat tijdvak niet ontwikkeld ten koste van Alkmaar, zooals sommigen ten onrechte meenen. Van 1880—1890 is Medemblik het sterktst toegenomen in bevolking, voornamelijk door het krankzinnigengesticht, dat in dit tijdperk aldaar werd opgericht. Ook Alkmaar's bevolking vermeerderde sterk. Schagen alleen ging achter uit en wel met 21/3 °/0. De-spoorlijn had slechts oen kortstondigen vooruitgang bewerkt. Wel bloeien nog Schagen's markten maar aan 10 bezoekers van tegen woordig wordt niet zooveel verdiend als aan één van vroeger. En ook Hoorn zal het gaan als Schagen, indien er geen kanaal tot stand komtdat deze stad met het Groot Noordhollandsch Kanaal verbindt. Voor den kaashandel kan men het spoor en de zee als verkeersweg gebruikenniet echter voor den handel in vee. Daarbij verkiest men een kanaal boven spoorweg en zee. Van af 1881 is de opbrengst aan marktgelden van den vetveehandel in Hoorn afgenomen met 28 2/3 °/0 terwijl die van Purmerend is vermeerderd met 22t/4 °/0. Waardoor Doodeenvoudig omdat Purmerend van alle kanten gemakkelijk te bereiken is en Hoorn niet. Alk maar echter werkt ons in het bereiken van ons doel tegen. Deze stad wil liever haar isolement gehandhaafd zien dan een concurrent naast zich te hebben. Zij wilde daarom ook geene betore verbinding tusschen haar en Hoorn hebben dan de bestaande, mot twee dammen er in. De uitstekende havens van Enkhuizen en vooral van Medemblik zijn doodals ze niet verbonden zijn met het binnenland. Daardoor alleen ontstaat bloei en als eene stad bloeitstijgt de waarde der landerijendie er omheen liggen. Bovendien zijn door zoodanige ver binding brandstoffen, grint, bouwmaterialen en veevoeder voor geringer prijs verkrijgbaar. De concurrentie van kanaal en spoor komt het publiek in het algemeenten goede. Gaan we nu na, hoe het met Wostfriesland gesteld is. Het is geheel ingesloten door den Westfriesehen omring dijk, die deels waker, deels slaperdijk is. Is hij waker, dan is hij onze vriend en is hij slaper dan kan hij het bij eventueele doorbraak worden. Maar trots dit alles is hij ook onze vijand. Hij houdt ons gevangen en gunt Westfriesland geene vrije beweging. Slechts door twee schutsluisjes kan men binnen den dijk komen. De eerste bij de Zes Wielen is lang 18.10 el, breed 3.15 el en diep 1.35 el. De tweede is bij Schoorldam en ver bindt Westfriesland met Geestmerambaeht. De sluis bij de Zes Wielen doet veel kwaad want omdat deze niet zeer diep is, worden de vaarten niet op de goede diepte gehouden. Ook liggen de bruggehoofden te dicht bij elkander en hebben vele eigenaars van land langs de vaarten deze nog al eens nauwer gemaakt. Zoodoende krijgen we alras de overtuiging, dat de scheepvaart in Westfriesland zeer Weinig beteekenis heeft. En dat in het beste deel van Noordholland in Westfriesland met zijn 7840 bunders vetten kleigrond! De producten kun nen niet worden vervoerddan met zeer groote kosten. Om een sterk sprekend voorbeeld te noemen. Wie per vaartuig van Schagerbrug naar Schagen wil gaan (een half uur afstands) moet bij Alkmaar om en moet alzoo een weg van 8 uur afleggen. Eene lading steenen uit de Betuwe naar Alkmaar kost aan vracht 2,25maar dit bedrag wordt voor de reis van Alkmaar naar Schagen nog met 2 verhoogd. De polder Schagen zou zich door eene goede kanaal verbinding alle jaren alleen 600 aan kosten van grint besparen. Handel en nijverheid bloeien alleen daarwaar veel scheepvaart is. Rotterdam en Amsterdam zijn de haven plaatsen voor Zuid-Duitschlanddat door hooge berg ruggen geheel is afgesloten en waar alleen de Rijn een belangrijke verkeersweg te water is. Allo koffie die in Zuid-Duitschland wordt gedronken, is ontscheept te Rot terdam of te Amsterdam. De duitsche regeeringzeer wel inziende, dat ons land daarvan vele voordeelen trok, trachtte door het aanleggen van spoorwegen, die millioenen hebben gekost, met de waterwegen te concurreeren, doch het is geheel mislukt Rotterdam en Amsterdam blijven bloeien. Langs de Zuiderzee liggen de zoogenaamde doode ste den. Stavoren, het oude Stavoren, verviel toen de haven verzandde. MedembikHoorn en Enkhuizen zijn nog van eenige beteekenis maar daarachter vindt men niets dan kleine plaatsen. Vóór het Groot Noordhollandsch Kanaal bestond waren de drie laatstgenoemde steden belangrijkerdan thans. Immers de schepen die over de Zuiderzee naar Amsterdam voerengingen voorbij Medemblik en Enkhui'.en en soms ook langs Hoorn. Te Zaandam beerscht meer welvaart dan hier, omdat or meer fabrieken zijn. Maar waarom kunnen ook hier geene oliemolens zijn in een streek waar zooveel lijnkoeken benoodigd zijn? Enkel en alleen, omdat de producten zoo moeilijk vervoerbaar zijn, en men voorde steenkolen zooveel aan transportkosten moet betalen. Westfriesland is overtuigd van den onvoldoenden staat zijner waterwegen en daarom is het mij onbegrijpelijk, dat het er zich maar doodbedaard bij neerlegt en niet be denkt, dat het ook mee heeft betaald aan de 25 millioen gulden, die benoodigd waren voor een kanaal van Am sterdam naar Utrecht. Amsterdam pakt in, wat het krijgt en Zaandam volgt. Toen eenige jaren geleden n.l. de Voorzaan niet meer naar den zin was der Zaanlanders, omdat -er geene groote schepen konden varen, trachtte men daarin verbetering te krijgen. De raming voor het werk was 3.000.000 en nu vroeg men van het Rijk eene subsidie van 1.500.000. De 2e Kamer nam het ontwerp, waarbij 11/2 millioen guldon werd toegestaan aan, en alzoo was het wet geworden. Maar, o wonder! Bij de gehouden aanbesteding werd het geheele werk ge gund voor 1.500 000. Derhalve: Zaandam kreeg het gansche werk cadeau van het Rijk Daarom, wij moeten krachtiger ik zou bijna zeggen heftiger aandringen op verbetering. De Westfriesche Kanaalmaatschappij heeft als ontwerp vastgesteld een kanaal van Stolpen over Schagen, Zijde wind VeenhuizenOpmeer langs jde ringsloot van de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1891 | | pagina 2