ontvanger der gemeente toegekend voor het innen der wik- en weegloonen nu onder hoofdstuk II art. 6 ge raamd voortaan onder hoofdstuk I artikel 4 a. te ramen. 5. Ontvang-bericht der op 18 November vastgestelde herzieningsverordening. 6. Brief, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit van 18 November No. 13 a strekkende tot verhooging van de tijdelijk in 1891 ter leen op te nemen som van 40000 tot 50000 en No. 13 b. tot het tijdelijk in 1892 opnemen van geld, tot een bedrag van ten hoogste 120000. 7. Brief van den Voorzitter van Ged. staten ten geleide van de bij kon. besluit van 8 December No. 26 goedgekeurde verordening op de heffing en invordering van schoolgeld op de burgeravondschool, vastgesteld 4 November. Nos. 3 tot en met 7 voor kennisgeving aangenomen, Van Burg. en Weth. 8. Brief ten geleide van het op 22 December opge maakte proces-verbaal van opneming der kas en boeken van den gemeente-ontvanger. 9. Brief ten geleide van het door den gemeente architect uitgebrachte rapport omtrent den toestand vau den Middenweg door den polder Heerhugowaard, welke opdracht hem verstrekt was naar aanleiding van de door den heer Conijn in de raadsvergadering van 4 November omtrent den toestand van dien weg gedane vraag. Daaruit blijktdat bij de op 12 December gehouden opneming do weg in goeden staat is bevonden; dat de noodige herstellingen uitgevoerd waren en dat van de vroeger gevolgde wijze van onderhoud van dezen weg met grint geen spoor meer te vinden is. Nos. 8 en 9 voor kennisgeving aangenomen. 10. Brief van de commissie van toezicht en beheer over het stedelijk muziekkorps waarbij zij ook namens het geheele korps dank betuigt voor de toegestane ver hooging der toelage van het korps met 500 per jaar aan te vangen met 1892. Te meer verheugt zij zich daarover, omdat geene aanvraag om meerdere tegemoet koming van harentwege was gedaan maar dat de raad het initiatief heeft genomen. Heeft zij vooral in de laatste jarendoor gedeeltelijke opheffing vau hoogst verouderde gebruiken, die niet gemakkelijk weg te nemen waren veel goeds tot stand gebrachtzij twijfelt met of voortgaande op dien wog zullen goede uitkomsten nog meer en meer verkregen worden. Voor kennisgeving aangenomen. U. Verzoek van D. Visser, Leo M. de Fouw en H. J. Vonkom van gemeentewege eenige steigers te doen makon langs de Kanaalkade, waardoor gelegenheid gegeven wordt tot het gelijktijdig laden en lossen van stoom booten en andere vaartuigen. 12. Verzoek van P. T. Holtzapfel en G. Swerver van dezelfde strekking als dal onder No. 11 omschreven. Nos. 11 en 12 gesteld in bandon van burg. en weth. om bericht en raad. 13. Verzoek van J. Olij en 26 mede-onderteekenaren, allen melkverkoopers alhier om artikel 11 2 der alge- mee ne politie-verordening zoodanig to wijzigen, dat hunne melkwagentjes niet gelijk gesteld worden met melkkarren en hen dus te ontheffen van de verplichting om op den gestelden tijd die wagentjes van zichtbare brandende lantarens te voorzien, omdat hunne wagentjes met als karren kunnen worden beschouwd en het ook werkelijk niet zijndat die wagentjes niet dezelfde gevaren ople veren als de melkkarren wior lange steelen werkelijk voor de voorbijgangers gevaarlijk zijn dat ook andere vervoerders van handwagens van genoemde verplichting vrijgesteld, althans niet in artikel 172 genoemd zijn; dat° juist het voorschrift dier brandende lantaarns voor hen een groot bezwaar oplevertomdat bij onstuimig weder, regen of wind, hoe goed die lantaarns ook mogen zijn ingericht of gemaakthet licht dikwerf uitgaat en zij alsdan in het gevaar verkeeren eenc boete te beloopen buiten hunne schuld. Aangezien dit verzoek in verband staat met de wij ziging eener plaatselijke verordening tegen wier over treding straf is bedreigd ter secretarie nedergelegd ter inzage voor de leden. De voorzitter antwoordde op eene vraag van den heer Kraakman, dat, bij aanneming van dit voorstel, dit punt, zooals steeds geschiedt, door hem in eene verga dering der vaste commissie voor de strafverordeningen zal worden aan de orde gesteld. 14. Verzoek van D. Kos Gz. en 12 mede-onderteeko- naren, eigenaren en bewoners van aan den Geestersingel gelegen perceelen om wegneming van den boomenregel die °zich aan de binnenzijde van dien Singel bevindt daar de twijgen dier boomen grootendeels hunne daken bedekken de fundeeringen dier perceelen door de wor tels dier boomen ondermijnd worden en buitendien door het meerdere verkeer door den aanbouw aldaar de weg door de losheid van den bodem veelal meer dan onbe gaanbaar is, hetgeen zij mede in verband meenen te kunnen brengen met de drassigheid van dien grond bevorderd door den gestadigen -drop dier boomen. Tevens vragen zij verbetering van den weg. 15. Verzoek van N. Klerk en 73 eigenaars en be woners van perceelen aan den Omval om één stel der gemeentelijke brandspuiten of een eventueel door de gemeente aan te koopen spuit aan den Omval te plaat sen daar sedert jaren en den 11 November 1.1. bij vernieuwing gebleken is, welke ernstige gevolgen het cremis eener spuit aldaar kan hebben. Bij inwilliging van dat verzoek bieden zij aan lu. kostelooze plaatsing der spuit in eene stal achter het huis van Ver weel waar daarvoor voldoende ruimte is. Mocht die plaats minder geschikt geacht worden dan wijzen zij er op dat de gemeente grond aan den Omval bezit, uitstekend geschikt voor den bouw van een brandspuithuis2". vrijwillige bediening dier spuit, daar zjj zffih dan tot een korps zullen vormen, waarvan de inrichting aan de o-oedkeuring van burg. en weth. onderworpen zal worden. Nos. 14 en 15 gesteld in handen van burg. en weth. om bericht en raad. 16. Adres van de heeren C. Bosman zoutzieder on mr. A. P. do Lange advocaatbeiden alhier daarbij te kennen gevende, dat de Holl. Spoorwegmaatschappij bij wie zij aangedrongen hadden op de ongewijzigde aanneming der voorwaarden, door den gemeenteraad den 19 Augustus 1891 vastgesteld voor de toegezegde sub sidie van f 40000 voor den spoorweg Alkmaar—Hoorn, croweigerd heeft daaraan te voldoen. De onderhandelingen tusschen de Holl. Spoorwegmaatschappij en de regeering hebbon tot uitkomst gehad dat overeenstemming ver kregen is omtrent den aanleg en de exploitatie door ge noemde maatschappij van een normalen spoorweg Alk maar— Heerhugowaard—ObdamHoorn. In overeenstem ming met de uitkomst dier onderhandelingen is door de Staten dezer provincie op voorstel van Ged. Staten het besluit, waarbij voor deze onderneming een renteloos voorschot van f 200,000 was toegestaan, gewijzigd zooals blijkt uit een overgelegd afschrift van het te dien aanzien genomen besluit. De Holl. Spoorweg maatschappij heeft bij den brief, waarbij zij mededeeling deed van de met de regeering verkregene overeenstem ming verzoekers uitgenoodigd, de gemeente Alkmaar uit °te noodigen haar besluit zoodanig te wijzigen dat de uitvoering van het werk mogelijk worde. Zij deelen daarop medewelke bezwaren genoemde Holl. Spoorwegmaatschappij tegen ieder van de door den gemeenteraad gestelde bepalingen heeft, om ten slotte te verzoeken de toegezegde subsidie van f 40000 uit te betalen aan de Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij, zoodra de spoorweg Alkmaar—Heerhugowaard—Obdam— Hoorn gereed en in exploitatie is en met bepaling dat de weg gereed en in exploitatie zal moeten ziju vóór l Augustus 1895 welke termijn door burg. en weth kan worden verlengd, indien te hunnen genoegen blijkt, dat de vertraging is veroorzaakt door omstandigheden onafhankelijk van den wil der Holl. Spoorwegmaat schappij. Gesteld in handen van de speciale raadscommissie voor deze zaak om bericht en raad. 17. Adres van het hoold der openbare school voor meisjes, inhoudende, dat de woning aan het hoofd toe gewezen, weinig geschikt is om bewoond te worden, zoo als thans door één persoon, tevens hoofd eener school. Het toezicht op het geheel vraagt meer tijd, dan waar over het hoofd te beschikken heeft en bewoning, onderhoud en belasting vereischen uitgaven, geheel onevenredig aan het bekrompen inkomen, door het hoofd genoten. Daarom heeft het hoofd zoo voor de huishouding als tot gezelschap uitgezien naar eene dame, voor wie de woning als zoo- danig waarde heeft. Meeueude hierin geslaagd te zijn verzoekt zij, bij wijze van tegemoetkoming aan genoemde ernstige bezwaren, te veroorloven, dat zij inwoning ver- leene aan mevr. de wed. Beekhuis met hare twee kinderen. Door deze regeling zal de gelegenheid tot het houden van kostleerlingen blijven bestaan en gunstiger worden. Gesteld in handen van burgemeester en wethouders ter beschikking, op grond van de in de schoolverordening opgenomen bepaling. daarover met haar wist te pratenomdat hij haar dui zenderlei kleine attenties bewees en bij elke gelegenheid haar met bijzonderen tact te kennen gaf dat hij meer dan eene oppervlakkige neiging voor haar koesterde, tot den tweeden wel in de eerste plaats, omdat hij heer van Kvpstein eigenaar der beroemde collectio antiqui teiten en bezitter der oude echte Lamoraal-kant was. Zij schrikto hevigtoen twee jaren geleden in den winter van 1877 op een bal bij baron Von Hedders- dorf, zijne Doorluchtigheid vorst Ulrich von Engerheim- Kvpstein door haren man aan haar voorgesteld werd. Zij was zoo verlegen en had hare verrassing zoo wei nig weten te beheerschen dat zij zich tot eene veront schuldiging of ten minste eene verklaring van hare zon- derlingo houding genoopt zag. Zij zeide den vorst een voudig de waarheiddat zjj eeneu dwazen hartstocht voor kant koesterde dat zij een kopie der beroemde Lamoraal bezat, en nu natuurlijk zeer verrast was, toen zij zoo onvoorbereid zich eensklaps in tegenwoordigheid van den gelukkigen bezitter van het origineel bevond. De vorst zette zich naast haar neer, en zij hadden nog geen twee minuten met elkaar gepraattoen hij haar reeds uit eigen beweging de vervulling van eenen harer innigste wenschen beloofd had dien zij nooit uit zichzelve zou hebben durven oiteD. »0 jade Lamoraalzeido de vorst met een droe vig glimlachje. »Die bezit ik, met een heel troepje andere dingen die mijn goede vader met zijne fijne kunstken nis en onvermoeiden ijver bijeen heoft gebracht voor zijnen zoon die dat alles niet waardig isdie van^ al die oude prullen volstrekt geen verstand heeft en wien daarom die dingen ook volstrekt niet kunnen schelen Als gij er soms belang in mocht stellen uwe kant met het origineele te vergelijken zal het mij een groot ge soegen zijn ze u te zenden." Wat Zoudt gij werkelijk? vroeg Juliane met schitterende oogen en do matgele tint harer wangen werd eensklaps lichtrood. »Welmet het grootste genoegen Ik ben u werke- Zijn in behandeling genomen de vol gende voor de leden ter lezing gelegen hebbende stukken. 18. Verzoek van A. Plaat om eervol ontslag als onderwijzer aan de openbare school voor onvermogenden. Het gevraagde ontslag overeenkomstig de verordening eervol verleend met ingang van 2 Februari 1892 of zooveel vroeger als in de vacature mocht zijn voorzien. 19. Verzoek van A. Rijs om eervol ontslag als onder wijzer aan de openb. school voor onvermogenden, tegen 1 Februari a.s. Het gevraagde ontslag overeenkomstig de verordening eervol verleendmet ingang van 15 Februari a s. of zooveel vroeger als in de vacature mocht zijn voorzien. 20. Rapport op de rekening van het mannen- en vrouwen-gasthuis over 1890sluitende in ontvang op f 5927,74'/j in uitgaaf op 5915,39, alzoo met een 'batig slot van 12,35 >/2. De rekening der badinrichting sluit met een tekort van 20,8 P/j dat, zooals steeds gebruikelijk was in uitgaaf gebracht is op den post onvoorziene uitgaven. De ontvangsten bedroegen slechts 228,10: de uitgaven daarentegen 248,91 '/a- ^en gewezen binnenvader W. Sprang werd de jaarlijksche toelage vau 150 weer uitbetaald. De commissie stelt onveranderde vaststelling voor. Aangenomen. De heer de Witregentbleet buiten stemming. Van de commissie van financiën. 21. Rapport op de begrooting van het mannen- en vrouwen-gasthuis voor 1892 sluitende in ontvangst en uitgaaf op 5803,351/!, 12,21 J/j hooger dan voor 1891, met inbegrip eener subsidie uit de gemeentekas van f 1300. Het gebouw met alle woonhuizen is aangesloten aan de duinwaterleiding, eene jaarlijksche uitgaaf vor derende van 85, in verband waarmede de huurprijs van ieder der 9 woningen met tien centen per week verhoogd is. I)e commissie stelt voor haar onveranderd goed te keuren. Aangenomen. 22. Rapport op de rekening der stads-apotheek over 1890, sluitende in ontvangst op 4277,471, in uitgaaf op 4247.49, met een batig slot van 2,981/i- De commissie stelt voor, haar onveranderd goed te keuren. Aangenomen. De heer de Wit bleef wederom buiten stemming. 23. Rapport op de begrooting dor stads-apotheek voor 1892, sluitende in ontvangst en uitgaaf op/4177,98J, daaronder begrepen eene toelage uit de gemeentekas van f 3275. De commissie stelt voor, haar onveranderd goed te keuren. Aangenomen. 24. Rapport op het door burg. en woth. ondersteunde verzoek van den heer C. J. van Spall, directeur dor Alkmaarsche IJzer- en Metaalgieterij, om ten behoeve van eene vergrooting dier fabriek in eigendom af te staan een stuk gemeentegrondgelegen achter de bestaande gieterij, dat bij opmeting door den gemeente-architect en benoemden heer van Spall gebleken is groot te zijn 762 centiaren, tegen denzelfden prijs en onder dezelfde voor waarden, waarop in 1879 het terrein afgestaan werd waarop de fabriek thans staat. De commissie kan zich daarmede geheel vereenigen. Dit gedeelte an het plant soen kan naar hare meening zonder eenig bezwaar aan den publiekon dienst onttrokken worden zooals uit de teekening te zien is, zul de wandeling daaronder niet lijden. In beginsel bestaat dus naar de meening der commissie geene bedenking tegen den afstand. En nu de verzoeker zelf zich bereid verklaart tot vol doening van den in 1879 bij meerderheid van stem men voor het afgestane terrein gestelden koopprijs van f 4 per centiare en op te volgen de vorder toen ge stelde voorwaarden, acht de commissie het best, het ver zoek in te willigen en het in eigendom gevraagde ter- lijk dankbaar, als ge het mij vergunt. Dan krijg ik en minste eens de overtuiging dat eene collectie toch tot iets nut is, en zelfs tot iets bijzonders om eener jonge, schoone vrouw een genoegen te kunnen doen. Morgen zal ik een paar regels aan den custos van het museum zendenen in het eind van de week hoop ikindien gij het mij toestaatde eer te hebben u de oude on- vorvalschte Lamoraal" te kunnen aanbieden." »Maar dat is al te vriendelijk! Gij weet niet wat een genoegen gij er mij mee doe- dat kunt ge niet we ten Ik zal u uwen kostbaren schat niet lang ontroo- n slechts voor een paar dagen." Vergeef mezoo lang gij wiltIk mis hem vol strekt niet. Ik hebom de waarheid te zeggen hem nog nooit goed bekekenik weet alleen dat hij bestaat." »Maar hoe kan men »Gij moogt mij gerust voor eenen barbaar houden! Ik moet het mij laten welgevallen. Doch ik heb nu eenmaal eenen onoverwinnelijken afkeer van in lood gevatte ge kleurde ruitjes waardoor men niet kan kijken, van bees tenvellen op den gronddie maken dat een mensch elk oogenblik struikeltvan beeldjes van gesneden hout die u aangrijnzenvan heraldieke koperen leeuwen in onmogelijke houdingendie de tong uitsteken. Ik ge loof, dat men dat tegenwoordig renaissance" en »stijl" noemt ik vind het eenvoudig afschuwelijk. Mjju beste vader zou zich in zijn graf omkeerenals hij zijnen ontaarden zoon zoo hoorde spreken. Misschien hebt ge wel eens gehoorddat hij een even hartstochtelijk als kundig verzamelaar was en aan hem heeft het niet ge legen dat ik niet iets van zijne liefhebberijen en zijne kennis heb overgenomen. Hemelsche goedheid Wat een stof heb ik al niet moeten slikken in mijne jonge jaren, als de groote kisten uitgepakt werden En ik dorst mij niet verroeren als mijn goede papa mij vertelde dat een verbogen motalen beker vol deuken, een oude gebroken en gekramde schoteleen houten heiligen beoldje met verschoten kleuren, met een akelig gozicht en eene on mogelijke houding, met óénen voet en anderhalven vinger, of een oudwormstekig geel geworden weefsel dat dit nu prachtig mooi was! Dat heb ik nooit begrepen, ik begrijp het nu nog niet, en zal het ook wol nooit leeren" begrijpen. En wanneer de piëteit voor mijnen vader, wien deze collectie de gelukkigste uren van zijn eenzaam leven bezorgde, mij niet weerhield, zou ik het oude rommeltje al lang verkocht en er mij fonkelnieuwe dineren voor aangeschaft hebben. En dus ik laat de Lamoraal voor u komen, en ik wil wel vooruit wedden, dat uwe nieuwerwetsche nabootsing veel mooier is dan het oude origineel." Juliane was ontzet over deze vandalistische openhartig heid. Hoe kon de vorst zoo minachtend over dit kunst werk, éénig in zijne soort, sprekenEn dat hij nu juist het moest bezitten En toch maakte de vorst eenen zeer aangonamen indruk op haaren deze indruk werd door den roep die er van hem uitging, nl. dat hij aan buitengewonen ernst voor zijn werk en aan eene ongelooflijke werkkracht groote 'lichtzinnigheid en onbewimpelde voorliefde voor Wein, Weib nnd Gesang paarde, volstrekt niet verzwakt, maar' integendeel nog versterkt, toen hij woord hield. Den volgenden vrijdag liet vorst IJlrich zich bij gravin Juliane aandienen en bracht haar de echte Lamoraal-kant. Van opgewondenheid kon Juliane dos nachts geen oog dichtdoen.^ Zij werd voortdurend gekweld door den on overwinnelijken angst, dat de Lamoraal haar ontstolen kon worden, hoewel er tot zulk eene vrees eigenlijk vol strekt geene aanleiding bestond. De echte Lamoraal toch was met de nagemaakte veilig geborgen in de ijzeren kast van hare kleedkamer, die slechte door eene met een dun tapijt bekleede deur van haar slaapvertrek gescheiden was en voor deze kast lag 's nachts Nero, een reusachtig groote, paarlgrijze Ulmer dog, die op den man afgericht en dus uiterst govaarlijk was voor ieder die ongerechtigd de kast zou hebben willen naderen. En toch was Juliane bang voor dieven. Wurdt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 6