Binnenland.
338e Staatsloterij.
Tsërste kamer-
5e klasse, 10e lijst, 27 Januari.
Ns. 46, 2829, 6344, 8397, 10824, 15066 en 15453 1000;
Ns. 556, 1847, 8640, 14657, 16871 en 17172 400;
Ns. 6456, 13038, 14847, 15884 en 20793 r 200; Ns. 605,
639, 2532, 4416, 9299, 9436. 12768, 13319 en 14607 /100.
5e klasse, 11e Ijjst, 28 Januari.
Nr. 3291 50.000; Ns. 5771, 9381, 9613. 13668 en
17734 f 1000; Ns. 3781, 8429, 10315 en 141,89 400; Ns.
4110, 5229, 10098, 13406, 13839,17277 en 18276 200;
Ns. 1596, 2553, 3609, 37,64, 5310, 8078, 9663, 15205,
15653> 16523, 16540 en 18562 /100.
verdrag zeide hij, dat de dnitsche kanselier von Caprivi
ridderlijk erkende, dat Duitschland behoefte had aan
nitvoer en dat het daarom zijn plicht was het gevolgde
economische stelsel te wijzigen. Van daar de voordeelen
aan België toegestaan. België zon niets gewonnen heb
ben, indien het zijn tarief verhoogd had. Hij haalde
tot voorbeeld Zwitserland aan datdoor een verbods
tarief aan te nemengeen voordeelen meer heeft ge
kregen. Hij beschouwde vervolgens den toestand in be
trekking tot Oostenrijk-Hongarije. De voordeelen waren
zijns inziens vooral niet minder dan die welke van
Duitschland worden verkregen. Ten slotte zeide hij over
tuigd te zijn dat geen enkel afgevaardigde de verant
woordelijkheid zou willen op zich nemen voor oene ver
werping van de handelsverdragen.
In zijne den 25 voortgezette rode u erkte de minister
president nog op, dat de opposititie minder het oog had
op de handelsverdragen dan op een staatkundig rechts
geding tegen de regeering. Hij verklaarde dat het in
den tegenwoordigen toestand onraadzaam zon zijn het
tarief van rechten om te werken men moest die taak
overlaten aan eene nieuwe wetgevende machtdie, door
een ander kiezerskorps gekozenwellicht eeDe nieuwe
richting zou aangeven.
Den 27 is de beraadslaging over het handelsverdrag
met Duitschland voortgezet, doch nog niet geëindigd
Er is besloten het voorstel van den heer de Smet de
Naeijer in overweging te nemen, strekkende om de hef
fing van rechten op geweven goederen en kleederen te
wijzigen, nadat het door den voorsteller op sommige
punten gewijzigd was.
DU IT SC il I« AN I). De schoolcommissie der gemeente
Berlijn heeft in eene buitengewone zitting besloten op
te komen tegen de ingediende wet op het lager onderwijs.
Pruisen. Huis van Afgevaardigden. De
heer Richter, de leider der vrijzinnige partyheeft het
wetsontwerp op de volksschool in eene rededie 2 uren
duurde, krachtig bestreden. De minister van eeredienst
antwoordde hem niet minder heftig. Volgens de Köln.
Zeitung zullen de conservatieven en het centrum het
ontwerp aannemen.
Rijksdag. Den 26 is het handelsverdrag met Zwit
serland in derde lezing met groote meerderheid aange
nomen. De tweede lezing van het wetsontwerp be
treffende den opslag in entrepot nam een aanvang.
ENGEIiAND. In eene afzonderlijke uitgave van de
London Gazette is opgenomen een schrijven van de Ko
ningin aan den minister van binnenlandsche zaken, hou
dende dankbetuiging aan de millioenen onderdanen van
het Rijk voor de treffende deelneming bij den dood van
haren kleinzoon, in den bloei zijns levens. De Koningin
eindigt met de verklaring, dat zij, met Gods hulp, steeds
werkzaam zal zijn tot bevordering van het welzijn harer
geliefde onderdanen.
FRANKRIJK. De bond voor Zondagsrust in dit
rijk, onder voorzitterschap van den heer Léon Saij, heeft
besloten, de fransche bisschoppen tot een nationaal con
gres uit te noedigen, te houden te Parijs op 9, 10 en
11 Februari.
ITAUE. De Senaat heeft de verlenging van het
handelsverdrag met Spanje goedgekeurd met 178 tegen
21 stemmen. Generaal Menabrea heeft zjjn ontslag ge
nomen als gezant te Parijs.
OOSTENRIJK-HON KAKI JE. Het oostenrijk-
sche Heerenhuis heeft met algemeene stemmon het han
delsverdrag met Duitschland goedgekeurd.
De moeder der Keizerin, hertogin Ludovica, is te Mun-
chen overleden. Wegens ongesteldheid kan de Keizerin
bij hare begrafenis niet tegenwoordig zijn.
PORTIIGAI». De minister van koloniën heeft in
de Kamer verklaard, dat de regeering besloten is, om de
koloniën in ongeschonden toestand te behoudendaar
het land blijkbaar er niet van weten wil tot den verkoop
van koloniën over te gaan. Zij zal nu trachten het
evenwicht tusschen ontvangsten en uitgaven te herstellen
door bezuinigingen op het hoofdstuk koloniën.
Ulrichnadat zij over alle mogelijke dingen gepraat
hadden.
»En gij gaat natuurlijk vroeger heen antwoordde
Alix. «Ik neem het u volstrekt niet kwalijk Bij de
quadrille heb ik reeds gemerkt dat gij wat vermoeid
zijt. En dat is ook niet meer dan natuurlijk na die lange
reis. Stoor u dus, wat ik u bidden mag, niet aan mij
Ik meen het heusch Ge moet eens flink uitslapen."
»Ge zijt engelachtig goed." gaf Ulrich ten antwoord.
»Of er van slapen veel zal komen voegde hij er lachend
bij durf ik werkelijk niet zeggen. Maar ik zou graag
na het souper ongemerkt heengaan en van u alleen
wilde ik afscheid nemen."
»Ik zal, denk ik als ik in bed lig nog steeds door
dansen en doorpraten."
«En morgen middag kom ik hooren hoe u het bal be
komen is."
»Kom niet vóór één uur. Tusschen twaalf en één uur
ga ik naar mijne nicht Iseneck. Zij voelt zich niets goed,
die arme Juliane."
»Na den lunch, zoo wat tegen twee uur, zal ik mij laten
aandienen."
De gastvrouw had het teeken gegeven, dat het souper
geëindigd was. De gasten stonden op, en de bedienden
schoven met groot gedruisch de stoelen weg. De vorst
geleidde Alix naar de groote zaal, zij reikte hem de hand en
zij namen afscheid van elkaar met eenen veelbeteekenenden
blik van zwijgende verstandhouding. Op hetzelfde oogen-
blik naderde een jong officier der garde de prinses, om
te vernemen of de twijfel, waarin kort geleden de prinses,
die door tal van dansers was bestormd en met haar bal
boekje in eenige verwarring was geraaktverkeerde, te
zijnen gunste was opgelost, en of hij nu op de eer mocht
rekenen, met haar den eotillon te dansen?
Met een allerliefst lachje stemde Alix toe, en de jonge
officier bood der bekoorlijke prinses den arm.
Wat is dat! Zoo jong, en dan al zoo vroeg tersluiks
het strijdperk verlaten Dat moest gij nu maar aan de
oude heeren zooals wij overlaton
Het was de oude. vroolijke president van de recht-
Hoewel de omvang der offers, die door de regeering
gevraagd zullen worden om verbetering te brengen in
den toestand der geldmiddelen nog niet bekend is, wordt
over het beginsel door vele standen met waardeering
gesproken. In eene vergadering waarbij de meerderheid
der parlementsleden tegenwoordig was. Werd besloten de
regeering te steunen.
RIJSIiAND. De overleden oom de» Keizers, den 21
September 1827 te Petersburg geboren, was admiraal der
russische vloot en bevelhebber van verscheidene russische
regimenten. Tot het jaar 1860 ging hij voor een
liberaal door en voerde als minister van marine werkelijk
vele europeesche gebruiken in. In later jaren trok hij zich
uit het openbare leven terug, daar hij met zijnen neef,
Keizer Alexander III, niet zeer bevriend was. De Keizer
verdacht hem van nihilisme.
BliliGARlJE. In weerwil van de verzekering van de
omgeving van minister Stambnloff is men overtuigd, dat
zijne wonde ernstig is. Uit Weenen werd een chirurgijn
ontboden. Do geneesheeren verlieten de kamer van den
minister niet, nadat hij een aanval van koorts had gebad.
Uit de genomen politiemaatregelen leidt men af, dat hij
het slachtoffer van een moor daan val en niet van een
toeval is geweest. Volgens de laatste berichten lijdt bij
aan zware koortsen.
SPANJE. De verlenging van het handelsverdrag
met Zwitserland tot 30 Juni e.k. is den 25 geteekend.
De grondslagen voor eene regeling met Duitschland zijn
vastgesteld.
De te Bilbao aangevangen werkstaking duurt voort
den 26 heeft eene botsing plaats gebad tusschen de werk
stakers en de gendarmes waarbij verscheidene personen
gekwetst werden.
XniTKKKLAVD. De Nationale Raad heeft de
handelsverdragen met Duitschland en Oostenrijk-Honga
rije met algemeene stemmen bekraehtigd.
VEREENIUUE STATEN. President Harrison
heeft aan het Congres eene boodschap gezonden betref
fende de chileensche zakenonder overlegging van de
uitgebreide briefwisseling, sedert 15 September 1891
daarover gevoerd en vrij algemeen bekend. De berichten
van den gezant Egan verraden alle een groot geloof aan
de eindelijke zegepraal van den nu reeds verdreven
president Balmaceda. Ook blijkt uit die stukken dat
de houding van den heer Egan in zake de gevluchte
aanhangelingen van Balmaceda ondersteund is door
president Harrison. De boodschap is in handen gesteld
van de commissie van buitenl. zaken in beide Kamers.
Chili heeft voorgesteld het bestaande geschil door een
scheidsgerecht uit te makenhetzij door eene onzijdige
mogendheidhetzij door eene onzijdige commissie, uit
hooggeplaatste personen in Amerika bestaande. De ge
voelens over dit voorstel loopen uiteen.
EGTPTE. Den 26 hebben de officieren van het
egyptische leger aan den nieuwen Onder Koning den eed
van trouw en gehoorzaamheid gezworen in tegenwoor
digheid van den minister van oorlog en den engelschen
generaal Grenfell.
Staats begroot! ii g.
Do minister van justitie heeft den 27 in
zijn antwoord op het door verscheidene leden aangevoerde,
gezegddat hij weinig verwachtte van de hulp van
commissiën van bijstand dat het ongewenscht is een
onvermijdelijk noodig opvoedingsgesticht te Ommerschans
te vestigen met het oog op den naam, in den mond des
volks daaraan gegevendat hij, in tegenstelling van den
heer Pijnappelgeen voorstander was van geheele
afschaffing van het advobaten- en procureurstarief
dat hij er niet aan denktvoor het oogenblik het
wetboek van burgerlijke rechtsvordering te herzien bij
het vele urgente dat er te doen is dat er menschen
zijn die veel praten en belovenanderendie weinig
spreken en toch werken. Hij hoopt tot de laatste te
behooren. De begrooting van justitie werd met algemeene
stemmen aangenomen.
bank Hillstadtdie in de garderobe terwijl zijn be
diende hem zijnen pels hielp aandoen., en hij zelf met
eenen grooten doek zijnen hals omwikkeldeop eenen
toon van scherp verwijt deze woorden tot vorst Ulrich
richtte.
«Ah mijnheer Hillstadt! Ik had u volstrekt niet ge
zien Nuvooreerst is het al niet zoo vroeg meer
«Tien minuten vóór eenen," merkte Hillstadt op, die
reeds zijn horloge had te voorschijn gehaald.
,En dan," vervolgde Ulrich, «ga ik misschien nog
wel een oogeu blikje naar Kroll. Ik vind daar verschei
dene kennissen."
Dan zijt ge voldoende geëxcuseerd Dus naar Kroll
Wel, als'ge geen rijtuig hebt, kunt ge met mij mee
rijden. Ik woon in de Zelten en we rijden er dus
voorbij." Zij gingen samen de trap af.
«Dat is al te vriendelijk gepresenteerd! Maar ik weet
het nog niet zeker en ik wandel liever een eindje
«In zoo'n hondenweer?" vroeg Hillstadt, terwijl hij
huiverde. Zij waren nu op straat. Er woedde een hevige
sneeuwstorm en de wind joeg hun de dikke vlokken in
het gelaat.
«Ik ben jagerantwoordde Ulrich terwijl hij, den
ouden man bij het instijgen hielp «en vrij wel tegen
alle wind en weer gehard
«Nu, ik rijd liever," zeide Hillstadt, terwijl hij het
zich gemakkelijk maakte in zijn coupeetje sloeg zijnen
pels over de kniëen en riep den vorsttoeu deze hem
goeden nacht wenschend. het portier dichtsloeg, lachend
toe: «Aangename wandeling, mijn waarde!
De vorst had zijnen breeden bonten kraag opgeslagen
en er zijn gelaat geheel en al in verborgen.
Het sneeuwde onbarmhartig. De gasvlammen schemer
den met doffenroodeu glans door de dichte witte
massadie er omheen danste. Op het trottoir lag de
sneeuw wel een voet hoogde vorst trapte er tot over
de enkels in en waar hij een straat moest oversteken
nog dieper. Met voorovergebogen hoofd, zijn oogen stijf
dichtknypend zweetend ouder den last van zijnen pels
en onaangenaam aaugedaan door de vochtige warmte
-- Wij namen eene correspondentie uit Heiloo over,
uit' de N. Rott. Ct., waarin werd opgekomen tegen de
voorstelling die «de Bode" van het geval-Smit aldaar
gegeven had. In antwoord nu daarop schrijft de heer
Tegelaarvoorzitter van den Bond van nederlandsche
onderwijzers, aan datzelfde blad: «Niet alleen het feit,
dat te Heiloo een onderwijzer is ontslagenomdat er
volgens de wet een overcompleet was, wekte de' veront
waardiging op, zooals de berichtgever schijnt te meenen,
maar vooral de bijzondere beteekenis, die dit ontslag door
bijkomende omstandigheden heeft verkregengaf het
hoofdbestuur aanleiding om met kracht op te komen
tegen een besluit, waarbij niet alleen de belangen van
den onderwijzer Smit, maar evenzeer die van alle onder
wijzers in Nederland zijn betrokken. Want het streven
naar bezuiniging, dat zich bij verschillende gemeentebe
sturen in de eerste plaats openbaart door beknibbeling
op de reeds zoo lage onderwijzerstraktemonten, was ook
te Heiloo weder de reden waarom een verdienstelijk
onderwijzer, die meer dan twaalf jaar zijne beste krachten
wijdde aan dé school in die gemeente, werd ontslagen.
Wanneer men toch nagaat, dat al de andere daar in
functie zijnde onderwijzers eenen veel korteren diensttijd
hebben dan Smit, dat echter ook hun traktement lager
is dan het zijne, dat Smit is aangesteld in een tijd toen
er gebrek aan onderwijskrachten was waardoor toen
het gemeentebestuur van Heiloo hem heeft gelokt door
het uitgeloofde traktement van f 650 op 700 te bren
gen, dan verschijnt het bedoelde ontslag in een geheel
ander licht als waarin uw berichtgever het meende te
moeten plaatsen. En wanneer men ten slotte weet, dat
nog in Mei j.I. eene vacature te Heiloo vervuld werd
door een onderwijzer zonder hoofdacte, op een tijd dus,
waarop men reeds wist dat men volgens de wet ver
plicht was een onderwijzer met hoofdacte aan te stellen,
en dat men thans eene oproeping doet tegen eene bezol
diging van f 600 terwijl Smit 700 haddan moet
ieder, dunkt mij, wel met ons overtuigd zijn, dat de wet
hier als hefboom is gebrnikt om de duurdere onderwijs
krachten te verwijderen en ze door goedkoopere te ver
vangen. Tegen zulk een machtsmisbruik nu zullen wij
ons met alle kracht verzetten. Wij willen niet. dat er
met ons gemarchandeerd wordt, dat men misbruik maakt
van de omstandigheid, dat de markt overvoerd is. Wij
zullen met alle ons ten dienste staande middelen pogen
te voorkomen dat het voorbeeld van Heiloo worde
nagevolgd."
Door wijlen den heer D. de Boer, te Akersloot,
werd aan de Prins Hendrik-Stichting te Egmond aan
Zee 1000 en aan de Diaconie der herv. gemeente te
Grosthuizen f 500, beide vrij van successierechten, ver
maakt.
Mevrouw A. J. Campbell van Haarlem zal op
het oude buitenverblijf Knapenburg te- Heemstede een
krankzinnigengesticht voor een 50tal dames bouwen.
Het gesticht zal verdeeld zijn in twee deelen, eene voor
rnstige en eene voor onrustige lijders.
De heer W&lig heeft, wegens voortdurende onge
steldheid ontslag verzocht als wethouder der gemeente
Krommenie welke betrekking hij langer dan 25 jaren
bekleedde.
Het maken van eenige veranderingen aan de onder
wijzerswoning te Sclioten is voor 1900.90 gegund aan
den laagsten van 10 inschrijvers, den heer Mulder van
Haarlem.
Bij kon. besluit van den 14 is aan den heer J. d6
Fremery op zijn verzoek, eervol ontslag verleend ala
consul van San Francisco onder dankbetuiging voor de
diensten door hem aan den lande bewezen.
- De synode der ned. herv. kerk heeft besloten tot het
doen inrichten of stichten van een eigen gebouw, waarin
de vergaderingen kunnen gehouden en het zich jaarlijks
uitbreidend archief op voldoende wijze bewaard kan
worden. Zij heeft daartoe het plan opgemaakt eeuer
geldleeniug, groot f 55.000, verdeeld in 2200 aaudeelen
van f 25, rentende 2 pet. 's jaars, aflosbaar in 75 jaar.
Te SSginond aan Xec liep den 28 een stoom
schip op het strand. Nadere bijzonderheden ontbreken
ons nog.
van. zijn eigen ademdien de kraag naar hef gelaat
weerkaatstestapte hijzoo snel het hem ander de
vertragende omstandigheden mogelijk was voort.
In de Behrenstrasse was het nog tamelijk levendig
geweest. Aan de beide kanten der straten stonden daar
do équipages en huurrijtuigen in lange rijen. De koet
siers en bedienden verwenschten hunne meesters die
het daar boven in de warme door stralende kaarsen
helder verlichte zaal bij spijs, en drank bij muziek en
dans, best konden uithouden. De fiere paardon stampten
ongeduldig met de hoeven hieven den kop beurtelings
op^en lieten hem weer hangen zetten hunne neusgaten
open en hinnikten, terwijl de arme, afgejakkerde paarden
der droschken die zich reeds lang op genade en onge
nade aan alle wreedheden van het woer hadden overge
geven, somber de koppen lieten hangen, en met de beenen
ver van elkaar, onbeweeglijk stijf stonden te wachten.
Doch in de Wilhelm- en Vosstrasse was geen levend
wezen te bespeuren. De nachtwakers hadden waarschijn
lijk onder de inrijpoorten eene schuilplaats gezooht voor
den geweldigen sneeuwstorm.
De vorst nam grootere passentoen hij de woning
van den vorst Von Eyckhof voorbijging. Aan het einde
der Vosstrasse sloeg hij rechts den hoek om de König-
griitzerstrasse in. Hjj liep nu langzamer. De sneeuwjacht
was nu somwijlou zoo hevig dat de vorst geen hand
breed vóór zich uit kon zien. Toch vond hij de deur
die hij zochten het docht hem dat het weer nu ietwat
begon te bedaren. De vlokken schenen minder dik en
minder talrijk te zijn. Wordt vervolgd.